Economie en voetbal

Beoordeling 7.2
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 5e klas vwo | 3495 woorden
  • 17 juni 2008
  • 318 keer beoordeeld
Cijfer 7.2
318 keer beoordeeld

Economie en voetbal

Inkomsten Premier League
De engelse Premier League is al jaren de sterkste competitie van de wereld. Jaarlijks worden miljoenen euro’s in de clubs gepompt om grote spelers aan te trekken. Maar waar komt al dit geld vandaan. Het meeste komt van miljonairs die een voetbalclub kopen.

Er zijn verschillende redenen waarom iemand een voetbalclub zou kopen. Ten eerste heb je de investeerders die snel geld willen maken met het kopen van een voetbalclub. Ze kopen een club die in een dal zit en investeren enkele tientallen miljoenen ponden. Als dit op een goede manier gebeurt leeft de club op. De interesse van het publiek groeit, wat ook geld oplevert. De club stijgt op de ranglijst door het geïnvesteerde kapitaal, waarmee vaak een gerenommeerde trainer wordt aangetrokken die de spelersgroep versterkt met enkele gerichte aankopen. Een aantal jaren later verkoopt de investeerder de club, wat vaak een mooi rendement oplevert.

Een ander goed voorbeeld is de Russische zakenman of de Oliesjeik uit Dubai die een club koopt als speeltje. Deze zakenmannen verdienen hun geld vrijwel altijd in de oliebranche. Zij vinden het gewoonweg leuk om een voetbalclub te bezitten en zien het als een statussymbool. Ze brengen het benodigde kapitaal in, zodat er een trainer met een mooie reputatie kan worden aangetrokken, die weer vakkundig kan investeren in de spelersgroep. Dit leidt dikwijls tot goede resultaten van de ploeg. De vraag is in dit scenario ‘hoe lang vindt de eigenaar de club nog leuk en interessant genoeg om er veel geld aan te besteden?’.

De gevolgen voor de fans en liefhebbers zijn duidelijk merkbaar. Omdat de nieuwe eigenaar winst wil maken met zijn nieuwe eigendom, wordt er vaak een nieuw stadion gebouwd. Dit stadion draagt vaak de naam van een bedrijf dat er geld voor betaalt om naamgever te mogen zijn van het nieuwe onderkomen van de desbetreffende club. Zo willen de nieuwe eigenaren van Liverpool FC (George Gillet en Tom Hicks ) een nieuw stadion gaan bouwen die de naam van een bedrijf zal gaan dragen. De machtige club uit de Engelse havenstad staat echter bekend om zijn prachtige stadion Anfield Road. Dit gaat dus ten koste van de charme van het voetbal, geld gaat immers boven alles voor de eigenaren van de club. Zal het ‘You’ll Never Walk Alone’ dan nooit meer door het Anfield Road klinken?
Anfield Road, thuisstadion van Liverpool

Een ander goed voorbeeld is een andere grote, Engelse, voetbalclub, namelijk Manchester United. De huidige eigenaar Malcolm Glazer, een Amerikaan, verhoogde de toegangsprijzen vlak na zijn aantreden met ruim tien procent. Dit soort zaken maken het voetbalwereldje een stuk commerciëler dan gedacht, het gaat ten koste van de romantiek en charme van het voetbal. En dat is juist één van de grote krachten van het voetbal.

Het belangrijkste voorbeeld is echter de Londense reus Chelsea FC. Deze club werd begin 2003 overgenomen door de, inmiddels bekende, Russische multimiljardair Roman Abramóvich. Deze zakenman verdiende zijn geld in de tijd dat de Sovjet Unie overging in het huidige, kapitalistische, Rusland. Hij kocht staatsbedrijven op tegen (té) lage bedragen en maakte hier veel winst mee. Chelsea ziet hij als een leuke, maar dure hobby. Hij kocht de club in 2003 voor 210 miljoen euro en heeft sindsdien ruim 500 miljoen euro in de club gepompt. Dit geld werd gebruikt voor het aantrekken van een inmiddels weer onslagen coach met een grote staat van dienst (José Mourinho) en een tal van dure spelers als die Roemeen Shevshenko en Duitser Ballack. Het doel van Abramóvich is het winnen van het meest prestigieuze Europese bekertoernooi, namelijk de Champions League. Dit is hem tot op heden nog niet gelukt, wat velen prachtig vinden. Er is een kans dat Chelsea de beker dit jaar wel wint, ze staan namelijk in de finale van de Champions League. Tevens zijn ze nog steeds in de strijd voor de landstitel. Duitser Ballack kwam voor ruim 20 miljoen pond naar Chelsea

Inkomsten van de Eredivisie
De financiële problemen in het betaald voetbal vloeien voort uit de tomeloze ambities van bestuurders om met hun club hogerop te komen. Op hun weg naar eeuwige roem zijn clubbestuurders bereid de hoofdprijs te betalen in de vorm van transfersommen en salarissen. Bijna de complete Nederlandse voetbalsector ondervindt nu de gevolgen. Subtoppers als FC Twente, NAC en Vitesse moesten uiteindelijk bij de gemeente langs om de gaten in de begroting voor volgend jaar te dichten. FC Utrecht werd er zelfs van beticht de voetbalbond te hebben misleid met valse cijfers. Veel clubs uit de Jupiler League staan er nog treuriger voor. Het mag zelfs een wonder heten dat clubs als MVV en FC Eindhoven volgend jaar nog betaald voetbal spelen.

De financiële problemen zijn opmerkelijk, omdat de bezoekersaantallen in het afgelopen seizoen wederom zijn gestegen en ook de inkomsten uit de tv-rechten redelijk stabiel bleven. Vooral door het opdrogen van de inkomsten uit verkoop van spelers en teruglopende sponsorinkomsten werd pijnlijk duidelijk dat voetbalbestuurders jaren boven hun stand hebben geleefd.

Overheid subsidieert topsalarissen
Bij de discussie rond topinkomens in het bedrijfsleven wordt regelmatig verwezen naar de voetballers. De gemiddelde eredivisie- voetballer verdient 300.000 euro, aanzienlijk meer dan de gemiddelde topmanager, die toch al weinig te klagen heeft. Ajax-aanvaler Klaas-Jan Huntelaar zou de best betaalde speler in Nederland zijn met een salaris van ongeveer vier miljoen euro. Voor clubs zijn spelerssalarissen veruit de grootste kostenpost, veelal circa zestig tot zeventig procent van de inkomsten. Bovendien hebben voetballers ook nog een unieke pensioenregeling met uitstekende mogelijkheden om de belastingdruk op de salarissen te verminderen.

Gezien de directe relatie tussen overheidssteun en de hoogte van de voetbalsalarissen zal er door de politiek een keuze gemaakt moeten worden of overheidssteun aan voetballers überhaupt wenselijk is. Hoe financieel gezond ben je als voetbalsector als je de afgelopen tien jaar meer dan driehonderd miljoen euro aan verschillende vormen van overheidssubsidie gekregen hebt? Overheidssubsidie aan voetbalclubs is nauwelijks nog uit te leggen in tijden waarin bezuinigd moet worden op bijvoorbeeld gehandicaptenvoorzieningen en kinderopvang. En doordat de overheid zich via de NOS mengt in de uitzendrechten, subsidieert zij de voetballers indirect nog eens.

Toch lukte het voetbalclubs ook dit jaar weer om de nodige miljoenen los te weken bij de eigen gemeente. Het blad Binnenlands Bestuur telde de overheidssteun van het afgelopen seizoen op en kwam tot het schokkende totaal van 216 miljoen euro. De top-3 geliefste clubs: Ajax, PSV en Feyenoord, hebben het afgelopen jaar niet aangeklopt bij de gemeente. In de afgelopen tien jaar heeft alleen PSV geen financiële steun van haar gemeente ontvangen. PSV is vooral dankzij het eigen Philipsstadion veruit de gezondste club van Nederland.

Haastig zoeken naar shirtsponsor
De voetbalclubs kijken weer met goede moed en een licentie op zak naar het komende voetbalseizoen. Toch hangen er nog donkere wolken boven de voetbalbranche. Sponsors staan niet meer in de rij om op het shirt van de lokale favoriet te staan. Bedrijven waar medewerkers worden ontslagen en loonmatiging aan de orde van de dag is, kunnen bezwaarlijk veel geld in de hobby van de bestuursvoorzitter steken. In Nederland is Fortis hoofdsponsor van Feyenoord, FC Utrecht en Excelsior. Fortis heeft echter aangekondigd, gezien het banenverlies bij dochter ASR, de shirtsponsoring verder af bouwen. Bij Vitesse was de nood nog hoger. Afgelopen seizoen werd er al met wisselende shirtsponsors gespeeld en een nieuwe hoofdsponsor is nog niet gevonden. Om de licentie voor komend seizoen te redden moest een anonieme geldschieter garant staan voor het gat van twee miljoen euro. Door het financiële wanbeleid en de sombere economische vooruitzichten zullen nieuwe sponsors huiverig zijn om geld in het voetbal te investeren.

Televisierechten onder druk
Het eredivisie voetbal keert terug naar de publieke landelijke omroep. Dit heeft de Eredivisie CV bekend gemaakt. De liverechten behouden de clubs zelf ter exploitatie van een eigen voetbalaanbod onder een nog nader bekend te maken merknaam. De NOS betaalt circa 21 miljoen euro per jaar voor de voetbalrechten voor radio en televisie inclusief de produktierechten; alleen de tv-rechten zouden 16 miljoen euro per jaar bedragen. Drie jaar geleden verkeeg Talpa TV BV de tv-rechten voor 35 miljoen per seizoen. De bedoeling is de wedstrijden terug te brengen op Nederland 1 waarbij de uitzendingen op zondagavond om 19 uur weer te zien zullen zijn bij Studio Sport in een uitzending van 60 minuten. De NOS zal de uitzendingen met vooral bestaande presentatoren brengen. Voorafgaand daaraan zal om 18 uur met overig voetbal en sport komen. Voor de uitzendrechten van live voetbal om 18 uur op zondagavond hebben zich geen gegadigden gemeld, waardoor deze komt te vervallen (is nu vrijdagavond). Op vrijdagavond en zaterdagavond zullen de samenvattingen van de wedstrijden om respectievelijk 22:30 en 22:45 uur worden uitgezonden. Analyses blijven in Studio Voetbal, zondagavond laat. De rechten zijn voor vijf jaar verkocht. De komst van het voetbal bij de landelijke publieke omroep betekent dat er geen programma-onderbrekende reclame meer bij de uitzendingen zijn. Thans zendt RTL Nederland het voetbal nog uit.

Transfermarkt opgedroogd
Vroeger konden clubs hun verliezen nog maskeren door verkoop van spelers aan de top-drie of aan buitenlandse clubs. Nu de transfermarkt nagenoeg is opgedroogd blijven clubs zitten met hoge salariskosten en forse verliezen. Bijna alle clubs hebben een te grote selectie, waardoor er alleen nog maar voor de echte topspelers een transfersom betaald wordt. Daarnaast hebben veel spelers met een contract geen reden om van club te wisselen, aangezien weinig clubs bereid zijn om de hoge salariskosten over te nemen. In dat opzicht is het bemoedigend dat Ajax in deze markt een forse overnamesom voor zijn verdediger Heitinga heeft weten te bedingen.

Toch heeft – om met Cruijff te spreken – elk nadeel zijn voordeel. Door de kwakkelende transfermarkt blijken de clubs wel in staat om hun topspelers te behouden. Sportief is dit een enorm voordeel omdat trainers zo in staat zijn lange tijd met één selectie te werken. Tot voor kort was dit alleen weggelegd voor de absolute Europese top.

Plezier of belegging
Veel clubs uit Engeland hebben de stap naar de beurs gemaakt. Ook landen als Schotland, Denemarken, Italië, Portugal, en Duitsland hebben beursgenoteerde voetbalclubs. Spanje en Frankrijk zijn opvallende afwezigen. Voor wie graag in Nederlandse voetbalclubs wil beleggen is er weinig keus. Alleen Ajax maakte in 1998 de stap naar de beurs, terwijl ook clubs als AZ en ADO Den Haag dergelijke intenties hadden. De opgehaalde 53 miljoen euro heeft Ajax niet de aansluiting met de Europese top gebracht, terwijl het geld ook niet een structurele inkomstenbron wist aan te boren.

Manchester United blijft onbedreigd de grootste beursgenoteerde voetbalclub. De club van Christiano Ronaldo ziet al jaren haar omzet groeien. Ook in de eerste helft van het boekjaar 2006/2007 realiseerde Manchester United wederom een hogere omzet. De winst daalde wel door hogere afschrijvingen op spelers, maar Manchester United is een van de weinige clubs die jaarlijks winstgevend voetbal kunnen exploiteren. De enige club die qua inkomsten met Manchester United kan wedijveren is het Spaanse Real Madrid. De club met de vedettes Raul, Van Nistelrooy, Robben en Sneijder. Real Madrid is momenteel hét voorbeeld in de markt voor het uitbaten van de imago’s van spelers. De transfers van Sneijder en Robben financieren voor een belangrijk gedeelte zichzelf door de enorme verkoop van voetbalshirts. De ‘Koninklijke’ uit Spanje is echter (nog) niet beursgenoteerd.

Het blijft niet bij de verkoop van shirtjes en sjaaltjes. Chelsea bijvoorbeeld heeft diverse nevenactiviteiten, waaronder een reisbureau en een hotelcomplex. Deze nevenactiviteiten zijn met bijna vijftig miljoen euro verantwoordelijk voor circa dertig procent van de gehele omzet. De bijdrage aan het resultaat was echter nihil.

Ook het Deense Parken haalt een groot gedeelte van haar omzet uit niet-voetbalactiviteiten. Vlak na de beursgang van FC Kopenhagen in 1997 werd het Parken-stadion gekocht. Het stadion werd daarmee een centraal onderdeel van de nieuwe strategie. Na zes jaar heeft het bedrijf inkomsten uit congressen, concerten en voetbal. Vorig jaar werd nog een handbalclub aan het concern toegevoegd.

De internationale handel in talent
Een centrale sector is de recrutering van arbeiderskrachten. Talentvolle spelers zijn schaars en zeer duur. De clubs proberen op allerlei manieren de hoogst gekwalificeerde \"arbeiders\" te recruteren uit een zo groot mogelijke pool [voor een zo laag mogelijke prijs. Beperkingen op bijvoorbeeld het aantal buitenlandse spelers gaan in tegen het ondernemersbelang. Het is ook schadelijk voor de zaken indien de concurrenten uit Spanje, Italië of het Verenigd Koninkrijk zich niet aan dezelfde regels houden. Daarom werd de \"arbeidsmarkt\" voor het Europese voetbal in de jaren \'90 gedereguleerd. Sindsdien reist een groot aantal scouts en spelerbemiddelaars naar Afrika en Latijns Amerika om nieuwe Pele\'s en Yeboah\'s te contracteren.

Tegelijkertijd werd er een sterke infrastructuur in deze regio\'s opgezet, vaak buiten de bestaande voetbalclubs om, om nieuwe spelers te produceren voor de Europese voetbal-economie (en ook voor die in het Midden Oosten). Het gaat om de zogenaamde voetbalacademies, waarvan allen Mali er bijvoorbeeld zo\'n twintig telt. Indien een of twee diplomagerechtigden op de wereldmarkt kunnen worden verkocht, betekent dat voor de eigenaars een hoge omzet bij een lage investering. De meest vermaarde voetbalacademies zijn opgezet in samenwerking met Europese clubs en worden over het algemeen ook door hen gefinancierd. Feyenoord leidt bijvoorbeeld de \'Feyenoord Fetteh Football Academy\' in Ghana zodat de club direct toegang heeft tot Afrikaanse talenten.

Uit Afrika zijn vele jonge spelers afkomstig, maar slechts een paar van hen bereiken de positie van goedbetaalde professionele voetbalspeler. Het overgrote deel eindigt als \"gedegradeerde\" migrantenarbeider in de economische centra van Europa en Azië. Recentelijk maakte de Italiaanse media bekend dat duizenden jonge Afrikanen die het land zijn ingebracht als voetbalspeler nu illegale slecht betaalde arbeiders zijn. België is ook een centrum voor handel in mensen. De Belgische parlementariër De Decker schat dat er elk jaar zo\'n 250 tot 500 Afrikanen aankomen op het Brusselse vliegveld. Hen wordt een carriëre als voetbalspeler in Europa beloofd.

Achter de individuele succesverhalen van enkele voetbalspelers uit Latijns Amerika, Afrika of Oost Europa die veel geld verdienen, gaat schuil dat de grootste winst van de spelershandel naar de managers en clubs in Centraal- en West-Europa gaat. Zij hebben toegang tot een grote pool van uitstekende spelers die in het eerste jaar van hun professionele voetbalcarriëre substantieel minder verdienen dan vergelijkbare spelers uit Europa zelf. Ook de eigenaars van de transferrechten verdienen veel aan het doorverkopen van goede spelers. Een andere groep die flink wat geld opstrijkt door de migratie van voetbalspelers zijn de spelers-makelaars. Ze eisen tot wel 50 procent van het salaris van hun cliënten en een deel van het transfergeld op als compensatie voor hun diensten. De meeste van deze makelaars zijn officieel gelicencieerd door de FIFA en zijn Europeaan.

Vergelijkbaar met andere onderdelen van de wereldeconomie, wordt goedkoop, ruwmateriaal uit het Zuiden naar de grote steden in het Noorden gebracht door Europese tussenpersonen en wordt daar winstgevend \"gemaakt.\" Zo\'n patroon is ook te zien bij een andere aanvoerkanaal dat direkt verbonden is aan voetbal. Het overgrote deel van de sportuitrusting - van schoenen en tenues tot uniforme ballen - maar ook de fan-artikelen die door de clubs worden verkocht, wordt geproduceerd in fabrieken in Azië die produceren voor de wereldmarkt.

Wereldwijde marketing
We zien een web dat in elkaar is gezet door de Europese voetbalbusiness waarbij alle regio\'s op verschillende wijzen met elkaar verbonden zijn. Latijns Amerika en Afrika dienen als arbeidsbron, Zuidazië als productiezone, en Noordamerika en Japan als nieuwe consumptiemarkt. Mensen uit Oost- en Zuidazië dienen zowel als producent van handelswaar en als consumenten van voetbal. De grote clubs als Manchester United, Real Madrid en FC Barcelona verkrijgen een deel van hun inkomen door de verkoop van merchandising (vooral shirts in de clubkleuren) en tv-rechten. Om de Noordamerikaanse markt en dan met name de daar woonachtige latinos te bereiken, ging FC Barcelona een strategisch partnerschap aan met de National Football League. Door de populariteit van David Beckham in Azië, kon Real Madrid op zijn beurt de verkoop van zijn merchandise vergroten. In het volgende seizoen zal hetTaiwanese bedrijf BenQ de club uit Madrid sponsoren. De marketing-manager van Real Madrid glundert daarover: \"De nauwe band van BenQ mobile met de Aziatische markt zal onze activiteiten in die regio ontwikkelen en versterken.\" Een niet eens zo heel bekende club, HSV uit Hamburg, zoekt ook een bruggehoofd in Oostazië. Het heeft de speler Takahara uit het nationale elftal van Japan aangetrokken. Sport-directeur van HSV, dhr. Beiersdorf, zei: \"Dit zal eindelijk de markt van Japan en Zuidkorea openen, waar ze sinds daar de wereldkampioenschappen voetbal gehouden werden helemaal gek van het spel zijn.\" De sponsorcontracten met de Japanse onderneming voor electronica Casio en een Japanse versie van de HSV-webpagina passen mooi in dit plaatje. En er zijn talloze vergelijkbare voorbeelden.

Marktleiders in de voetbalbusiness laten in toenemende mate de nationale grenzen achter zich. Het gevaar is dat veel van de geestdrift dat de stadiums nu nog vult, verloren dreigt te gaan. Nationale trots wordt contraproductief wanneer belangrijke consumptiemarkten in het buitenland opgezet worden. Racisme wordt gezien als probleem zodra de toegang tot arbeidskrachten en potentiële consumenten wordt verhinderd. Het winstmotief leidt tot een cosmopolitische houding binnen leidende clubs en tot toenemende transnationale activiteit. Daarom kunnen we met recht spreken van een tweede globaliseringsgolf van voetbal. En voor degenen die desondanks blijven verlangen naar het nationale Wij-gevoel is er altijd nog terugvallen op die oude draak met vlag, volkslied en landstrainer.

Wat heeft de Nederlandse top-3 overgehouden aan het seizoen 2007/2008
PSV
In financieel opzicht beleeft PSV een prima seizoen. De inkomsten uit het Europese avontuur kruipen langzaam maar zeker naar de 40 miljoen euro. De Champions League leverde de landskampioen al zo\'n dertig miljoen op. De UEFA Cup-duels met Helsingborg en Tottenham Hotspur brachten 3,5 miljoen extra in het laatje. De inkomsten uit de UEFA Cup staan in geen verhouding tot die uit de Champions League maar heel langzaam breekt voor PSV de fase aan waarin het in Europa weer goed geld begint te verdienen. De bonus voor het bereiken van de kwartfinale bedroeg drie ton. Bovendien krijgen de Eindhovenaren ook nog eens een fors bedrag uit de televisiepot die de Europese voetbalbond ook voor de eindfase van de UEFA Cup hanteert. ,,Hoe hoog dat bedrag wordt, is nog niet helemaal duidelijk,\'\' zegt Marcel van den Bunder, commercieel-directeur van PSV. ,,Maar het is aantrekkelijk om door te bekeren. Hoe langer je in het toernooi zit, hoe hoger de uitkering uit de tv-pot.\'\'
PSV kan dat geld op korte termijn goed gebruiken. Door het kampioenschap van PSV is de club een hoop centjes kwijt aan de kampioenspremie voor de spelers en technische staf. Dat bedrag wordt geschat op zo\'n 2,5 miljoen euro

Ajax
Aegon wordt de op één na grootste sportsponsor in Nederland nu het met Ajax samen gaat werken. Aegon zou Ajax jaarlijks tussen de tien en twaalf miljoen euro willen betalen, met een looptijd van zeven jaar.
Het concern ABN Amro wordt overgenomen door een consortium van drie banken, waaronder de Nederlands-Belgische concurrent Fortis. Deze is op dit moment nadrukkelijk verbonden aan Ajax’ rivaal Feyenoord. Met de keuze van Ajax voor Aegon hoeft Fortis straks geen keuze te maken voor een van de twee clubs. De nieuwe verbintenis met Aegon levert Ajax een bedrag op tussen de 75 en 100 miljoen euro, waarmee de club zich qua ‘merkwaarde’ in de top-10 van Europa nestelt. Dat is niet te rijmen met de recente internationale prestaties van Ajax. De club werd twee keer op een rij uitgeschakeld in de voorronde van de Champions League.

Tevens is Ajax en Adidas gelukt tot een nieuwe overeenstemming te bereiken over een verbeterd sponsorcontract, dat de Amsterdamse club in 10 jaar minimaal 70 miljoen euro op gaat leveren. De nieuwe verbintenis is vanaf 1 juli 2009 van kracht. Dat is ook de einddatum van het huidige contract met de kledingsponsor. De overeenkomst van 70 miljoen euro in tien jaar is opgebouwd uit verschillende elementen, zoals een vast jaarbedrag en een bijdrage ter ondersteuning van de internationaleactiviteiten van Ajax. Adidas betaalt de Amsterdamse club nog meer geld wanneer er aansprekende resultaten worden geboekt.

Ajax en kledingsponsor Adidas zijn sinds het seizoen 2001-2002 aan elkaar verbonden. De huidige nummer twee van de eredivisie ontving de afgelopen jaren zo’n 5 miljoen euro per seizoen van het sportmerk.

Feyenoord
Feyenoord worstelde de laatste jaren met een rentedragende schuld van 14,5 miljoen euro en had geen cent in kas. De opzet van een Talent Pools verschafte Feyenoord afgelopen zomer wat investeringsruimte, om nieuw leven te blazen in de failliete spelersgroep. Deelnemers aan de ‘Feyenoord Talent Pool’ beleggen minimaal 250.000 euro in het fonds. Zij verwerven daarmee 25 procent van de transferrechten van de zeven geselecteerde talenten uit de selectie, goed voor een waarde van zes miljoen euro. Als de betreffende spelers vertrekken stroomt 25 procent van de netto-opbrengst naar de beleggers. De overige 75 procent komt ten bate van de club.

De zeven spelers in de ‘Feyenoord Talent Pool’ zijn bekend. Jonathan de Guzman, Royston Drenthe, Tim Vincken, Diego Biseswar, Erwin Mulder, Luigi Bruins en Georginio Wijnaldum zijn ondergebracht in dit nieuwe investeringsmodel. De oprichting van de ‘Feyenoord Talent Pool’ moet Feyenoord zes miljoen euro opleveren. Dit bedrag, en de uitgave van certificaten van aandelen, moet de club op korte termijn financiële daadkracht verschaffen op de transfermarkt en zo een kwaliteitsinjectie van de selectie garanderen.

REACTIES

P.

P.

leuheuk!

13 jaar geleden

C.

C.

christiano ronaldo toch

12 jaar geleden

A.

A.

hoi anoniempje
ik ben alex, ik heb erg veel aan dit werkstuk gehad.
ik zou je hiervoor willen bedanken, het liefst in het echt als dit mogelijk is.
xxxxxxxxxx one love alex

12 jaar geleden

S.

S.

Goed stuk, genoeg goede info uit kunnen halen. Heb je nog ergens goede bronnen? Het stuk mist wel samenhang en logische volgorde van punten?

11 jaar geleden

B.

B.

dankjewel!

7 jaar geleden

A.

A.

skeer gedoe ik heb een 5 hierdoor

7 jaar geleden

T.

T.

dit is te lang dan 1 minuut ik heb genoeg informatie nodig hiervan van 1 minuut

5 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.