Wat je van bloed weet door Philip Huff

Zeker Weten Goed
Foto van Jiska
Boekcover Wat je van bloed weet
Shadow
Zeker Weten Goed

Boekcover Wat je van bloed weet
Shadow
Wat je van bloed weet door Philip Huff
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

ADVERTENTIE
Gaan jouw ouders uit elkaar of zijn ze gescheiden?

En wil jij jouw ervaringen delen? De Universiteit Utrecht onderzoekt hoe jongeren het ervaren als ouders uit elkaar gaan en er allerlei afspraken en beslissingen gemaakt moeten worden. Lees meer over het onderzoek en meld je aan. Als je deelneemt ontvang je een vergoeding!

Meld je aan

Feitelijke gegevens

  • 1e druk, 2022
  • 286 pagina's
  • Uitgeverij: Prometheus

Flaptekst

Op de openbare basisschool in Blaricum wordt de verteller van Wat je van bloed weet voor het eerst verliefd. Op de hockeyclub in Laren ontmoet hij Cato de Witte, van wie hij weet dat zij het voor hem is. Samen doorlopen ze de middelbare school in Bussum. Intussen woont hij in een groot, vrijstaand huis, met een rieten kap en een grote tuin, samen met zijn ogenschijnlijk welvarende familie. Maar de buren kunnen niets horen.

Eerste zin

Je wordt wakker in je broertjes bed.

Samenvatting

De verteller schetst momenten uit zijn jeugd, het zijn scenes en dialogen die zich lastig laten samenvatten. Ik beperk me tot de doorlopende lijn, waarmee ik het verhaal in zijn geheel tekort doe.

De lezer leert de verteller kennen als hij acht jaar oud is, in Laren woont en vertelt over zijn ruziënde en vechtende ouders: Peter en Annabelle. Hij heeft een oudere zus Emilie en een jonger broertje Alex. Emilie probeert hun ouders uit elkaar te houden en te halen en zorgt ook voor haar broertjes. De verteller probeert dat ook maar is minder zeker over die rol. Zijn moeder slaat ook de kinderen en daarom is de verteller altijd op zijn hoede. Ze mag niet weten wat hij voelt of denkt, bijvoorbeeld dat hij het erg naar zijn zin heeft bij zijn oom Otto en tante Josephine. Hij en zijn broertje gaan daar regelmatig logeren en hij zou wel bij ze willen wonen. Daar komt een einde aan als eerst de opa van de verteller overlijdt en vervolgens de oma. Via haar krijgt zijn vader wat geld in bezit en worden de ruzies even wat minder. Maar zijn oom en tante verhuizen daarna naar Frankrijk, de verteller voelt zich in de steek gelaten.

In 1996 ligt Annabelle, de moeder van de verteller, in coma in het ziekenhuis. Zijn vader Peter besluit toch met Alex en de verteller op wintersport te gaan. Ze moeten halsoverkop terug omdat er complicaties zijn opgetreden. De verteller hoopt dat zijn moeder weer wakker wordt, want nu is hij degene die de klappen van zijn vader opvangt. Annabelle overleeft alles en ondertussen ontmoet de verteller op de hockeyclub Cato de Witte. Hij is op slag verliefd en wordt in haar familie opgenomen als een goede vriend, omdat ze al een relatie heeft met Bernard. Zijn moeder komt na drie maanden weer naar huis en vindt het maar niets dat hij zoveel weg is. Hij wil haar niet zeggen met wie hij zijn tijd doorbrengt en verzint een goede vriend: Casper Jansen.

Inmiddels is de relatie tussen Cato en de verteller uitgegroeid tot meer dan een vriendschap maar dat mag niemand weten. Hij leidt met haar een tweede geheime leven, naast het geheime leven thuis, waar hij zijn vader de wacht opzegt als vader. De verteller valt hem aan en wurgt hem net niet. Dat alles breekt hem tijdens Cato's examenfeest waar Bernard rondloopt als haar vriendje en hem vraagt te vertrekken. De verteller valt nu ook hem aan, waarna hij eruit wordt gegooid en Cato het uitmaakt. Zelf gaat hij na zijn eindexamen studeren in Amsterdam. Hij sluit zich aan bij een studentenvereniging en komt in een dispuutshuis met Floris, een vriend van de basisschool, te wonen. Floris moedigt hem aan om te schrijven en zijn werk op te sturen naar tijdschriften en uitgeverijen.  Hij heeft zijn ouders een soort afscheidsbrief geschreven en gaat helemaal niet meer naar huis. Alex woont daar nog wel, komt een keer in de week bij hem eten en blowt om met deze situatie te kunnen dealen. Dat ook zijn zus wel voor contact met hun ouders heeft gekozen, blijkt als de verteller met hartritmestoornissen in het ziekenhuis ligt. Zijn zus wil zijn ouders op de hoogte brengen, hij niet. Cato ziet hij niet meer maar hij krijgt een relatie met een getrouwde vrouw van twintig jaar ouder die hem veel over het leven leert. Hij zou bij haar willen blijven maar zij vertrekt voor haar huwelijk naar het buitenland.

Dan wordt Alex opgenomen in een psychiatrische kliniek. Door zijn omgeving en het drugsgebruik is hij flink in de war geraakt. Zijn ouders zien niet hun eigen aandeel, alleen hun eigen leed veroorzaakt door deze situatie met hun jongste zoon. De verteller voelt zich zo slecht dat hij alleen maar Cato kan bellen. Later gaat het beter met Alex maar tijdens een verjaarsbezoek aan hun ouderlijk huis, duwt zijn moeder hem van de trap af en Alex wordt met een hersenbeschadiging opgenomen in het ziekenhuis. Emilie en de verteller willen Alex' voogd worden, zodat zij kunnen beslissen waar hij gaat wonen. Hun oom en tante zijn weer in Nederland en bieden aan dat Alex bij hen komt. Daar gaat het steeds beter met hem. Ook met de verteller gaat het beter, ondanks zijn niet te genezen hartritmestoornissen: er wordt een verhaal van hem gepubliceerd en hij ziet Cato weer.

Een jaar later gaan Cato en de verteller naar de diploma-uitreiking van zijn broertje. Ze wonen samen maar hebben veel ruzie. De verteller besluit hulp bij een psycholoog te zoeken. Weer jaren later viert Alex zijn 25e verjaardag. Beiden proberen ze hun jeugd met hun ouders een plek te geven en hun weg te vinden in het heden zonder contact met hun ouders. Dat is extra lastig omdat hun ouders zichzelf vertellen dat ze niets verkeerds hebben gedaan en niet begrijpen waarom zij doen zoals ze doen. Emilie heeft nog wel contact met ze en helpt haar moeder met het huis op en leeg te ruimen als het verkocht is vanwege hun scheiding. Ze vraagt de verteller om langs te komen omdat hij misschien nog iets wil hebben. De verteller gaat erheen om afscheid te nemen van het huis en zijn herinneringen en wil het anders gaan doen dan zijn ouders.

Personages

naamloze je-persoon

De hoofdpersoon is de naamloze je-persoon die is gebaseerd op Philip Huff zelf. In het boek groeit deze op in een sfeer van geweld, waardoor woede, agressie en geweld voor hem heel normaal worden. Hij is bang voor en boos op zijn ouders, zodanig dat hij ze soms dood wenst zodat hij bij zijn oom en tante kan wonen. Ook voelt hij zich anders dan anderen, die geen geheime levens thuis hebben waarover ze moeten liegen en zo veilig zijn opgegroeid dat ze als jongvolwassene makkelijk in balans blijven, en in de steek gelaten, bijvoorbeeld door diezelfde oom en tante en door Cato die niet eerlijk voor haar liefde voor hem wil uitkomen. Tegelijkertijd is hij sterk in zijn afkeer van die ouders, hij stopt zijn verleden en zijn gevoelens weg en wil er niets mee te maken hebben, en doelgericht: hij heeft de ambitie schrijver te worden, met woorden de wereld naar zijn hand te zetten, en is daar door geen enkele tegenslag van af te brengen. 'vaak denkt de hoofdpersoon dat hij zijn leven in de hand heeft, bijvoorbeeld als hij in brieven aanmatigend afwijst hoe zijn zus en broer met hun leven omgaan – wat je intussen als lezer ziet is zijn onvermogen om zich in hen te verplaatsen, zozeer als hij nog met zichzelf in de knoop zit. Frustratie uit hij tegen zijn geliefden, als een soort herhalingsdwang; en zijn woede slaat naar binnen, in een hartkwaal.' (De Veen 2022)

Quotes

"Je moeder slaat jullie - in de auto, naast de auto, op de parkeerplaats, op het grindpad voor de deur, thuis. Met haar vlakke hand op de wang. Ze draagt veel ringen: een verlovingsring, een trouwring, een zegelring en een erfstuk met een of andere oudtante met allemaal kleine blauwe edelsteentjes. Soms draait ze haar ringen naar binnen. De steentjes en behuizingen halen je wang open, dat doet meer pijn dan de klap." Bladzijde 15
"Misschien durf je daarom niet met haar te zoenen. Want wat heb je thuis, wat heb je daar werkelijk, dat als normaal op haar zou kunnen overkomen?" Bladzijde 64
"Wat je uiteindelijk altijd weer naar huis doet terugkeren, is Alexander. Het is een vloek dat zijn geluk van jou afhangt en, omgekeerd, dat jouw geluk van hem afhangt." Bladzijde 69
"Alex spreekt zacht: 'Het is mijn schuld. Het is mijn schuld dat mama zo ziek is. Ze is altijd boos op me. Ze zei een keer dat ze buikpijn kreeg van mij. Sigrid zegt ook dat ik te druk ben, dat ik tussen mijn rommel rondloop als een kat, dat ik verder rondren als een hond en dat ik kwetter als een vogel.'" Bladzijde 98
"Je bent de afgelopen maanden opgenomen in een gezelschap van dispuut- en huisgenoten en je wereld is volledig veranderd; beelden die je zelf nog niet helemaal gelooft, bleken opeens onderdeel geworden van je dagelijkse leven: eindeloze etentjes in de keuken; kamers met stapels cd's van The Beatles, The Smiths, Joy Division, The Cure en David Sylvian; Stanley Kubrick-filmnachten in de kelder - en dan de boeken in de grote boekenkast in de gang: Le Grand Meaulnes, Memoirs of a Fox-Hunting Man, Berlin Alexanderplatz." Bladzijde 146
"Dan zegt ze: 'Waarom laten jullie mij niet gewoon je moeder zijn? Want dat ben ik, jullie moeder.' Het is alsof ze altijd heeft gedaan wat een ouder zoal doet: begrip tonen, liefdevol zijn, grenzen aangeven, grappen maken, meehuilen, zeggen dat het goed komt, alsof ze elke ruzie, elke klap is vergeten. 'Ik denk dat ik dat ooit heel fijn zou hebben gevonden.' Het is geen antwoord, geen verwijt, ook - het is een constatering. 'Tegelijkertijd: die tijd is voorbij. Komt niet meer terug.'" Bladzijde 280

Thematiek

Ouder-kindrelatie

Ik denk dat je ook Coming of age als thema kunt kiezen, omdat het opgroeien van de verteller en de ontwikkeling tot volwassene wordt bepaald door de relatie met zijn ouders. Ik heb vanwege de titel - bloed --> bloedlijn - en het motto voor de ouder-kindrelatie zelf gekozen als thema. Die relatie wordt bepaald door angst: de verteller is bang voor de ruzies en vechtpartijen tussen zijn ouders, bang voor de klappen van zijn moeder. Hierdoor is hij altijd op zijn hoede, ook als het even rustig is: hij speurt naar aanwijzingen die erop duiden dat 'het weer omslaat'. Lang denkt hij ook dat hij daar dan iets aan kan doen, dat hij als hij bijvoorbeeld de garage opruimt, een ruzie kan voorkomen. Een ander gevolg is dat hij zelf ook boos en agressief wordt: in hem ontstaat een ontzettend grote woede over de onrechtvaardigheid van het gedrag van zijn ouders. Zij ontkennen wat er aan de hand is, vertellen hun eigen mooie verhaal, waarin ze hem er zelfs van beschuldigen een zelfzuchtig kind en egoïstische broer te zijn. De enige relatie die uiteindelijk mogelijk blijkt met zijn ouders, is geen relatie.

Motieven

Natuur

De natuur en dan in het bijzonder het vogels kijken dat hij van zijn oom geleerd heeft, vormt een rode draad door het boek. Bij heel veel belangrijke scenes ziet de verteller ook een vogel. Ik kan me voorstellen dat de natuur en die vogels voor hem een fijne herinnering aan zijn jeugd zijn en dat ze hem in het heden rust bieden.

Fictie en werkelijkheid

Dit verhaal wordt aangekondigd als een autobiografische roman. Huff heeft voor een je-perspectief gekozen omdat hij zo afstand van de gebeurtenissen kon nemen en ze niet hoefde her te beleven. Het schrijven speelt gedurende het hele verhaal een rol. Het is een uitlaatklep voor hem, iets waar hij groot mee wil worden en hoe ouder hij wordt, des te meer ook het naar buiten brengen van zijn werk een rol speelt. In een interview benoemt Huff expliciet dat het verhaal niet de waarheid is, maar zijn emotionele waarheid. Herinneringen zijn persoonlijk: 'Ik wilde iets zeggen over het leven zoals ik het ken, mijn waarheid vertellen. De literaire inzet is om dat overtuigend en goed te doen, ik wil een literaire roman schrijven en geen dagboek.' (Koekkoek 2022)

Liefde

De verteller leert twee keer echte liefde kennen: de eerste keer met Cato, die hij ontmoet op de hockeyclub en die iets ouder is dan hij en de tweede keer in Amsterdam, tijdens een bijbaan, met een twintig jaar oudere vrouw. Cato blijkt de liefde van zijn leven te zijn, hij komt steeds weer bij haar terug en het is vooral bij haar dat hij laat zien dat ook hij last heeft van woedeaanvallen.

Broederschap

De verteller wil voor zijn broertje Alex(ander) zorgen. Hij probeert hem weg te houden van de ruzies, te beschermen en te vermaken. Hoe ouder hij wordt, des te meer gaat die rol als een belasting voelen. Hij heeft het gevoel dat het geluk van zijn broertje van hem afhankelijk is, terwijl hij ook dingen met vrienden wil doen. Dat gaat hem tegenstaan en dan doet hij boos of zelfs agressief tegen hem. Als hij uit huis gaat, blijft zijn broertje bij zijn ouders wonen en het schuldgevoel groeit. Hij probeert hem aan te sporen zelf verantwoordelijkheid te nemen en in actie te komen maar hij ziet dan nog onvoldoende dat Alex gewoon een heel ander persoon is dan hij die op een heel andere manier op het gedrag van zijn ouders reageert. Uiteindelijk moet Alex zelfs opgenomen worden en dan spat de verteller bijna uit elkaar van schuldgevoel. En van woede op zijn ouders. Als Alex ouder en gezonder is, herstelt hun relatie zich enigszins: '‘Sinds een jaar of vijf zijn we gelijkwaardige broers, door het leeftijdsverschil is dat lang anders geweest. Mijn zus is de oudste, ik ben de middelste en dan volgt zeven jaar later mijn broertje. De gaten die mijn ouders lieten vallen heb ik geprobeerd op te vullen. Ik hoop dat ik dat goed heb gedaan.’' (Koekkoek 2022)

Coming of age

Het verhaal gaat dus ook over het opgroeien tot (jong)volwassene. De verteller doorloopt de verschillende stadia van een mensenleven en merkt dat hij in al die fases beïnvloed wordt door wat hij tijdens zijn jeugd aan ruzies en geweld heeft gezien en meegemaakt. 'Dit huis, die tuin: het theater van je jeugd. Een doorlopende voorstelling over meerdere verdiepingen. Een karikatuur van een kindertijd. Een kakkerstragedie.

Motto

Trouwen, een gezin stichten, alle kinderen die maar willen komen aanvaarden, ze in deze onzekere wereld behoeden en ze ook nog een beetje leidinggeven, dat is naar mijn mening het allerhoogste waarin een mens kan slagen. Dat zo veel mensen daar schijnbaar in slagen is geen bewijs van het tegendeel, want ten eerste slagen er in feite niet veel mensen in, en ten tweede 'doen' die nietveelmensen het meestal niet, maar overkomt het ze gewoon: dat is dan wel niet dat allerhoogste, maar  toch nog heel groot en heel eervol (vooral omdat 'doen' en 'overkomen' niet zo goed van elkaar te scheiden zijn). En tenslotte gaat het ook helemaal niet om dat allerhoogste, maar alleen om een soort verre, maar fatsoenlijke benadering daarvan; het is toch niet nodig rechtstreeks op de zon af te vliegen, maar wel naar een mooi plekje op de aarde toe te kruipen, waar de zon soms naar binnen schijnt en waar je een beetje warm kunt worden.

Franz Kafka, Brief aan mijn vader (952),

vertaling Willem van Toorn

(2019; Athenaeum - Polak & Van Gennep)

 

'Grof samengevat zegt Kafka in zijn brief tegen zijn vader: je hebt mij in mijn jeugd verwoest door mij van elke vorm van zelfvertrouwen te beroven, nooit ben ik dat meer te boven gekomen, het heeft mij geblokkeerd tot in mijn pogingen een huwelijk aan te gaan.' (Abrahams 2006) Uiteraard kun je je na het lezen van deze autobiografische roman voorstellen dat Huff ook iets dergelijks tegen zijn vader zegt.

Opdracht

Er is geen opdracht aanwezig.

Titelverklaring

Letterlijk wordt de titel tegen de verteller uitgesproken door een jongerejaars van de studentenvereniging, vlak voordat hij van de verteller een klap krijgt: 'Wat weet jij van bloed, vriend?' (p. 155)

Voor mij kan de titel op verschillende dingen slaan, in de eerste plaats op het huiselijke geweld dat bij de hoofdpersoon thuis plaatsvindt. Daarnaast lijkt geweld in de bloedlijn te zitten: zowel de opa, als de vader als de hoofdpersoon zelf kunnen woedend en agressief worden. Vervolgens blijkt de hoofdpersoon het aan zijn hart te hebben, de plek waar het bloed wordt rondgepompt. 

Structuur & perspectief

Het verhaal is verdeeld in elf delen die zijn voorzien van een plaats- en tijdsaanduiding. De delen worden voorafgegaan door een cursief gedrukt stukje tekst. Ik dacht eerst dat dat dromen waren over een liefdevoller gezinsleven maar nu denk ik dat het herinneringen aan positieve momenten zijn, omdat die er ook waren. Recensent Thomas de Veen denkt echter wel dat het verzonnen positieve herinneringen zijn, ter vervanging van de echte. Binnen zo'n deel is er sprake van titelloze hoofdstukken die halverwege een pagina eindigen en beginnen op een volgende pagina. Soms is er een brief cursief afgedrukt. Het verhaal wordt chronologisch verteld door een je-verteller: 'In elk geval niet aan het feit dat Huff nu voor het eerst een verteller opvoert die niet in de eerste persoon maar in de tweede persoon over zijn vroegere ik vertelt (‘Je ziet jezelf weer in de spiegel van de klerenkast.’). Dit dubbelperspectief schept afstand en dat is precies wat de verteller nodig heeft bij zijn poging om zijn leven niet langer te laten beheersen door de trauma’s die hij heeft opgelopen in een gezin waarin vader en moeder niet alleen elkaar maar ook hun drie kinderen geestelijk en lichamelijk mishandelden. Een andere verdienste van dit tweekoppige perspectief is dat het Huff in de gelegenheid stelt om de gedachten en inzichten van het volwassen personage te verweven in de jeugdscènes.' (Steenmeijer 2022)

Decor

De plaatsen en tijden van het verhaal staan vermeld bij een nieuw deel: het verhaal speelt zich af in Laren, waar de hoofdpersoon als kind opgroeit en hockeyt, Epe, waar zijn oom en tante wonen, op plekken waar het gezin op vakantie gaat, op de basisschool in Blaricum, waar Cato ook woont, in het huis van zijn opa en oma in Zutphen, in Bussum, ik denk dat zijn middelbare school daar staat maar dat weet ik niet zeker, in Amsterdam waar hij gaat studeren, in Vinkeveen waar zijn oudere vriendin woont en in Hilversum waar zijn broertje Alex wordt opgenomen in een psychiatrische kliniek. De verteller groeit dus op in het Gooi, in een groot en mooi huis. De buren kunnen niets horen maar ondertussen weet iedereen wat er bij hen thuis speelt. Iedereen roddelt daarover, niemand komt in actie. Die tegenstelling tussen dat aan de buitenkant perfect ogende leven en wat er daadwerkelijk binnen gebeurt en het zwijgen over dat alles, vormen een motief: 'Mijn ouders hielden de schijn op van een succesvol en prettig gezin. Ze hielden macht over het narratief, om ons leven te bepalen en te manipuleren.' (Koekkoek 2022)

Het verhaal speelt zich af van 1992 tot en met 2016.

Stijl

'De onveiligheid, de angst, het schuldgevoel, de schaamte, het compensatiegedrag, de machteloosheid, de beklemming, de vergeefse hoop, de woede: ze worden in de eerste hoofdstukken aangrijpend vertolkt dankzij Huffs strakke show don’t tell-aanpak. Maar jammer genoeg laat de schrijver in de loop van de roman steeds meer de teugels vieren. Zo wordt de sobere, directe stijl die de solide grondstof is van het dubbelperspectief steeds meer vervuild door parmantige dan wel onhandige zinnen als ‘Je ouders hebben zonder elkaar anker noch ankerplaats’ en ‘Nina heeft waarschijnlijk allemaal verwachtingen die je bij jou thuis niet zou kunnen inwisselen voor ervaringen’.' (Steenmeijer 2022)

Slotzin

Het is ochtend, het is licht. Je moet zo aan de slag.

Bijzonderheden

Na het lezen van dit boek vermoed ik dat Huffs debuut 'Dagen van gras' gebaseerd is op het drugsgebruik en de psychoses van zijn broertje.

Beoordeling

Ik sluit me helemaal aan bij de quote van Karin Amatmoekrim op de achterflap: 'Indringend en bij vlagen ondraaglijk intiem. Ik wilde soms wegkijken bij het geweld en de onmacht van deze familie.' Zeker ook geschikt voor de beginnende lezer.

Recensies

"Een kind dat met geweld opgroeit, houdt daar zijn leven lang last van. In Huffs ontroerende roman maakt het zelfonderzoek indruk, niet vanwege de kale feiten maar dankzij de literaire constructie." https://www.nrc.nl/nieuws...l-a4090608
"Maar in wat je van bloed weet heeft Huff die mogelijkheden ontdaan van de tekst. Het is autobiografisch en daarmee beschrijft het een werkelijkheid. Voor sommige lezers, ik noem ze maar de 'o-wat-erg-allemaal'-lezers, is dit een ideaal gegeven en het biedt wellicht ook nog de ruimte voor herkenning en reflectie op ruzies uit de eigen jeugd. Voor de lezers voor wie een dergelijk leeskeurslijf benauwend voelt, is er geen andere optie dan de dominante hand van de verteller te volgen en te bekijken. En de je-vorm die Huff hierbij heeft gekozen vond ik hierbij regelmatig afleiden." https://www.tzum.info/202...ilip-huff/

Bronnen

Frits Abrahams - Kafka
https://www.nrc.nl/nieuws...67-a115182
Maarten Steenmeijer - De roman waar Philip Huff het langst aan werkte, is zijn minst rijpe en minst evenwichtige
https://www.volkskrant.nl...~b7918a45/
Cecile Koekkoek - Interview Philip Huff ‘Elke keer dat ik mijn ouders zag, voelde ik dat mijn bloed ging koken’
https://www.volkskrant.nl...~b9ab0ca0/
Thomas de Veen - Wat doet geweld met een mens? De nieuwe roman van Philip Huff snijdt door de ziel
https://www.nrc.nl/nieuws...l-a4090608
Je hebt nog 2 Zeker weten goed verslagen over.

Wil je onbeperkt toegang tot alle Zeker Weten Goed verslagen? Meld je dan aan bij Scholieren.com.

27.391 scholieren gingen je al voor!

REACTIES

Max

Max

Heeft me echt keihard gesaved :3

6 maanden geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Wat je van bloed weet door Philip Huff"

Ook geschreven door Jiska