Vallen is als vliegen door Manon Uphoff

Zeker Weten Goed
Foto van Jiska
Boekcover Vallen is als vliegen
Shadow
  • Boekverslag door Jiska
  • Zeker Weten Goed
  • 30 april 2019
Zeker Weten Goed

Boekcover Vallen is als vliegen
Shadow
Vallen is als vliegen door Manon Uphoff
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

Feitelijke gegevens

  • 2019
  • 189 pagina's
  • Uitgeverij: Querido

Flaptekst

Wanneer haar zestien jaar oudere zus, uitgehongerd en uitgedroogd, van de trap valt en sterft, doet dat als een vonk de woede van de schrijfster ontbranden. De dood van Henne Vuur, ooit haar 'schaduwmoeder', dwingt haar een gruwelijk en angstwekkend verleden onder ogen te zien.

Als een aanklager en chroniqueur tekent ze dat verleden op in een boek vol verhalen: over vader Holbein, die ontwerper, tovenaar, wetenschapper, gesjeesd seminarist en god was van een persoonlijke, labyrintische wereld; over Libby en Toddiewoddie, haar andere zussen, met wie ze als heksen wraak kan nemen in hun eigen Walpurgisnacht en kan lachen tot de verlossing volgt; over hun leven vol verpletterende indrukken, lichamelijke onbegrensdheid, misbruik, geweld, schoonheid en pijn.

Eerste zin

Lezer, Ik wilde dit verhaal niet vertellen.

Samenvatting

De verteller verkeert in een crisis: in haar laatste boek heeft ze haar man Oleg, familie en vrienden opgevoerd en dat is haar niet in dank afgenomen. Ze heeft voortdurend ruzie met Oleg en ook haar jongste zusje Lilly en tien jaar oudere broer Max verkeren in een huwelijkscrisis. Lilly belt haar steeds en Max trekt bij hen in. Bovendien sterft een goede vriend van haar. De verteller komt niet meer tot schrijven en leest alleen maar.

Dan valt op 13 november 2015 haar oudste (half)zus Henne Vuur van de trap en dit maakt haar woest, die woede kan ze niet negeren en ze moet dit verhaal vertellen: we gaan terug de tijd in en lezen over hoe haar vader Henri Elias Henrikus Holbei (HEHH) opgroeide in een katholiek gezin, hoe hij als deurwaarder haar moeder, Anna Alida, ontmoette, hoe zij beiden hun eerdere partners verlieten en hoe er een huwelijk tussen twee mensen uit verschillende standen gesloten werd. Ook op andere manieren is hun relatie ongelijkwaardig.

Anna Alida nam twee kinderen uit haar eerste huwelijk mee, werd stiefmoeder van HEHH's kinderen en samen kregen ze er nog zes. HEHH zorgt voor de kinderen en neemt een groot deel van de opvoeding op zich. Hij vindt Anna Alida's kinderen uit het eerste huwelijk dom en de verteller juist slim. Haar vader probeert haar bij zijn wereld van kennis, kunst en wetenschap te betrekken en op een gegeven moment moet zij ook aan zijn lichamelijke behoeften voldoen. De verteller trekt ook naar haar vader toe, omdat haar moeder onverschillig en afstandelijk is: 'Want kon mijn moeder zich ontzettend aan mij ergeren ('Ga toch eens naar buiten! Doodmoe word ik van dat gehang, wat roepen die andere kinderen dan naar je?') of mij negeren, mijn vader deed dit niet.' (p. 94) Haar moeder is ontevreden over haar leven en er zijn veel ruzies tussen haar ouders.

Na de introductie van haar ouders en het gezin dat zij samenstelden, wordt het moeilijkste deel van het verhaal verteld, namelijk dat over het seksuele misbruik. Haar vader misbruikt zeer waarschijnlijk eerst Henne en Toddie, haar halfzussen, en daarna de verteller en haar jongere zusje. Als haar moeder wordt opgenomen in een sanatorium, ze is dan twaalf jaar oud, neemt ze zelfs de plaats van haar moeder in. Een deel van dit moeilijke verhaal gaat over Toddie, die later een relatie heeft met een man die hetzelfde met haar kinderen doet.

Op de middelbare school maakt ze martelerotische tekeningen en leest ze horrorverhalen. Rond haar vijftiende bezoekt HEHH haar niet meer en op haar zestiende gaat ze op zichzelf wonen in Groningen en krijgt anorexia, wat haar verbindt met Henne, die ook ophield met eten en stierf. Ze probeert twee keer met haar vader te praten maar uiteraard zonder succes. Hij sterft in 2001 en wordt liefdevol begraven. De broers en zussen leven hun leven, beleven hun crises en pas na Hennes dood kan de verteller dit zelfonderzoek doen en erover schrijven.

Personages

MM (Ondergetekende)

De verteller is geboren in 1962, vlak na de dood van een zoontje van zes jaar oud, en behoort tot de nakomertjes in een groot samengesteld gezin. Ze houdt van verhalen, van tragedies in het bijzonder en ze wil haar leven lang zelf verhalen vertellen. Als haar laatste verhaal haar niet in dank wordt afgenomen, reageert ze met drama, huilbuien en zelfmedelijden. Ze rukt de pagina's uit de boeken en het haar uit haar hoofd en verzucht dat het schrijven haar niets dan ellende gebracht heeft. Ze voelt zich behoren tot een familie van misfits, buitenbeentjes. Uiteindelijk vertelt ze een verhaal over dat gezin dat gaat over misbruik. De verteller wordt door haar vader ingewijd in zijn wereld van kunst en wetenschap. Ze verlangt naar zijn aandacht omdat ze die van haar moeder niet krijgt. Door hem wordt ze gezien en erkend als slim en mooi meisje. 's Nachts betaalt ze daarvoor een hoge prijs: hij misbruikt haar zusje en haar. Zoals veel slachtoffers van misbruik voelt ze zich heel lang geen slachtoffer of iets dergelijks, omdat ze geniet van zijn aandacht, misschien zelfs verliefd op hem is. Om te overleven maakt ze van haar vader twee personages: haar vader HEHH en de Minotaurus. 'Breng ik dit tafereel voor mijn geestesoog terug, dan kan en wil ik weer geloven dat HEHH even gespleten was als ik en net als ik verlangde naar die splitsing waarin er werkelijk een vader en een monster was (en een vader in wiens armen ik me voor dit monster kon verschuilen) - en betwijfel ik of ik beter af ben met de wetenschap dat zij een waren.' (p. 110) Die kennis krijgt ze natuurlijk later, als ze ouder is en nachtmerries heeft. Van alle overlevingsstrategieën die ze verder toepast - anorexia, er een horrorverhaal van maken, ontkennen, trots zijn op het overleven - is het accepteren van de waarheid voor haar het lastigst, omdat dat alleen nog maar een slachtoffer van haar maakt.

Henne Vuur

Ze is de oudste (half)zus van de verteller en haar dood vormt de aanleiding voor het verhaal. Ze heeft nog een zus Toddie en de verteller en zij delen dezelfde moeder. Ze was vroeger een mooie en hippe vrouw - glitters, getoupeerd haar, sjaaltjes - ze is trots dat ze voor niemand bang is en alles altijd alleen gedaan heeft, maar ze heeft geen opleiding gevolgd en als ze scheidt van haar man, blijft ze alleen en zonder inkomen achter. Ze rookt als een ketter. Als haar zoon van zijn vrouw scheidt, trekt die bij haar in en Henne wordt gekort op haar uitkering maar haar zoon geeft haar geen cent. Hij raakt invalide en ze zorgt voor hem. Ze ziet geen andere mensen meer, vermagert, droogt uit en sterft alleen. Vroeger wilde de verteller op haar lijken, later werd ze juist een voorbeeld van wat ze niet wilde worden. Om dat laatste te voorkomen, om te voorkomen, om zichzelf niet dood te zwijgen, heeft ze dit verhaal geschreven.

Henri Elias Henrikus Holbein (HEHH)

Hij groeide op tijdens de depressie na WOI, in een katholieke familie die niet onwelwillend stond tegenover het fascisme, en is de vader van de verteller en de stiefvader van Henne Vuur, amateur-beeldend kunstenaar, gesjeesd seminarist, gelovige en (ex-)gevangene. Hij werkt zich via een avondstudie op tot wiskundige, wetenschapper, statisticus: een gerespecteerde burger met een uitstekende baan. Hij was echter ook een beschadigde man met driftaanvallen, die zijn emoties botvierde op zijn dochters. Uiteindelijk misbruikt hij ze zelfs, door de verteller wordt hij dan de Minotaurus genoemd.

Anna Alida

Zij is de moeder van de verteller en de muze van haar vader, 'levendig en mooi als een te zware bloem' (p. 37), grijze ogen. Ze heeft geen vader, haar moeder is analfabeet, heeft al jong geleerd te overleven en is overhaast getrouwd met een oplichter. Ze laat zich uit dat huwelijk 'redden' door HEHH maar tussen hen is een groot verschil in opleiding, ontwikkeling en achtergrond. Ze is niet dom maar moet thuis blijven voor het huishouden, wat haar verbitterd maakt en ze verdooft zichzelf o.a. met roken en winkelen. Waar de verteller wel toegang heeft tot HEHH's wereld van kunst en wetenschap, heeft haar moeder dat niet. Voor de verteller is Anna Alida afstandelijk, onverschillig en onveilig, o.a. omdat ze veel klaagt over haar leven en dingen roept als 'nog even en dan zien jullie mij niet meer terug'. Ze is geen 'warme, welkome plek'. (p. 73) Als de verteller haar als volwassen vrouw over het misbruik probeert te vertellen, stort ze in en daarna zien ze elkaar alleen nog voor het contact tussen de vertellers dochter en haar oma.

Toddie (Toddiewoddie)

Toddie is ook een halfzus van de verteller. Over haar wordt net als over Henne gezegd dat ze mooi maar niet zo slim is. 'Dat Toddie een loopse teef was bijvoorbeeld en dit ook altijd was geweest. Een "kut op ppotjes", die al zwanger werd als je naar haar keek.' (p. 119) De verteller kwam als kind graag bij haar thuis, omdat ze zich daar welkom voelt en zichzelf kan zijn. Toddie wordt verliefd op een man die zowel qua innerlijk als qua uiterlijk vaag op HEHH lijkt. Die man is boosaardig en gevaarlijk: hij vergrijpt zich aan haar kinderen, steekt haar beddengoed in de brand en als Toddie uiteindelijk met haar kinderen bij hem wegloopt naar een blijf-van-mijn-lijfhuis, vlucht hij naar het noorden en krijgt daar een relatie met een vrouw met wie hij een kind verkracht en vermoordt. De verteller zag hoe Toddie deze man plaagde terwijl ze wist wat de gevolgen zouden zijn en zij was regelmatig getuige van ruzies en vechtpartijen.

Quotes

"Ja, Henne Vuur is van de trap gevallen, en hoewel de schrijver die ik was al haar krachten heeft aangewend om dit verhaal te onderdrukken, ik geloof dat ik zelfs heb geprobeerd het de keel dicht te knijpen, er de lucht uit te persen met mijn blote handen, heb ik geen andere mogelijkheid meer dan terug te keren naar een geschiedenis die ik dacht te zijn ontvlucht en die nooit alleen de mijne was, maar die van ons allemaal. Alsof de wortels zijn van een plant, een enkel meanderend wezen." Bladzijde 31-32
"Hij was nogal strikt in de distributie van zijn liefde. 'Eerst komt jullie moeder, dan weer jullie moeder ... dan komt er niets ... dan weer een hele tijd niets ... en dan komen jullie.'" Bladzijde 35
"Wist HEHH destijds hoe reusachtig het geschenk van taal, teken en boek was waarmee hij me voorbereidde en kneedde in de richting van zijn (lichamelijke) noden en wensen? " Bladzijde 61
"Terreur is een geruisloos ding dat op schuifelvoeten komt. Het vraagt niets, verbergt niets. Is volledig in overeenstemming met zichzelf. Samen met gezellin pure levenslust." Bladzijde 103
"Ik spreek mezelf toe. 'Het is heus niet aan een stuk door misère of kindermolest geweest Geef nou maar toe dat er ook feestjes en partijtjes waren." Bladzijde 105
"In ieder geval, daar was ik: Pallas Athene, in volle wapenuitrusting ontsproten aan het voorhoofd van mijn vader." Bladzijde 143
"Daarbij: je houdt zelf niet van het slachtoffer. Godallemachtig, zijn ze niet saai en stomvervelend, de slachtoffers? Met hun gjeremieer ... hun bizarre verdrijvingsrituelen en antieke angsten die nooit helemaal verdwijnen? Get a life, zou je naar ze willen roepen. Pak een bezem, een schep, een mes, een schaar. Vergaar wat kapitaal, straks ben je immers even dood als alle anderen. Maak plezier, dans, feest, stop eens een waskaars tussen je billen. Eet een zorgvuldig gegaarde risotto. Buig je over de penis van je man, die kan het ook niet helpen." Bladzijde 164
"Ja, Henri Elias Henrikus Holbein bezette de grondgebieden van Henne Vuur, Toddiewoddie, Libby en ondergetekende. Een daad die beschouwd mag worden als een belediging van enig gewicht. (Maar hoe je voor zo'n belediging te revancheren en erop te reageren in een wereld die, zoals gezegd, de woede van vrouwen niet verdraagt?)" Bladzijde 166

Thematiek

Incest

Dit boek gaat over een onderwerp dat nergens letterlijk genoemd wordt. In het begin scheer je er als lezer langs. Vallen je zinnen op die nog niet te duiden zijn, maar je wel al een naar gevoel bezorgen, bijvoorbeeld: ''Niet zo hard je hand op en neer bewegen ... zachter, zachtjes, verdomme ...'' (p. 62) Of: ''Wat is er dan met je? Godallemachtig, heb je nu alweer buikpijn!' (p. 73) In het hoofdstuk 'Minotaurus' wordt het verhaal explicieter. De Minotaurus is haar vader die een labyrint schept waarin hij zijn dochters meetrekt. Het is begonnen bij Henne en Toddie en als zij te oud zijn, gaat hij verder met Libby en ondergetekende. Er staan dan zinnen als: 'HEHH (steenrood hoofd, zichtbare rij smalle witte ondertanden) stort zijn zaad in de mond van een achtjarige en de rest in een zakdoek.' (p. 90) De Minotaurus doet er alles aan om zijn dochters te verleiden tot wat hij wil en verschillende werelden te creëren waarin in de ene het seksuele misbruik kan plaatsvinden en dat in de andere niet bestaat. De verteller voelt zich niet onprettig in de gegeven omstandigheden, omdat haar vader haar ziet en haar het gevoel geeft bijzonder en belangrijk te zijn: '... en ik voel zijn eenzaamheid en wil bij hem zitten, want ik wil hem helpen het raadsel op te lossen. En ik rol mijn wol op en verberg de draad.' (p. 153) Op een gegeven moment houdt het op, de lezer weet dat doordat er staat dat de Minotaurus de verteller niet meer bezoekt. Het kan zijn dat hij dan verder gaat met Libby.

Motieven

Lolitamotief

De partner van Toddie vertrekt naar het noorden waar hij met een nieuwe vriendin een jong meisje verkracht en vermoordt. Als hij verhoord wordt, zegt hij dat zijn vriendin haar nichtjes voor hem liet opdraven en dat hij op die manier in jonge meisjes geïnteresseerd geraakt is. Volgens de verteller doen mannen graag alsof ze uitgelokt worden door jonge meisjes: 'Een vijfjarige doet een handstand. Een flodderig wit onderbroekje wordt zichtbaar. Twee ogen beginnen te glanzen en een stem zegt schor: "Zo, die kleine is al heel geraffineerd."' (p. 130) Mannen doen alsof de meisjes zelf willen, terwijl die meisjes doodsbang zijn en zich een dergelijke houding aanmeten om te overleven. Het lijkt ook alsof ze vermoedt dat er meer mannen dan alleen haar vader waren: 'En dat onder deze diffuse, angstaanjagende havikmensen ("leg je bril daar maar neer') HEHH de best opgeleide, meest verfijnde en Humbert Humbertiaanse [de verteller in 'Lolita' van Nabokov] was.' (p. 133)

Sprookje/gothic

De verteller houdt van verhalen en van lezen en het sprookje neemt hierin een belangrijke plaats in. Zij beschrijft haar gezin als een gezin in een sprookje en haar vader als de tovenaar in dat gezin: 'Toen wij (Kaj, Libby en ik) een aantal jaren later voltallig als nakomertjes de Holbein-wereld bevolkten, was die al uitgegroeid tot een tovenaarspodium.' (p. 35) Haar vader noemt ze een Minotaurus: een schepsel uit de mythologie met de kop en staart van een stier en het lichaam van een man. Er zijn nog talloze andere verwijzingen naar een sprookjeswereld en de mythologie en aan de ene kant maken die dit verhaal behapbaar omdat op die manier het onnoembare niet of zijdelings uitgesproken hoeft te worden en aan de andere kant maken die het verhaal juist onmenselijker en daardoor gruwelijker: een horrorverhaal. Ook de schilderijen die de vader maakt en in het hele huis hangen, de vrouwen met het hoofd van de moeder, dragen aan deze sfeer bij. Ik moest tijdens het lezen erg denken aan een verhaal van Renate Dorrestein, 'Buitenstaanders', waarbij ik hetzelfde gevoel kreeg. Ook deze verteller verwijst trouwens naar haar gezin als een groep buitenstaanders en misfits.

Lezen en schrijven

De verteller heeft altijd van verhalen gehouden en wilde niets liever dan zelf schrijven. Als ze in een crisis verkeert, lukt haar dat niet meer en leest ze alleen nog maar. Ze verwijst in haar relaas naar auteurs en verhalen, bijvoorbeeld naar Haringliedjes en Isaac Bashevis Singer, die een personage bedacht heeft naar wie de verteller Henne Vuur genoemd heeft. Ook HEHH, de afkorting voor de vader, doet denken aan de titel van een boek: 'Himmlers hersens heten Heydrich' van Laurent Binet. Het is ook de vader die haar haar eerste boek gaf en ze gaat literatuurwetenschap studeren en wordt schrijver, ze leeft in haar verhalen maar kan uiteindelijk niet om dit verhaal over de werkelijkheid heen. Dit verhaal heeft ze echter een eigen taal gegeven en ze heeft geprobeerd er een algemene ervaring van te maken: „Ja, dat was een enorme worsteling, om voor dit onderwerp een krachtige verbeelding te vinden die het persoonlijke overstijgt, waarin er rijkdom is van taal en vorm en beelden. Maar ik dacht: als ik als schrijver nog iets wil kunnen zijn, moet ik die zoektocht maken. Anders zijn er geen passende woorden voor mijn ervaringen. Als die woorden er niet zijn, is het alsof de ervaringen er niet zijn. Dan is er geen taal voor wat ik ben.” (interview NRC: zie bronnen)

Motto

'Nu geen paniek, bekijk alles gelaten,

probeer de zaak op zijn beloop te laten,

je bent toch anders ook de bangste niet.

't Is gruwelijk wat je te zien zult krijgen,

men zal zich haasten om het dood te zwijgen,

noteer dus heel precies wat je hier ziet.'

- Faust

Opdracht

Voor de doden

H.R.

E.U.

Voor de levenden

T.R., J.M.U, A.M.U, M.M.U, F.U.,

I.M.

Z.B.

En voor de zielen van

P.E.H.U.

A.U.S.

Titelverklaring

Letterlijk staat de titel op p. 189, de laatste pagina: 'Waar we ons bloed kunnen voelen stromen, of dit nu koud of heet is ... en niets metafoor is, maar alles tegelijk, zowel aan de binnen- als aan de buitenkant van de tijd bestaat, waar vallen hetzelfde is als vliegen.' Dit citaat slaat op de schepping van de wereld, de wereld zoals die was toen het leven zijn oorsprong vond, toen de cellen botsten en zich deelden en vermeerderden.

Ook de verteller is als wezen ontstaan en haar jeugdervaringen hebben haar gemaakt tot wie ze nu als volwassene is, zowel de positieve als de negatieve. Haar jeugd was zowel schitterend en fascinerend (vliegen) als pijnlijk en destructief (vallen): 'Dat betekende iets, vond ze: dat dingen die ogenschijnlijk niet verbonden zijn, bij elkaar kunnen staan. „Hilarische momenten naast onaangename ervaringen, schoonheid naast afzichtelijkheid en walging naast troost naast tragedie. Ik hoefde niet te kiezen, hoefde mijn verhaal niet te vertellen in één toonsoort.”' (interview NRC: zie bronnen)

Ook Nabokov, die ze aanhaalt op de pagina's 58 en 59, zet het verschrikkelijke van de naderende dood zodra je geboren bent naast het schitterende vermogen van de mens om je tijdens die reis te verwonderen over wat je tegen komt.

Structuur & perspectief

Het verhaal is opgebouwd uit hoofdstukken met titels, binnen die relatief lange hoofdstukken is met witregels en sterretjes gewerkt. Er is ook een inhoudsopgave, een verantwoording en een stamboom opgenomen.

Het verhaal wordt verteld vanuit een ik-perspectief, zij vertelt achteraf. De verteller noemt zich ook 'ondergetekende' en in de stamboom staat achter MM ook 'ondergetekende', waaruit we mogen opmaken dat dit verhaal autobiografisch is. Dat blijkt ook uit interviews.

Decor

Het verhaal in het heden begint in de winter van 2009. De verteller woont met Oleg in een boshut en zowel het bos als de sneeuw lijken on-Nederlands, (ze gebruikt zelf het beeld van Nova Zembla). Vervolgens wordt het jaar 2015 genoemd, waarin de terroristische aanslag in Parijs op de Bataclan plaatsvond en haar oudste zus van de trap viel. Daarna gaat het verhaal terug in het verleden en start het ongeveer in 1949, als de ouders van de verteller elkaar ontmoeten. De verteller zelf wordt in 1962 geboren en groeit op in de jaren zeventig en tachtig.

Het gezin Holbein woont in een onopvallend huis in de Utrechtse wijk Lombok maar ook deze woning wordt net zo fantastisch beschreven als de boshut: 'In dit huis, dat er aan de buitenkant zo onopvallend uitzag, deze eenvoudige bakstenen woning met slechts een gashaard in de erkerkamer, een onverwarmde achterkamer en bovenruimtes, een buiten dat 'het plat' werd genoemd, en twee steile trappen (die in mijn tijk geornamenteerde dromen Escher-achtig verschijnen en verdwijnen in een peilloos zuurstof blauw), leerden wij de Minotaurus al vroeg kennen.' (p. 54-55) In dit werkelijke decor creëert de verteller een nieuw decor waarin het misbruik door HEHH de Minotaurus heeft plaatsgevonden: Katiqiwa, een labyrint waar mensentijd- en ruimte niet bestaan. Later verhuist het gezin naar een nieuwbouwwijk in Nieuwegein.

Stijl

'Uphoff vertelt het verhaal niet rechttoe rechtaan, maar strooit haar informatie in brokken door het boek op een sarcastische toon die innerlijke woede verraadt.' (Peppelenbos 2019)

'Uphoff schrijft én spreekt in metaforen, in literaire, zich vertakkende zinnen, waarin ze soms een pauze inlast. “Ik moest over een vergiftigd pad teruglopen naar onze jeugd. Waar is het begonnen dat ik vond dat Henne niet langer de moeite waard was? Dat ik niets met haar te maken wilde hebben, bang was om op haar te lijken?”' (Pronk 2019)

Slotzin

Planeten worden niet geboren, ze barsten met geweld tot bestaan.

Beoordeling

'Vallen is als vliegen' is geen makkelijk boek. Het taalgebruik is beeldend en daardoor wat lastig om te volgen en in het begin heb je niet goed door waar het boek over of heen gaat. Als je dat op een gegeven door krijgt, is dat een reden om het boek 'ongemakkelijk' te noemen. Uiteindelijk vind ik dit zo'n knappe prestatie: het is Uphoff gelukt mooi te schrijven over een verschrikkelijk onderwerp en om boven het persoonlijke uit te stijgen. Juist door haar horrorachtige manier van vertellen kun je je in de verteller inleven en iets begrijpen van de verschillende kanten van seksueel misbruik, de tweeslachtigheid die ermee gepaard gaat. Dat vond ik ook erg mooi aan de documentaire 'Leaving Neverland', dat je echt snapt hoe lastig seksueel misbruik is omdat je jezelf niet als slachtoffer wil zien.

Ik zou dit boek samen lezen met 'Lieveling' van Kim van Kooten en 'Het beste wat we hebben' van Griet op de Beeck. Deze boeken hebben hetzelfde thema maar zijn alle drie op een heel andere manier geschreven en die verschillen zijn interessant om te onderzoeken en bespreken.

Recensies

"Je moet even op adem komen als je Vallen is als vliegen uit hebt." https://www.tzum.info/201...s-vliegen/
"Verpletterend aan de roman is dat wat schrijnt tegelijk grote schoonheid heeft." https://www.nrc.nl/nieuws...n-a3954114

Bronnen

‘Met haar uithongering verwijderde mijn zus zich uit de geschiedenis’
https://www.nrc.nl/nieuws...n-a3954114
Als vader zijn seksuele wil oplegt
https://www.trouw.nl/cult...~ae31294f/
Je hebt nog 2 Zeker weten goed verslagen over.

Wil je onbeperkt toegang tot alle Zeker Weten Goed verslagen? Meld je dan aan bij Scholieren.com.

26.448 scholieren gingen je al voor!

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Ook geschreven door Jiska