Feitelijke gegevens
- 25e druk, 1979
- 252 pagina's
- Uitgeverij: Lemniscaat b.v. Rotterdam
Flaptekst
Dit is een ongewoon boek over de Tweede Wereldoorlog. De hoofdpersoon, de 14-jarige Arnold, is geen verzetsheld. Hij is zelfs niet tegen de Duitsers! Arnolds vader is ervan overtuigd dat hij volk en vaderland het beste dient door het nieuwe bewind te steunen. Hij is dus lid van de NSB en Arnold van de Jeugdstorm. Arnolds klasgenoten vinden dat niet zo vanzelfsprekend. Hij wordt voortdurend gepest en getreiterd, soms afgetuigd. Maar Arnold ziet niet in waarom hij fout zou zijn, want hij gelooft heilig in wat de partij propageert. Hij helpt Duitsers en geeft klasgenoten aan, ook al zit dat laatste hem niet lekker. Zo speelt hij de rol die zijn vader hem voorschrijft. Dan ontdekt Arnold dat het meisje op wie hij verliefd is ondergronds werk doet. En hij besluit tegen alle orders in te zwijgen. Nu komt hij helemaal alleen te staan: thuis kan hij geen open kaart spelen en zijn klasgenoten vertrouwen hem toch niet. Arnold beleeft een moeilijke en angstige tijd - zonder vrienden.
Eerste zin
Arnold had het niet beter kunnen zeggen. Met de rug tegen de schoolmuur zag hij de drie fors gebouwde jongens op zich af komen.Samenvatting
Dit boek gaat over de 14-jarige Arnold. Zijn vader is NSB-er en werkt op het gemeentehuis. Hij doet daar zijn best om burgemeester te worden. De vader van Arnold is een overtuigd NSB-er en doet zijn best de Duitsers goed te helpen.
Arnold zelf gaat naar de Jeugdstorm en steunt de Duitsers ook. Hij probeert goed te doen wat zijn vader hem opdraagt. Maar in zijn klas vinden zijn klasgenoten het vervelend dat hij een NSB-er is. Zo vervelend zelfs dat Arnold elke dag gepest wordt, vreemd aangekeken wordt en soms ook in elkaar geslagen wordt. Hij vertelt dit thuis, en zijn vader wil graag de namen weten van de jongens die hem in elkaar geslagen hebben. Eén daarvan is Martin Jonkers. Als Arnold de volgende dag op school komt, vraagt de leraar: 'wie weet waar Martin is?' Dat is voor het eerst dat Arnold het vreemde gevoel bekruipt dat zijn vader geen onschuldig werk doet op het gemeentehuis. Hij voelt zich daar naar over.
Arnold voelt zich erg alleen en gaat soms een stukje wandelen. Op een dag ziet hij Martin en een oudere vriend van hem een woonboot binnengaan. Als ze vertrokken zijn gaat Arnold even kijken. Daar ziet hij allerlei gestolen waar liggen, dingen waar de mensen veel voor over zouden hebben. Hij besluit eerst niets te zeggen tegen zijn vader maar chanteert hen door een briefje te schrijven dat hij geld wil om zijn mond te houden. Hij krijgt dat geld. Daarna wil hij nog meer gaan vragen en gaat op weg om een briefje onder de deur door te schuiven, maar dan staan Martin en zijn vriend Karel om het hoekje. Ze nemen hem gevangen en binden hem vast in de boot. Arnold weet bijna zeker dat het hun bedoeling is hem te vermoorden. Hij weet vrij te komen en vertelt alles aan zijn vader. Maar Martin en Karel hebben zelf de boot al in vlammen laten opgaan.
Ondertussen begint Arnold steeds meer te twijfelen aan de NSB beweging. Hij wil niet zomaar meer zijn pak van de Jeugdstorm aan naar school en probeert ook contact te zoeken met Marloes, een meisje uit zijn klas dat hij leuk vindt.
Arnolds vader wordt geen burgemeester, maar krijgt een nieuwe baan bij het distributiekantoor voor de bonnen voor eten en dergelijke. In zijn vakantie gaat Arnold daar helpen. Maar op een dag worden ze beroofd, onder bedreiging van verschillende pistolen. Er worden heel veel bonnen gestolen. Niet lang daarna is Arnold weer eens aan het wandelen wanneer hij opeens Marloes langs ziet fietsen. Hij volgt haar het bos in, waar hij haar ziet staan bij een boom. Haar band is lek. Hij knoopt een gesprekje met haar aan en wil haar helpen, maar Marloes is heel afhoudend. Dan valt haar tas op de grond, stapels bonnen vallen eruit. Arnold is helemaal verbaasd. Eerst houdt Marloes vol dat de bonnen echt van haar zijn, dat ze niet gestolen zijn. Maar al snel blijkt het dat ze wel gestolen zijn. Marloes beschuldigd Arnold van het volgen van haar op school en naar het bos, om te zorgen dat hij haar kon verraden. Arnold weet dat dit helemaal niet waar is en vertelt het haar. Ze is daardoor een beetje uit het veld geslagen. Ze spraken samen af dat Arnold het niet verder zou vertellen en daarna ging Marloes weg.
Als Arnold op een dag een boodschap moet doen voor zijn vader komt hij Martin en Karel weer tegen. Dit keer laten ze hem niet uit hun handen glippen. Arnold wordt wakker in het ziekenhuis met een steekwond en gebroken ribben. Hij wordt wel weer beter, maar moet er een tijd blijven.
Niet lang daarna wordt er nog iemand de zaal op gebracht; Jeroen. Arnold komt er al snel achter dat hij bij het verzet zit en dat hij neergeschoten is door de Duitsers, in zijn billen. Jeroen wordt al snel beter maar vlak voordat de dokter komt geeft de zuster hem een spuit waardoor hij heel erg gaat ijlen. Daardoor denkt de dokter dat hij nog heel lang moet blijven. Op de gang staat namelijk een Duitser met geweer te wachten totdat Jeroen meegenomen kan worden.
Arnold en Jeroen praten vaak met elkaar. Arnold begint anders te denken over de NSB-ers en de mensen van het verzet. Hij weet wat er zal gebeuren met Jeroen als hij uiteindelijk uit het ziekenhuis wordt ontslagen. Daarom bedenkt hij een plan. Zodra hij uit het ziekenhuis ontslagen is en hij alleen thuis is steelt hij het pistool van zijn vader uit het bureau. Hij neemt een blik met koekjes en legt het onderin. Dan gaat hij met kloppend hart en zwetende handen naar het ziekenhuis en zegt dat hij Jeroen wil bezoeken. De Duitser voor de deur krijgt zelfs nog een koekje. Hij geeft Jeroen de koekjes met het pistool. Arnold vraagt hem het hele verhaal aan Marloes te vertellen, zodat ze hem zal geloven. Niet lang daarna weet Jeroen uit het ziekenhuis te ontsnappen, de Duitser zit opgesloten in een kast.
Eind 1944 merken ze dat Duitsland het niet gaat winnen, de bevrijders zijn al over de grens. Voor de NSB-ers staat er een trein klaar waarmee ze kunnen vertrekken naar Duitsland. Arnold ziet de dampende locomotief het station binnenrijden. Opeens schiet er een gedachte door zijn hoofd die hij niet kan weerstaan. Tegen zijn ouders roept hij; 'ik moet nog even naar de wc, ik zie jullie wel weer!' Hij rent weg en duikt tussen de struiken langs de rails. Het duurt een eeuwigheid tot hij de trein hoort wegrijden.
Dit verslag gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
1 seconde geleden
R.
R.
Netjes geschreven en mooi uitgewerkt zeg! Ik geef je een 9,9 omdat er een spellingfout in staat :)
9 jaar geleden
AntwoordenK.
K.
Super netjes geschreven heeft mij goed geholpen! Zat wel een spelling fout in maar nog steeds een 10 is dit waard.
8 jaar geleden
AntwoordenT.
T.
ik vind dit makkelijk te gebruiken bij een boek verslag
7 jaar geleden
AntwoordenR.
R.
Is dit echt de kwaliteit van 'zeker weten goed'?
Ik heb in 10 minuten snel doorlezen al 3 spelfouten en meerdere foute obouwingen van een zin gezien.
7 jaar geleden
AntwoordenE.
E.
Volgens mij gaat het niet om de spellingsfouten, maar om de inhoud.
4 jaar geleden
A.
A.
bxb_19y ig daar moet je me op volgen. zo niet je vader ik geef deze recentie een 6.9
6 jaar geleden
AntwoordenE.
E.
Ik heb 3 thema's nodig voor mijn boekentoets😢
4 jaar geleden
Antwoorden