Feitelijke gegevens
- 6e druk, 2011
- 105 pagina's
- Uitgeverij: De Bezige Bij Antwerpen
Flaptekst
Koningin van de literaire fantasie, meesteres van het licht absurde genre, chroniqueur van de menselijke verwarring, Amélie Nothomb is het allemaal. Het verhaal in dit boek speelt zich af in Japan, het land van discipline en belofte, waar Nothomb als Belgische diplomatendochter is geboren.
Na haar jeugd keert ze terug naar Japan om er te werken. Ze vindt een baan als tolk in Tokio en maakt kennis met een meedogenloze bedrijfscultuur. Ze wordt herhaaldelijk weggepromoveerd en eindigt haar carrière twaalf hilarische maanden later als toiletjuffrouw.
Amélie Nothomb (Japan, 1967) is uitgegroeid tot de bekendste hedendaagse Belgische schrijfster van internationale faam.
Eerste zin
Mijnheer Haneda was de chef van mijnheer Omochi, die de chef was van mijnheer Saito, die de chef was van juffrouw Mori, die mijn chef was. En ik was niemands chef.Samenvatting
Het verhaal begint meteen op het werk van het hoofdpersonage, met een uitleg wie haar bazen zijn, en de hiërarchie binnen het bedrijf. Haar baas is juffrouw Mori, die meneer Saito als baas heeft, die meneer Omochi als baas heeft, die weer mijnheer Haneda als baas heeft.
Het is 8 januari 1990, en de ik-figuur komt aan op de hoogste etage van het Yumimoto-gebouw. Ze is meteen zo in trance door het uitzicht vanuit het grote raam, dat ze zich vergeet aan te melden. Zo maakt ze meteen een slechte indruk bij mijnheer Saito, een van haar bazen. Hij geeft haar een rondleiding en brengt haar naar haar eigen plek, recht tegenover juffrouw Mori.
Haar eerste taak is een uitnodiging schrijven voor een man die ze niet kent, namens mijnheer Saito. Al haar pogingen worden verscheurd, en ondanks dat ze haar best doet komt er blijkbaar niet het gewenste resultaat uit. Ze is ook afgeleid door hoe mooi Fubuki Mori, haar baas is.
De volgende dag komt de ik-figuur terug op werk, zonder echt te weten wat haar functie precies is. Ze krijgt geen werk, behalve dat ze af en toe een kopje koffie voor iemand moet halen. Op een dag moet ze dit voor een hele vergadering mensen uitschenken, en dit doet ze zo nederig mogelijk. Mijnheer Omochi is boos op haar, en wil haar in het kantoor hebben. De handelspartners in de vergadering dachten door haar goede Japanse etiquette dat zij Japans kon verstaan. Dat kan ze ook, maar de Japanners vonden het niet fijn dat een wit persoon hun taal kon verstaan. Haar baas verbiedt haar per direct om nog Japans te spreken.
Haar enige resterende taak was dan nu nog maar om de koffie stilletjes rond te brengen. Op eigen initiatief begon ze ook met de post rond te brengen. Dit kwam haar ook duur te staan, zo stal ze de baan van een ander. Een nieuw idee bracht haar weer wat hoop: op elke afdeling hing een kalender, die kon ze elke dag op de goeie dag hangen.
Toen mijnheer Saito dit doorhad, vroeg hij haar bij zich om fotokopietjes te maken. Een dik pak papier, wat ze in de sheetfeeder deed en het terugbracht. Saito is niet tevreden, en zegt dat ze scheef zijn, waarop de ik-figuur antwoordt dat dat niet waar kan zijn door de sheetfeeder. Meneer Saito wil dat ze met de hand nieuwe kopietjes gaat maken.
Dit kopiëren kost bijna de hele dag, en telkens vindt mijnheer Saito wel een reden het haar te laten overdoen. Na een aantal dagen niks anders doen dan kopiëren komt meneer Tenshi toevallig binnen. Hij is het hoofd van de afdeling zuivelproducten, en hij krijgt medelijden met haar situatie en biedt haar een klus aan waar hij Franse teksten voor moet vertalen.
Amélie stort zich hier volledig op en doet haar uiterste best om een goed rapport op te stellen. Mijnheer Tenshi is ontzettend dankbaar voor haar rapport, en belooft haar niet te zeggen dat zij het heeft geschreven, om haar te beschermen.
Toch komt een paar dagen mijnheer Omochi haar een tirade afleveren, hij is er niet van gediend dat zij de taken van iemand anders die op vakantie is afpakt, en het zal haar zwaar betaald komen te staan. De echte donderklap volgt als ze erachter komt dat Fubuki haar verraden heeft, van wie ze dacht dat ze haar enige bondgenoot was binnen het bedrijf.
Fubuki blijkt jaloers te zijn op hoe Amélie meteen zo'n taak kreeg en goed uitvoerde, en is beschermend over haar functie waar ze hard voor gewerkt heeft. De nieuwe taak van Amélie wordt boekhouden. Ze moet alle facturen overschrijven en in de juiste mappen doen. Aan het einde van de maand komt iemand dit automatiseren. Amélie vindt het fijn dat het werk relatief simpel is, zodat ze veel naar de mooie Fubuki kan kijken en haar gedachten wat meer rust hebben.
Aan het einde van de maand blijkt dat Amélie een fout heeft gemaakt binnen de bedrijven en één map verkeerd gevuld heeft. Samen met de man die het automatiseert en Fubuki hebben ze drie dagen om de fout te herstellen, als de man nog meer fouten vindt. Het blijkt dat ze als bedragen meer dan vier getallen gingen tellen in de war raakte en ze verkeerd overgenomen heeft. Fubuki wordt ongelofelijk boos op haar, en denkt dat ze het expres heeft gedaan. Amélie zegt dat het per ongeluk ging, en Fubuki kan er niet bij hoe ze zo dom is.
Fubuki bedenkt hierom een nieuwe taak voor haar, namelijk de onkostennota's van collega's van zakenreizen controleren. Ze moet hiervoor alle kosten narekenen, rekening houdend met de wisselkoersen van de valuta van die landen. Amélie weet meteen dat dit een lastige taak gaat worden, maar stort zich er vol in. Ze is dagen lang bezig met de berekeningen, en komt telkens op andere getallen uit. De doorvoering moet aan het einde van de maand afzijn, en dus besluit Amélie de 28e om tot het einde van de maand op kantoor de nachten door te halen om door te kunnen werken en zo hopelijk iets gedaan te krijgen. Op haar derde doorwaakte dag krijgt ze een soort psychotische of hallucinante ervaring die haar doet uitkleden, over alle bureaus doet springen en de computer van Fubuki doet knuffelen. Na een tijdje zo gezeten te hebben krijgt ze het koud, kleedt ze zich aan en bedekt zich onder het afval uit een prullenbak om haar warm te houden.
In deze positie verliest Amélie het bewustzijn en komt de volgende dag pas weer bij als de hele afdeling al vol collega's zit. Fubuki is ontzettend boos en denkt dat ze dit expres deed. Amélie schaamt zich dood en gaat zich snel opfrissen op de wc's, terwijl collega's de rotzooi opruimen. Ze geeft meteen bij Fubuki aan dat ze dit niet langer kan doen, omdat het haar niet lukt. Toen bleek dat Fubuki haar alleen deze taak heeft gegeven om haar te horen zeggen dat het haar niet lukt. Fubuki maakt het klusje in een half uur af.
Hierna volgt een kort stukje met uitleg van de Amélie over waarom haar dit haar baan niet heeft gekost, of dat collega's deden alsof er niks was. 'Het kan merkwaardig lijken dat alles na mijn uitspattingen van die nacht zijn gewone gang ging, alsof er niets was gebeurd. ... Vreemd genoeg zit daar enige logica in: de meest autoritaire systemen leiden, in de landen waar ze ingevoerd zijn, tot de meest hallucinante gevallen van afwijkend gedrag - en bijgevolg ook tot een betrekkelijk grote verdraagzaamheid tegenover de bizarste menselijke gedragingen. Wie nog nooit een Japanse excentriekeling heeft ontmoet, weet niet wat een excentriekeling is. Ik had onder een hoop afval liggen slapen? Ze hadden het al zouter gegeten. In Japan weten ze wat 'doordraaien' betekent.
De situatie lijkt de komende weken weer tot normaal terug te keren, tot mijnheer Omochi op de afdeling langskwam om Fubuki publiekelijk een tirade te leveren. Fubuki ging duidelijk gebukt onder al deze schaamte, vooral zo publiekelijk, dat ze na de woede uitbarsting zich snel naar de wc's begaf. Amélie dacht haar te troosten door achter haar aan te komen en te helpen, toen ze Fubuki huilend in de toiletten trof. Ze haf Fubuki haar laatste beetje waardigheid wat ze nog bezat na de tirade afgepakt door getuige te zijn aan deze huilbui.
Fubuki was hier zo ontzettend boos en beschaamd over dat ze een andere taak bedacht voor Amélie om uit te voeren op werk. Ze laat haar zien dat ze voortaan de taak van toiletjuffrouw mag uitvoeren, ze moet de toiletten van de verdieping schoon zien te houden gedurende de dag. Eerst kon ze hier nog rust in vinden, omdat ze nu een taak kreeg die ze aankon. Toch begon het onrecht van de situatie tot haar door te dringen. Ze had een belangrijke overweging te nemen, maar in Japan neem je niet zomaar ontslag. Ontslag is gezichtsverlies, dus kiest ze er voor om tot haar contract op 7 januari afloopt te werken op de wc's. Een beslissing waardoor ze elke dag zou gaan aftellen naar die datum.
Op de wc's keek Amélie vooral uit het raam, daar had ze mooi uitzicht vanaf de hoogste verdieping en beeldde ze zich constant in hoe het zou voelen om uit dat raam in het prachtige uitzicht te vallen, op een rustgevende manier.
Toen ze eens in de herenwc's stond en mijnheer Tenshi binnenkwam, geneerde hij zich over de situatie en ging daarna naar een andere etage om daar naar de wc te gaan. Dit heeft hij klaarblijkelijk op de hele afdeling doorgevoerd, om zo een soort stil protest in de vorm van een boycot van de toiletten op die afdeling uit te voeren. Amélie is hem ontzettend dankbaar voor dit protest, en de anderen die meedoen. Op een gegeven moment heeft de leiding het door, en verbieden ze Amélie in de toiletten te zijn als er mannen zijn omdat ze denken dat zij intimiderend overkomt. Toch gaan de mannen stil door met hun boycot.
Toen het december werd, moest Fubuki officieel langsgaan bij haar vier superieuren om ze volgens Japanse etiquette één voor één te melden dat ze haar contract niet zou gaan verlengen. Eerst ging ze naar Fubuki, die het gesprek op ironische toon voerde en vooral wilde horen dat Amélie zichzelf niet intelligent genoeg vond om langer de toiletjuffrouw te zijn. Ze vroeg aan Amélie wat ze hierna wilde gaan doen, en toen zij eerlijk antwoordde misschien het Franse onderwijs in te willen, lachte Fubuki haar vierkant uit. Om de verhouding tussen België en Japan goed te houden moest Amélie zich ook hier weer nederig opstellen, en heeft ze niet gezegd dat ze al een onderwijsbevoegdheid had. In plaats daarvan vraagt ze Fubuki of zij denkt dat ze nog een plekje zouden hebben bij de vuilnisophaaldienst, waar Fubuki onzettend enthousiast op reageert.
Hierna kwam meneer Saito, hij is onverwacht redelijk in dit gesprek. Hij zegt dat het hem serieus spijt hoe haar tijd bij Yumimoto gelopen is. Het gesprek sluit af met Amélie die hem ervan verzekert dat het met haar wel goedkomt, en hij lijkt hierdoor zichtbaar opgelucht.
Vervolgens is mijnheer Omochi aan de beurt, hij buldert het uit van het lachen als Amélie zegt dat ze haar contract niet gaat verlengen. Hij biedt haar een stukje lichtgroene chocolade aan, die hij zelf ook aan het eten is, en als zij weigert wordt hij ontzettend boos. Hij dwingt haar een stukje te eten, en Amélie doet dit dan maar, als politiek gebaar. Hierna mag ze weg en gaat ze snel naar de volgende.
Mijnheer Haneda, de directeur, was als enige nog over. Ze vertelt hem dat ze niet verder zal werken voor Yumimoto, en hij betreurt dit oprecht. Hij zegt dat hij het vervelend vindt dat zij op het verkeerde moment is ingestroomd, en dat alles zo uitkwam. Hij zegt haar dat ze altijd welkom is, mocht ze terug willen komen.
Zeven januari brak dan eindelijk aan, en wat mensen namen nog afscheid van haar. Ze zou nooit meer terugkeren naar het Yumimoto gebouw.
Ze vertrekt een paar dagen later weer naar Europa, en begint daar aan een manuscript wat later Hygiëne van de moordenaar zou gaan heten. In 1992 verscheen haar debuutroman, en in 1993 krijgt ze een brief uit Tokio met de tekst: Amélie san, Gefeliciteerd, Mori Fubuki. Naast dat de tekst haar veel deugd doet, vindt ze het vooral ontzettend fijn dat het briefje na al die tijd in het Japans geschreven is.
Personages
Amélie
De hoofdpersoon, en tevens ik-persoon, van het boek. Ze is de dochter van een Beglische diplomaat en opgegroeid in Japan. Ze is goed met taal, en kan zowel Frans als Japans. Ze houdt van Japan, maar wordt geconfronteerd met de regie van het werkende leven in Japan als ze zelf een baan krijgt.
Fubuki Mori
Cheffin van amélie. Zij is een mooie vrouw, die zich haar leven lang op haar carrière gefocust heeft, wat ook de reden is dat ze zo hoog opgeklommen is in het bedrijfsleven. Wel is ze hierdoor erg beschermend aangelegd over haar baan en prestaties, wat haar soms wat jaloers en doortrapt maakt.
Mijnheer Saito
Chef van Mori, en dus ook van Amélie. Mijnheer Saito lijkt er bijna een soort plezier uit te halen om het Amélie zo lastig mogelijk te maken om het naar haar zin te hebben binnen het bedrijf. Ook hier lijkt dat mogelijk te komen door hoe hard hij zelf heeft moeten werken om te komen waar hij is.
Mijnheer Omochi
Chef van Saito, en dus de rest die daaronder werkt. Hij is een grote, gemene en bulderende man. Hij steekt veel en graag tirades af.
Mijnheer Haneda
Mijnheer Haneda is de directeur, en een lieve man. Het spijt hem voor Amélie hoe haar baan verlopen is.
Mijnheer Tenshi
Mijnheer Tenshi is het hoofd van de afdeling zuivelproducten, en één van de weinigen die de potentie in Amélie ziet. Hij helpt haar aan een passende opdracht en zorgt voor de toilet boycot op de verdieping
Quotes
"Ik liet mijn hoofd en schouders hangen, toen ik besefte dat ik in amper tien minuten, zonder een woord te zeggen, al een slechte indruk had gemaakt, op mijn eerste dag bij de firma Yumimoto." Bladzijde 1
"Ik kwam bij mijnheer Omochi binnen met mijn grote dienblad en was de perfectie in persoon: ik schonk de kopjes in met een nadrukkelijke nederigheid, terwijl ik de meest subtiele formules prevelde, de ogen neersloeg en buigingen maakte." Bladzijde 8
"Een tweede doorwaakte nacht volgde op de eerste. Er kwam geen verandering in de toestand. De verwarring in mijn hersenpan bleef even groot." Bladzijde 40
"De meest onlogische gedragingen in een mensenleven zijn vaak toe te schrijven aan een fascinatie die je hebt overgehouden aan je jeugdjaren: als kind was ik zo getroffen door de schoonheid van mijn Japanse omgeving dat ik nog steeds teerde op die affectieve reserves. Nu maakte ik kennis met de afschuwelijke pretentie van dit systeem, dat het tegendeel was van alles waar ik ooit van had gehouden, en toch bleef ik de waarden waarin ik niet meer geloofde trouw." Bladzijde 75
"Maar vooral om een reden van schizofrene aard: wanneer ik op mijn post, in de toiletten op de vierenveertigste etage van Yumimoto, de sporen van de ontlasting van een kaderlid wegwerkte, kon ik me absoluut niet voorstellen dat er buiten dat gebouw, elf metrostations daarvandaan, een plaats bestond waar mensen waren die van me hielden, me respecteerden en absoluut geen verband zagen tussen een pleeborstel en mij." Bladzijde 89
"Werktuigelijk liep ik naar het raam toe. Ik drukte mijn voorhoofd tegen het glas en besefte dat ik dát zou missen: het was niet iedereen vergund om de stad vanaf de vierenveertigste verdieping te overzien." Bladzijde 105
Thematiek
Eenzaamheid en isolementEenzaamheid en isolement is een goed thema voor dit boek omdat het de lading van het hele boek dekt, Amélie voelt zich geïsoleerd als Belgische Japanner tussen de Japanners, en zij herinneren haar daar heel de tijd aan. Verder wordt er in haar werk alles aan gedaan om haar andere taken te geven dan de rest, resulterend in een eenzaam bestaan op werk.
Motieven
Onderdanigheid
Amélie is in haar hele werkende leven geacht zich onderdanig op te stellen, tegenover meerderen, tegenover gasten, tegenover mannen. Zij moet zich nederig opstellen en alle tirades of vernederingen pikken.
Titelverklaring
"In het vroegere Japanse keizerlijke protocol staat dat je je alleen 'sprakeloos van verbazing en bevend' tot de keizer mag wenden."
Op dit deel van het protocol is de hoofdpersoon haar hele leven lang al dol geweest, en in haar werkende leven vond ze dit overeenkomen met hoe je je meerderen aanspreekt. Tijdens het indienen van haar ontslag denkt ze dan ook aan dit protocol, en past het toe.
Structuur & perspectief
De structuur van het boek lijkt op het eerste oog wat onduidelijk, maar is al snel logisch. Het boek is niet opgedeeld in hoofdstukken, maar in korte delen, gescheiden van elkaar met een witregel. Dit lijkt chaotisch, maar alles loopt logisch en vloeiend in elkaar door.
Het perspectief van het boek is de ik-persoon van Amélie, van waaruit zij het hele boek schrijft. Dit levert een inkijk in de gevoelens van de hoofdpersoon in verschillende situaties, maar zorgt niet voor eentonig beeld. Door de hoeveelheid dialoog wordt er hiervan namelijk veel overgebracht.
Decor
Het decor van dit verhaal is Japan, maar nog specifieker het gebouw van de firma Yumimoto. Dit is het kantorenpand waar de hoofdpersoon werkt, en hier speelt het hele verhaal zich af. De bovenste etage, nummer 44, van dit gebouw is de uitvalsbasis voor Amélie en haar meerderen.
De tijd die het boek bestrijkt is bijna op de datum precies van 8 januari 1990 tot en met 7 januari 1991, precies de tijd dat ze in dienst is bij Yumimoto. Ze heeft haar eerste dag op 8 januari, en naarmate ze vaker denkt aan ontslag wordt 7 januari meer genoemd, en is dat een datum die het hele boek lang langzaamaan dichterbij kruipt.
Tegen het einde van het boek wordt er gerefereerd aan de Golfoorlog. 'De hele wereld hield de ogen op Koeweit gericht en dacht alleen nog aan de vijftiende januari'.
Stijl
De stijl van het boek is vlot, ironisch en grappig. Het boek is kort, en zo vloeit het ook. Het heeft niet veel pagina's om alles te vertellen dus loopt het lekker snel. Dit is overigens niet storend, en draagt mogelijk juist bij aan het ironische karakter van de gebeurtenissen.
Slotzin
Maar er was een detail waar ik ontzettend blij om was: het was in het Japans geschreven.Bijzonderheden
Dit boek is sterk autobiografisch.
Beoordeling
Dit is een geestig, licht absurd boek dat je constant doet twijfelen aan de vage grenzen tussen werkelijkheid en fictie. Voortdurend speelt de lezer met de vraag in hoeverre deze autobiografische tekst aangedikt is, zonder zich te ergeren aan dit feit.
Veel passages zijn oppervlakkig erg luchtig en sardonisch, maar als geheel dient dit wel een groter doel, namelijk een schets van een beeld dat minder rooskleurig is. Dit is namelijk een verhaal over een ver doorgevoerde bureaucratie met mensen die zich hierin bijna sadistisch gedragen, om hun eigen plekje binnen de rangorde te verdedigen en bevestigen.
Door met je neus op die feiten gedrukt te worden op een absurde manier, wordt de lezer geprobeerd na te laten denken over deze cultuur. Ook wordt er een paar keer in het boek aangehaald dat dit in Europa net zo is, alleen mogelijk nog niet zo erg.
REACTIES
1 seconde geleden