Inleiding Als je aan heksen denkt, is een heks meestal een lelijke oude vrouw. Ze heeft lang zwart, of grijs haar, ongekamd natuurlijk. Ze is heel mager en ze loopt krom. Haar kin is puntig en er zit een wrat op haar neus, met uitgroeiende haren. Met haar rode ogen kan ze niet goed zien.
Een heks draagt zwarte versleten kleren en ze heeft een punthoed op. Er is altijd een zwarte kat bij de heks in de buurt. Die kat heeft lichtgevende ogen. Anders is het natuurlijk geen heksenkat. Ook uilen, padden en vleermuizen zijn graag bij haar. Dit vonden de mensen vroeger enge dieren.
Een heks reist nooit op een paard of in een koets. Zij vliegt door de lucht op een bezemsteel.
Als ze thuis is maakt ze toverdranken in een grote ketel, die boven het vuur hangt. In het huis staan planken en kasten vol met allerlei geheimzinnige dingen. Je ziet er tussen de spinnenwebben grote stapels toverboeken. En er staan wel honderden potjes en flesjes, met gebrande drakenstaart, giftige paddestoelen, doodskopkruid en berenklauw. Een heks heeft ook vaak een oven in huis. Daar braadt ze haar lievelingskostje in: KINDEREN.
Ik heb het hier nu natuurlijk over sprookjesheksen. Maar aan dit beeld komen we natuurlijk niet zomaar. Waar komt dit beeld eigenlijk vandaan? Dit beeld van heksen is niet toevallig, maar het heeft een lange geschiedenis.
Heksen zijn niet altijd slecht geweest. Het woord HEKS betekende lang geleden: oude, wijze vrouw. In elke streek woonde wel zo’n oude, wijze vrouw. Ze wist meer over de natuur dan andere mensen. Vaak woonde een heks in de buurt van een bos. Daar zocht ze naar bessen, kruiden of paddestoelen. Ze wist dat sommige planten zieke mensen konden genezen. Als mensen ziek waren gingen ze naar de heks toe. Die maakte dan een kruidendrankje of zalfje. Zo hielp ze de mensen.
In die tijd was een heks dus een heel gewone vrouw. Later veranderde dit. Er was veel honger armoede en oorlog. Of er heerste een vreselijke ziekte. Denk bijvoorbeeld aan de Pest. Een ziekte waar niemand iets aan kon doen.
Mensen wilde iemand de schuld geven van deze narigheid. Ze geloofden dat er een duivel was. En ze dachten dat er mensen waren die de mensen hielpen. Mensen die dingen wisten die gewone mensen niet wisten. Steeds vaker kregen de oude, wijze vrouwen de schuld en zo kwam de boze heks in de wereld.
Wat er toen gebeurde is droevig. Eerst werden maar een paar vrouwen beschouwd als heks. Maar al snel kon iedereen een heks zijn. Als de buurman ziek was, had iemand hem betoverd. Als de koe te weinig melk gaf, was de buurvrouw misschien wel een heks. Als het wekenlang niet regende, kreeg een oude vrouw uit de buurt, de schuld. Want zij had kort geleden een zwarte kat geaaid.
Zo zie je dus dat de grote, boze heks echt bijgeloof was.
Als men dacht dat iemand heks was, ging je naar een rechter. Om het hem te vertellen. Die liet de vrouw dn ophalen. Hij vroeg haar of ze een heks was. En natuurlijk zei ze dan: nee. En toen begon de ellende pas echt. De beul kwam erbij. Hij martelde de vrouw. Net zo lang tot ze toegaf dat ze een heks was. En dan werd ze bijvoorbeeld verbrand op een brandstapel. Want men dacht dat een heks haar boze toverkracht pas verloor als ze verbrandt werd.
Dit speelde zich vooral af in de Middeleeuwen. Wij vinden dit soort verhalen wel interessant. Dus wij hebben als onderwerp onderzocht: HOE WAS DE HEKSERIJ IN DE MIDDELEEUWEN EN HOE REAGEERDE MEN HIEROP.
We hebben deze hoofdvraag in kleine stukjes onderzocht. We hebben dit verdeeld in 6 deelvragen:
- Wat werd in de Middeleeuwen verstaan onder hekserij? - Was er echt hekserij in de Middeleeuwen? - Wanneer werd iemand in de Middeleeuwen als heks beschouwd? - Accepteerde men heksen? - Was hekserij strafbaar en wat voor straffen kregen de heksen dan? - Kwamen er nog mensen voor de heksen op? Was er hekserij in de middeleeuwen? Op deze vraag zijn 2 antwoorden te geven. De antwoorden JA en NEE.
Ja: Want er is bewezen dat er vooral in de middeleeuwen duizenden vrouwen zijn vermoord wegens wat men noemde: hekserij! Er hebben dus wel degelijk heksenvervolgingen plaats gevonden. Maar de redenen waarom heksen vervolgd werden, was dat mensen gewoon graag zekerheid wilden. En daarom maar gewoon iemand wilde beschuldigen van de nare dingen die er gebeurden.
Nee: Want hekserij was gewoon een soort van bijgeloof. Het slaat gewoon helemaal nergens op. Er zijn helemaal geen bewijzen dat er ECHT heksen hebben bestaan. Dat is gewoon onmogelijk. Dat weet iedereen heksen zijn gewoon sprookjes figuren.
Wanneer werd iemand als heks beschouwd? Het antwoord op deze vraag is eigenlijk erg kort en simpel.
Ter verduidelijking: Dit is helemaal aan het begin of zelfs nog, voor de Middeleeuwen.
In de inleiding is verteld dat heksen vroeger bekend stonden als goede, wijze vrouwen. Maar later gebeurde er dingen die mensen niet konden verklaren.
Er stierven bijv, plotseling een aantal mensen in het dorp of er was een paar keer een slechte oogst. Omdat men dit niet kon verklaren, ging men zoeken naar verdachten. Deze verdachten waren snel gevonden. Dit waren de heksen. Zij hadden immers zoveel verstand van kruiden en enge ziektes. Ook waren veel heksen in die tijd vroedvrouw en hadden ze dus contact met pasgeboren kinderen.
Zo gaf men dus een heks de schuld van de dood van een aantal dorpelingen. En ja…. Dat van die oogst?… Dat zal ze dan ook wel gedaan hebben. Hoe, dat wist men niet, maar ja, wie had het anders gedaan?
Zo is de heksenvervolging dus begonnen. Als je de heks al van 2 dingen kon beschuldigen, gaat het natuurlijk steeds makkelijker.
Steeds als er iets gebeurde, was de dader snel gevonden. Men kon bijna altijd wel iets vinden om een ander van hekserij te beschuldigen.
Een aantal jaren later ging het al helemaal niet meer om de oorspronkelijke heks. Steeds meer mensen werden beschuldigd.
De informatie die Rianne en ik net hebben verteld, gaat dus allemaal over dingen die later verzonnen zijn. En die de bevolking toen geloofde.
De heks werd beschuldigd voor haar eigen wijsheid en voor dingen die ze niet gedaan kan hebben. Accepteerde men heksen? Om alles goed te begrijpen, moet je eerst duidelijk zijn dat - zo\'n 500 jaar geleden - rond 1500, iedereen in West-Europa christelijk moest zijn. De paus was de baas van alle christenen. Alles wat hij zei over het geloof was als een wet die iedereen moest gehoorzamen. Als je dat niet deed werd je \'ketter\' genoemd. En dat was echt heel erg. Je mocht dan niet meer met andere mensen omgaan. Je stond niet alleen buiten de kerk, maar ook buiten de maatschappij. Als ketter kon je zomaar gevangen genomen worden. Als je niet toegaf dat je verkeerd had gedaan, werd je levend verbrand. In de loop van de eeuwen veranderde de kerk een aantal keren van gedachte: in de achtste eeuw stelde de kerk dat iedereen in het bestaan van heksen geloofde een ketter was. In de vijftiende eeuw gold precies het tegenovergestelde: iedereen die niet in heksen geloofde was een ketter. Bovendien was ook elke heks automatisch een ketter. Maar voor het jaar 1500 bestond er een verschil tussen \'ketters\' en \'heksen\'. Ketters waren mensen die, volgens de kerk, op een verkeerde manier in God geloofden. Heksen waren mensen die ervan beschuldigd werden kwaad te doen in opdracht van de duivel. Veel mensen dachten dat de heksen dan ook \'gelovigen\' waren van een ander soort godsdienst. Volgens de mensen die op de heksen gingen jagen was die andere godsdienst bedoeld om de duivel te aanbidden. De duivel was (zo zei men) verantwoordelijk voor alle ellende en al het kwaad in de wereld. Als de mensen iets verkeerd deden werden ze door God gestraft. De straf was dat God de duivel zijn gang liet gaan. Als de gelovige mensen iets goeds wilden doen, dan moesten ze beginnen alle aanhangers van de duivel weg te jagen of te doden. Dus ook de heksen. Men accepteerde heksen dus totaal niet. Was hekserij strafbaar en wat voor straffen kregen ze dan? In veel geschiedenisboeken staat dat de 15e en 16e eeuw, de eeuwen van \'vooruitgang\' waren. Er werden veel nieuwe ontdekkingen gedaan en de wetenschap ging snel vooruit. Maar het waren ook de eeuwen met de grootste heksenvervolgingen.
Om alles goed te begrijpen, moet eerst duidelijk zijn dat - zo\'n 500 jaar geleden - rond 1500, iedereen in West-Europa christelijk moest zijn. De paus was de baas van alle christenen. Alles wat hij zei over het geloof was als een wet, waaraan iedereen moest gehoorzamen. Als je dat niet deed werd je \'ketter\' genoemd.
Je mocht dan niet meer met andere mensen omgaan. Je stond dan niet alleen buiten de kerk, maar ook buiten de maatschappij. Als ketter kon je zomaar gevangen worden genomen. Als je niet toegaf dat je verkeerd had gedaan, kon je verschillende straffen krijgen.
In de loop van de eeuwen veranderde de kerk een aantal keer van gedachte: 1. In de 8e eeuw stelde de kerk: dat iedereen, die in het bestaan van heksen geloofde, een ketter was. 2. In de 15e eeuw gold precies het tegenovergestelde: iedereen die niet in heksen geloofde was een ketter.
Bovendien was ook elke heks automatisch een ketter.
In 1468 verklaarde de katholieke kerk dat hekserij een \'buitengewone misdaad\' was. Daardoor konden tijdens een rechtszaak alle regels die normaal golden opzij worden gezet. Dat betekende bijvoorbeeld dat alleen het bewijs dat iemand schuldig maakte, kon worden toegelaten. Pijnigen of martelen om bekentenissen af te dwingen was niet alleen toegestaan, maar het werd zelfs aangemoedigd.
Hekserij was dus zeker wel strafbaar en het werd totaal niet toegestaan.
Als een heks werd aangegeven bij een rechter, gaf ze meestal niet toe dat ze een heks was. Er waren dan verschillende manieren om te bewijzen dat dit wel zo was:
1. De beul
2. De waag
3. Water
Deze 3 dingen wil ik nu om de beurt gaan uitleggen:
De beul:
De beul was een man die lijfstraffen uitvoerde. Hij martelde de heks net zolang tot deze toegaf dat ze een heks was.
De waag:
Een andere manier die was bedacht was wegen. Dit wegen gebeurde op een zogenaamde waag. In Nederland is nu ook nog zo’n waag. Namelijk in Oudewater. Deze Waag is uit 1482.
( zie blad)
Op het gedeelte waar je op het plaatje een vrouw ziet staan, stond vroeger de heks. Zij stond daar in haar hemd.
Daar waar je de man ziet staan, lag een gewicht van 50 kilo. Als de heks lichter was dan 50 kilo, was ze schuldig. Als ze zwaarder woog dan 50 kilo was ze geen heks.
Voor F 6,50 kreeg je dan een brief waarin stond dat je geen heks was. Deze brief hete officieel: Het Certificaat van Weginge. Mensen uit heel Europa kwamen naar de waag in Oudewater voor dit certificaat.
De waagmeesters waren vaak niet eerlijk. In ruil voor een paar gouden munten, zeiden zij dat de verdachte heks schuldig was. Dit gebeurde ook bij een heksenproces in 1545 in Polsbroek . Karel V was daarbij aanwezig. Hij kon niet geloven dat de beschuldigde vrouw lichter dan 50 kilo was. In Oudewater liet hij haar door een niet-corrupte waagmeester nogmaals wegen. Ze bleek precies 50 kilo te wegen en werd vrijgesproken.
Kwamen er nog mensen voor de heksen op? Heksenvervolgers van latere tijden geloofden niet alles wat er in dat verschrikkelijke boek stond. Maar wel hielden ze vast aan het idee dat in de eerste plaats vrouwen schuldig waren. En allemaal volgden ze de gruwelijke voorschriften op, die in de \'Heksenhamer\' stonden. In de praktijk betekende het dat alleen al een beschuldiging van hekserij betekende dat iemand op de brandstapel zou komen.
Maar was er dan helemaal geen tegenstand tegen het vervolgen van allerlei weerloze en onschuldige mensen? Natuurlijk wel! Maar in het begin waren de vervolgers zo machtig dat ze iedereen die tegen de heksenvervolging was ook verdacht maakten. Als iemand bijvoorbeeld tijdens een rechtszaak beweerde dat de beschuldigde onschuldig was, dan liep die persoon zelf ook de kans om als heks op de brandstapel te eindigen.
Toch nam het aantal tegenstanders toe. Men vroeg zich af of de heksen werkelijk zo gevaarlijk waren. Als ze zoveel macht van de duivel hadden gekregen, waarom waren ze dan niet rijk en machtig? De gevangen genomen heksen waren bijna altijd arm. Waar mensen bang voor waren, was dat de heksen zouden kunnen toveren. Maar, zo zeiden de tegenstanders van de vervolgingen, daar zie je in de praktijk dan niets van. Het kwam toch nooit voor dat heksen op een magische manier uit de gevangenis ontsnapten?
Een belangrijk tegenstander was Johannes Wier (1515 - 1588). Hij was geboren in Grave (Noord-Brabant) als zoon van een handelaar. Hij studeerde medicijnen in Frankrijk en kwam als dokter in aanraking met mensen die \'gek\' waren. Hij ontdekte dat veel mensen die van hekserij beschuldigd werden geestelijk in de war waren. In zijn verdediging van heksen stelt hij dat het ging om vrouwen die door de duivel in de war werden gebracht. Het grote verschil met de heksenjagers was dus dat hij heksen niet schuldig vond aan \'hekserij\', maar dat hij zei dat ze niet verantwoordelijk waren voor hun daden.
De heksenvervolgers ontkenden datgene wat Wier zei. Ze beschuldigden hem ervan dat hij zich door de duivel had laten verleiden om dit op te schrijven.
Toch nam in de loop van de jaren erna de tegenstand tegen de vervolgingen langzaam maar zeker toe. Nederland was het eerste land waar de vervolgingen ophielden.
Later, in de zeventiende eeuw, begonnen mensen steeds minder te geloven in zaken als magie. Daarvoor in de plaats kwamen wetenschappelijke verklaringen. Heksen konden niet vliegen, maar smeerden zich in met een soort zalf, waardoor ze droomden dat ze konden vliegen.
Als je naar het verloop van de vervolgingen kijkt, dan zie je dat de grootste vervolgingen plaatsvonden tussen 1600 en 1650. Daarna werden ze steeds minder. Na 1700 werd er bijna geen heks meer verbrand. Hoe kwam dat?
Hiervoor heb ik drie verklaringen gevonden:
1. De vervolgingen werden vaak georganiseerd in streken waar de bevolking in opstand dreigde te komen tegen een koning of vorst. Als die eenmaal weer echt de baas was, hielden de vervolgingen op.
2. Door de ontwikkelingen in de wetenschap werden de mensen minder bijgelovig. Het geloof in heksen als aanhangers van de duivel werd minder.
3. De godsdienstoorlogen waren afgelopen. Elk land had nu zijn eigen godsdienst. Daar veranderde weinig meer aan.
Er zijn allerlei schattingen gemaakt over het aantal mensen dat door de heksenvervolgingen zin omgekomen. De aantallen lopen uiteen van \'tienduizenden\' tot aan \'twee miljoen\'.
Er zijn rechters en vervolgers geweest die trots waren op hun werk. Zij hielden precies bij hoeveel heksen zij persoonlijk tot de dood hadden veroordeeld. Dat had te maken met de gedachte dat God hun daar dankbaar voor zou zijn.
Hoofdvraag: De hekserij in de middeleeuwen was anders dan nu wordt beschreven in sprookjes. Hekserij was een serieus onderwerp. Mensen werden al snel verdacht van hekserij en werden daarna gewoon vermoord. Men was bang voor heksen want ze bezaten boven natuurlijke duistere krachten van de duivel. De heksen moesten dus uit de weg worden geruimd, want het paste niet thuis binnen het geloof. Als iemand werd verdacht van hekserij werd ze door de bange medemens zo snel mogelijk veraden.
Conclusie: Wij hebben nu onderzocht dat er in de middeleeuwen dus wel degelijk hekserij was. Mensen werden al heel snel beschuldigd van hekserij. En de reden is gewoon simpel weg dat de mensen bang waren. Ze wilden alles verklaren wat fout ging. En gaven daarom andere de schuld. Het geloof heeft ook een grote rol gespeeld.
Wij vinden hekserij onzin. Er zijn natuurlijk wel veel mensen vermoord wegens hekserij, maar dat wil nog niet zeggen dat ze ook werkelijk waar aan hekserij deden. Als er echt heksen hadden bestaan dan hadden die mensen zich echt niet laten martelen of laten verbranden. Hekserij is gewoon een soort van bijgeloof en dat hoort niet thuis in Christelijke geloof. Het is verder wel een leuk onderwerp, maar dan wel gewoon als sprookje om kleine kinderen te vermaken.
REACTIES
1 seconde geleden
T.
T.
Heeeeeeeeeeeeej kei kei bedankt, ik von ut een kei fijn werkstuk doei doei, xxjes teunie uit Den bosch
22 jaar geleden
AntwoordenW.
W.
Als je aan heksen denkt, is een heks meestal een lelijke oude vrouw. Ze heeft lang zwart, of grijs haar, ongekamd natuurlijk. Ze is heel mager en ze loopt krom. Haar kin is puntig en er zit een wrat op haar neus, met uitgroeiende haren. Met haar rode ogen kan ze niet goed zien.
Een heks draagt zwarte versleten kleren en ze heeft een punthoed op. Er is altijd een zwarte kat bij de heks in de buurt. Die kat heeft lichtgevende ogen. Anders is het natuurlijk geen heksenkat.
Ook uilen, padden en vleermuizen zijn graag bij haar. Dit vonden de mensen vroeger enge dieren.
Een heks reist nooit op een paard of in een koets. Zij vliegt door de lucht op een bezemsteel.
Als ze thuis is maakt ze toverdranken in een grote ketel, die boven het vuur hangt. In het huis staan planken en kasten vol met allerlei geheimzinnige dingen. Je ziet er tussen de spinnenwebben grote stapels toverboeken. En er staan wel honderden potjes en flesjes, met gebrande drakenstaart, giftige paddestoelen, doodskopkruid en berenklauw.
Een heks heeft ook vaak een oven in huis. Daar braadt ze haar lievelingskostje in: KINDEREN.
Ik heb het hier nu natuurlijk over sprookjesheksen.
Maar aan dit beeld komen we natuurlijk niet zomaar.
Waar komt dit beeld eigelijk vandaan?
Dit beeld van heksen is niet toevallig, maar het heeft een lange geschiedenis.
Heksen zijn niet altijd slecht geweest. Het woord HEKS betekende lang geleden: oude, wijze vrouw. In elke streek woonde wel zo’n oude, wijze vrouw.
Ze wist meer over de natuur dan andere mensen. Vaak woonde een heks in de buurt van een bos. Daar zocht ze naar bessen, kruiden of paddestoelen. Ze wist dat sommige planten zieke mensen konden genezen.
Als mensen ziek waren gingen ze naar de heks toe. Die maakte dan een kruidendrankje of zalfje. Zo hielp ze de mensen.
In die tijd was een heks dus een heel gewone vrouw. Later veranderde dit. Er was veel honger armoede en oorlog. Of er heerste een vreselijke ziekte.
Denk bijvoorbeeld aan de Pest. Een ziekte waar niemand iets aan kon doen.
Mensen wilde iemand de schuld geven van deze narigheid. Ze geloofden dat er een duivel was. En ze dachten dat er mensen waren die de mensen hielpen. Mensen die dingen wisten die gewone mensen niet wisten.
Steeds vaker kregen de oude, wijze vrouwen de schuld en zo kwam de boze heks in de wereld.
Wat er toen gebeurde is droevig. Eerst werden maar een paar vrouwen beschouwd als heks. Maar al snel kon iedereen een heks zijn. Als de buurman ziek was, had iemand hem betoverd. Als de koe te weinig melk gaf, was de buurvrouw misschien wel een heks. Als het wekenlang niet regende, kreeg een oude vrouw uit de buurt, de schuld. Want zij had kort geleden een zwarte kat geaaid.
Zo zie je dus dat de grote, boze heks echt bijgeloof was.
Als men dacht dat iemand heks was, ging je naar een rechter. Om het hem te vertellen. Die liet de vrouw dn ophalen. Hij vroeg haar of ze een heks was. En natuurlijk zei ze dan: nee.
En toen begon de ellende pas echt. De beul kwam erbij. Hij martelde de vrouw. Net zo lang tot ze toegaf dat ze een heks was. En dan werd ze bijvoorbeeld verbrand op een brandstapel.
Want men dacht dat een heks haar boze toverkracht pas verloor als ze verbrandt werd.
Dit speelde zich vooral af in de Middeleeuwen. Wij vinden dit soort verhalen wel interessant.
Dus wij hebben als onderwerp onderzocht: HOE WAS DE HEKSERIJ IN DE MIDDELEEUWEN EN HOE REAGEERDE MEN HIEROP.
We hebben deze hoofdvraag in kleine stukjes onderzocht. We hebben dit verdeeld in 6 deelvragen:
- Wat werd in de Middeleeuwen verstaan onder hekserij?
- Was er echt hekserij in de Middeleeuwen?
- Wanneer werd iemand in de Middeleeuwen als heks beschouwd?
- Accepteerde men heksen?
- Was hekserij strafbaar en wat voor straffen kregen de heksen dan?
- Kwamen er nog mensen voor de heksen op?
Was er hekserij in de middeleeuwen?
Op deze vraag zijn 2 antwoorden te geven. De antwoorden JA en NEE.
Ja:
Want er is bewezen dat er vooral in de middeleeuwen duizenden vrouwen zijn vermoord wegens wat men noemde: hekserij!
Er hebben dus wel degelijk heksenvervolgingen plaats gevonden. Maar de redenen waarom heksen vervolgd werden, was dat mensen gewoon graag zekerheid wilden. En daarom maar gewoon iemand wilde beschuldigen van de nare dingen die er gebeurden.
Nee:
Want hekserij was gewoon een soort van bijgeloof.
Het slaat gewoon helemaal nergens op. Er zijn helemaal geen bewijzen dat er ECHT heksen hebben bestaan. Dat is gewoon onmogelijk. Dat weet iedereen heksen zijn gewoon sprookjes figuren.
Wanneer werd iemand als heks beschouwd?
Het antwoord op deze vraag is eigelijk erg kort en simpel.
Ter verduidelijking:
Dit is helemaal aan het begin of zelfs nog, voor de Middeleeuwen.
In de inleiding is verteld dat heksen vroeger bekend stonden als goede, wijze vrouwen.
Maar later gebeurde er dingen die mensen niet konden verklaren.
Er stierven bijv, plotseling een aantal mensen in het dorp of er was een paar keer een slechte oogst. Omdat men dit niet kon verklaren, ging men zoeken naar verdachten.
Deze verdachten waren snel gevonden. Dit waren de heksen. Zij hadden immers zoveel verstand van kruiden en enge ziektes. Ook waren veel heksen in die tijd vroedvrouw en hadden ze dus contact met pasgeboren kinderen.
Zo gaf men dus een heks de schuld van de dood van een aantal dorpelingen. En ja…. Dat van die oogst?… Dat zal ze dan ook wel gedaan hebben. Hoe, dat wist men niet, maar ja, wie had het anders gedaan?
Zo is de heksenvervolging dus begonnen.
Als je de heks al van 2 dingen kon beschuldigen, gaat het natuurlijk steeds makkelijker.
Steeds als er iets gebeurde, was de dader snel gevonden. Men kon bijna altijd wel iets vinden om een ander van hekserij te beschuldigen.
Een aantal jaren later ging het al helemaal niet meer om de oorspronkelijke heks. Steeds meer mensen werden beschuldigd.
De informatie die Rianne en ik net hebben verteld, gaat dus allemaal over dingen die later verzonnen zijn. En die de bevolking toen geloofde.
De heks werd beschuldigd voor haar eigen wijsheid en voor dingen die ze niet gedaan kan hebben.
Accepteerde men heksen?
Om alles goed te begrijpen, moet je eerst duidelijk zijn dat - zo'n 500 jaar geleden - rond 1500, iedereen in West-Europa christelijk moest zijn. De paus was de baas van alle christenen. Alles wat hij zei over het geloof was als een wet die iedereen moest gehoorzamen. Als je dat niet deed werd je 'ketter' genoemd. En dat was echt heel erg. Je mocht dan niet meer met andere mensen omgaan. Je stond niet alleen buiten de kerk, maar ook buiten de maatschappij. Als ketter kon je zomaar gevangen genomen worden. Als je niet toegaf dat je verkeerd had gedaan, werd je levend verbrand.
In de loop van de eeuwen veranderde de kerk een aantal keren van gedachte: in de achtste eeuw stelde de kerk dat iedereen in het bestaan van heksen geloofde een ketter was.
In de vijftiende eeuw gold precies het tegenovergestelde: iedereen die niet in heksen geloofde was een ketter. Bovendien was ook elke heks automatisch een ketter.
Maar voor het jaar 1500 bestond er een verschil tussen 'ketters' en 'heksen'. Ketters waren mensen die, volgens de kerk, op een verkeerde manier in God geloofden. Heksen waren mensen die ervan beschuldigd werden kwaad te doen in opdracht van de duivel. Veel mensen dachten dat de heksen dan ook 'gelovigen' waren van een ander soort godsdienst.
Volgens de mensen die op de heksen gingen jagen was die andere godsdienst bedoeld om de duivel te aanbidden. De duivel was (zo zei men) verantwoordelijk voor alle ellende en al het kwaad in de wereld. Als de mensen iets verkeerd deden werden ze door God gestraft. De straf was dat God de duivel zijn gang liet gaan. Als de gelovige mensen iets goeds wilden doen, dan moesten ze beginnen alle aanhangers van de duivel weg te jagen of te doden.
Dus ook de heksen. Men accepteerde heksen dus totaal niet.
Was hekserij strafbaar en wat voor straffen kregen ze dan?
In veel geschiedenisboeken staat dat de 15e en 16e eeuw, de eeuwen van 'vooruitgang' waren. Er werden veel nieuwe ontdekkingen gedaan en de wetenschap ging snel vooruit. Maar het waren ook de eeuwen met de grootste heksenvervolgingen.
Om alles goed te begrijpen, moet eerst duidelijk zijn dat - zo'n 500 jaar geleden - rond 1500, iedereen in West-Europa christelijk moest zijn. De paus was de baas van alle christenen. Alles wat hij zei over het geloof was als een wet, waaraan iedereen moest gehoorzamen. Als je dat niet deed werd je 'ketter' genoemd.
Je mocht dan niet meer met andere mensen omgaan. Je stond dan niet alleen buiten de kerk, maar ook buiten de maatschappij. Als ketter kon je zomaar gevangen worden genomen. Als je niet toegaf dat je verkeerd had gedaan, kon je verschillende straffen krijgen.
In de loop van de eeuwen veranderde de kerk een aantal keer van gedachte:
1. In de 8e eeuw stelde de kerk:
dat iedereen, die in het bestaan van heksen geloofde, een ketter was.
2. In de 15e eeuw gold precies het tegenovergestelde:
iedereen die niet in heksen geloofde was een ketter.
Bovendien was ook elke heks automatisch een ketter.
In 1468 verklaarde de katholieke kerk dat hekserij een 'buitengewone misdaad' was. Daardoor konden tijdens een rechtszaak alle regels die normaal golden opzij worden gezet.
Dat betekende bijvoorbeeld dat alleen het bewijs dat iemand schuldig maakte, kon worden toegelaten. Pijnigen of martelen om bekentenissen af te dwingen was niet alleen toegestaan, maar het werd zelfs aangemoedigd.
Hekserij was dus zeker wel strafbaar en het werd totaal niet toegestaan.
Als een heks werd aangegeven bij een rechter, gaf ze meestal niet toe dat ze een heks was. Er waren dan verschillende manieren om te bewijzen dat dit wel zo was:
1. De beul
2. De waag
3. Water
Deze 3 dingen wil ik nu om de beurt gaan uitleggen:
De beul:
De beul was een man die lijfstraffen uitvoerde. Hij martelde de heks net zolang tot deze toegaf dat ze een heks was.
De waag:
Een andere manier die was bedacht was wegen. Dit wegen gebeurde op een zogenaamde waag. In Nederland is nu ook nog zo’n waag. Namelijk in Oudewater. Deze Waag is uit 1482.
( zie blad)
Op het gedeelte waar je op het plaatje een vrouw ziet staan, stond vroeger de heks. Zij stond daar in haar hemd.
Daar waar je de man ziet staan, lag een gewicht van 50 kilo. Als de heks lichter was dan 50 kilo, was ze schuldig. Als ze zwaarder woog dan 50 kilo was ze geen heks.
Voor F 6,50 kreeg je dan een brief waarin stond dat je geen heks was. Deze brief hete officieel:
Het Certificaat van Weginge.
Mensen uit heel Europa kwamen naar de waag in Oudewater voor dit certificaat.
De waagmeesters waren vaak niet eerlijk. In ruil voor een paar gouden munten, zeiden zij dat de verdachte heks schuldig was.
Dit gebeurde ook bij een heksenproces in 1545 in Polsbroek . Karel V was daarbij aanwezig. Hij kon niet geloven dat de beschuldigde vrouw lichter dan 50 kilo was. In Oudewater liet hij haar door een niet-corrupte waagmeester nogmaals wegen. Ze bleek precies 50 kilo te wegen en werd vrijgesproken.
Kwamen er nog mensen voor de heksen op?
Heksenvervolgers van latere tijden geloofden niet alles wat er in dat verschrikkelijke boek stond. Maar wel hielden ze vast aan het idee dat in de eerste plaats vrouwen schuldig waren. En allemaal volgden ze de gruwelijke voorschriften op, die in de 'Heksenhamer' stonden. In de praktijk betekende het dat alleen al een beschuldiging van hekserij betekende dat iemand op de brandstapel zou komen.
Maar was er dan helemaal geen tegenstand tegen het vervolgen van allerlei weerloze en onschuldige mensen? Natuurlijk wel! Maar in het begin waren de vervolgers zo machtig dat ze iedereen die tegen de heksenvervolging was ook verdacht maakten. Als iemand bijvoorbeeld tijdens een rechtszaak beweerde dat de beschuldigde onschuldig was, dan liep die persoon zelf ook de kans om als heks op de brandstapel te eindigen.
Toch nam het aantal tegenstanders toe. Men vroeg zich af of de heksen werkelijk zo gevaarlijk waren. Als ze zoveel macht van de duivel hadden gekregen, waarom waren ze dan niet rijk en machtig? De gevangen genomen heksen waren bijna altijd arm. Waar mensen bang voor waren, was dat de heksen zouden kunnen toveren. Maar, zo zeiden de tegenstanders van de vervolgingen, daar zie je in de praktijk dan niets van. Het kwam toch nooit voor dat heksen op een magische manier uit de gevangenis ontsnapten?
Een belangrijk tegenstander was Johannes Wier (1515 - 1588). Hij was geboren in Grave (Noord-Brabant) als zoon van een handelaar. Hij studeerde medicijnen in Frankrijk en kwam als dokter in aanraking met mensen die 'gek' waren. Hij ontdekte dat veel mensen die van hekserij beschuldigd werden geestelijk in de war waren. In zijn verdediging van heksen stelt hij dat het ging om vrouwen die door de duivel in de war werden gebracht. Het grote verschil met de heksenjagers was dus dat hij heksen niet schuldig vond aan 'hekserij', maar dat hij zei dat ze niet verantwoordelijk waren voor hun daden.
De heksenvervolgers ontkenden datgene wat Wier zei. Ze beschuldigden hem ervan dat hij zich door de duivel had laten verleiden om dit op te schrijven.
Toch nam in de loop van de jaren erna de tegenstand tegen de vervolgingen langzaam maar zeker toe. Nederland was het eerste land waar de vervolgingen ophielden.
Later, in de zeventiende eeuw, begonnen mensen steeds minder te geloven in zaken als magie. Daarvoor in de plaats kwamen wetenschappelijke verklaringen. Heksen konden niet vliegen, maar smeerden zich in met een soort zalf, waardoor ze droomden dat ze konden vliegen.
Als je naar het verloop van de vervolgingen kijkt, dan zie je dat de grootste vervolgingen plaatsvonden tussen 1600 en 1650. Daarna werden ze steeds minder. Na 1700 werd er bijna geen heks meer verbrand. Hoe kwam dat?
Hiervoor heb ik drie verklaringen gevonden:
1. De vervolgingen werden vaak georganiseerd in streken waar de bevolking in opstand dreigde te komen tegen een koning of vorst. Als die eenmaal weer echt de baas was, hielden de vervolgingen op.
2. Door de ontwikkelingen in de wetenschap werden de mensen minder bijgelovig. Het geloof in heksen als aanhangers van de duivel werd minder.
3. De godsdienstoorlogen waren afgelopen. Elk land had nu zijn eigen godsdienst. Daar veranderde weinig meer aan.
Er zijn allerlei schattingen gemaakt over het aantal mensen dat door de heksenvervolgingen zin omgekomen. De aantallen lopen uiteen van 'tienduizenden' tot aan 'twee miljoen'.
Er zijn rechters en vervolgers geweest die trots waren op hun werk. Zij hielden precies bij hoeveel heksen zij persoonlijk tot de dood hadden veroordeeld. Dat had te maken met de gedachte dat God hun daar dankbaar voor zou zijn.
Hoofdvraag:
De hekserij in de middeleeuwen was anders dan nu wordt beschreven in sprookjes. Hekserij was een serieus onderwerp. Mensen werden al snel verdacht van hekserij en werden daarna gewoon vermoord. Men was bang voor heksen want ze bezaten boven natuurlijke duistere krachten van de duivel. De heksen moesten dus uit de weg worden geruimd, want het paste niet thuis binnen het geloof. Als iemand werd verdacht van hekserij werd ze door de bange medemens zo snel mogelijk veraden.
Conclusie:
Wij hebben nu onderzocht dat er in de middeleeuwen dus wel degelijk hekserij was.
Mensen werden al heel snel beschuldigd van hekserij. En de reden is gewoon simpel weg dat de mensen bang waren. Ze wilden alles verklaren wat fout ging. En gaven daarom andere de schuld.
Het geloof heeft ook een grote rol gespeeld.
Wij vinden hekserij onzin. Er zijn natuurlijk wel veel mensen vermoord wegens hekserij, maar dat wil nog niet zeggen dat ze ook werkelijk waar aan hekserij deden. Als er echt heksen hadden bestaan dan hadden die mensen zich echt niet laten martelen of laten verbranden.
Hekserij is gewoon een soort van bijgeloof en dat hoort niet thuis in Christelijke geloof.
Het is verder wel een leuk onderwerp, maar dan wel gewoon als sprookje om kleine kinderen te vermaken.
22 jaar geleden
AntwoordenI.
I.
leuk verslag he
20 jaar geleden
AntwoordenH.
H.
goed werkstuk hoor!!
(alleen let wel op je spelling!)
11 jaar geleden
AntwoordenI.
I.
top!!
11 jaar geleden
AntwoordenM.
M.
leuk werkstuk en ook leuk gedaan
10 jaar geleden
AntwoordenM.
M.
super werkstuk! heb er veel info voor mijn werkstuk uit kunnen halen!
9 jaar geleden
AntwoordenH.
H.
jij bent stom
6 jaar geleden
I.
I.
ok het is een leukonderwerp
6 jaar geleden
AntwoordenH.
H.
stom
6 jaar geleden
Antwoorden