Hoe zag de maatschappij er in de jaren ’60 uit?
Tot de jaren ’60 bestond in Nederland een verzuilde samenleving. De mensen waren op grond van hun levensbeschouwing (opvatting over de zin van het leven) verdeeld over vier zuilen: een Katholieke, protestants - christelijke, socialistische en neutrale zuil. Onder een zuil kun je een bevolkingsgroep verstaan, die zich op grond van een gelijke levensbeschouwing verenigt in een netwerk van eigen organisaties. De zuilen hadden vaak hun eigen politieke partijen, vakverenigingen, scholen, kranten, radio omroepen, hulporganisaties en nog meer van dit soort verenigingen. Eigenlijk was een zuil een wereldje op zichzelf, geleid door een kleine groep van wereldlijke en geestelijke leiders zoals priesters. Zij schreven strenge regels voor. De zuilen stonden vijandig tegenover elkaar. Contacten met andersdenkende moest vermeden worden. De sociale controle was groot. De leden werden dus voortdurend op hun gedrag gecontroleerd.
De afbraak van de zuilen, de ontzuiling, begon in de jaren ’60. Een belangrijke oorzaak daarvan was het mondig worden van de mensen. Dit werd door een aantal zaken beïnvloed: - Steeds meer jongeren gingen doorleren na de basisschool. Er werd gestreefd naar ”persoonlijke ontplooiing”. Dit betekende: meer mondigheid, kritisch zijn, het streven naar financiële zelfstandigheid en natuurlijk streven naar inspraak. - Mensen gingen anders denken over zaken die de oude leiders zo belangrijk vonden, zoals de fatsoensnormen, het huwelijk, gezin en seksuele contacten. - vrouwen wilde meer zelfbeschikking vooral op seksueel gebied. Ze begonnen te streven naar vrijheid van abortus en gebruik van voorbehoedsmiddelen. - Er kwam een grote verhoging van mobiliteit van de mensen. Doordat de auto voor een steeds grotere groep in de samenleving beschikbaar kwam en de opkomst van het massatoerisme, kwamen mensen uit hun beschermde leefkringetje en zo in contact met andersdenkenden. Ze zagen dat het leven buiten de zuil ook goed was! - Door het toenemende aantal TV’s in de huiskamers van de mensen zagen ze de beelden van de Politieke spelletjes, de gruwelen van de Vietnam oorlog, maar ook programma’s van jonge cabaretiers die het gezag genadeloos aan de kaak stelden en nieuwe ideeën verkondigden. Nieuwe inzichten, opvattingen en meningen werden aan de mensen getoond. De kijker wist steeds beter wat er gebeurde in de wereld. - Nederland werd een verzorgingsstaat. In geval van nood kon men een beroep doen op de overheid. Voorheen was hulpverlening vooral een taak geweest van de verschillende zuilen, maar na verloop van tijd nam de overheid dit over.
Veranderingen binnen het gezinsleven. Door de ontzuiling veranderde er ook een hoop binnen het gezinsleven. Volgens de traditionele opvattingen hoorde de gehuwde vrouw namelijk thuis in het gezin. De overheid beschouwde een gezin als normaal als de man de kostwinnaar was en de vrouw voor het huishouden en de kinderen zorgde. Het gezin werd ”hoeksteen van de samenleving” genoemd. Als de hoeksteen zou verdwijnen, door ontwrichting van het gezin, zou het gebouw van de samenleving instorten. In de jaren ’50 begon er al langzaam iets te veranderen. De industrialisatie nam snel in omvang toe en de werkgelegenheid en welvaart stegen. Steeds meer vrouwen zochten werk buitenshuis en Nederland werd overspoeld met Amerikaanse producten die vooral bestonden uit nieuwe huishoudelijke artikelen zoals broodroosters, snelkookpannen, wasmachines en de koelkast met vriesvak. Dit zorgde weer dat het huishouden stukken gemakkelijker werd en de vrouwen meer vrije tijd kregen. Toch overheerste in de jaren ’50 nog steeds de oude gezinsideologie. In het begin van de jaren ’60 trad een overgang op. De ware inhoud van het huwelijk werd gezien als het samen opvoeden van de kinderen. De man begon te helpen in het huishouden en er kwam minder afstand tussen ouders en kinderen. Er ontstond langzaam een gezinstype waarin regels berusten op onderlinge afspraken, overleg en gesprek. Zo’n gezinstype werd ook wel een ”open gezin” genoemd. Aantal verschuivingen in samenlevingsvormen: - toename aantal echtscheidingen - gezinsbehoeften kregen meer aandacht (aparte studeerkamer jongeren) - jongeren gingen op jonge leeftijd het huis uit, gezinsverdunning
De consumptiemaatschappij Zoals eerder genoemd groeide de industrie in de jaren ’60 automatische door. Er kwamen veel banen en de werkeloosheid werd bijzonder laag. Vanaf 1962 was er sprake van een economische groei. Het nationaal inkomen en de export groeide fors. Er kwamen forse loonsverhogingen waardoor de koopkracht ook groeide. Het werd gewoonte dat jongeren die werkten vanaf ongeveer 18 jaar hun salaris zelf hielden en thuis kostgeld betaalden. Wat zij overhielden aan zakgeld werd uitgegeven aan kleding en ontspanning. Terwijl de ouderen hun hoofd schudden over jongeren die het geld over de balk smeten, zagen fabrikanten van bromfietsen, pick-ups, grammofoonplaten, kleding en exploitanten van bioscopen, dancings enz. in de jongeren een groot gat in de markt. Verder werd de vrije zaterdag ingevoerd. Door deze ontwikkelingen ontstond er grotere welvaart en meer vrije tijd. De inkomens stegen dus er kwam meer geld beschikbaar voor ontspanning, plezier en vermaak. De verzorgingsstaat nam de angst voor armoede als gevolg van ziekte en werkeloosheid weg. De consumptiemaatschappij ontstond. Hoe meer vrije tijd, hoe meer er geconsumeerd kon worden. Ondernemers zagen dat de tijd rijp was om te kunnen profiteren van de technische mogelijkheden van de massaproductie. Maar wat is massaproductie zonder massaconsumptie? Wilde men de afzet op peil houden dan moest de consument niet alleen kopen en meer kopen, maar ook regelmatig kopen. Dat kon op twee manieren: · het produceren van goederen met een beperkte levensduur · Verklaren dat wie ”bij” wilde blijven wel verplicht was om verbeterde producten te kopen! Wie de mode niet volgde was hopeloos! Een belangrijke functie in dat hele gebeuren vervulde de reclame.Reclamemensen besturen onderbewuste neigingen van mensen en spelen daar dan in hun reclame op in. Zij nemen het liefst zo weinig mogelijk risico’s dus voeren ze doelgerichte reclame. Een belangrijke doelgroep voor reclame waren de jongeren. Hierbij kun je denken aan reclames voor kleding, bromfietsen, stereoapparatuur en grammofoonplaten. Eigenlijk waren er maar weinig mensen die zich zorgen maakten tegen die zucht om te consumeren. Over de gevolgenvoor het milieu, het weggooien van kunststofartikelen en giftige uitlaatgassen maakte men zich weinig zorgen.
Conclusie De jaren ’60 kunnen worden gezien als een breuk met het verleden. Het was het begin van een nieuw tijdperk waarin opvattingen, en verschillende manieren van leven werden geaccepteerd in de maatschappij. In materieel opzicht kwamen er niet zoveel nieuwe producten bij in de jaren ‘60. De tv was er al, net als de koelkast en de radio. Wat wel een groot verschil was met de jaren ’50 is dat deze producten voor grotere groepen in de samenleving beschikbaar kwamen. Door de stijging van de inkomens konden mensen zich bijvoorbeeld een tv of een auto aanschaffen, wat weer leidde tot het mondiger worden van mensen. In de jaren ’60 ontstond er dus een echte consumptiemaatschappij. Er werd in de jaren ’60 gebroken met de traditionele waarden en normen zowel binnen het gezin als binnen de zuilen en de samenleving. Verder wilde de mensen vooral genieten. Er kwam meer vrije tijd en daardoor was er ook de mogelijkheid om meer te consumeren. Geld moest rollen, net als de banden van een auto!
Welke groepen werden er onder jongeren gevormd in de jaren ’60?
Het uit elkaar vallen van gezinnen nam in de jaren ’60 enorme vormen aan. Jongeren gingen het vertier buitenshuis zoeken. Door de welvaart kregen ze beschikking over meer geld. De snelle stijging van het aantal bromfietsen en van het bierverbruik in het begin van de jaren ’60 zijn aanwijzingen dat er in het gedragspatroon van jongeren iets aan het veranderen was. Jongeren wilden zich vrij en zelfstandig ontwikkelen en wilden daarin niet door ouderen worden belemmerd. Ze zochten hun identiteit, wilden weten wie ze waren en wat ze konden. Daar hoorde natuurlijk het nodige experimenteren bij. Het leidde ertoe dat zij een eigen subcultuur ontwikkelden. Dit houdt in dat er een cultuur onder een heersende cultuur zit die wat daarvan afwijkt. Deze afwijkingen betreffen bijvoorbeeld gedrag, kleding, haardracht, taalgebruik en voorliefde voor een bepaald soort muziek. Er werden zo een paar groepen gevormd die ik nu nader ga verklaren. · Nozems · Provo’s · Studenten · Hippies · Dolle Mina
Nozems + De naam: Nozems is een overkoepelende naam voor allerlei uiteenlopende groepen. Enkele hiervan zijn de dijkers en de pleiners uit Amsterdam. De dijkers ontleenden hun naam aan de Nieuwendijk en de Haarlemmerdijk waar ze vaak te vinden waren. De Pleiners zijn genoemd naar hun ontmoetingsplaats, het Leidseplein. + Standpunt: de Nozems hielden erg van onrust. Ze hadden weinig politieke motieven maar vormden jeugdbendes die de straat onveilig maakten met hun baldadigheid en de bromfietsen. Ze kwamen in opstand tegen het traditionele, strenge gezag + Kleding: Nozemjongeren kon je herkennen aan hun brommers leren jassen. Verder hadden ze vaak een draagbare radio en een sigaret in hun mond + Opmerkelijk: De nozemjongeren hadden genoeg van de braafheid en ze wilden helemaal niet meedoen met de jeugdbewegingen, politieke partijen of de kerk! Ze vonden alles maar saai en waren op zoek naar lol en gezelligheid samen met andere jongeren. Er werd veel geëxperimenteerd met drugs zoals marihuana. De pers kon maar geen genoeg krijgen van de relletjes om de nozems heen, daarom werden ze ook zo bekend.
Provo’s + de naam: de naam provo is afgeleid van provoceren, een term die een onderzoeker gaf aan groepen Nozems. Amsterdamse anarchistische jongeren namen de naam Provo als erenaam over en noemden zich in het vervolg Provo’s. + Standpunt:. De doelstelling zijn in het eerste nummer van tijdschrift Provo als volgt uitgezet:
Dit is PROVO nr 1
12 juli 1365
Karthuizersstr 14 hs
A dam C
PROVO is een maandblad voor anarchisten, provoos, beatniks, pleiners, scharenslijpers, bajesklanten, zuilenheiligen, magiërs, pacifisten, sjarlatans, filosofen, bacillendragers, opperstalmeesters, happenaars, vegetariërs, syndikalisten, huslers, brandstichters, Klazen, kleuterleidsters en BVDers niet te vergeten.
PROVO heeft iets tegen kapitalisme, kommunisme, fascisme, burokratie, militarisme, snobisme, professionalisme, dogmatisme en autoritairisme.
PROVO voelt zich voor de keus gesteld: Desperaat verzet of lijdzame ondergang
PROVO roept op tot verzet waar het kan
PROVO ziet in dat zij het uiteindelijke verliezer zal zijn, maar de kans deze maatschappij althans nog eenmaal hartgrondig te provoceren wil het zich niet laten ontgaan.
PROVO beschouwt het anarchisme als inspiratiebron voor het verzet
PROVO wil het anarchisme vernieuwen en het onder de jeugd brengen
+ Kleding: het uiterlijk van de provo’s was erg hetzelfde. De jongens hadden lange haren en de meisjes vaak lang en sluik haar, met een pony of een scheiding opzij. Meisjes gebruikten weinig make-up en droegen mini kleding. De kleren van de provo’s moesten goedkoop en zichtbaar versleten zijn. + Opmerkelijk: Het jaar na de verloving was het Provo jaar. De eerste uitgave van het blad ”Provo” kwam uit in 1965 maar het werd in beslag genomen omdat er een recept instond om zelf bommen te maken. Roel van Duyn en Luud Schimmelpenninck traden sterk op de voorgrond. Zij organiseerden veel demonstraties en protest acties.
Studenten + de naam: het waren de studenten van die tijd in het onderwijs + standpunt: In deze groep waren de jongeren sterk anti-kapitalistisch. Verder hadden ze een afkeer tegen de oorlog in Vietnam, de atoombom en de rassendiscriminatie. Ze wilden ook democratisering van de universiteiten dus inspraak van studenten op alle gebieden van onderwijs en het bestuur. Dit was op veel scholen zo! + kleding: Meestal hadden de jongeren lang haar en droegen ze veel spijkerstof. Er werd veel gereden op fietsen en brommers. Die brommers waren vaak van het merk Puch. + Opmerkelijk: Het trefwoord in deze groep was inspraak. Ze waren dol op actievoeren en demonstreren tegen bijvoorbeeld de Vietnam oorlog. De muziek die deze muziek veel beluisterde waren de protestsongs zoals die van Bob Dylan. Vanuit het studentenprotest lopen lijnen naar andere groepen zoals Dolle Mina.
Hippies + standpunt: Hippies waren jonge mensen die de industriële welvaartsmaatschappij afwezen. Zij streefden niet naar verandering van de samenleving, maar keerden zich er vanaf om hun eigen leven te gaan leiden. Dat was een leven van in koor tot zichzelf en van geestelijke verdieping door ondermeer meditatie. Ze waren erg geïnteresseerd in Oosterse godsdiensten. + kleding: De kleding en haardracht van de hippies wordt vaak speciaal gevonden. Hippies staan bekend om hun lange haren en wijde kleren. Door de vormen van uiterlijk verdwijnt het verschil tussen man en vrouw. Kleding zag er niet-commercieel uit en volgens veel mensen waren het een paar oude vodden. Dit was een manier van afzetten door de hippies. + Opmerkelijk: Tegenover de haat onder de mensen stelden zij de liefde, natuur en bloemen (flower power) De hippies vielen op door hun eigen taalgebruik en door de vrije manier van met seks omgaan. Liefde was het belangrijkste in de groep.
Dolle Mina
Een van de aanleidingen voor het ontstaan van Dolle Mina was de Maagdenhuis bezetting in 1969, waar vrouwen alleen maar goed waren om broodjes te smeren en koffie te zetten en de mannen de baas waren. Na de bezetting kregen vrouwen bij processen niet zo zware straffen als mannen. Een groep vrouwen en mannen die het niet eens waren met de positie van de vrouw in de maatschappij raakte ervan bewust dat ze iets wilden gaan veranderen. De eerste vrouwen die zich samenpakten waren onderwijzeressen, huisvrouwen, kleuterleidsters enz. Zij hadden allemaal ervaren dat er vooroordelen bestonden over vrouwen en dat hun nog veel onrecht werd aangedaan. Ze begonnen een beweging die vernoemd werd naar Wilhelmina Drucker, die de in de eerste feministische golf ( +/- 1870 – 1920 ) de vereniging Vrije vrouwen oprichtte. In Januari 1970 trad Dolle Mina als eerst op als maatschappijcritici actiegroep naar buiten. De acties volgde elkaar in een snel tempo op. Ze brachten veel teweeg in de maatschappij. Al snel kwamen journalisten overal vandaan om Dolle Mina te zien in Amsterdam. Overal in ons land werden Dolle Mina afdelingen opgericht. De acties hadden meer losgemaakt dan de oprichters ooit hadden kunnen denken. Er werden in Nederland ongeveer 35 afdelingen opgericht.
Wat wilde Dolle Mina bereiken: · Gelijke opvoeding jongens en meisjes · Meer kinderopvang en peuterspeelzalen · Recht op gelijk werk en gelijke loon · Sociale uitkering · Vrouw wil beslissen over abortus en abortus in ziekenwet
Dolle Mina probeerden hun doel te halen door acties te organiseren. Sommige daarvan zijn heel bekend geworden zoals de ”baas in eigen buik” actie. Vrouwen wilden zelf beslissen over seksuele zaken en uitdelen van condooms. Je had ook nog het radicaal feminisme. In tegenstelling tot Dolle Mina werkten zij niet samen met Mannen maar waren ze tegen heteroseksualiteit. Het was voor hen de grootste reden van het in stand houden van ongelijke machtsverhoudingen. Zij vonden dat Lesbo zijn een politieke keuze voor feministen moest zijn. Je gaat tenslotte niet met je onderdrukker naar bed….
In tegenstelling met andere emancipatie – bewegingen is voor Dolle Mina de belangrijkste tegenstelling arm & rijk en kanshebbers & kanslozen en niet de tegenstelling tussen man en vrouw. Dolle Mina heeft veel voor ons vrouwen betekend, en zelfs nu zijn de invloeden op de positie van de vrouwen in de maatschappij nog merkbaar.
REACTIES
1 seconde geleden
B.
B.
ZEER HILARISCH
8 jaar geleden
Antwoorden