Woestijn

Beoordeling 6.2
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • Klas onbekend | 1608 woorden
  • 15 november 2002
  • 310 keer beoordeeld
Cijfer 6.2
310 keer beoordeeld

Hoe ontstaat een woestijn In en rond om de steenbok en de kreeftkeerkring is het meeste kans op vormingen van woestijnen. In dat gebied is het het hele jaar erg warm. Er stijgt dus de hele tijd warme lucht op. Dat veroorzaakt winden die in vaste richting vanaf de evenaar naar het noorden of zuiden richting de keerkringen waaien deze vaste richtingen noemen we een passaat. Als de wind stijgt, koelt hij af. Het water verdampt en vormt wolken. Daarom is het onder de evenaar veel bewolkt. Uit de wolken valt regen. Wanneer de lucht rondom de beide keerkringen weer daalt, is hij droog. Zo droog, dat wanneer hij weer warm word en opstijgt, er te weinig water in zit om weer een wolk te vormen.

Zonder wolken kan er geen regenvallen en als er geen regen valt en dat duurt lang genoeg, ontstaat er op hele lange termijn een woestijn. Nr. 1
De Kalahari woestijn
Sommige delen van de Kalahari woestijn in Zuid-Afrika zijn meer dan 100 miljoen jaar oud(zie plaatje 1). De Kalahari strekt zich over een gebied van wel 260.000 vierkante kilometer uit. Het is in het droge seizoen bedekt met door de zon verdroogde bloemen en planten,maar kan zich snel herstellen. Kenmerk van de woestijn. Hoewel de Kalahari een woestijn genoemd wordt, is het beter om van half-woestijn te spreken omdat de neerslag groter is dan in echte woestijnen. De Kalahari vormt een grote vlakte zo’n 500 tot 1500 meter boven de zeespiegel. De vlakte word slechts door een paar hevels en oude, afgebrokkelde stukken rots onderbroken.

Klimaat Het klimaat is anders dan in de Sahara, de enorme Afrikaanse woestijn ten noorden van de evenaar, valt er in de Kalahari wel regen. Daardoor kon er zich ook een zeer gevarieerd leven ontwikkelen. De regentijd duurt ongeveer vijf maanden tijdens de zomer van het zuidelijk halfrond,van oktober tot maart. In de hele woestijn regent het maar op bepaalde plekken en met onregelmatige tussenpozen. De grootste hoeveelheden, tot 45 cm, vallen in het noorden en oosten, minder dan de helft in het zuidwesten. In april daalt de maandelijkse neerslag ook in de regenrijkste gebieden tot onder 2,5cm en begint de winterdroogte. In september is de waterstand van de rivieren op zijn laagst,of is de rivier uitgedroogd. De luchttemperatuur in de woestijn kan tot 47graden stijgen. Net als in alle woestijngebieden daalt de temperatuur ’s nachts vaak drastisch. Vorst aan de grond is geen zeldzaamheid.

Of wilde dieren kunnen overleven hangt van het klimaat af, want alleen bij voldoende regenval is er voedsel in overvloed.

Er is heel weinig water in de woestijn. Het grootste gedeelte van het water verdampt door de zon. In zonnige woestijnen kan zo weinig regen vallen, dat het dagen, maanden, soms zelfs jaren niet regent. Als het regent is er nooit veel neerslag en het regenen duurt ook niet lang. Dus je kunt wel nagaan dat er heel weinig regen valt in de woestijn. In de droogste woestijn valt er gemiddeld 15milliliter neerslag in een jaar valt. Dat is heel erg weinig. Dat maakt water in de woestijn een kostbaar goedje. Vegetatie

De plantenwereld in de knalharde gaat in het noorden over in hoge savannebossen, het drogere zuiden in struikgewassen en steppen. In het noorden groeien grote baobabs,vijgen- en moerbeibomen en de Afrikaanse ebbenboom. De bodem is grotendeels met gras bedekt. Hoe droger het land wordt,des te langer blijven de bomen. Grassen bedekken de bodem dan niet meer regelmatig, maar groeien in pollen. Toch kent veruit het grootste deel van de woestijn begroeiing. In de heetste landstreken kunnen alleen planten met hele diepe, knolvormig wortels of dikken stammen overleven. In de hele woestijn groeien bijna overal palmbomen; daar hebben planteneters samen met hun mest zaden gedeponeerd. Tijdens de regentijd krijgen planten met bloemen de kans om te kunnen bloeien. Nr. 2
Hoe planten overleven in de woestijn
Planten die in de woestijn leven komen na de regen snel uit het zaadje en gaan groeien, of blijven het hele jaar in leven door zich aan te passen aan het kleine beetje water die ze krijgen. De planten die daar groeien hebben allerlei manieren om in leven te blijven. Bijvoorbeeld: sommigen hebben lange wortels(zie plaatje2)om bij het diepen water te komen andere hebben breed uitgestrekte wortels om meer water tegelijk . weer anderen zuigen dauw via hun bladeren op. Veel woestijn planten zijn vetplanten. Die kunnen water opslaan. dikke wasachtige laag rond om de stengels en bladeren dat helpt de plant water te kunnen opslaan en beschermt hem tegen de hitte. Met het verkleinen en laten vallen van de bladeren kan de plant het vochtverlies tot het minimum toe beperken. Hoe overleven dieren in de woestijn? Een woestijn is een erg groot heet gebied.moor toch wonen er dieren. In de woestijn wonen nachtdieren maar ook dag dieren. Woestijn dieren Woestijnvos

De woestijnvos overdag overleeft hij in zijn hol omdat het onder de grond koeler is dan boven de grond omdat daar de zon de hele dag schijnt. ’s Nachts gaat hij naar buiten om eten te zoeken hij eet insecten vooral sprinkhanen maar ook kleine knaagdieren, vogels, eieren en hagendissen zijn oren zin daarom ook heel goed ontwikkeld. Hij kan goed tegen de warmte omdat hij via zijn oren warmte afstaat en geen speeksel laat gaan. Zijn oren zijn groter dan zijn kop. Nr. 3
Gilamonster
Een echt dag dier is het gilamonster. Het gilamonster loopt langzaam, want zijn lichaamstemperatuur is nog laag. Wanneer hij in de zon loopt of ligt, wordt hij actiever. Hij eet insecten, hagedisseneieren, jonge vogeltjes,vogeleieren en kleine woestijnmuizen. Hij is ook nog eens de grootste Noord-Amerikaanse hagedis! Want hij kan wel 60 centimeter worden. De gilamonster leeft alleen nog in Mexico en het zuiden van de verenigde staten. (zie foto 4) Nr. 4
Kameel en dromedaris
De kameel in de woestijn is voor de nomade erg belangrijk zijn wol voor kleding vlees melk en mest(als brand stof om eten te koken) en dienen als last- en rijdieren. Ze hebben lange wimpers om hun ogen tegen het zand te beschermen. Vele mensen denken dat de kameel alleen heel goed tegen de hitte kunnen maar ze kunnen net zo goed tegen de kou. De kameel heeft een extra ooglid die beschermt zijn oog tegen zandstormen. Ze kunnen ook heel veel water drinken wel meer als 135L in één keer. Het verschil tussen een kameel en dromedaris is dat een kameel twee bulten heeft en een dromedaris maar een. Hij kan wel tien weken zonder water maar meestal drinken ze regelmatig. Ze leven in kuddes van vijftien vrouwtjes en jongen en één mannetje. Kamelen en dromedarissen kunnen wel 450 kilo wegen en 20-45 jaar oud worden en 3meter lang worden. In Azië komen nog aardig veel wilden kamelen voor. De dromedarissen kan als het ware hun eigen gewicht kunnen dragen. De gier De gier is een aaseter dat betekend dat ze dieren die al dood zijn eten dus bijvoorbeeld: een woestijnvos dood een zand konijn dan wacht de gier tot de vos klaar is met eten dan eten hun de resten op, of jatten het dode dier. Als ze een dier dat uitgeput is zien dan vliegen ze netzo lang rondjes boven het dier tot het dood is. De meeste soorten hebben een kaal hoofd en nek kaal hun kop is helemaal kaal omdat ze gewoon helemaal met hun kop in het dode dier gaan, behalve de gierarend en de baardgier en nog een paar. Sommige gieren zoals de lammergier zoeken stenen die afgeven. Dat smeert hij op zijn veren.

De bewoners van de woestijn De bewoners van een kamp bestaat uit een paar families. Elk gezin leeft in een eigen tent. Als de dieren alles hebben kaal gegeten gaan ze ergens anders heen. Dat doen alle nomaden. Als ze verhuizen is dat heel makkelijk. Ze vouwen de tenten gewoon op. Een tent bestaat uit schapen- of geitenhuiden, die aan elkaar zijn genaaid en bewerkt. Als tentstokken gebruiken de nomaden dikke takken, die ze op maat snijden. De kleding Ze dragen lange, wijde kleren. De hoofden van de jongens worden kaal geschoren, op een pluk of haarlok na. De mannen hebben een doek om hun hoofd en voor hun gezicht: een goede bescherming tegen stof en zand. Als ze eten doen ze hun hand onder de doek. Van hun ouders leren ze hun eigen taal. De kinderen spelen in het zand. Ze tekenen sporen in het zand of doen geluiden na van dieren. ’s Avonds luisteren ze naar verhalen die de vrouwen vertellen. Ze drinken het meest thee. Meestal halen vrouwen water bij de put. Zo’n put kan wel zestig meter diep zijn. Een kameel of dromedaris haalt het water omhoog omdat er wel veertig liter water in de waterzak. De vrouwen dragen het water in kruiken naar huis. Bij de put moeten ze soms heel lang wachten als er een herder bijvoorbeeld zijn kudde water geeft. Ze verzamelen ook brandhout om ’s avonds eten te koken. Zout is voor de nomade heel belangrijk. Als het heet is verliezen ze zoet. Dus moeten ze zout eten. Het zout ligt vaak op lagen gebieden. Want als het regent stroomt het naar beneden en verdampt maar het zout blijft achter. Dat handelen ze ook voor eten. Slot Ik vond dit werkstuk aardig lastig omdat er maar weinig tijd was. En er waren ook maar weinig plaatjes. Maar toch heb ik wel z’n acht a negen a4jes. Deze eerste was wel pittig omdat het eerst niet zo goed ging. Ik heb de informatie uit boeken en sic kaarten en van internet. Het was een interessant onderwerp en ik heb er aardig wat van geleerd.

REACTIES

R.

R.

je heb moor geschreven in plaats van maar

19 jaar geleden

M.

M.



ja maar dat maakt niet uit het is maar een kleine fout tenminste je kunt het lezen!

7 jaar geleden

L.

L.

super goed werkstuk. ik zweer het je.

14 jaar geleden

L.

L.

Goed werkstuk, maar hoe kan je hier ooit 8/9 à-4tjes mee vullen? Xd

12 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.