Feitelijke gegevens
- 7e druk, 2020
- 420 pagina's
- Uitgeverij: De bezige Bij
Flaptekst
- Velen kennen Bart Chabot. Als schrijver, als biograaf van Herman Brood of van tv. Maar wie kent Bart Chabot echt? Wie gaat er achter hem schuil? Pas wanneer hij in 2018 voor de zoveelste keer in het ziekenhuis belandt en de dood in de ogen kijkt, stelt hij zichzelf, na lang uitstel, deze vraag. Hij graaft naar zijn Haagse wortels en doorwroet zijn jeugd. Op nietsontziende en aangrijpende wijze doet hij vanuit zijn ziekenhuisbed verslag van een rijk doch getroebleerd leven. mijn vaders hand is een indringende en zeer persoonlijke roman, nuchter en met humor geschreven.
Eerste zin
De lente kwam vroeg dat jaar; zo vroeg dat ook de lente zelf het nauwelijks kon bijbenen.Samenvatting
Heden:
Op een dag komt Bart de verpleegster van zijn dementerende vader in de stad tegen. Ze vraagt of hij toch niet eens een keer zijn vader wil bezoeken. Dat doet Bart niet en later leest hij in de krant een overlijdensadvertentie van zijn vader. Hij gaat niet naar de crematie. Dan komt Bart in het ziekenhuis; hij heeft een bacteriële infectie aan zijn urinewegen. Hij vraag zijn vrouw Yolanda om pen en papier. Hij heeft nu de tijd om aan een boek over zijn jeugd te werken.
De verhouding met zijn vader:
- Bart krijgt vaak klappen als hij als kleine jongen de Rooms-Katholieke "Oefening van Berouw" niet goed genoeg kan opzeggen.
- of als hij een kanarie die ze hebben gekregen, laat wegvliegen
- of eieren laat vallen
- of door hem stiekem gekochte stripboeken op de winkeliersrekening laat opschrijven
- of gekregen duiven stiekem houdt in de schuur
- of bij het buitenspelen een heipaal omtrekt die op de auto van een burger valt
- of het Japanse lievelingsbeeldje van zijn vader met voetballen in de huiskamer in stukken schiet
Bart wordt zo vaak geslagen dat hij hoopt dat zijn ouders verongelukken
Hij wacht zijn vader een keer op met een mes, maar kan zijn plan niet ten uitvoer brengen
- is geen gelukkige combinatie
- op de basisschool zegt een meester na klas 6 dat hij 'hem nooit gemogen heeft'
- hij mag naar de HBS op het Aloysiuscollege, maar daar verknoeit hij het al vanaf het eerste moment; hij leest een brief van een leraar, wordt er uitgestuurd en krijgt drie dagen schorsing, die hij voor thuis verzwijgt. Hij vervalst een handtekening van zijn moeder, wat natuurlijk uitkomt.
- Bij het Mulo-eindexamen mondeling haalt Bart vier tienen; schrijnend is dat zijn vader hem niet wil geloven
- hij mag ook weer terug naar het Aloysius en later mag hij zelfs een klas overslaan
- hij gaat na zijn militaire dienstplicht Nederlands studeren
Bart en de meisjes/seks
- Bart logeert graag bij een tante en een nichtje (Noortje) in Haarlem. Daar is ooit iets geheimzinnigs gebeurd, waar Noortje later heel kwaad om blijft. Waarschijnlijk de eerste oefening met iets wat op seks lijkt.
- hij ziet de blote tieten van de tante (Wies) van een vriendje (Fons) die hem wel wil verleiden, hoewel hij nog heel jong is
- hij wordt misbruikt door een buurjongen (Frans) die hem heeft meegelokt om hem zijn treinen te laten zien.
- hij krijgt een Engels vriendinnetje (Marion) in Frankrijk, die later ook naar Nederland komt. Hij is vijftien als hij voor het eerst onbeschermd seks heeft. Ook heeft hij met haar seks in duinen van Scheveningen.
Zijn vader wordt consul voor Nederland in o.a. Vancouver, Karachi, maar erg succesvol lijkt dat niet.
- Ze komen terug naar Nederland en gaan in Doorn wonen. Bart heeft intussen een vrouw Yolanda gevonden (ze is huisarts)
- het contact met zijn vader blijft slecht. Zijn vader zet hem voor lul bij vrienden.
- Later komen zijn ouders weer naar Den Haag en ze wonen vlak bij het gezin van Bart
- Bart besluit hem nooit meer te zien. Hij mijdt hem een keer als hij hem op straat tegenkomt.
- Zijn moeder ziet hij bij toeval wel eens bij het boodschappen doen. Dan gedraagt ze zich ook niet leuk tegen hem .
- Vader is, zoals eerder vermeld, gestorven zonder dat Bart hem bezocht heeft. De crematie heeft hij ook niet bijgewoond
- Als moeder ziek en dement wordt, belt zijn zusje. Zijn moeder wil hem zo graag zien. Bart geeft toch toe nu en verzoent zich met zijn moeder.
- Zijn moeder sterft kort daarna, ze wordt gecremeerd wat allemaal geregeld wordt door zijn zus. Hij gaat nu wel naar de crematie en een deel van de familie is heel boos op hem. Hij ontmoet ook een nog steeds boze Noortje.
Heden:
Bart wordt heel ziek in het ziekenhuis. De bacterie in zijn urinewegen is resistent geworden. Na een tijdje gaat het wel weer wat beter, en hij mag naar huis. Maar zijn probleem met de urinewegen blijft en hij moet weer een pijnlijke behandeling ondergaan. Intussen hallucineert hij in het ziekenhuis over zijn vaders hand die hij boven de zee ziet uitsteken.
Dat motief is enkele keren in de roman voorgekomen: stenen van graven die bewegen, stenen die hij in een kerkdienst ziet verschuiven, zijn vader die zou kunnen terugkeren.
Personages
Bart
Bart is in het verhaalheden ongeveer 64 jaar als hij ziek wordt door een aandoening aan zijn urinewegen. In het ziekenhuis vraagt hij pen en papier om zijn jeugd te kunnen beschrijven. Tot die tijd heeft hij er tegenover zijn eigen vrouw en kinderen niet al te veel over willen loslaten. Hij lijdt als kind onder de harde hand van zijn vader, maar soms is hij natuurlijk zelf ook een jongetje dat de grenzen van wat mag en kan opzoekt. Hij is zeker niet zo braaf als zijn zusje die wel weet hoe ze met haar ouders moet omspringen. Maar dat de vader te ver gaat in zijn afstraffing, is ook duidelijk. Hij straft ook om het straffen. Verder toont hij weinig empathie bij de schoolloopbaan van zijn zoon. Die krijgt te maken met bijzondere en nare docenten en hij zegt soms dingen tegen hen die hij beter kan verzwijgen. Zo wordt hij vaak uit de les gestuurd, zijn de meeste leraren hem snel zat en heeft hij op de HBS maar één echte steunpilaar, pater Hoogma. De rest ziet hem liever gaan dan komen. Toch is hij in staat om het één nare leraar af te branden, de leraar Duits op de Mulo, Hogenelst. Bart lijkt naarmate hij ouder wordt, zich wat rustiger te gedragen. De tweede keer op het Aloysiuscollega gaat het best goed en hij gaat in Leiden Nederlands studeren. Met zijn vader komt het nooit meer goed. Ook op het verzoek van een verpleegkundige gaat hij niet in en hij mist de crematie van zijn vader. Hij heeft een paar jaar later toch wat meer empathie voor het verzoek van zijn zus die hem vraagt zijn moeder een bezoek te brengen. Er komt een soort verzoening tot stand en dat is voor alle partijen het beste.
Vader Chabot
Een hardvochtige man die openlijk uitspreekt dat hij nooit een kind als Bart ter wereld had willen brengen. Hij maakt hem voor alles en nog wat ("stuk verdriet") uit, slaat er hard op los en toont weinig belangstelling voor het schoolleven van zijn zoon. Ook later vertellen kennissen aan Bart dat het een vervelende man was. Hij wordt als Bart volwassen is consul van Nederland in het buitenland, maar maakt niet echt een glanzende carrière. Nadat ze terug zijn gekeerd in Nederland zien vader en zoon elkaar niet meer. Vader wordt dement en sterft in een verpleegtehuis.
Moeder
Ook de moederfiguur is niet echt hartelijk voor haar zoon. Ze volgt in vrijwel alles haar man wat de harde opvoeding betreft. Maar als de vader echt doorgaat en doorslaat, grijpt ze wel eens in om te voorkomen dat haar man Bart doodslaat. Ook zij toont weinig empathie, zet hem later tegenover winkelend publiek nog eens te kakken. Maar ook zij wordt dement en wil hem nog graag een keer zien. Deze keer stemt Bart er mee in. Moeder knapt daar korte tijd toch van op; er is verzoening tussen moeder en zoon , waardoor ze rustig kan sterven. Bart woont nu wel de crematie bij.
Quotes
""Barmhartige God..."begon ik. "Ik heb spijt van mijn zonden, omdat ik Uw straffen heb verdiend." Ik had de regel nog niet uitgesproken of ik kreeg een dreun op de rechterkant van mijn hoofd, vanaf de plek waar mijn vader geknield zat. "Opnieuw", zei hij, terwijl mijn oor nasuisde van de klap." Bladzijde 26
"Een steen verschoof. Ik betwijfelde of wat ik waarnaam voor mijn ogen was bestemd. Evengoed, wat ik gezien had kon ik niet onopgemerkt laten. Een steen die verschoof was een steen die bewoog, ongeacht wie er de hand in had." Bladzijde 30
""We hadden je nooit op de wereld moeten zetten, je moeder en ik. Kon ik het maar uitvlakken, die geboorte van je. Viel het maar terug te draaien." Het was alsof de Engelse hel van het bombardement jaren en jaren later nog nasmeulde in de woning." Bladzijde 86
""Ik zal er niet omheen draaien", zei mijnheer Cornelissen. "Het is geen geheim.... Ik heb jou nooit gemogen." De zes woordjes denderden door mijn hoofd." Bladzijde 138
"We kwamen dichterbij elkaar dan we sinds mijn geboorte waren geweest.Ze legde mijn hand op haar borst, bij haar hart en liet me niet meer los. Ze was mijn moeder en mijn hand was van haar. Haar bezit . Een eigendomsrecht dat ik niet bestreed." Bladzijde 361
""Jezus pap", zei Maurits verbaasd."Wat lijk jij sprekend op je vader!" "Rustig aan Mau", zei ik." Bladzijde 398
Thematiek
Vader-zoonverhoudingDe vader-zoonverhouding is het thema van deze roman. Vanaf de geboorte gaat het niet goed tussen vader en zoon. Hij zegt enkele keren in de roman dat hij hoopte dat hij nooit geboren was. Hij noemt zijn zoon 'een stuk verdriet'en ranselt hem enkele keren af. Zeker wanneer Bart iets uitgevreten heeft, want je zou hem natuurlijk ook een kwajongen kunnen noemen, die zijn bijbehorende streken heeft. Maar de handen van zijn vader zitten erg los. Wanneer Bart iets niet goed doet (De oefening van Brouw opzeggen) iets kapotmaakt, (de auto van de buurman) of duiven in de schuur houdt , weet zijn vader hem wel te vinden. Zijn moeder moet er vaak tussenkomen om te voorkomen dat zijn vader hem lichamelijk te veel pijn doet. Ook wanneer Bart op school faalt, krijgt hij nog wel eens slaag. Bart slaagt met vier tienen voor zijn Mulo-examen, maar erg enthousiast is zijn vader niet. Als hij maar niet over zijn cijferlijst heeft gelogen. Als zijn vader consul wordt maar na een aantal jaren weer terugkeert naar Nederland: (eerst naar Doorn en later weer naar Den Haag) besluit Bart het contact met zijn ouders te verbreken. Hij mijdt hem op straat, gaat niet meer op bezoek ook als hij dement wordt en leest de overlijdensadvertentie in de krant. Hij gaat niet naar de crematie. De familie neemt hem dat toch ook kwalijk. Met zijn moeder doet Bart het later toch anders.
Motieven
Schoolleven
De schoolopleiding van Bart is een bron voor mooie verhalen. Niet alleen op de lagere school, maar vooral op het Aloysiuscollege (een roemrijke Katholieke Middelbare school) en op de Mulo (omdat hij van school gestuurd wordt krijgt hij het aan de stok met leraren die ook de kennis van psychologie ontberen om het bijdehante jongetje de baas te kunnen. Sommigen hebben echt de pik op hem, maar op het Aloysius is er één pater (Hoogma) die nog wel in hem gelooft. Bart is natuurlijk niet dom, slaagt met hoge cijfers voor de Mulo en keert terug naar het Aloysius. Daar doet hij het zo goed dat hij uiteindelijk toch met een atheneumdiploma van school gaat en Nederlands mag studeren.
Kinderleed
Vanwege de door de vader structureel toegepaste kindermishandeling mag je wel spreken van kinderleed bij Bart.
Moeder-zoonrelatie
Ook de moeder van Bart was niet blij met zijn geboorte. Ze stond hem ook niet vaak ter zijde als hij ruzie had met zijn vader. Wel kwam ze enkele keren tussenbeide om te voorkomen dat Bart door zijn vader werd doodgeslagen. Ook als ze hem later tegenkomt, is ze niet aardig voor hem. Maar als ze ziek en dement wordt, wil ze graag dat hij op bezoek komt. Bart doet dat na een verzoek van zijn zus en het komt zowaar tot een verzoening tussen moeder en zoon. Hij is weliswaar niet bij het moment van sterven, maar hij heeft de laatste dagen van zijn moeder goedgemaakt. Hij is nu wel op de crematie. Sommige familieleden vinden dat niet gepast.
Relatie broer-zus
Barts zusje is twee jaar jonger, is een braaf kind en kan ook wel met Bart door één deur. Ze verraadt hem in ieder geval nooit, als hij weer iets heeft uitgevreten. Aan het einde van hun moeders leven haalt ze hem over zijn moeder toch te bezoeken in het verpleegtehuis. Ze regelt de crematie e.d.
Ziekte
Bart die al een hersentumor (brughoektumor in zijn hoofd) heeft overleefd, wordt flink ziek. Hij krijgt een ontsteking aan zijn urinewegen en dat gaat gepaard met hoge koorts. Hij ligt lang in het ziekenhuis en hij maakt van die periode gebruik om zijn jeugd te beschrijven.
Seksuele ervaringen en inwijding
In dit coming af age motief heeft Bart seksuele ervaringen . Spannende momenten (de tieten van Tante Wies), ongewenste ervaringen (het misbruik van zijn buurjongen) en de eerste seksuele genoegens (de eerste zoen, de eerste keer seks met een Engels meisje dat hem inwijdt in de liefde).
Dementie
Zowel zijn vader als moeder wordt dement en komen terecht in een verpleegtehuis.
De dood.
Zijn vader en moeder sterven allebei aan de ziekte van Alzheimer. Op school sterft een jongen en Bart is klassenvertegenwoordiger die de moeder van de jongen moet bezoeken. Met dit doodsmotief is het idee verbonden dat Bart enkele keren stenen op een graf ziet bewegen. Hij interpreteert die momenten alsof de doden weer zullen opstaan. Dat leidt uiteindelijk tot de fobische gedachte dat de as van zijn gecremeerde ouders via de Noordzee weer kan terugkomen in de toiletpot van zijn huis. Met veel smetvrees maakt hij de toiletpot meer keren schoon.
Het rk-geloof
Het gezin Chabot is Rooms-Katholiek. Ze bidden voor het eten en de kinderen moeten de Belofte van Berouw uitspreken. Niet leuk als je daarna stevig geslagen wordt. Ze bezoeken Katholieke scholen. In Den Haag is dat het Aloysiuscollege dat een sterke Katholieke uitstraling had. Paters verzorgden daar vaak de lessen en in de directie zat ook pater Hoogma. Der moeder van Bart ging altijd naar de kerk, expres te laat zodat ze kon opvallen. Maar nadat vader Chabot heeft gehoord dat een kapelaan in het buitenland reisjes maakt met een vrouw, gaat hij niet meer naar de mis. Bart vindt dat niet zo heel vervelend.
Motto
"Jeugdvoorvallen komen als lijken bovendrijven."
- Gerrit Achterberg-
Titelverklaring
"Mijn vaders hand" is een verwijzing naar de harde hand waarmee Bart Chabot in zijn jeugd door zijn vader werd aangepakt. Die harde hand is de symbolische weergave van de slechte vader-zoonrelatie.
Structuur & perspectief
De roman is onderverdeeld in 51 hoofdstukken, waarin het heden (een acute ziekenhuisopnae van de verteller in 2018) steeds wordt afgewisseld met verhalen uit de jeugd van de schrijver die in 1954 geboren werd. De eerste verhalen komen dan ook in de vroege zestiger jaren. De meeste verhlen lopen tot het moment dat Chabot de middelbare school verlaat.
Er is een ik-verteller, de schrijver van deze autobiografische roman, Bart Chabot. Hij kijkt als achteraf-verteller naar zijn jeugd en doet dit literair gezien als hij in het ziekenhuis is opgenomen met urinewegenproblemen.
Decor
Het belangrijke decor is Den Haag, waarbij vooral de symbolische ruimtes een Haags ziekenhuis, een Haagse HBS (het roemruchte Aloysiuscollege) en een Haagse Mulo-school zijn.
De eerste tijdlijn van het verhaal is ongeveer in 1960, wanneer Bart op de lagere school zit. De verhaallijn loopt door tot hij in dienst gaat en dan is het ongeveer 1974. Daarna wordt er wel een groot aantal jaren verdicht, totdat zijn vader en moeder (na een ambtelijke carrière van zijn vader in het buitenland) weer naar Nederland komen. Maar de laatste twintig jaar kijken vader en zoon niet meer naar elkaar uit. In 2018 komt Bart Chabot met een gemene bacterie in het ziekenhuis te liggen.
Stijl
De stijl van Bart Chabot is heel helder en heel eenvouddig om te lezen, Chabot is de geboren entertainer op het podium en dus ook een geboren verhalenverteller. Dat maakt het boek extra leuk om te lezen en hoewel hij door zijn vader wordt afgetuigd, blijft hij de glimlach en ironische (soms sarcastische) humor gebruiken. Hij heeft het verleden dus wel allemaal goed verwerkt.
De metaforen en de ironische opmerkingen zijn echt die van een Haagse stadsjongen.
(blz. 42) "Hoe was het mogelijk dat mijn zus en ik ter wereld waren gekomen? Het moest haast om een ongelukje gaan, of ongelukjes. Mijn ouders hadden nooit ouders moeten worden en kinderen krijgen. Nu zaten ze met twee gebakken peren.
(blz. 73) "Mijn zus sprong veel behendiger met onze ouders om dan ik. Zij wipte van ijsschots naar ijschots en hield droge voeten."
(blz. 130) We mochten een schep aarde op het deksel van de kist gooien, wat ik tegen mijn zin deed. Toen het zand met een plof op het deksel landde, bekroop me het gevoel dat ik oma een schop nagaf. Ik solliciteerde naar een gele kaart. Oma was al overleden, en dan deed ik er nog een schepje bovenop."
(blz. 260) DE zwaarste schaal, die met de gekookte aardappelen, wiebelde en neigde er heel even toe als een helikopter van tafel op te stijgen, en de juskom leek dat voorbeeld te willen volgen. Zo werd het toch nog gezellig aan tafel. Ik ging er eens goed voor zitten.
(blz. 316) "Ik week af van de rest. Sommigen van de rest piktyen at niet, die wensten je het liefst van de aardbopdem af. Ik wiste mezelf als schoolbordkrijt uit. Zo kwamen we nergens."
(blz. 383 Bij de crematie van zijn moeder) "Ik begon me meer en meer op mijn gemak te voelen en wist waarom ik met mijn familie had gebroken. Oude wonden scheurden open. Met die familie van mij was het goed toeven. Dat moesten we vaker doen, een familiereünie."
(blz. 392) "Dat is mooi om te horen, Sebas, dat doet mer deugd. Maar mag ik vragen, waar belde je nu eigenlijk obver?
"Ik hou van je, pap."
"Geeft niks, jong", zei ik, "Dat gaat vanzelf weer over."
Slotzin
Mijn mobiel ging. Yolanda wilde weten waar ik bleef.Beoordeling
De roman van Bart Chabot is ondanks de bizarre vader-zoonrelatie een vermakelijk boek. Dat klinkt gek. Natuurlijk is er sprake van fysieke en geestelijke kindermishandeling en de vader is een nare man. Je kunt er als lezer begrip voor opbrengen dat een zoon wil breken met zo'n man. En toch lijkt de roman op zich geen poging tot wraak of vergelding op de ouders van Chabot. Eigenlijk blijft het verhaal ondanks de mishandeling aan de luchtige kant. Dat is natuurlijk te danken aan de schrijfstijl van entertainer Bart Chabot. Hij is een geboren verhalenverteller en geeft het relaas van zijn harde opvoeding, zijn onplezierige schoolleven en zijn aantrekkelijke coming of age een mooie, humoristische lading mee. Daardoor blijft het een boek waar je door heen raast.
Ook voor scholieren is het een heel leuk boek om te lezen. Het boek telt weliswaar meer dan 400 bladzijden, maar de indeling in 51 korte hoofdstukken en een ruime bladspiegel zorgt ervoor dat je het toch vrij snel kunt lezen. Qua inhoud zal het jonge lezers niet teleurstellen. Niet alles hoeft trouwens even literair te zijn. Aan dit boek zullen scholieren plezier beleven en ik zou docenten willen oproepen het op alle niveaus in het VO toe te staan om op de lijst te zetten.
Leestip.
Het is natuurlijk een veel voorkomend thema in de Nederlandse literatuur. Wat dat onderwerp betreft heeft Chabot veel voorgangers. Soms zijn die boeken heel wraakuzchtig, maar soms ook bewonderend.
Als je je literatuurlijst thematisch wil samenstellen, heb je een ruime keuze bij de vader-en zoonrelatie in onze literatuur.
Klassieke boeken zijn:
F. Bordewijk - Karakter
Maarten 't Hart - De aansprekers
Jan Wolkers- Kort Amerikaans
Modernere versies zijn o.a. :
Alex Boogers - Alleen met de goden
Edzard Mik- Mont Blanc
Ronald Giphart- Harem
Nico Dijkshoorn- Nooit ziek geweest
Hugo Borst -Over vader en zoons (verhalenbundel)
Robert Vuistje - Beste Vriend
Recensies
"Het is niet verwonderlijk dat het ook op school niet goed gaat. Chabot beschrijft zijn ‘carrière’ op het Aloysius College (AC) humoristisch. De strenge rector Holleman heeft hij tegen, terwijl de wanhopige conrector pater Hoogma (‘Moeder Maria, wat moet ik met deze jongen?’) hem de hand boven het hoofd houdt. De tirannieke gymdocent Franssen en de norse economieleraar Palstra verschijnen in een bijrol (ik noem ze even voor de mede-oud-AC’ers onder de lezers). Chabot wordt uiteindelijk ‘verwijderd’ en overgedaan aan een grauwe mulo, maar wel met de toezegging dat hij later mag terugkeren. En zo zal het ook gaan." https://www.denhaagcentra...-tegelijk/
"Per aspera ad astra, denk je bij het lezen van zijn levensverhaal en hoewel hij het hier en daar ook met onderkoelde ironie doet, is dit toch een serieus en geloofwaardig relaas, waarin hij ook zichzelf niet spaart. Op zeker moment denkt hij ‘ík deug niet, er is iets mis met mij’, tot hij erachter komt dat er iets mis is met zijn ouders en hij met ze breekt. ‘Afschuwelijke mensen, je ouders’, zegt iemand later tegen hem en dat is ook het beeld dat blijft hangen." https://www.trouw.nl/rece...~b4824e70/
"Mijn vaders hand is opgebouwd uit korte hoofdstukken waarin, meestal vertellend vanuit het ziekenhuisbed, teruggegaan wordt naar enkele anekdotes uit de jeugd. Dat heeft een wat vervreemdend effect, want de ene akelige anekdote buitelt over de ander (alsof het thuis al niet erg genoeg is, wordt de jonge Bart ook nog gepest op school, door leerlingen en leraren). Wat ontbreekt is enige reflectie van de oudere Chabot over wat er allemaal gebeurd is" https://www.tzum.info/202...ders-hand/
"n die zin is het dus geen verwerkingsboek. Er wordt juist naar die ravijnen teruggekeken, ook al weet de auteur dat het hem niets gaat opleveren. Volgens Chabot is hij geen man van rancune, maar het is lastig om het boek niet te zien als een soort afrekening met zijn ouders en andere personen (ook al zijn die volgens de disclaimer louter fictief). Daarvoor is het boek te gedetailleerd. Natuurlijk heeft Chabot alle recht om over zijn jeugd te schrijven, maar het is de vraag of er op deze manier een heel boek aan gewijd had moeten worden." https://www.hebban.nl/rec...aders-hand
Geschreven door Cees
Ik heb verreweg het grootste deel van mijn leven voor de klas gestaan. Eerst vijf jaar op een basisschool, daarna veertig jaar op diverse scholen voor voortgezet onderwijs: havo en vwo, onder- en bovenbouw. Ik vond het destijds mijn taak om de verouderde en 'afgezaagde' literatuurlijsten voor Nederlands te vernieuwen en mijn leerlingen kennis te laten maken met nieuwe en/of jonge schrijvers. Lezen kan namelijk ook gewoon leuk zijn. Docenten kunnen je met het aanprijzen van leuke en/of spannende boeken enthousiast maken. Stukken die interessant zijn, voorlezen in de klas. Kort vertellen waarover een boek gaat. Ik heb nu ruim 1460 verslagen gemaakt, waarvan een heleboel Zeker-Weten-Goed-verslagen. Er staan vragen over de inhoud aan het eind om je te laten zien of je het boek begrepen hebt.
Bij Scholieren.com probeer ik daarom zo veel mogelijk boeken van nieuwe schrijvers te bespreken. Ik hoop altijd dat de 'moderne leraar Nederlands' het zijn leerlingen toestaat om de wat minder bekende schrijvers ook op de leeslijst te zetten. Uittreksels maken vond ikzelf vroeger helemaal niet leuk. Ik kocht daarom ook uittrekselboeken. (Bijvoorbeeld Literama, Apercu, Der Rote Faden) Nu maak ik zelf boekverslagen voor scholieren.com. Nog een gemeend advies: wees verstandig en lees altijd wel het boek. Dan kan een boekverslag op scholieren.com een een prima geheugensteun voor je mondeling zijn.
En geloof me, docenten kunnen vanwege tijdgebrek ook niet alle boeken lezen die jaarlijks verschijnen; zij raadplegen daarom ook wel de boekverslagen die scholieren.com levert.
REACTIES
1 seconde geleden