Erasmus
Desiderius Erasmus was de leider van het humanisme ten noorden van de Alpen. Hij werd op 28 oktober 1466 (of misschien 1469) geboren in Rotterdam als zoon van een priester. Hij bezocht scholen in Gouda, Deventer en \'s-Hertogenbosch in de laatste twee plaatsen woonde hij in kosthuizen van de Broeders des gemenen levens. In 1487 trad hij als Augustijner kanunnik in het klooster Steijn bij Gouda in. In 1492 volgde zijn priesterinwijding. Vanaf 1495 studeerde hij in Parijs, waar hij naam maakte als literator en privé-docent. In de jaren daarop reisde hij heen en weer tussen Frankrijk, de zuidelijke Nederlanden en Engeland. In deze tijd formuleerde hij zijn ideaal: een herstel van Latijnse letteren en christelijke vroomheid.
Van 1506 tot 1509 reisde Erasmus door Italië. In Turijn werd hem in 1506 een doctoraat in de theologie verleend. Daarna verleef hij enkele jaren hoofdzakelijk in Engeland, onder meer als docent Grieks in Cambridge. Na 1514 verbleef hij regelmatig in de Nederlanden, vooral in de universiteitsstad Leuven. In 1515 kende landsheer Karel van Hapsburg hem jaargeld toe. In deze jaren was Erasmus het gelukkigst: zijn ideaal leek overal in Europa werkelijkheid te worden. Maar de Reformatie gooide roet in het eten. Erasmus kwam tussen twee vuren te staan: katholieken meenden dat zijn kritiek op kerkelijke misstanden Luther in de kaart speelde, terwijl protestanten hem verguisden omdat hij katholiek bleef. Om de druk van de Leuvense theologen te ontvluchten, vestigde Erasmus zich in 1521 te Bazel, de stad van zijn uitgever Johann Froben. In 1524 ging hij als nog in discussie met luther over vrije wil en genade. In 1529 verhuisde Erasmus naar Freiburg in Breisgau; in 1535 ging hij weer terug naar Bazel, ondanks pogingen van Maria van Hongarije hem tot een terugkeer naar de Nederlanden te bewegen. Erasmus overleed in Bazel op 12 juli 1536. Zijn laatste woorden waren Lieve God.
Erasmus heeft zijn werken (allemaal in het Latijn geschreven) in zeven categorieën verdeeld.
1. Gaat over opvoedkundige werken en verhandelingen over taal en welsprekendheid 2. Heet de Adagia, een verzameling commentaren bij meer dan 4000 klassieke zegswijzen. 3. Bevat Erasmus correspondentie, die ruim 3000 brieven telt.
4. Gaat over maatschappij- en cultuurkritiek. 5. De Lof der zotheid (1509), zijn beroemdste werk.
6. De religieuze en theologische werken, waaronder Enchiridion militis christiani (1503. 7. Is de uitgave van het Griekse Nieuwe Testament: .
De rol van Erasmus in de hervorming.
Erasmus sprak en schreef Latijn. Hij was erg slim in zijn tijd in heel Europa. Door zijn kennis van het Grieks raakte hij ervan overtuigd dat bepaalde delen van de Bijbel niet goed vertaald waren. Hij besloot om het Griekse Nieuwe Testament uitgeven, ook al vroegen vrienden van hem zoals van Dort dat vooral niet te doen omdat dat misschien de kerk onderuit zou halen. Hij gebruikte 6 griekse teksten om het nieuwe griekse testament uit te brengen. Hij vertaalde deze handschriften opnieuw naar het Latijn om daarmee het verschil met de Vulgaat die toen gebruikt werd te laten zien. Later heeft de Leidse drukkersfamilie Elsevier de Griekse tekst van Erasmus gebruikt en gepubliceerd onder de naam Textus Receptus. Erasmus legde met zijn Griekse uitgave van het nieuwe testament de basis van de Hervorming die door Luther werd geproduceerd, dat werd hem ook door de Katholieke kerk verweten. Op het verwijt dat hij het ei van de ketterij had gelegd, antwoordde hij echter dat hij liever iets anders had uitgebroed: hij vond de versplintering van de kerk maar niets.
Erasmus is vooral bekend van de Lof der Zotheid en de Enchiridion waarin hij zijn ideeën over wat Christendom werkelijk zou moeten betekenen voor de mens vertelt. De Lof der Zotheid is een satire op allerlei misstanden van zijn tijd, waarin hij de allegorische Zotheid allerlei dingen laat zeggen, die hij zelf -van de kerk- eigenlijk niet mocht zeggen. In 1536 overleed Erasmus in Basel. Daar is hij ook begraven in de domkerk (Münster).
Dit is allemaal vernoemd naar Erasmus de Erasmus Universiteit Rotterdam, het Erasmus MC, het Erasmiaans Gymnasium, de Erasmusbrug en de Erasmuslijn in Rotterdam, en de Erasmushogeschool Brussel en het Hôpital Erasme in Brussel.
Wat zijn humanisten?
Het humanisme van de Renaissance was een beweging van geleerden. Deze geleerden (humanisten) vonden dat de kerk was afgedwaald van hoe het begon, en dat ze hun moesten terugbrengen naar het begin.
Beschaaft vonden de humanisten latijns de taal en literatuur. Ze hadden een hoogtepunt in de omeinse tijd, in de 1e eeuw voor en de 1e eeuw na Christus. Daarna was er verval ingetreden. Vooral vanaf de 12e eeuw zouden met name aan de toen gestichte universiteiten gruwelijk latijns worden gebruikt. De humanisten wilden dit veranderen. Het middel daartoe vonden zij hervorming van het onderwijs. Latijnse scholen en universiteiten brachten in de Middeleeuwen de leerlingen en studenten vooral argumentatietechnieken bij: de regels van de logica en de redeneerkunde werden geleerd om problemen te kunnen oplossen. De humanisten wilden liever een literaire opvoeding: leerlingen moesten klassiek Latijn en liefst ook Grieks leren om de teksten uit de Oudheid te kunnen lezen en zich goed te kunnen uitdrukken. Veel humanisten waren dan ook schoolmeesters en schreven lesboeken.
Het humanisme begon in Italië met Petrarca (1304-1374). In de late 15e eeuw verspreidde de beweging zich ook uit naar het noordelijke deel van Europa, ook naar Nederland. De belangrijkste humanist in die tijd was de Rotterdammer Erasmus (1466/9-1536). Erasmus werd de leider van het \'christelijk humanisme\'. Hij vond dat niet alleen het latijns achteruit ging maar ook het geloof.
In de Nederlanden heeft het humanisme redelijk snel succes gehad. Rond 1520 waren aan de meeste scholen de middeleeuwse leerboeken vervangen door hun humanistische tegenhangers. Het klassieke Latijn stond voorop in het onderwijs; het Grieks kwam als schoolvak minder goed van de grond. Aan de enige universiteit in de Nederlanden, te leuven, was de weerstand sterker. Belangrijk was de oprichting van het Collegium Trilingue (1519), waar de studenten, behalve hun studie, college konden volgen in Latijn, Grieks en Hebreeuws. Maar net zoals overal anders in Europa ging het onderwijs met een paar vakken weer gewoon verder zoals vroeger, zeker wat de theologie betreft. Erasmus zelf was op het eind van zijn leven van mening dat het humanisme maar half was geslaagd: de opbloei van de literatuur was er gekomen, maar de opbloei van de christelijke vroomheid was uitgebleven.
Het humanisme heeft lang stand gehouden. De studie van de klassieke talen floreerde aan de Nederlandse universiteiten, in het bijzonder aan die van Leiden (gesticht in 1575). En hoewel Erasmus een verklaard tegenstander van de Reformatie was, mag men de relatieve gematigdheid in geloofszaken van de protestantse Nederlandse overheid wellicht aan humanistische invloeden toeschrijven.
De term humanisme komt uit de 19e eeuw en is afgeleid van het Italiaanse umanista (docent in de Latijnse taal, welsprekendheid, dichtkunst en literatuur, vakken die studia humaniora werden genoemd).
Erasmus
5.5
ADVERTENTIE
Een rechtenstudie met betekenis, waar wil jij je hart voor inzetten?
Bij de bacheloropleiding Law in Society aan de VU ontdek je hoe je actuele maatschappelijke thema’s kunt aanpakken met een juridische bril.
REACTIES
1 seconde geleden
V.
V.
geoed maar kort
10 jaar geleden
AntwoordenS.
S.
ik vind dit echt onduidelijk en slecht!!!
10 jaar geleden
Antwoorden