Algemene informatie.
Leraar worden doe je niet zomaar. Het is een hele beslissing: een geheel nieuwe carrière. Maar of je dat wilt doen, kan je alleen zelf bepalen.
Als leraar sta je niet alleen voor de klas. Je bereidt ook lessen voor. Vooral in het begin is dat heel erg moeilijk. Je moet je afvragen hoe je de stof uit het boek over een lesuur moet gaan verdelen? Of welke punten je zelf wilt uit leggen of wanneer het beter is dat je de leerlingen oefeningen laat doen. Als leraar heb je meer vrije tijd dan sommige andere werknemers. Maar zeker in het begin ook weer niet zoveel als sommigen denken. Natuurlijk ben je ook na schooltijd bezig met het maken, opstellen en nakijken van toetsen. Bovendien moet je vaak overleggen met je vakgenoten, je hebt vergaderingen en natuurlijk ouderavonden.
Een leraar staat niet haar verhaal op te dreunen voor de klas. Zij is bezig met de vragen: hoe kan ik de ontwikkeling van mijn leerlingen stimuleren? Hoe moet ik de examenstof verpakken, zodat die deze specifieke groep aanspreekt? Nét wat vrijer? Een beetje humor? Toch de teugels weer wat strakker? Op één vraag heeft ze net zoveel antwoorden als er leerlingen zijn. Daar is kennis van je vakgebied voor nodig, maar ook heel andere vaardigheden. Kun je coachen, uitdagen, stimuleren, organiseren en sturen? Een sfeer scheppen? Jezelf in een ander verplaatsen? En vind je het leuk om dat te doen? Als je allemaal positieve antwoorden op deze vragen hebt, ben je geschikt om leraar te worden.
In de meeste bedrijven zijn er enorm veel verschillende functies die je kunt krijgen. In het algemeen maken werknemers carrière in verticale richting (dat wil dus zeggen dat ze dus steeds kans hebben op een betere baan. In het onderwijs gaat dat niet op deze manier. Leraar blijf je meestal, tenzij je een heel andere carrière kiest. Wel zijn er verschillende taken. Zo kun je op den duur naast het lesgeven ook de mentor worden van een klas, of de conrector of de coördinator van een vakgroep of van een leerjaar. Maar je kan ook een leerlingenbegeleider of een decaan worden. Wat ook weleens voorkomt, is dat je een ICT-coördinator (ICT staat voor Informatie en Communicatie Technologie) wordt.
Natuurlijk moet een aspirant-leraar (dus iemand die stage loopt en / of wilt leren voor het beroep leraar) voldoen aan bepaalde eisen. Ten eerste moet je een HBO- of WO- diploma hebben, tenzij je uit een technische branche komt en ook aan de slag wil in die sector van het onderwijs. Als dat zo is, is een Mbo-diploma voldoende. Een geschikte kandidaat moet behoorlijk willen investeren in zichzelf en in de school. Bovendien moet je bereid zijn ten minste zestien uur per week les te geven en daarnaast een opleiding te volgen.
Een zij-instromer is iemand die kennis heeft opgedaan in een loopbaan buiten het onderwijs. En ze heeft het capaciteit om deze kennis over te dragen op leerlingen in het voortgezet onderwijs of het beroepsonderwijs en de volwasseneneducatie. Een leraar is tegenwoordig zowel een generalist als een specialist. Je moet dus een brede ontwikkeling en een brede interesse hebben voor het vak. Ook goede sociale vaardigheden en communicatieve vaardigheden zijn onmisbaar. Je moet met heel wat mensen doeltreffend kunnen communiceren: met snelle leerlingen en minder snelle leerlingen van uiteenlopende leeftijden en achtergronden, maar ook met ouders en met collega\'s. En natuurlijk moet je als leraar een hart hebben voor je leerlingen. Het is natuurlijk niet de bedoeling dat je verliefd op ze bent, maar het is wel de bedoeling dat je het vermogen hebt om mee te voelen met jonge mensen die in een turbulente levensfase zitten.
Hier zijn alle voorwaarden / eisen nog even op een rij:
· Je bent niet werkzaam in het onderwijs · Je hebt vakkennis op het gebied van 1 of meer vakken in het Voortgezet onderwijs of het beroepsonderwijs en de volwasseneneducatie · Je hebt een HBO- of WO- diploma · Je hebt een MBO- diploma. Voor sommige vakken in het VMBO is het mogelijk om met een MBO diploma in te stromen · Je bent gemotiveerd om tegelijkertijd te werken en te leren
Eigenschappen van een goede docent:
· vakkennis en vakkundigheid · daadkracht · organisatievermogen · empathisch vermogen · uitstralen van veiligheid · ruimte kunnen geven · duidelijkheid en vriendelijkheid
Het vak.
In geen enkel beroep wissel je zo vaak van rol als in het beroep van leraar. Je werkt immers met jonge mensen. Naast leraar ben je ook hun coach en mentor. Behalve lesgeven doen leraren nog veel en veel meer. Ze moeten bijvoorbeeld nieuwe lessen voorbereiden voor de volgende dag, ze moeten tegelijkertijd het vak bijhouden en ze moeten natuurlijk ook bijscholen, want er komen steeds nieuwe dingen die ook een leraar moet weten om les te kunnen geven, want wat heb je nu aan een leraar die niet eens alles of in ieder geval het nodige weet. Leerlingen individueel begeleiden en overleggen met collega’s zijn ook taken die moeten gebeuren. Verder moet je als leraar zijnde nakijken, contacten onderhouden met ouders, excursies en reizen organiseren, luisteren naar leerlingen met problemen, werken met computers en nog veel meer. Bovendien is elke leerling weer anders. Je hebt bijvoorbeeld leuke leerlingen, gekke leerlingen, prettig gestoorde leerlingen, verbazingwekkende leerlingen, slimme leerlingen, trage leerlingen, leerlingen die beginnen te puberen(denk maar aan groep 7 en groep 8, daar zitten leerlingen bij met de leeftijd dat je begint te puberen), verwende kleuters, die altijd hun zin willen krijgen, toekomstige genieën(hoogbegaafde leerlingen zijn er genoeg), meiden die niet op hun mondje zijn gevallen, verlegen jongens, eigenwijze leerlingen, buitenbeentjes (zoals ik), kortom… wie leraar wordt, moet rekening houden met de verscheidenheid van leerlingen.
Welke soorten onderwijs zijn er?
Leraar kun je worden in het basisonderwijs, het voortgezet onderwijs of het beroepsonderwijs en volwasseneneducatie. Dat zijn behoorlijk verschillende beroepen. De één gaat liever met kinderen werken op de basisschool, de ander wil liever zijn vak overdragen aan jongeren of volwassenen op de middelbare school. Er zijn daarom verschillende opleidingen voor deze beroepen.
De opleiding
Je wil leraar worden? Je komt nu voor de keuze te staan op welk niveau je les wilt geven en in welk vak bijvoorbeeld. Er zijn in Nederland ongeveer veertig opleidingen voor leraar basisonderwijs (Pabo’s). Om leraar te worden in het voortgezet onderwijs kun je bij veel hogescholen en universiteiten terecht.
Basisonderwijs
In het basisonderwijs krijgen de kinderen tegenwoordig minder vaak dezelfde lessen als vroeger. Steeds vaker krijgt ieder kind zoveel mogelijk de lessen en de opgaven die het beste bij zijn of haar niveau en tempo passen. Het ene kind leert immers sneller dan het andere. Er zijn hiervoor speciale scholen voor moeilijk lerende kinderen. Maar ook op een “normale” school geven veel leraressen niet meer de hele dag klassikaal les.
Steeds vaker wordt de klas een deel van de dag gesplitst in kleine groepjes kinderen, die elk werken op hun eigen niveau. Leraressen krijgen dus meer tijd voor ieder kind en op deze manier kan ieder kind veel beter leren. Ook computers maken het makkelijker om ieder kind precies dat te bieden wat het nodig heeft. Je ziet ze steeds meer in de klas. Ze zijn een goed en leuk hulpmiddel om kinderen zelfstandig te laten leren, bijvoorbeeld bij sommen maken of spellen. Als er op een speelse manier op de computer wordt lesgegeven, zal een leerlingen zich veel minder snel vervelen of irriteren. Verder komen steeds vaker leraressen uit het speciaal onderwijs een aantal uren per week naar de basisschool om extra zorg te bieden aan bijvoorbeeld leerlingen met leerachterstanden of, zoals ik al eerder had gezegd, aan leerlingen die moeite hebben met het leren en het begrijpen van de stof. Bovendien komen er in het basisonderwijs tegenwoordig onderwijsassistenten voor. Deze onderwijsassistenten helpen de lerares bij meer routinematige onderwijstaken, zoals oefeningen doen. Ze nemen ook verzorgende taken op zich.
Natuurlijk hangt de inhoud van het werk ook af van de school waar je werkt. Op een school voor speciaal onderwijs zul je meer te maken krijgen met kinderen met leerproblemen of gedragsproblemen en op een multiculturele school zul je in je lessen bijvoorbeeld aandacht besteden aan het bestaan van verschillende godsdiensten. Ook kun je met \'remedial teaching\' kinderen met leerachterstanden ondersteunen.
Leraar worden in het basisonderwijs.
Om lerares in het basisonderwijs te worden, moet je naar de Pabo. Deze Hbo-opleiding duurt in totaal vier jaar en begint met de propedeuse. Na het eerste jaar volgt de zogenaamde hoofdfase.
Propedeuse Tijdens het eerste jaar oriënteer je je op het beroep van lerares in het basisonderwijs en maak je kennis met de verschillende onderdelen van de opleiding. Je krijgt les in vakken als taal, rekenen/wiskunde, informatie- en communicatietechnologie (ICT dus), pedagogiek en onderwijskunde, om zelf goed de stof onder de knie te hebben en om te leren hoe je kinderen leert lezen of schrijven. In het eerste jaar ga je al meteen op stage.
Hoofdfase In de hoofdfase werk je verder aan de vakinhoudelijke en didactische-methodische vorming: Hier komt aan de orde wat je als lerares basisonderwijs moet weten en hoe je de verschillende vakken geeft aan de verschillende leeftijdgroepen binnen de school. Tijdens het derde jaar ga je je specialiseren in het onderwijs aan een bepaalde leeftijdsgroep. Je kunt kiezen voor de jonge kinderen (dat zijn de kinderen met een leeftijd van 4 jaar tot 8 jaar) of voor de oudere kinderen (dat zijn de kinderen met een leeftijd van 8 jaar tot 12 jaar). In de hoofdfase loop je een groot deel van je opleiding stage bij 1 of meerder scholen naar keuze. Je bent dan in het begin een onderwijsassistent en later mag je ook les proberen te geven aan de leerlingen.
Er zijn vaak ook andere keuzeonderdelen aan het eind van de opleiding. Op sommige pabo\'s bijvoorbeeld kun je in het vierde jaar kiezen voor een buitenlandmodule. Educatie en cultuur van verschillende landen komen dan in het onderwijsprogramma aan de orde en je gaat tijdens je studie voor korte of langere tijd naar het buitenland. Maar wat je ook kunt doen, is kiezen voor de zorgverbreding. Je leert dan hoe je les moet geven aan kinderen met een handicap en hoe je met kinderen met een handicap moet omgaan.
Toelatingseisen Om toegelaten te worden tot de pabo, moet je in het bezit zijn van een havo-, vwo-, mbo- of vmbo-diploma. Er worden geen specifieke eisen aan je examenpakket gesteld. Beschik je niet over een van deze diploma\'s en ben je 21 jaar of ouder, dan kun je wellicht via een toelatingsonderzoek toch geplaatst worden.
Sneller studeren? Vind je een vierjarige opleiding te lang? Wanneer je de juiste vooropleiding hebt en denkt dat je wel wat \'meer\' aankunt, dan kun je de opleiding wellicht in overleg met je studiebegeleider ook in een kortere tijd doen, namelijk in twee jaar. Maar dan moet je wel minimaal een Hbo-diploma nodig of je moet een universitaire opleiding hebben gehad of gedaan voordat je dit mag doen. Deze verkorte opleiding wordt ook wel deeltijdopleiding genoemd. Het programma wat je dan volgt, is een ander programma dan dat van de studenten van de dagopleiding: er wordt rekening mee gehouden dat de studenten een vorige opleiding koppelen aan levenservaring en soms aan leservaring.
Het studieprogramma van de verkorte leerroute heeft 4 fasen:
1. Gewennig met nadruk op betrokkenheid op zichzelf; 2. Taak in de groep met nadruk op betrokkenheid op de taak; 3. Oog hebben voor kinderen (pedagogiek) met nadruk op betrokkenheid op de ander; 4. Zicht hebben op de organisatie en integratie van kennis en vaardigheden.
In de eerste fase van je studie richt je je aandacht op alles wat nieuw is en hoe dat bij je overkomt. Het gaat onder andere om je eigen ervaringen uit het verleden binnen een eigen situatie en om gevoelens die daarmee gepaard gaan. In het leerplan wordt deze fase ook wel “oriëntatie op de basisschool” genoemd. Het is een kennismaking met een aantal zaken die met het vak te maken hebben.
In de tweede fase ben je bezig met de “taak in de groep” waarbij didactische (leerzame) aspecten een grote rol spelen.
Secundaire arbeidsvoorwaarden
Eén van de grote voordelen van lesgeven in het onderwijs zijn de vele mogelijkheden voor deeltijdwerk. Die maken het goed mogelijk om je baan met andere interesses te combineren. Ook biedt het onderwijs je bij- of nascholingscursussen. Je krijgt zo de mogelijkheid om je binnen een vak of op andere terreinen te blijven ontwikkelen. Bovendien vergroot het de mobiliteit van leraren: je kunt bijvoorbeeld makkelijker een tijdje op een andere school lesgeven of op een andere plek binnen de onderwijsinstelling waar je werkt. Normaal gesproken stijgt je salaris ieder jaar wat meer, totdat het maximumsalaris is bereikt. Daarnaast hebben scholen de mogelijkheid leraressen extra te belonen, bijvoorbeeld met een eenmalig bedrag of een maandelijkse toelage. Dat is mogelijk als een lerares uitstekend functioneert, bij bijzondere prestaties of als er sprake is van moeilijk te vervullen vacatures. Tenslotte krijgen leraressen halfjaarlijks een flink bedrag als tegemoetkoming voor hun ziektekostenverzekering.
Salarissen.
Wat verdient een lerares?
De salarissen van leraren zijn onderverdeeld in schalen variërend van LA tot LD. De functie is bepalend voor de schaal waarin je terechtkomt: Een basisschoollerares valt bijvoorbeeld altijd in schaal LA, een lerares van het voortgezet onderwijs altijd ten minste in schaal LB. Schaal LD, de zogenoemde 1e graads functie, behoort tot de functie mogelijkheden, maar dan alleen als deze functie beschikbaar is. Het wil dus niet zeggen dat je met een 1e graads bevoegdheid benoemd wordt in een 1e graads functie.
In de tabel staan de minimum- en maximumsalarissen van onderwijsgevenden op een rij. De managementfuncties zijn bewust niet opgenomen. Ook speciale regelingen, eenmalige toeslagen en andere extra\'s zijn niet opgenomen omdat deze te veel variëren.
(loonpeil 1 maart 2001 - brutomaandsalarissen)
schooltype beginsalaris eindsalaris
basisonderwijs fl. 4.421,00 en Euro 2.016,16 fl. 6.381,00 en Euro 2.895,57
V.O. 2e graads fl. 4.587,00 en Euro 2.081,49 fl. 7.009,00 en Euro 3.180,55
V.O. 1e graads fl. 4.631,00 en Euro 2.101,46 fl. 9.304,00 en Euro 4.221,97
BVO fl. 4.587,00 en Euro 2.081,49 fl. 8.181,00 en Euro 3.712,38
(V.O. staat voor Voortgezet Onderwijs en BVO staat voor Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie)
Wat leer je nu precies?
In de nieuwe wervingscampagne voor leraren staat \'leren\' centraal. Want als lerares leer je dat iedere cultuur uniek is. Je leert wat de waarde van knikkers is. En waar het kookpunt ligt. Maar ook hoe leuk het is als het kwartje valt. Je leert waar je zwakke en je sterke punten liggen. Je leert dat schooltijd de mooiste tijd van je leven is. Wat \'vet\' is. Dat Eminem geen snoepje is. Dat inzet beloond wordt. Je leert hoe je moet luisteren en hoe je tot de verbeelding moet spreken. Of bijvoorbeeld ezelsbruggetjes te gebruiken. Je leert waar je zwakke en je sterke punten liggen. Waar de grens ligt en waar je de grens moet trekken. Hoe je aandacht moet geven en aandacht moet vasthouden. Hoe je leerlingen moet begeleiden, uitdagen en stimuleren. Je leert dus enorm veel als lerares zijnde.
REACTIES
1 seconde geleden
H.
H.
bedankt voor je werkstuk ik had het net nodig
22 jaar geleden
AntwoordenR.
R.
Heey, Ik vind dat het een erg goed verslag is, ik moet een verslag maken en ik heb er goeie info uit kunnen halen bedankt!!!!
22 jaar geleden
AntwoordenM.
M.
goed gedaan ik heb een werkstuk en het moet over leraar gaan en ik heb hier veel info uitgehaald
12 jaar geleden
AntwoordenL.
L.
wouwie, super werkstuk!!!!!!!
11 jaar geleden
AntwoordenP.
P.
heey sarina,
ik heb heel veel info uit je werkstuk kunnen halen, bedankt!
super gedaan!!!!!
11 jaar geleden
AntwoordenL.
L.
vet goed werkstuk! heb gewoon helemaal gekopieerd en had een 8,9 dus jij had een te laag punt!
Xxxxxxx Lieve
11 jaar geleden
AntwoordenY.
Y.
het was een super goed werkstuk bedankt door jullie werkstuk heb ik een mooi cijfer. een 9,3
8 jaar geleden
AntwoordenQ.
Q.
hoe moet ik hier een spreekbeurt van maken?
6 jaar geleden
AntwoordenQ.
Q.
wat doet een leerkracht eigenlijk na school?
6 jaar geleden
Antwoorden