Het Midden-Oosten conflict

Beoordeling 7.1
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • Klas onbekend | 4133 woorden
  • 22 mei 2001
  • 365 keer beoordeeld
Cijfer 7.1
365 keer beoordeeld

Inleiding Dit werkstuk gaat over het Midden-Oosten conflict, oftewel de strijd tussen de joden en de Arabieren. Ik doe het hierover omdat ik zelf er wat meer over wilde weten en het erg actueel is. Die laatste reden is ook wel weer een nadeel, want er komt elke dag weer nieuwe informatie. Toch heb ik geprobeerd het werkstuk zo actueel mogelijk te maken. De hoofdvraag van dit werkstuk is: Hoe verloopt de strijd tussen de Palestijnen en Israël in het Midden-Oosten? Verdere ‘deelvragen’ waar antwoord op te vinden is in dit werkstuk zijn: - Wat zijn de oorzaken van het conflict? - Wat was de rol van de VS? - Wat zijn de gevolgen van het conflict? - Wat is de rol van Nederland in het conflict? - Wat doet de VN?

het verloop van het conflict

Het Britse mandaat in Palestina In de Eerste Wereldoorlog stond Turkije aan de kant van Duitsland. Het joodse ‘Zions muildierkorps’ vocht aan de zijde van de geallieerden. In 1917 veroverde Engeland Palestina (wat toen van Turkije was). Engeland kreeg Palestina van de volkenbond (de VN van nu) als Mandaatgebied. Engeland moest van Palestina een zelfstandige staat maken. Op 2 november 1917 beloofde de Engelse minister van Buitenlandse Zaken steun voor het stichten van ‘een nationaal tehuis’ voor joden in Palestina (de Balfourverklaring). De joods zionistische beweging in Palestina is erg blij, hoewel Engeland geen belofte had gedaan voor het stichten van een eigen staat. De joden waren alleen niet de enige bewoners in Palestina, er leefden toen 500.000 Arabieren en 85.000 joden in Palestina. Na 1918 kwamen er (opnieuw) veel joden naar Palestina; ze kochten er grond en bouwden steden en dorpen. De Arabische bewoners profiteerde van de groeiende welvaart, maar toch ontstond er verzet onder de Palestijnse Arabieren tegen de joodse immigratie en de Engelse politiek. De joden richtten hun eigen verdedigingsorganisatie op, de Hagana. Steeds vaker grepen de Arabieren naar hun wapens om het land te ontdoen van ‘vreemde indringers’, waarvan er na 1933 steeds meer kwamen vanweg Hitler’s terreuracties tegen de joden in Duitsland en de door Duitsland veroverde gebieden. Palestijnse Arabieren vielen tussen 1920 en 1939 joodse dorpen en steden aan, verwoestten synagogen en vermoordde veel joden.

De verdeling van Palestina Engeland had geen succes met pogingen Arabieren en joden vreedzaam met elkaar te laten samenleven en in 1939 verklaart Engeland dat Palestina binnen tien jaar onafhankelijk zal worden. Het beperkt de joodse immigratie en de aankoop van grond, ondanks joods verzet en internationale druk. Dit deden ze omdat ze vrienden wilden blijven met de Arabieren vanwege de oliebelangen. De joden reageerden met opstand en verzet. Helemaal toen Groot-Brittannië na 1945 honderdduizend joden uit de Duitse vluchtelingenkampen, ondanks aanbeveling van de Britse-Amerikaanse commissie, weigerde toe te laten. In 1947 kon Groot-Brittannië de orde niet meer goed handhaven en legde de kwestie voor aan de Verenigde Naties. De joden hadden ondertussen hun leger erg versterkt en eiste opheffing van het Britse Mandaat. De Algemene Vergadering van de VN besloot op 29 november 1945 Palestina na de beëindiging van het Britse Mandaat te verdelen in een joodse staat en een Arabische staat, met Jeruzalem onder internationale controle. De joden accepteren het, maar de Arabieren niet. Onmiddellijk braken er weer onlusten uit.

De staat Israël Op 14 mei 1948 om middernacht kwam er een einde aan het Britse mandaat. Enkele uren daarvoor maakte de Joodse Nationale Raad in Tel Aviv de onafhankelijkheid van de staat Israël bekend met als president Chaim Weizmann (1847-1952). De bekendmaking van de staat Israël betekende: - Openstelling van het land voor joodse immigranten. - Ontwikkeling van het land voor het welzijn van alle inwoners. - Vrijheid, rechtvaardigheid en vrede als basis van de staat. - Gelijke sociale en politieke rechten voor alle inwoners ongeacht godsdienst, ras, en sekse. - Vrijheid van godsdienst, geweten, taal, opvoeding en cultuur. - Bescherming van de heilige plaatsen van alle godsdiensten. - Oproep aan de Arabische inwoners te werken voor de vrede en deel te nemen aan de opbouw van de staat op basis van volledig staatsburgerschap. Israël wilde vrede sluiten met alle buurstaten, maar deze niet met Israël. Wel werd de staat direct erkend door veel landen waaronder de VS en SU. In 1949 werd Israël lid van de VN.

De onafhankelijkheidsoorlog van 1948 en 1949 Op de dag dat Israël onafhankelijk werd Vielen de Arabische buurlanden de nieuwe staat meteen aan. De Arabische legers naderde Tel Aviv, belegerde Jeruzalem en bereikte de Middellandse Zee tot op een afstand van 15 km. Het Israëlische leger verdedigden hun land sterk en drongen later hun vijanden terug. De Arabische landen werden verslagen, behalve Transjordanië. Bij de wapenstilstand in 1949 werd bepaald dat de westelijke Jordaanoever en Oost-Jeruzalem aan Jordanië kwamen. De Gazastrook bleef van Egypte. De UNO (= United Nations Organization) zou alles in de gaten houden. Volgens het verdeelplan van 1947 zou er ook Arabische staat komen. De Palestijnse Arabieren hebben alleen geen enkele poging gedaan om die echte staat te maken. De gebieden die voor hen bestemd waren werden grotendeels bezet of ingelijfd bij Egypte en Jordanië. Ongeveer 140.000 Palestijnse Arabieren bleven in Israël wonen en ruim 500.000 vluchtten voor oorlogsgeweld naar omliggende landen. Dit was het begin van het vluchtelingenprobleem.

De Sinaï-oorlog Na 1949 vonden er veel terreuracties, oorlogen aan de grens en oorlogszuchtige toespraken van Arabische leiders plaats. Nassar, die in 1954 president van Egypte werd, werd de leider van de Arabische Liga (Arabische verbond). In 1956 nationaliseerde hij het Suezkanaal door de Britse troepen te dwingen de zone langs het Suezkanaal te ontruimen. Israëlische schepen mochten niet meer door hem door het kanaal en door de Golf van Eilat varen. Op 29 oktober 1956 viel het Israëlische leger, onder aanvoer van Moshe Dayan, als tegenactie de Sinaï aan. Als een gek stormde het leger regelrecht naar het Suezkanaal, bezette de Gazastrook en hief de blokkade aan de golf van Eilat op door verovering van de miltaire post in Sharm el-Sheik. Groot-Brittannië en Frankrijk vreesde aantasting van de vrij vaart van het Suezkanaal en stuurde in overleg met Israël troepen naar Egypte. Deze troepen bezette de kanaaloevers, maar trokken zich onder druk van de UNO terug. Israël trok zich terug uit de Sinaï en de Gazastrook toen de UNO een vredesmacht zou legeren aan de Egyptisch-Israëlische grens en in Sharm el-Sheik.

De zesdaagse oorlog In de jaren na 1957 bleven Arabische leiders hameren op de vernietiging van Israël. Syrië beschoot vanuit de Hoogvlakten van Golan Israëlische dorpen, steunde terreurorganisaties en dreigde via de bronnen van de Jordaan Israël van kostbaar water te beroven. Egypte breidde zijn leger in de Sinaï uit naar 90.000 man met 900 tanks, sloot in 1967 de Golf van Akba opnieuw af voor Israëlische schepen en verzocht met succes om terugtrekking van de UNO-troepen in de straat bij Sharm el-Sheik. Toen de Buurstaten samentrokken aan de Israëlische grens, deelde Israël op 5 juni 1967 de eerste klap uit. De Israëlische luchtmacht vernietigde de Egyptische en Jordaanse luchtmacht, Israëlische tanks bezette de gehele Sinaï en maakte een einde aan de blokkade in de Golf van Akba, Syrië werd uit de Hoogten van Golan verdreven en de oude stad van Jeruzalem werd veroverd. De Israëlische soldaten trokken door de Leeuwenpoort de stad binnen en een eeuwenlange droom van joden ging in vervulling; de soldaten baden bij de klaagmuur en dansten er met wetsrollen in de handen. Op 10 juni, na de zes dagen, was de oorlog beslist in voordeel van Israël: Jeruzalem werd één stad, Israël bezette de Golanhoogvlakten van Syrië, de Sinaï en de gazastrook van Egypte en de westelijk jordaanoever van Jordanië. Israel beschouwde deze gebieden –waar ongeveer een miljoen arabieren woonden- als een goede basis om bij vredesonderhandelingen tot veilige grenzen te komen.

De Jom-Kippoeroorlog Na de zesdaagse oorlog namen de gewelddadige acties van Palestijnse verzetsgroepen toe. Het aanbod van Israël tot vredesonderhandelingen werd afgewezen, vanwege de conclusie van Arabische topconferentie in 1967 in Kahrtoem: geen vrede, geen onderhandeling en geen erkenning. Op 6 oktober 1973 begon de vierde oorlog in 25 jaar. Egypte trok over het Suezkanaal de Sinaï binnen en Syrië rukte de Golanheuvels in met legers van tienduizenden soldaten, duizenden tanks en honderden vliegtuigen. Israël was volkomen verrast. Bewapening, discipline en moreel van het Arabische leger waren beter dan ooit, omdat ze erg gemotiveerd waren. Veel Arabische landen stuurden troepen en materiaal, golven van Russische vrachtvliegtuigen gingen naar Egypte en Syrië en de Amerikanen stuurden vliegtuigen vol bewapening naar Israël. Arabische landen dreigden echter met stopzetting van olieleveranties aan landen die Israël hielpen of aan de kant van Israël stonden. Egypte brak door de sterke Bar-Levlinie die na1967 door Israël was aangelegd op de oostelijke oever van het Suezkanaal. Toen kwam Israël in actie; Israël begon eerst de strijd tegen Syrië. Syrie leed grote verliezen en werd teruggedreven tot op 35 km van de hoofdstad Damascus. Daarna richtte Israël zich tegen Egypte aan het Suezkanaal; het drong door tot in de westelijke kanaalzone en trok over het Suezkanaal Egypte binnen. Het Israëlische leger kwam tot dicht onder Cairo totdat de veiligheidsraad op 22 oktober een staakt-het-vuren afdwong. Egypte werd door de veiligheidsraad van een nieuwe vernedering gered. In december 1973 begonnen de vredesonderhandelingen in Genève onder leiding van Amerika en Rusland. Israël gaf aan Syrië een deel van de Golanhoogvlakte met Kuneitra terug en trok zich terug tot 20 km ten oosten van het Suezkanaal. Een UNO-vredesmacht hield toezicht. Bij het Sinaï-akkoord van 1979 gaf Israël de oliebronnen in de Sinaï aan Egypte terug.

De vorming van een Palestijnse staat Volgens het verdelingsplan van 1947 konden de Palestijnse Arabieren een eigen staat stichten. Dit deden ze alleen niet. In 1964 werd de PLO (de Palestijnse bevrijdingsorganisatie) opgericht. Het doel is vernietiging van de staat Israël en het stichten van een Palestijnse staat. In 1967 ging de PLO vooral terreur gebruiken om hun doel te bereiken, waardoor de Palestijnse zaak veel sympathie verloor in de wereld en Yassar Arafat (leider van de PLO) bij velen als een crimineel werd gezien. Volgens de PLO zijn de joden geen volk en hebben ze geen recht op een eigen staat; Palestina is Arabisch gebied en moet met geweld veroverd worden, aldus de Palestijnen. De Arabische Liga wees de PLO aan als enige vertegenwoordiger van het Palestijnse volk de UNO gaf de PLO de status van waarnemer. Maar Israël wilde alleen met de Palestijnen praten als ze het bestaansrecht van Israël erkenden. De PLO ziet geen vrede in het Midden-Oosten zonder een onafhankelijke Palestijnse staat.

Egypte sluit vrede met Israël Op 19 november 1977 herleefde de hoop op vrede in het Midden-Oosten, wanneer de Egyptische president Anwar Sadat naar Jeruzalem reisde. Hij daarmee toonde hij zijn persoonlijke en politieke moed. Hij hield een bespreking met de Israëlische premier Menachem Begin en sprak in een openbare rede zelfs de Knesset toe (het parlement van Israël). Veel Arabische landen en de Palestijnse organisaties beschouwden deze reis als een verraad, maar Sadat zette door en in 1978 en 1979 werden tussen Israël en Egypte onderhandelingen gevoerd in Camp David (het buitenverblijf van de Amerikaanse president Carter). De grote problemen bij de bespreking waren: terugtrekking van Israël uit (de) bezette gebieden, de vorming van een Palestijnse staat, de Israëlische nederzettingen in bezette gebieden en de toekomst van Jeruzalem. Op 26 maart 1979 kwam een vredesverdrag tussen Israël en Egypte tot stand. Het werd in Washington ondertekend door President Sadat van Egypte, premier Begin van Israël en president Carter van de Verenigde Staten. Dit verdrag bracht ook veel spanningen met zich mee. In 1980 riep Israel Jeruzalem tot enige en ongedeelde hoofdstad van het land. Door de velle reacties van Arabische staten en vanwege de oliechantage verplaatsten veertien staten, ook Nederland, op verzoek van de veiligheidsraad, hun ambassades van Jeruzalem naar Tel Aviv. In oktober 1982 werd President Sadat tijdens een parade vermoord. Zijn opvolger als president van Egypte, Hosni Moebarak, zette de politiek van Sadat wel voort, maar minder sterk. In April 1982 gaf Israël de Sinaï terug aan Egypte, onder heftige protesten van Israëlische kolonisten in de Sinaï.

De inval op Libanon (operatie ‘vrede voor Galilea’) Toen de PLO na verdrijving uit Jordanië zich in Zuid-Libanon vestigde, werden er voortdurend terroristische aanslagen gepleegd op de steden en dorpen in Noord-Israël (Galilea). Er vielen veel slachtoffers en er werd veel schade aangericht. Als reactie hierop trok een Israëlisch leger Libanon in, vernietigd het overgrote deel van de organisatorische en militaire infrastructuur van de PLO en creëert een veiligheidszone in Zuid-Libanon om de Israëlische burgers te beschermen.

1984 tot heden In 1984 werden er in Israël verkiezingen gehouden, waarbij de arbeidspartij een kleine overwinning behaalde op Likoed (politieke partij), waarna uiteimdelijk een kabinet van nationale eenheid tot stand kwam met Peres als premier tot 1986 en Sjamir als premier voor de jaren 1986-1988. De spanningen leidden tot veel terreuracties, met name ook van joodse extremisten onder invloed van racistische rabijn Kahana, die Knesset werd gekozen, maar in 1990 in New York door Egyptische immigrant werd vermoord. Israël trok zijn troepen uit het land terug met uitzondering van een strook in het zuiden. De Inflatie in 1984 was 450% en nam later nog meer toe. Door maatregelen werd later de inflatie vermindert. Binnen de Israelische regering ontstond spanning, omdat Sjamir, die sinds 1986 premier was, van mening verschilde. In december 1987 ontstond er onder de Palestijnse bevolking een opstandige beweging, de Intifida, die bijna dagelijks tot botsingen tussen vooral jongere Palestijnen en Israëlische soldaten leidde. De economie van de Westbank had te lijden onder stakingen, winkelsluitingen en de onmogelijkheid voor Arabieren om in Israël te werken. Ook de Israëlische industrie kwam daardoor in de problemen. De bezetting van koeweit door Irak rond 1990 leidde tot nog meer spanningen doordat de PLO aan de kant van Irak ging staan. Tel Aviv en Haifa werden aangevallen door Scud-raketten. Israël ging onder Amerikaanse druk niet tot tegenaanvallen over. De Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken begon na de wapenstilstand tussen de coalitie en Irak een bezoek brengen aan alle betrokken landen. Dit leidde tot een vredesconferentie in Madrid en andere steden. De opheffing van het Israëlische verbod op contacten met de PLO leidde uiteindelijk tot geheime besprekingen in Oslo en in september 1993 tot een ‘vrede’ tussen Israel en de PLO. Het verdrag hield een instelling van een Palestijns bestuur in een aantal steden in de Westbank in. De eerste autonome (autono\'mie [autoo-, ootoo-] (de (v)) 1 volkenrecht bevoegdheid om binnenlandse aangelegenheden zelf te regelen, terwijl buitenlandse zaken aan een andere staat worden overgelaten, zelfbestuur: autonomie verlenen aan een kolonie; 2 staatsrecht bevoegdheid van lagere rechtsgemeenschappen voorschriften te geven in eigen aangelegenheden, zelfbestuur) plaatsen waren Jericho en de Gazastrook. In Israël ontstond een groeiend verzet van kolonisten tegen de langzame vorming van een Palestijnse staat. Acties werden ook gevoerd tegen de eventuele overdraging van de Golanhoogte aan Syrië; de onderhandelingen verliep niet echt soepel, maar werd onder Amerikaanse druk in 1996 opnieuw hervat. Besprekingen met Jordanië verliepen beter, waardoor in oktober 1994 de vrede tussen Israël en Jordanië tot stand kwam. De aanslagen van de Hamasbeweging, waarbij tientallen doden onder de joden vielen, versterkte echter de tegenstand van bepaalde Israëlische groepen en organisaties. De verhoudingen in Israël (bvb tussen liberale en ultra-orthodoxe joden) werden sterk verbeterd door de moord op premier Yitzhak Rabin tijdens een vredesdemonstratie in Tel Aviv door een jonge kolonist. In 1996 ontstond er opnieuw geweld: In april bombardeert Israël 17 dagen lang Libanon in een actie tegen Helzbollah() en raakt, men zegt per ongeluk, een VN-basis. Bij dat bombardement kwamen 110 burgers om het leven. In datzelfde jaar werden de Israëlische verkiezingengen gewonnen door de Likoed-leider Netanyahu. Op 23 oktober 1998 tekende premier Netanyahu het Wye-akkoord en zorgde er daarmee voor dat Israël zich terugtrok uit de Westelijke Jordaanoever. Dit is hem niet goed gelukt. In dat jaar won Ehud Barak, de leider van de Arbeidspartij, de Israëlische verkiezingen en in 1999 tekende hij het Wye-akkoord waarin stond dat Israël zich voor februari 2000 uit de Westelijke Jordaanoever moest terugtrekken en dat uiterlijk in september 2000 het vredesakkoord getekend moest worden. Sinds Netanyahu opnieuw als president gekozen is, is er weer veel geweld ontstaan. Op dit moment (mei 2001) is het zelfs zo erg geworden dat ze elkaar met gevechtsvliegtuigen en raketten bestoken. De Palestijnen gaan zelfs zo ver door bommen aanzich zelf vast te binnen en die in de stad tot ontploffing te brengen (zelfmoordacties).

Wat zijn de oorzaken van het conflict? - De tegenstellingen tussen de joden en palestijnen zijn een gevolg
de cultuurverschillen, tegenstellingen in geloof en economische mogelijkheden: de palestijnen hebben het Islamitische geloof, ze hebben als boek de koran en ze geloven in Allah. Dit heeft gevolgen voor hun gewoonten. Vijf keer per dag gaan ze bidden. Een vrouw moet kleding met lange mouwen dragen en gesluierd zijn. Een maand per jaar houden ze ramadan en ze beschouwen Jeruzalem als hun heilige stad. Meer dan anderhalf miljoen palestijnen kunnen niet in leven blijven zonder hulp van buitenaf. Ze leven in grote armoede en hebben niets. Een derde deel van hen is dakloos. Ze wonen in vluchtelingenkampen waar duizenden hutten en krotten staan. Deze kampen liggen in Syrië, Jordanië, bij de westelijke jordaanoever en de gazastrook. De palestijnen streven naar de vestiging van een eigen staat. De verzetsorganisaties proberen dat met geweld te bereiken. Als dit steeds doorgaat zal het Joods- Palestijns conflict blijven oplaaien. Voor de Palestijnse mensen die het slecht hebben is door de VN een hulporganisatie opgericht die zorgen voor voedsel, kleding, medische hulp en scholing, wat zo’n 200 miljoen gulden per jaar kost. De joden geloven in de god van het oude testament. Er zijn rechtsfundamentalistische joden en moderne joden. Vooral de rechtse joden hebben moeite met de acceptatie van de palestijnen en hun geloof. De joden hebben door de Westerse schuldgevoelens (in verbant met de oorlog en de concentratiekampen) en door dezelfde basis (de Bijbel) veel hulp gekregen van het westen en Amerika. Ook omdat deze landen graag veel invloed wilden houden in het Midden-Oosten in verbant met de daar aanwezige olie. De mensen uit Israël zijn joden uit de hele wereld. Immigratie uit eerst vooral de westerse landen, veelal joden die ook gestudeerd hadden en later ook grote groepen arme joden uit Rusland en Noord-Afrika. De joodse methoden in de landbouw en industrie zijn modern en wetenschappelijk, een voorbeeld hier van is de kibboets: een nieuwe samenlevingsvorm. Dat is een nederzetting, waar de grond gebouwen en machines gezamenlijk bezit zijn. Ze liggen vaak op militair belangrijke punten en spelen bij de verdediging een belangrijke rol. Bij joden wordt veel tijd besteed aan de opleiding van de jeugd en het overnemen van kennis uit het westen. - De invloed van de westerse en Arabische landen: Uit de hiervoor beschreven levensstandaard van de joden en de palestijnen blijken de verschillen, het is eigenlijk ook een strijd tussen de westerse en islamitische wereld. Vandaar ook dat Europa, de VS en de USSR en de omliggende Arabische landen er zich mee bemoeien. De USSR en de VS willen invloed in de Arabische landen, in verband met de olie en de doorvoerroutes. Israël is ook ontstaan door toedoen van de engelse regering en de Verenigde naties, vrijwel zonder hier de palestijnen en de omliggende Arabische landen te betrekken. Dit geeft natuurlijk problemen. In Nederland zijn de meeste mensen het met de Israëliërs eens omdat de joden hier vervolgd zijn en er schuldgevoelens zijn. Maar steeds meer mensen begrijpen ook dat de palestijnen tekort word gedaan en dat veel van hun nu ook dakloos zijn.

Ander mogelijke oorzaken zijn: - De spanningen tussen enkele Arabische landen en de niet-Arabische staten Turkije en Iran
De voortdurende bemoeienis met dit gebied door externe machten.

Het Nederlandse beleid ten aanzien van het Midden-Oosten conflict.

Het verdelingsplan Bij de verdeling van Palestina in 1948 stonden er voor Nederland de volgende belangen op het spel: - Het behoud van Nederlands-Indië: - Het versterken van de VN en de steun van de VS
Als ze voor het verdelingsplan zouden staan, zouden de inwoners van Indonesië (die voor het merendeel moslim zijn) het zien als een keuze tegen hen en daardoor zou Nederland het nog moeilijker krijgen met Indonesië. Men wilde Indonesië behouden vanwege economische belangen. Ze wilden echter ook de invloed van de VN versterken en daarom zouden ze aan de andere kant ook de VN willen steunen met het verdelingsplan. Bovendien wilden zij geen beslissing nemen waar de VS niet achter stonden, omdat de VS voor hen een steun zouden kunnen betekenen voor het behoud van Indonesië en zij voor het herstel van Nederlandse economie sterk afhankelijk waren van de Amerikaanse steun.

De erkenning van Israël Op een gegeven moment moest Nederland een beslissing nemen om de staat Israël te erkennen of niet. Nederland verwachtte dat de erkenning van Israël door de Indonesische nationalisten beschouwd zou worden als een keuze vóór Israël, tegen de Arabische landen en dat Nederland niet in staat zou zijn de belangen van Indonesië te behagen (de Indonesische nationalisten zijn namelijk vóór de Arabieren). Nederland stelde de erkenning dan ook elke keer uit, vanwege de verwachtte irritatie bij de mohammedaanse bevolking van Indonesië, maar ook omdat het tot vermindering van weerstand van Engeland tegenover Nederlandse handelswijze in de Indonesische zaak zou kunnen leiden.

De Suezcrisis Doordat Groot-Brittannië en Frankrijk, zonder overleg met de Amerikaanse regering, zich hebben bemoeid met de kwestie in Egypte (Suezoorlog), is de VS haar vertrouwen kwijtgeraakt in de twee Europese bondgenoten. De Belgische minister Spaaak (die het gevaar van de NAVO inzag) heeft er alles aan gedaan om de VS weer met de twee Europese bondgenoten te verbinden. De Nederlandse regering stond achter het optreden van Groot-Brittannië en Frankrijk, maar ze wilde de crisis niet nog eens vergroten en daarom onthielden zij zich, als het mogelijk was, van stemmen in de algemene vergadering van de VN.

De junioorlog In 1957 behoorde Nederland tot de groep landen die in de VN, toen Israël instemde met terugtrekking uit de Sinaï, plechtig had verklaard dat de doorvaart door de Straat van Tiran volgens het internationale recht niet belemmerd mocht worden. De VN-troepen hielden, er na terugtrekking van Israël, toezicht op, maar toen de VN de troepen weghaalde werd de Straat van Tiran opnieuw geblokkeerd. De Nederlandse regering was bereid mee te werken aan de plannen van de Amerikaanse regering om doormiddel van een internationale actie het weer recht te zetten. Toen de actie niet op gang kwam en Israel zelf het initiatief nam, het dit de instemming van de Nederlandse regering en werd dit als legitiem (legaal, toelaatbaar) gezien. De oktoberoorlog
Toen Egypte en Syrië Israël aanvielen om veroverd gebied terug te krijgen, hebben de Arabische landen, speciaal Nederland, met een olieboycot onder druk gezet, zodat Nederland haar standpunt ten aanzien van de Palestijnen zou veranderen (ten gunste van de Palestijnen). Begin november 1973 is Nederland op één lijn getrokken met de andere Europese landen en dat was voor de Arabieren voldoende om de boycot op te heffen.

Slot

Conclusie Eigenlijk kan men zeggen dat er in de hele periode weinig vorderingen zijn gemaakt naar een vredesproces tussen de Palestijnen en de joden. Elke keer ontstaan er weer nieuwe conflicten, elke keer als men denkt dat er vrede komt worden er weer aanslagen gepleegd en wordt er wederzijds agressief gereageerd. De oplossing van het conflict is als je het aan mij vraagt nog niet dichtbij, de enige manier is onderhandelen en dat is erg moeilijk, vooral na de recente gebeurtenissen, waardoor de wederzijdse haat nog groter is geworden. De VN hebben naar mijn mening goede dingen gedaan. Ze hebben verscheidene conflicten kunnen ‘oplossen’. Toch moet Amerika uitkijken dat het zich niet te veel bemoeid, want dat kan negatieve gevolgen hebben. Als men de hele periode bekijkt, kan men concluderen dat Nederland ten aanzien van het Arabisch-Israëlisch conflict zich vooral heeft laten leiden voor het opkomen van de belangen van Nederland. De Nederlandse was niet pro- of anti- Israëlitisch en ook niet pro- of anti- Arabisch. Ook heeft de Nederlandse regering zich niet laten leiden door de ‘schulden’ ten opzichte van de joden (WO2). Na 1973 waren er vooral materiële belangen op het spel en hield de Nederlandse regering zich afzijdig. Ook bij andere kwesties (zoals bvb de Suezcrisis) hield Nederland zich afzijdig vanwege haar eigen belangen. Door het conflict heeft de term ‘het Midden-Oosten’ een slechte naam gekregen. Als je iemand vraagt naar het Midden-Oosten zijn de eerste gedachten die bij diegene opkomen waarschijnlijk onrust, oorlog, haat en verdriet. Dit is het tegenovergestelde van wat de staat Israël van plan was geweest (zie blz. 4-5: de staat Israël) Door dit werkstuk heb ik veel geleerd over de toestand tussen de Palestijnen en Israel. Ik heb een goede kijk gekregen op het conflict.

REACTIES

T.

T.

Hey,

Ik heb je werkstuk goed kunnen gebruiken voor mijn werkstuk wat dus ook over het midden-oosten conflict ging. Maar ik heb een vraagje waar je al de informatie vandaan heb dus je bronnen materiaal. Al zou je dat even willen mailen naar mij dan zou ik dat super vinden (deze week nog als dat kan)! b.v.d.

Groetjes,

tessa

23 jaar geleden

S.

S.

Ik wilde je graag becomplimenteren met die fantastische werkstuk ik had er namelijk een 8,5 voor gekregen...;-)
greetzzzzz Saphira

23 jaar geleden

T.

T.

Hallo Mendel mooi werkstuk!!!
Zou je ons alsjeblieft de titels van de boeken die je bij je werkstuk hebt gebruikt willen mailen??
Zo ja heeeeeeeeeeeeeeel erg bedankt

22 jaar geleden

C.

C.

Bedankt!!!

22 jaar geleden

A.

A.

hoi
ik heb je verslag over het midden-oosten conflict gelezen en ik vind hem goed, maar ik wil graag je bronnen weten, zodat ik ook van die bronnen gebruik kan maken, want ik moet de bronnen vermelden
dus als je die naar mij zou kunnen versturen, zou ik dat heel erg fijn vinden, als je het nog weet.
Het liefst zo snel mogelijk want ik moet het over twee dagen inleveren...alvast bedankt.

groetjes
aryana

20 jaar geleden

B.

B.

hallo,

Ik heb je werkstuk opgeslagen en ga het thuis doorlezen.
Een lang werkstuk, ik denk dat ik het wel interessant zal vinden.
Nee, ik ben geen scholier maar iemand die inmiddels al jouw vader had kunnen zijn: 52 jaar.

Ik wilde altijd al meer weten over de achtergrond van het midden-oosten-conflict.
Zo zie je maar: van jouw werkstuk steekt ook een ''ouwe bok'' als ik nog iets op.

groetjes, Bart

10 jaar geleden

D.

D.

Je mist de eerste gebeurtenissen : dat de romeinen de joden het land uit jaagden en dat hun over de wereld werden verspreid (diaspora). Toen waren de palestijnen aleen over en die noemde het palestina. De joden wouden hun land terug van dat is hun ''beloofde land '' volgens hun god.

9 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.