Hoofdstuk 1. Vlinders in het algemeen.
Soms zijn vlinders mooie beesten.
Ze leggen eieren die uitkomen.
Dan komen ze uit en zijn het rupsen.
Na een tijdje gaan ze zich in een pop veranderen.
In de lente gaat de pop open en komt er een mooie vlinder uit.
Vlinders worden vaak gegeten door een ander insekt of dier.
120.000 beschreven vlinders vormen een opmerkelijke vlindergroep.
De meeste vlinders eten planten.
De dagvlinders doen beslist niet wat voor onze planten beschadigend is.
Alleen de rupsen van de koolwitjes hebben wel eens trek en dan gaan ze van
onze koolplanten snoepen.
Dagvlinders zijn juist goed en veilig voor de natuur.
Als dagvlinders er niet waren, zouden we minder bloemen hebben.
Waarom?...........
De dagvlinder gaat op zoek naar nectar.
Dan verliezen ze soms een beetje stuifmeel onder het overvliegen van de
ene bloem naar de andere bloem.
Het stuifmeel valt op de grond en dan...........
Komt er langzaam een bloem uit de grond.
Daarmee helpen ze dus de natuur met het ontstaan van veel bloemen.
Aan het begin van deze eeuw kwamen er zo’n 70 soorten dagvlinders voor. Raad eens hoeveel er zijn uitgestorven de laatste 75 jaar? 17 soorten zijn uit gestorven en nu worden nog steeds veel soorten met uitsterven bedreigd. Iedereen zou moeten helpen om de vlinders niet te laten uitsterven.
Gelukkig zie je nog wel dagvlinders in Nederland. Sommige kan je snel herkennen. De meest voorkomende vlinder die je ook vaak ziet is de Citroenvlinder en de Kleine vos. Hoofdstuk 2. Hoe herken je een dagvlinder?
Je hebt ook nachtvlinders. Je weet niet wat voor soort vlinder het is en je wilt het wel weten of het een Nacht vlinder is of een dagvlinder. Wat moet je dan doen? Je kan ze uit elkaar halen met de voelsprieten en nog wat dingen. Kijk maar:
Dagvlinders: 1: De voelsprieten eindigen in een knopje. 2: Als de vlinder rust, staan de vleugels recht op. 3: Meestal zijn dagvlinders fel gekleurd.
Nachtvlinders: 1: De voelsprieten eindigen niet in een knopje. 2: Als de vlinder rust, liggen de vleugels plat op het lijf gevouwen. 3: Meestal opvallende gekleurde vleugels.
Dus je kunt ze uit elkaar halen. Maar dan moet je wel goed kijken. Kijk maar eens naar buiten in de zomer. Dan zijn er behoorlijk veel vlinders. Doen hé!
Hoofdstuk 3. Ei, rups, pop, vlinder, weet jij het allemaal?
Vroeger dachten de mensen dat rupsen en vlinders niks met elkaar te maken hadden . Dus dat ze twee verschillende insekten waren. Maar ze zijn er achter gekomen dat ze heel veel met elkaar ze maken hebben. We weten dat rupsen en vlinders eigenlijk 1 en de zelfde insekten zijn. Ze zien er anders er anders uit en leven op een andere tijd. Dat noemen we Levenscyclus. Zoals de meeste dieren en insekten en mensen zijn er van de vlinders ook 2 soorten. Een mannetje en vrouwtje. We kunnen ze zelfs uit elkaar houden. Je moet eens goed kijken als er twee vlinders er zitten. Zit er eentje bij met oranje stippen? Ja, dan is dat het mannetje. Waarom? Nou, alleen mannetjes hebben oranje stippen op hun vleugels.
Een vlinder paart ook. Na het paren, gaat het vrouwtje opzoek naar planten die de rupsen later als voedsel kunnen gebruiken. De ene vlinder legt haar eieren in het gras en de andere in een boom, plant , bloem of in een struik. Ieder geval waar ze 1 veilig zijn en 2 waar ze als ze uit komen kunnen eten. We noemen dat een waard plant. De eieren zijn niet groter dan een spelden knop. Het is belangrijk dat de vlinders hun eieren op een goede plek leggen, want rupsen zijn kieskeurig insekten ( eters).
De eieren van de verschillende vlindersoorten zijn niet altijd even groot.
De rupsen van een Dagpauwoog eten eigenlijk alleen maar brandnetels.
Die vlinder (dagpauwoog) kan je hier naast ook zien.
Waarom rupsen snel groeien?
Ze eten ontzettend veel.
Waarneer hun vel te strak zit om het lijf, gaan ze vervellen.
Onder hun oude vel zit weer een nieuw vel waar ze wel goed in zitten.
Na zo’n 5 keer vervellen is een rups volgroeid en begint de verpopping.
De rups stopt met eten als zijn tijd er op zit.
De rups gaat van spinseldraad zijn huisje maken om in te slapen.
Zijn huid gaat weer open, net zoals bij een vervelling, maar
nou wordt het een pop te voorschijn.
In de pop, zit nog steeds de rups.
De rups wordt langzaam een vlinder.
Als de vlinder weer klaar is gaat die eitjes leggen.
Zo komen er vlinders.
Hoe dat gaat weet niemand precies.
Aan het eind van zijn tijd barst de pop open.
De rups die net in die pop is gekropen is nu een mooie vlinder.
De vleugels van de vlinder zijn nat en opgevouwen.
Pas wanneer er weer in zijn lijf weer bloed stroomt kan hij zijn
vleugels uitstrekken en kan hij weer vliegen.
Het bloed pompt van zelf weer in de vleugels.
Ze kunnen niet gelijk vliegen als er weer bloed gepompt woord.
Want eerst moeten ze drogen.
Als ze weer droog zijn en vliegklaar kan hij opzoek naar nectar.
(Nectar is wat uit de bloemen komt.)
Hoofdstuk 4 . De bedreiging van de vlinders.
Vlinders worden erg bedreigd..
Aan het begin van deze eeuw kwamen er in Nederland nog 70 soorten vlinders voor.
Nu is dat anders.
De vlinders worden bedreigd.
En dat is niet goed voor de natuur.
Wat bedreigen is ?
Nou neem nou vlinders die worden bedreigd.
Ze worden met uitsterven bedreigd.
Of bij de mensen.
Je word bedreigd om je geld te geven anders nemen ze je kind mee.
Dat is bedreigen.
Nou weer even terug naar de vlinders.
Wat ik net al zei, vlinders worden met uitsterven bedreigd.
In deze eeuw is er voor de natuur zo’n beetje een ramp gebeurd.
Er zijn 17 soorten vlinders uitgestorven.
Nu zijn er nog maar 53 soorten.
En nou is er nog een probleem.
30 soorten worden nog bedreigd of zeer bedreigd met uitsterven.
Waarom is dat nou erg voor de natuur.
Nou vlinders zijn zelfs nuttig voor de natuur.
Als ze opzoek zijn naar nectar bezoeken ze veelvuldig de bloemen en brengen stuifmeel
over van de ene bloem naar de andere bloem.
Het stuifmeel valt en komt er een bloem.
Dus de vlinders zijn nuttig voor de natuur.
Je kunt donateur woorden van De Vlinderstichting.
Er is een aparte Vlinderstichting opgestart voor de vlinders.
Zodat ze in de natuur blijven.
Dus vraag vandaag nog zo’n pakket van maar F7,50 per stuk.
Er zit van alles in .
Boekjes blaadjes en een poster.
En je kan de vlinder er mee helpen door donateur te woorden.
Doen dus!!!!!!!!!!!!!!
Hoe krijg je zo’n ding. Met bellen. Tel:0317-467346. En als je voor de hele klas wilt kan dat ook.
De Vlinderstichting.
Postbus 506
6700 AM Wageningen.
Doen dus!!!!!!!!!!!!
Hoofdstuk 5. Waar en wanneer vind je de dagvlinders.
Dagvlinders kan je meestal bij de bloemen vinden. Eigenlijk overal wel. Maar alleen niet op 2 plekken. In dichte , donkere en enge bossen zul je ze niet tegen komen. Of op net bespoten akkers en kale landbouw akkers. Op die plekken zul je ze meestal niet vinden. Maar ze kan altijd wel een beetje weten waar ze zitten. Wat vinden ze lekker? Bloemen. In de bloemen zit nectar en dat vinden ze lekker. Dus waar kom je ze het meest tegen ? Bij de bloemen. Maar dat is niet alles wat ze lekker vinden . Van zon houden ze ook heel erg. Ze houden dus van zonige plekken waar veel bloemen staan.
Nectar kan je eigenlijk vergelijken met suiker water.
De vlinders vinden dat lekker en gebruiken dat als voetsel.
Er moeten ook wilde planten in de buurt staan.
Bijvoorbeelt onkruid.
Onkruit is erg wilt.
Maar wat bedoelen ze nou met wild planten?
Nou, planten die van zelf groeien zonder dat je ze mooi vind en
die niet zelf hebt geplant.
Maar er ook mooie wilde planten hoor.
Maar onkruit is niet mooi.
De rupsen vinden wilde planten lekker dus er moeten wilde planten staan.
In de stad komen er minder vlinder soorten dan in natuur parken voor.
Toch is er in de stad best wel veel te zien en te eten.
Vooral in bloemen perken en /of in bloemrijke tuinen en in mooie
parken met bloemen zijn vlinders als de kleine vos , de dagpauwvlinder, de Citroen vlinder en de witjes gelukkig nog niet zeldzaam.
Hoofdstuk 6. Wat hebben vlinders nodig?
1. Vlinders hebben een eigen mening over de bloemen. Ze vliegen de roze meestal voorbij , terwijl ze bramenstruik. heel lekker. vinden. Als ze vliegen weten en zien ze niet altijd of die struik of bloem lekker en goed is.
2. Behalve dat ze nectar uit de bloemen halen lusten ze ook nog ander voedsel. Bijvoorbeeld de dagpauwogen en de atalanta’s vinden rottend fruit erg lekker. Ga maar eens in het najaar met rottend fruit de vlinders er naar toe lokken, dan kan je ze zien drinken uit het rottend fruit.
3. Jullie denken dat vlinders alleen maar op zoek naar nectar en rond vliegen zeker? Nee hoor, dat is echt niet waar. Als je een vlinder een poosje volgt, dan merk je dat ze ook nog wat anders doen. Ze verdedigen een gebedje ( dat heet een territorium) tegen indringers.Mannetjes van de Kleine vuurvlinder en het Bont zand oogje doen dit bijvoorbeeld. Kijk ook een goed of je de mannetjes en de vrouwtjes een paar-dans doen. ( Dat heet balts) Dat doen ze voor dat ze gaan paren.
4. Rupsen kan je eigenlijk best gemakkelijk vinden. Kijk op koolplanten en bij de brandnetels. Let maar eens op aangevreten bladeren.Het is leuk en je kunt er wat van leren als je De rupsen eens van dicht bij gaat kijken.Neem ze in huis en laat ze verder kweken.
Waar moet je op letten?
1. Zorg eerst voor een goedverblijf voor rupsen. Dat ziet er zo uit. De rupsen moeten rond kunnen kruipen dus pak een grote bak.
2. Je moet niet te veel rupsen nemen. Als je ze kan vinden moet je ook eitjes halen dan zie dat ze uitkomen. Neem een blad mee die de rupsen lekker vinden. Of nog beter is als je de plant meeneemt en dan thuis in een pot doet. Het eten (het blaadje of plant) moet je regelmatig verversen.
3. Je mag absoluut de bak niet in de zon zetten.En zorg altijd dat de bak de zelfde temperatuur heeft.
4. Je moet de om de 2 dagen verschonen.
5. Als de rups gaat verpoppen en hij is er weer uit en is een vlinder geworden, laat hem dan weer in de vrije natuur vrij. Wil je hem toch nog een dagje bekijken, maak dan even honingwater voor de vlinder. (Een beetje honing in water opgelost.) De rupsen hoeven dat niet. Doe het honingwater in een bakje en doe er een grof sponsje in, omdat ze dan kunnen drinken met hun rol tong.( sorbo sponsje.)
Hoofdstuk 7. Een paar soorten vlinders.
We hebben in ons land nog 53 soorten vlinders. De helft bedreigd of zeer bedreigd. Ik vertel het meeste over de niet bedreigde vlinder soorten.
De Kleine Vuurvlinder.
Vanaf mei kunnen we op de heide de Kleine Vuurvlinder zien. Deze vlinder zie je eigenlijk door het hele land zo’n beetje. Het meest in korte gras landen met veel bloemen. In mei moeten deze vlinders goed zoeken voor voedsel zoals nectar. Op grazige plekken en langs paadjes vinden ze meestal wel wat. Vanaf die bloeiende planten verdedigen de mannetjes hun territorium. Territorium is een gebedje van de vlinders. De mannetjes beschermen dit.
De Nachtpauwoog.
De Nachtpauwvlinder is een van de mooie vlinders hier in Nederland.
Het is ook een nachtvlinder.
Hij komt bijvoorbeeld in heideterreinen vaak voor.
De mannetjes hebben een snelle vlucht.
Het is erg raar.
Het is een nacht vlinder die toch overdag vliegt in de maand april en mei.
Gewoon overdag.
De vrouwtjes vliegen veel minder.
De vrouwtje lokken de mannetjes door speciale geurstoffen te verspreiden.
De mannetjes kunnen deze lucht al van kilometers afstand ruiken met hun voelsprieten.
Het vrouwtje van de nachtpauwoog legt haar eieren rond de stengel van de
struikhei en soms de bramenstruik.
De eieren zijn behoorlijk groot.
De eierdoppen blijven aan de plant plakken als de rupsen er al uit zijn gekropen.
Het hooibeestje en de het Boomblauwtje.
Er zijn nog 2 andere vlindersoorten die in het voorjaar
al in de heide zien.
Het Hooibeestje en het Boomblauwtje.
Het zijn geen typische vlinders van de heide.
Het Hooibeestje is een echte grasland vlinder.
De rupsen van een Hooibeestje leven eigenlijk alleen van grassen.
Het is een algemene vlinder in ons land.
Je kan ze tegen komen in half mei en september.
Deze vlinder heeft weinig nectar nodig en die zie dus ook niet zo
vaak bij de bloemen.
Het Boomblauwtje is een vlinder van bosranden die vaak ronddwarrelen
en die rondvliegen enkele meters boven de grond en langs de bomen.
De eieren van deze vlinder leggen ze op verschillende planten .
Zoals Sporkehout, hulst, klimop en de Struikhei.
Dit zijn de drie soorten vlinders waar van ik het een en ander heb getypt.
Nog meer soorten maar geen stukjes over de vlinder.
Nederlandse naam is: Boomblauwtje. De Latijnse naam is: Celastrina argiolus. Vliegen in de maanden: maart tot Oktober. De rupsen zitten het liefst in de bomen en planten zoals: De Vuilboom en de klimop.
Nederlandse naam is: Kleine Vuurvlinder.
De Latijnse naam is: Lycaena phlaes
Vliegen in de maanden: April. tot Oktober.
De rupsen leven het liefst in de: schapzuring en de veldzuring.
Nederlandse naam is: Klein koolwitje.
De Latijnse naam is: Pieris rapae
Vliegen in de maanden: Maart tot Oktober.
De rupsen zitten het liefst in de: Koolsoorten en de andere kruisbloemigen.
De Nederlandse naam is: Groot koolwiltje.
De Latijnse naam is: Pieris brassicae
Vliegen in de maand: April tot Oktober.
De rupsen zitten het liefst in de: Koolsoorten en andere kruisbloemigen.
Nederlandse naam is: Dagpauwoog.
De Latijnse naam is: Inacgis io
Vliegen in de maanden: Februari tot november.
De rupsen zitten het liefst in de: Grote brandnetel.
Nederlandse naam is: Hooibeestje
De Latijnse naam is: Coenony pamphilus
Vliegen in de maanden: April tot oktober.
De rupsen zitten het liefst in: Verschillende grassen.
Hoofdstuk 8. Een vlinderverhaal.
Het gevaar van de vlinders.
Er was eens een man met 3 kinderen.
Een van die kinderen wilde een verhaal horen en zei:’Pap wil je ons een verhaal vertellen?’
‘ Ja hoor zij de man. dat wil ik wel’
‘Waar moet het over gaan?’
‘Dat verhaal van de vlinders.’ riep een jongen dat William hete.
‘Ja dat is een mooi verhaal’Zei weer een jongetje dat Handje heette.
‘Of over die knuffel’ zei weer een meisje die lydia heet.
‘Nou weet je wat ik doe het over de vlinders’
‘nou ik wil over dat lief beertje’ zei lydia.
‘Nee, dat hebben we nou al tachtig keer gehoord.
‘Nou een s die vlinders weer.’zei william.
‘Jongens jongens.
Lydia , ik ga nu weer een keertje over de vlinders vertellen ,ok.
De volgende keer gaan ik weer over dat liefe kleine beertje vertellen ok?’ zij de man die boris hete.
‘Ok’ zei het meisje.
‘Ok, zij jullie klaar voor de reis naar een ander land?’
‘Jaaaaaa!!!!!!’ Zeiden ze alle drie tegelijk.
‘Ok, er was eens een land dat Spanje hete .
Het was hier erg ver vandaan.
Daar leefden een heleboel vlinders.
Op een dag zei een vlinder tegen haar man: ‘Lieverd zullen wij eens op avontuur gaan?’
‘Hoe wou je dat dan doen?’
‘Nou we gaan naar een ander land vliegen, bijvoorbeeld.’Zei het vrouwtje.
‘Mij best maar we zijn zoklein en hier zijn we altijd veilig en als we
naar een ander land gaan zijn er nog meer gevaren die we nog niet eens kennen misschien.’
‘Dat is toch niet erg.
We zijn heus wel voorzichtig.
Of ben je bang, schijtebroek.’
‘Ik ben al helemaal niet bang .
Kom op, dan gaan we.’zei de man.
En daar gingen ze , met zijn tweetjes naar een ander land.
Ze vonden het wel eng maar hoor maar eens wat er allemaal gebeurde.
‘Weet jij waar we zijn, lieverd?’ ‘Eh, nee, wand ik ben de landkaart vergeten.’ zei de man. ‘ o nee hé’ zei het vrouwtje ‘ Dan zijn we verloren.’ ‘ wel nee.’ zei de man. ‘Ik weet de weg wel’ Na een poosje vliegen worden ze moe. En gaan ze rusten .
En dan........
Worden ze aan gevallen door 4 katten
1 poes rent op het mannetjes vlinder af.
Hij springt en de vlinder vliegt opzij.
De poes is helemaal duf geworden en rent zo hard als die kan weg.
Een andere poes grijp het vrouwtje.
Ze bijt in zijn pootje en de poes laat los.
Ze valt maar komt zacht neer in de hand van een kat maar kan nog net op tijd weg vliegen.
‘Als ik bij 3 ben met tellen vliegen we weg , ok?’ Zei het mannetje.
‘Goed.”zei het vrouwtje .
‘1,2,3.’
En ze vlogen tegelijkertijd weg en ontsnapte een de poezen.
‘hé hé ‘ zei het vrouwtje dat was me een avontuur zeg.
Het leek wel of de katten ons de rust niet gunden.’
‘Ik ben nu nog steeds moe’ zei het vrouwtje.
Maar ze gingen toch verder, wand ze waren bang dat de katten hun anders weer zouden vinden.
‘Maar pap, dat kan toch niet.’ zei kleine Hansje. ‘Jawel hoor, dat kan heel goed.’ Mag ik nou weer verder vertellen?’
Nadat ze een uurtje hadden gevlogen gingen ze rusten. Toen ze uitgerust waren, gingen ze weer verder. Toen ze net 5 minuten weer in de lucht zaten, kwam er een leger bijen naar hun toe gevlogen. Ze vliegen heel snel. En vlinders vliegen niet zo snel. Ze namen de 2 vlinders mee naar hun bijen koningin. De 2 vlinders waren erg bang. Ze zaten in een soort kamertje met 1 deur. En daar zat een wachter voor. ‘Ik ben zo bang’ zei het vrouwtje. ‘We komen er wel uit, wand ik namelijk een plannetje. Luister......ssswwsesweswesw sweswe. weet je het nou?’ ‘Ja ik weet het’ zei het vrouwtje. ‘ Bewaker snel, mijn gaat bijna dood.’Help hem toch.’Zei het vrouwtje. De bij deed snel de deur open en hielp hem en toen............ Sprongen de bijen tegelijk de deur uit en sloot de bij op. ‘Kom, hier heen. Dit is de goede weg , ik heb hem onthouden.’ En ze gingen weg maar ooohhh.... Er kwam daar een bewaker. Snel verstopte zich ergens achter.
Toen ze voorbij liepen gingen ze snel weg uit de bijen korf. En toen ze een paar uurtjes hadden gevlogen, zei het mannetje: ‘Wat komt dit me bekent voor?’ En toen zag het vrouwtje het. Ze waren gewoon een rondje gevlogen. Want ze waren weer op hun eigen plekkie. Ze waren blij weer thuis te zijn. En nu wilden ze nooit meer naar die plek gaan. Alleen in hun eigen omtrek. En dan hebben ze toch een avontuur gehad.
Einde
Dit verhaal heeft een les. Vlinder worden zo ook op gegeten en dood gemaakt. Dit kan jij voor komen door dan dat dier of wat dan ook weg te jagen voordat ze allemaal dood zijn die vlinders.
De moraal van dit verhaal:
1 ga nooit ergens heen dat je niet kent
2 zo worden vlinders ook dood gemaakt
3 Als je gevangen zit kan je beter een advocaat nemen.
REACTIES
1 seconde geleden
M.
M.
heel goed geschreven
20 jaar geleden
AntwoordenI.
I.
hoi marina
goeiie tip
dat laatste en veel informatie
bedankt
x iris
20 jaar geleden
Antwoorden