Feitelijke gegevens
- 1e druk, 2011
- 192 pagina's
- Uitgeverij: L.J. Veen
Flaptekst
Een vader neemt zijn zevenjarige dochter mee op een zeiltocht, in twee dagen van Noord- Denemarken naar Nederland. Afgezonderd van de rest van de wereld horen ze meer dan ooit bij elkaar. Totdat er iets gebeurt dat hun leven totaal op zijn kop zet. Op zee is een spannende, wonderschone roman over ouders en kinderen en de angst om alles te verliezen. Over de genadeloos mooie Noordzee. En over een plan dat mislukt. Of toch niet?
Samenvatting
In het eerste hoofdstuk maken we kennis met de ik-verteller van deze roman. Hij is in een oude zeilboot (die Ismaël heet) op weg van Denemarken naar Terschelling. Het is de laatste etappe van een solo-zeilreis die Donald heeft gemaakt rond de Britse eilanden. Maar het bijzondere van deze laatste etappe is dat hij zijn vrouw Hagar ervan heeft kunnen overtuigen dat het leuk zou zijn wanneer zijn zeven jaar oude dochter Maria zou mogen meevaren van Denemarken naar Nederland. Eerst is ze er niet voor te porren, maar wanneer hij belooft dat hij goed op haar zal letten, geeft ze uiteindelijk toe. Het weer is niet al te best en Donald is bang voor onweer. Aangezien zijn dochtertje op dat moment ook wat bang oogt, besluit hij het eventuele noodweer op zee af te wachten. Dat is veiliger. Hij onderhoudt het contact met zijn vrouw Hagar via de mobiele telefoon. Om de telefoon tegen blikseminslag te beschermen, wordt die in de oven gelegd. De vuurtorenwachter van de Brandaris neemt ook contact met hem op: hij houdt de boot in de gaten, omdat hij stilligt bij een bepaalde boei. Donald antwoordt dat hij het slechte weer op zee afwacht.
Via een hoofdstuk met een flashback komen we te weten dat Donald een beetje vastgelopen is op kantoor. "Ik werkte er al vijftien jaar, en merkte dat mijn kantoorgenoten steeds jonger werden. Ik werd steeds ouder. De promoties waarop ik had gehoopt, bleven uit," deelt hij mee. Hij besluit om een sabbatical periode van drie maanden te nemen. Dat mag van zijn baas. Ook zijn vrouw vindt het prima. Donald verkeert duidelijk in een midlifecrisis en hij zal moeten nadenken over de zin van zijn bestaan, vindt ze.
Na enkele maanden solozeilen is hij in het Deense vissersdorpje Thyborøn aangekomen. Er is niet veel te doen, maar vandaar uit kan hij via een treinreis zijn dochtertje van het vliegveld ophalen. Hagar heeft haar immers op het vliegtuig gezet. In het havenplaatsje Thyborøn dat rustig maar ook saai is, wachten ze op het vertrek. Donald heeft zijn boot genoemd naar de hoofdfiguur van de bekende roman van Mellville, Moby Dick. Die vecht daar een verwoede strijd uit met de witte walvis. Ze varen de haven uit, de boot wordt gestuurd door Maria en ze worden nagewuifd door een vissersman die als een soort profeet reageert.
Op zee is Maria wel even bang dat ze zeeziek wordt. Ze hebben ooit een tochtje gemaakt toen Maria nog een baby was. Maar het weer was ook toen slecht geworden en Maria was gaan kotsen. Ze was toen al zeeziek geweest en ze is bang dat ze het nu weer zal worden.
Op zee gaan ze ook even zwemmen. Donald is eerst bang dat hij het trapje niet van de boot heeft neergelaten, waardoor ze niet meer aan boord zouden kunnen komen. Hij waarschuwt er zijn dochtertje voor.
Dan komt het verwachte drama. In hoofdstuk 18 merkt Donald dat Maria niet meer aan boord is. Ze is die nacht al twee keer uit haar bedje gekomen (een keer om naar de wc te gaan en een keer om te vragen of hij het overlevingspak wil weghangen, omdat ze dat eng vindt).
Hij raakt in paniek. Is ze overboord geslagen? Wat moet hij nu? De autoriteiten waarschuwen? Hij gaat in de oude rubberboot zitten die achter de zeilboot is vastgemaakt en denkt dat hij haar in het water ziet liggen. Maar het is een oude boei. De rubberboot loopt langzaam leeg en heeft moeite om aan boord te komen. Hij moet zijn opgeblazen reddingsvest ervoor lek prikken. Maar wanneer hij zich aanmeldt bij de Brandaris, ziet hij ineens dat Maria weer terug is. Waarschijnlijk was ze naar de wc gegaan, toen hij haar zocht en daarna toen hij in het water lag, weer gewoon gaan slapen. Hij is echt het zicht op de realiteit kwijt. Is Maria nu wel of niet aan boord?
Dan verandert het perspectief in hoofdstuk 24. In Harlingen staat Hagar met Maria op de kade op Donald te wachten. Hij is drie maanden gaan zeilen. Bij zich heeft ze de ontslagbrief van zijn kantoor. Hij is daar drie maanden afwezig geweest zonder zich af te melden. Maria heeft een tekening voor haar vader gemaakt. Ze verwachten de zeilboot nu elk ogenblik terug, maar wanneer Hagar contact opneemt met de havenmeester ziet die nog geen rood zeiljacht in aantocht. Ze nemen hun intrek in een hotelletje en ze denkt na over de soorten vaders die je hebt. Donald is er één van de onbezorgde soort. Maar het is daarnaast wel een beetje een 'loser'. Er lukt hem niet veel: het wordt tijd dat hij eens orde op zaken stelt in zijn leven.
Wanneer ze weer contact opneemt met de kustwacht, hoort ze dat ze 'een stilligger' hebben. Dat is de boot van Donald. Later meldt de man dat het jacht eraan komt.
Weer later ziet Hagar een gehavende boot de haven van Harlingen binnenvaren. Ook Donald ziet er slecht uit: hij is erg mager geworden. Donald zwaait naar zijn vrouw en kind.
Dit verslag gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
1 seconde geleden