Feitelijke gegevens
- 1e druk, 2003
- 350 pagina's
- Uitgeverij: De Bezige Bij
Flaptekst
Amir en Hassan zijn gevoed door dezelfde min en groeien samen op in Kabul. Ondanks het grote klassenverschil zijn de vrienden onafscheidelijk.
Bij de jaarlijkse vliegerwedstrijd in Kabul is Amir de vliegeraar, degene die het touw van de vlieger in handen heeft. Hassan is zijn hulpje, de vliegervanger. 'Voor jou doe ik alles!' roept Hassan hem toe voordat hij wegrent om de vallende vlieger uit de lucht op te vangen. Die grenzeloze loyaliteit is niet wederzijds. Wanneer er iets vreselijks gebeurt met Hassan verraadt hij zijn trouwe metgezel.
Na de Russische inval vluchten Amir en zijn vader naar de Verenigde Staten. Amir bouwt er een nieuw bestaan op, maar hij slaagt er niet in Hassan te vergeten. De ontdekking van een schokkend familiegeheim voert hem uiteindelijk terug naar Afghanistan, dat inmiddels door de Taliban is bezet. Daar wordt Amir geconfronteerd met spoken uit zijn verleden.
Eerste zin
Op mijn twaalfde ben ik geworden wat ik nu ben, op een kille bewolkte dag in de winter van 1975.Samenvatting
In 2001 krijgt de 38-jarige verteller Amir een verzoek van een oude vriend van zijn vader Rahim Kahn om terug te keren naar Afghanistan. Hij krijgt dan de mogelijkheid iets recht te zetten. Amir weet dat het om een dag in 1975 gaat, toen zijn leven een totaal andere wending kreeg. Hij was toen 12 jaar oud.
Dat voorval wordt dan meteen vanaf hoofdstuk 2 aan de lezer verteld. Amir is de zoon van de welgestelde Baba: zijn moeder is bij zijn geboorte overleden en Amir wordt gezoogd door dezelfde min als zijn arme vriendje Hassan, die bij hen in huis woont samen met zijn mismaakte vader Ali. Zijn eigen moeder is weggelopen toen Hassan heel jong was: ze was veel te mooi en te jong voor de oude Ali en ze was er met een andere man vandoor gegaan. De lichamelijke handicap voor Hassan is dat hij een heel lelijke hazenlip heeft, waardoor hij altijd lijkt te lachen.
Amir en Hassan zijn vriendjes, tenminste Hassan doet alles voor zijn vriendje Amir en die maakt in zekere zin ook een beetje misbruik van hem. Bij het kaartspel is Hassan eigenlijk veel handiger, maar hij weet dat het voor hem verstandig is om Amir te laten winnen. Vader Baba is iemand die houdt van strakke regels en Amir is eigenlijk een beetje een weke jongen die tegen de zin van zijn vader van lezen en verhalen schrijven houdt. Daarentegen vindt hij voetbalen helemaal niet leuk.
Hij krijgt van de vriend van zijn vader Rahim Khan een boekje waarin hij verhalen schrijft. Hij leest de verhalen (ook die hij zelf bedenkt) aan zijn ongeletterde vriendje voor: die vindt dat allemaal heel mooi. Amir is toch een beetje een watje en wordt later lastiggevallen door drie jongens uit zijn eigen milieu die rijk zijn o.a. Assef en Kamal.
Op een bepaald moment vallen ze hem lastig, maar Hassan die een kei is in het katapult schieten, zorgt ervoor dat ze hem met rust laten. Hij dreigt Assef een oog uit te schieten (dit is een mooie vooruitwijzing naar een latere passage in het boek). Baba heeft veel op met Hassan en geeft hem een keer voor zijn verjaardag een heel mooi cadeau: bij een plastisch chirurg mag hij zijn hazenlip laten verhelpen en de operatie die wel bloederig en pijnlijk is, slaagt goed. Inmiddels is in 1973 de monarchie in het land afgeschaft en is Afghanistan een republiek geworden.
Hassan is ook een heel goede vliegeraar. Dat wil zeggen, hij helpt Amir bij het traditionele vliegerspel in de winter. Het is de bedoeling dat je de vlieger van de tegenstanders naar beneden haalt en het allermooiste is het wanneer je daarna die neergestorte vlieger in je bezit kan krijgen. Wanneer in één van de beslissende vliegergevechten de laatste twee vliegeraars Assef en Amir zijn, is het natuurlijk fantastisch dat Amir wint.
Hassan begint te rennen om de blauwe vlieger te pakken te krijgen en dat lukt. Maar Assef komt op zijn pad en krijgt nu de kans om wraak te nemen voor het katapultincident. Terwijl Kamal Hassan in bedwang houdt, verkracht Assef de jongen op een zeer pijnlijke manier. Amir kijkt van een afstandje toe, maar durft niet in te grijpen en doet ook alsof hij niets gezien heeft. Dat is toch een vorm van verraad en hij kan daarom in de komende maanden Hassan maar moeilijk onder ogen komen.
Ook die mijdt zijn vriendje zoveel mogelijk. Maar wanneer Amir er bij zijn vader Baba op zinspeelt dat Hassan weg moet uit hun huis, wordt zijn vader woedend. Dat zal zeker niet gebeuren. Amir hoort zijn vader wel eens verzuchten tegen zijn vriend Khan dat Amir wat meer zou moeten hebben van Hassan. Dat maakt hem eigenlijk heel jaloers. Hij kan er slecht mee leven en verzint iets.
Het horloge dat hij van zijn vader heeft gekregen en een handvol geld verstopt hij onder het matras van Hassan. Dan klaagt hij over zijn gestolen horloge en dat wordt natuurlijk teruggevonden onder het matras. Dat is diefstal en dat is nu eenmaal de ergste zonde die je volgens Baba kunt bedrijven.
Amir vindt dat Hassan die bekend heeft vanwege de ultieme vriendschap het huis uit moet, maar Baba wil daar niets van weten. Toch besluiten Ali en Hassan uit eergevoel weg te gaan: ze durven hun baas niet onder ogen te komen. Eigenlijk hebben ze niets gedaan, maar dat is het verschil tussen de soennieten en de sjiieten. (de twee traditionele groepen van de islam die elkaars tegenstander zijn) Toch heeft Baba dat standsverschil nooit laten merken. Het lijkt een goede baas en weldoener te zijn: zo laat hij voor kinderen een weeshuis bouwen in Kabul.
In 1981 zijn de interne verhoudingen in Afghanistan sterk verslechterd. De koning is sinds 1973 ingeruild voor een republiek, maar daarna vallen de Sovjets in de jaren ‘80 het arme land binnen. Baba en Amir moeten vluchten. Ze doen dat eerst in een overdekte vrachtwagen. Bij een controle onderweg wil een Russische soldaat een Afghaanse vrouw verkrachten, maar Baba toont zijn ware moed. Hij staat dat niet toe: even dreigt hij te worden doodgeschoten maar een andere soldaat neemt het voor hem op. Ook worden ze bedrogen door degene die hen voor veel geld het land wil uitsmokkelen.
In Pakistan blijkt het afgesproken vluchtplan niet door te gaan, maar in een afgesloten tankwagen vluchten ze later verder. Dan blijkt dat Kamal ook in de tankwagen zat en die heeft de reis niet overleefd. Diens vader pleegt dan zelfmoord. Het is dus een verschrikkelijke toestand onderweg en berooid komen ze in Pakistan aan.
In het volgende hoofdstuk is Amir al in Amerika. Baba en hij moeten onderaan de maatschappelijk ladder beginnen. Amir kan wel studeren omdat zijn vader een baantje op een benzinestation heeft aangenomen. In hun vrije tijd handelen ze in tweedehands goederen die ze de ene dag goedkoop kopen en de andere dag op de markt met enige winst verkopen. Maar het is op die markt vooral een aangelegenheid waarbij Afghanen elkaar kunnen ontmoeten.Er wordt lekker over en weer geroddeld.
Op één van die markten ontmoet Amir een beeldschoon meisje Soraya, maar de rituelen verbieden dat ze elkaar rechtstreeks aanspreken. Met Soraya is in Afghanistan iets gebeurd wat alle leden van de gemeenschap weten, waardoor ze besmet verklaard is. Er kijkt geen man naar haar om omdat ze in het verleden met een man was weggelopen.
Haar vader, een generaal, had haar later teruggehaald. Ze had dus seks voor het huwelijk gehad en dat is voor een Afghaanse man onverdraaglijk. Niet voor de zich steeds meer schrijver voelende Amir. Hij krijgt steun van Soraya’s moeder, die hem wel ziet zitten als schoonzoon. En het komt er natuurlijk van dat ook de strenge vader zijn zegen geeft aan het huwelijk.
Het wordt in 1990 een enorm bruiloftsfeest volgens de rituelen van de Afghanen. Terwijl Amir zich steeds meer bekwaamt in het schrijverschap, wil Soraya liever lerares worden. Het huwelijk is eerst heel romantisch, maar als de kinderen uitblijven door de onvruchtbaarheid van Soraya wordt het allemaal wat zakelijker. Er is echter wel steeds sprake van liefde tussen hen.
De eerste roman van Amir wordt door een Amerikaanse uitgever uitgegeven en hij verdient daar een mooie cent mee, omdat de recensies erg goed zijn. In het Amerika van voor 2001 kan hij vrijuit over zijn boek spreken.
Intussen is Baba aan de gevolgen van longkanker overleden. Hij heeft de ziekte lang verborgen kunnen houden voor Amir; ook heeft hij lang tegenstand geboden, maar uiteindelijk wordt hij een uitgemergeld slachtoffer van de slopende ziekte.
In juni 2001 wordt Amir gebeld door de oude vriend van zijn vader, Rahim Khan. Hij vraagt hem naar Pakistan te komen. Amir besluit te gaan, omdat zijn vaders vriend heeft verteld dat hij iets recht kan zetten. Bovendien heeft hij een grenzenloze bewondering voor de man.
In Pakistan vertelt Khan wat er gebeurd is in de tussentijd. Hij was in Baba’s huis gaan wonen en had Hassan en Ali weer als bedienden aangenomen. Dat is een klap in het gezicht van Amir. Maar de vertelling gaat door. Hassan heeft een vrouw gekregen en daarbij een zoontje verwekt.
Tot Hassans grote verassing was op een zeker moment zijn moeder, die nu erg verlopen en oud was, teruggekeerd naar haar zoon. Ze was in het huis blijven wonen en was gek op haar kleinzoon Sohrab geworden. Die had een heerlijke oma aan haar gehad. Later was ze gestorven. Maar uit Rahims Khans woorden blijkt nu dat de oude Ali onvruchtbaar was geweest en dat Hassan het kind was van Baba. Die had het bij de moeder van Hassan verwekt en daarmee is Hassan dus een halfbroer van Amir.
Het is een geweldige schok voor Amir maar hij kan nu wel de reactie van zijn vader Baba beter begrijpen wanneer die vroeger zo voor Hassan opkwam. Het slechte nieuws gaat verder: ook Khan is in een fase van een terminale ziekte gekomen en hij moest daarom op dat moment Amir waarschuwen. Want Hassan en diens vrouw zijn door Talibanstrijders die een hekel aan zijn etnische groepering hadden om een kleinigheid doodgeschoten en Sohrab zit als gevolg daarvan nu in een weeshuis opgesloten. Khan beweert in Pakistan Amerikaanse vrienden te hebben die bereid zijn om de jongen te adopteren. Maar Amir moet hem nu eerst uit het weeshuis gaan halen.
Met de zeer vervelende taxichauffeur Farid gaat Amir op weg naar Kabul en onderweg ziet hij de verschrikkingen die de Taliban hebben aangericht. Al het kleine vermaak is nu ook verboden: vliegerwedstrijden mogen niet meer worden gehouden. Farid denkt dat Amir een van die landslui is die hun grondbezit komen verkopen om weer naar Amerika te vluchten.
Amir komt achter de plek van het weeshuis waar Sohrab zou zitten, maar die is uitgeleend is aan een machthebber van de Taliban, die maandelijks jongens of meisjes uit het weeshuis komt halen voor de bevrediging van zijn seksuele behoeften.
De man die het weeshuis leidt, kan niet anders dan dit toestaan, omdat immers anders alle kinderen de dupe zouden zijn. Nu moet Amir met Farid naar de man op zoek die zich vaak in het stadion ophoudt. Tijdens de pauze in een voetbalwedstrijd is Amir er getuige van hoe ter verhoging van het volksvermaak en ter verhoging van de onderdrukking van het volk gevangenen in een put van het voetbalveld worden gestenigd, waarna de wedstrijd na de rust weer gewoon hervat wordt. Gewoon wat zand erover. De Taliban zijn in feite wreder dan de Russen.
Dan gaat hij naar het huis van de Talibanstrijder die Sohrab in zijn bezit zou hebben. Die man herkent hem als Amir en het blijkt de gemene Assef te zijn. Die ziet zijn kans schoon om nu ook Amir af te tuigen Hij kan het kind mee krijgen, maar dan met hij hem wel verdienen. Sohrab die in de kamer getuige is van de afranseling met boksbeugels die Amir krijgt, heeft op een bepaald moment een katapult en schiet een kogel van de tafelpoot in het oog van Assef. (de spiegeling van de situatie vroeger toen Hassan gedreigd had dat te doen wanneer Amir door Kamal en Assef werd bedreigd) Assef wordt zwaar gewond en daardoor weten ze te ontvluchten.
Amir is er slecht aan toe en met hulp van Farid die nu inziet dat Amir geen slechte bedoelingen heeft, komt hij in het ziekenhuis terecht waar ze hem kunnen redden, maar hij is zwaargewond. Zo heeft hij o.a. een gespleten bovenlip (de hazenlip van Hassan!) Hij zal er een litteken (symbolisch) aan over houden.
Toch zal de Talibanstrijder Assef naar hem op zoek zijn en hij kan niet te lang blijven in Kabul. In de taxi vluchten ze weer naar Pakistan, waar Khan inmiddels verdwenen is. Hij mag niet gezocht worden en heeft geld achter gelaten dat Amir mag gebruiken om naar Amerika terug te gaan. Intussen heeft Amir contact gehad met Soraya, die helemaal niet weet wat er allemaal gebeurd is in Afghanistan.
In Pakistan blijkt het Amerikaanse echtpaar dat beloofd had Sohrab te zullen adopteren helemaal niet te bestaan. Het was een list van Khan om Amir zover te krijgen dat hij voor Sohrab zou zorgen. Hij was op de hoogte van het verraad van Amir en hij beseft dat dit de enige manier is om iets terug te doen voor Hassan.
Amir zal het vragen aan Soraya: die schrikt wel even van zijn voorstel. Amir hoort hoe moeilijk het zal zijn om Sohrab weg te krijgen: hij krijgt het advies om de jongen eerst in een Pakistaans weeshuis te plaatsen en vandaar uit pogingen te doen, maar Sohrab wil niet meer in een weeshuis en dat had Amir hem plechtig beloofd.
Terwijl Soraya in Amerika met relaties wat voor elkaar weet te boksen, is Sohrab ten einde raad. Tijdens een telefoongesprek van Amir met Soraya waarin ze meedeelt dat ze denkt dat ze hem wel kan adopteren in Amerika, snijdt Sohrab zijn polsen door. Gelukkig wordt hij op tijd gered en knapt hij daarna weer op. Fysiek dan, want mentaal is hij zijn vertrouwen in de mensheid helemaal kwijt.
Daarna gaan ze naar Amerika. Maar op 9/11/2001 gebeurt de ramp met de Twin Towers en de stemming in Amerika verandert. Bush valt Afghanistan binnen. Amirs schoonvader gaat naar Afghanistan terug: hij wordt daar minister.
In maart 2002 gaat Amir met Sohrab tijdens een feestje vliegeren. Hij voelt zich als een kind. Als de vlieger van de tegenstander wordt geraakt is het Amir die gaat rennen om het voorwerp te pakken te krijgen. Een volwassen man tussen de kinderen. Hij doet het voor Sohrab, maar het is de inlossing van een jarenlange schuld.
Dit verslag gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
1 seconde geleden
L.
L.
Ik vind dat hier echt een beetje te veel taal- en spelfouten in staan voor een 'Zeker weten goed' ...
7 jaar geleden
AntwoordenF.
F.
Na een aantal taal- en spelfouten een goede verslag, zeker geholpen. Bedankt :)
6 jaar geleden
Antwoorden