Feitelijke gegevens
- 1e druk, 2025
- 300 pagina's
- Uitgeverij: Lebowski
Flaptekst
Judith woont samen met haar moeder in een flat van de kerk. Ze zit in haar eindexamenjaar en wil graag naar het conservatorium. Op haar cellodocent na, komt Judith alleen maar in contact met strenggelovige mensen: op haar evangelische school, in de kerk of bij de Alpha-cursus. Totdat ze bij de snackbar Dorian ontmoet en haar hele wereld op z'n kop wordt gezet. Deze eerste grote liefde ontketent een strijd tussen intuïtie en het verlangen om bij de gemeenschap te horen. De grens tussen religieuze extase en waanzin wordt flinterdun, terwijl Judith zich haar toekomst probeert voor te stellen.
Eerste zin
Ik moet hiermee ophouden. Als ik in slaap val en Jezus terugkomt, mag dit niet het laatste zijn. Ik trek het kussen onder me vandaan, net voordat mama de deur opent. Het licht van de overloop valt mijn kamer in. ‘Slaap je al?’ fluistert ze. Ik maak een geluid waarvan ik hoop dat het zo klinkt. Morgen heb ik een toets. Mijn wekker gaat om vier uur.Samenvatting
Judith Boonzaaijer (17) woont bij haar ongehuwde moeder Heleen. Judith zit in het eindexamenjaar Havo. Haar moeder is twee keer zo oud als zij. Die werd op haar 16e jaar zwanger van een getrouwde ouderling uit de kerk. Ze deed daarvoor in de kerk in het openbaar boete. Ze is daarna altijd alleen gebleven. Ze heeft een merkwaardige hobby: ze wil voor de mensen goed doen en kookt soep voor allerlei zielige figuren in en buiten hun dorp.
Judiths vriendin op school is Lottie. Ze zit ook samen met klasgenoot Ruben op de Alpha-cursus gegeven door kerkmensen: als Hendrik Jan (die ook een geaccepteerde homo is) Judith is wel gelovig, maar op een zeker ogenblik begint ze te twijfelen aan of ze het wel allemaal goed doet met betrekking tot het geloof. Dat gebeurt o.a. wanneer ze het vlotte meisje 'van de wereld' Dorian in een snackbar ontmoet. Fysiek is zij erg aantrekkelijk.
Judith vindt zichzelf niet de ideale gelovige; je kunt het als mens eigenlijk nooit goed kan doen in vergelijking met een God die voor 'jou gestorven' is. Voor haar loopbaan twijfelt ze tussen pabo (net als haar moeder juf worden) en conservatorium. Haar cellolerares Paula vindt dat ze haar eigen zin moet doen. Judith wil daarom el auditie doen voor het conservatorium. Ze oefent met Paula met een werk van Bach.
Op school maakt ze in de les kennis met de evangelische docenten die in achterstevoren gedraaide popmuziek duivelse teksten horen. ( bijv. in "Starway to Heaven") Ze heeft ook last van de slang die denkbeeldig in haar buik rondzwerft. Judith ziet het als een symbool van het kwaad. (vgl. de slang in het scheppingsverhaal) Ze is toch ook verliefd op Dorian, maar als ze uitgaat met Lottie en Ruben, drinkt ze sterke drank en wordt dronken. Ook niet iets wat strookt met haar Godsbesef.
Een stevige tegenvaller is dat ze zakt voor het eindexamen Havo en ze zoekt meteen Dorian op om troost te vinden. Ze zal nu naar het VAVO gaan, maar gelukkig wordt ze wel aangenomen bij de vooropleiding van het conservatorium.
Ze zoent weer met Dorian en krijgt daar een heel goed gevoel over, terwijl ze eigenlijk geen seksuele gevoelens mag hebben. Kort daarvoor heeft ze de lichamelijke toenadering van Ruben afgewezen, die haar meteen 'een pot' noemt.
Als ze gevoelens van God in haar eigen lichaam ervaart tijdens een cursus in het zomerkamp en als ze die gevoelens uit, willen de leiders (o.a. Hendrik Jan) het niet geloven. Ze denken dat het juist de duivel is, die in Judith is gevaren. Ze moet uit het kamp en haar moeder moet haar komen halen.
Er komt een verwijdering tussen Lottie en Judith. Lottie, Ruben en een ander (all-inclusive) meisje gaan naar Parijs, maar worden daar beroofd. Judith vindt dat het haar schuld is. God had juist haar moeten straffen en niet haar klasgenoten.
Als ze later weer bij Dorian is, ervaart ze dat de lichamelijke liefde een soortgelijk gevoel opwekt als de keer toen ze de Heilige geest in haar lichaam voelde. Dat is wel verwarrend voor haar. Het komt dus meer voor dat ze seks met elkaar hebben. Dan weer voelt ze dat het niet goed is wat ze doet, en laat ze Dorian weer even los. Toch komen ze weer bij elkaar. Dorian is eigenlijk haar toevluchtsoord: zij wil Judith helpen in haar geloofscrisis. Ze wendt zich tot de officiële hulpverlening. Judith krijgt kalmerende middelen (oxazepam). Ze vindt het een heilig ding dat ze slikt.
Dan weer vlucht ze naar haar moeder, die haar als in een cocon wil beschermen. Ze sluit zich in de badkamer op en haar vraagt aan de deur: "Judith, ben je anders?" Ze bedoelt lesbisch.
Maar weer in een bui van waanzin vouwt ze 's nacht haar handen om de keel van Dorian. Die onderneemt onmiddellijk actie, en meldt haar bij de crisisdienst. Daar wordt ze voorlopig opgevangen en met pillen kalm gehouden. Ze heeft het niet naar d'r zin. Ze komt op een wachtlijst voor psychotherapie. Daarna mag ze weer naar huis.
Judith speelt cello bij een happening in Amsterdam van de stichting die abortus probeert te voorkomen. Heleen vertelt haar eigen verhaal en zegt dat Judith in de zaal zit. Die loopt daarna naar buiten (in gedachte met Dorian); een zwerver vraagt haar om geld. Ze zegt dat ze muziek zal spelen en als er geld van omstanders komt, zal ze het aan hem geven. Tijdens het spelen op haar cello voelt ze zich gelukkig. Het lijkt erop dat Judith toch de bevrijding heeft gevonden waarnaar ze zocht.
Personages
Judith Boonzaaier
De 16-jarige Judith is opgegroeid zonder vader. Hij was namelijk ouderling in een kerkgemeente en had de 16-jarige moeder van Judith, Heleen, zwanger gemaakt. Ze wilde geen abortus ondergaan. Door de kerk werd ze in een onderkomen gebracht. Heleen is erg gelovig gebleven en zit ook in een gelovige omgeving. Ze beschermt haar dochter, die in het eindexamenjaar Havo zit. Eigenlijk ook verstikkend. Judith mag op zondag niet eens voor school werken. Ze kan daar niet tegen. Ze zit bovendien op een evangelische school, waar de visie van God op de wereld luid en duidelijk aan de leerlingen wordt verteld. Haar wereldbeeld verandert, wanneer ze in contact komt met de ongelovige Dorian. Die opent haar ogen en een andere vrouw die een belangrijke rol speelt in haar periode van coming-of age is Paula, haar cellolerares. Wanneer Judith onbevangen op haar cello kan spelen, voelt ze zich het meest gelukkig. Tegelijkertijd voelt ze schuldig, omdat ze niet aan de normen van haar grote voorbeeld Jezus kan voldoen. Die is nota bene voor de mensheid gestorven. Dat levert Judith psychische problemen op en ze krijgt het nog moeilijker, nadat ze voor het eindexamen is gezakt en dus niet meteen naar het conservatorium kan.. Ze kerft zich met een zakmes en hoewel ze een seksuele relatie met Dorian heeft gekregen, zakt de bodem ook onder haar voeten weg. Ze wordt een een paar dagen opgenomen in de crisisbegeleiding, maar voor het verdere herstel moet ze op een lange wachtlijst komen. Kalmerende middelen moeten haar geest rustig maken. (Kleine Heilige dingen?) Aan het einde van de roman toont ze wat meer empathie voor haar moeder en er is een basis (ook met Dorian) om het leven te aanvaarden.
Heleen
Heleen is de beschermende moeder. Ze heeft min of meer een traumatische jeugd gehad. Ze beseft niet zo goed dat het een beklemmende factor voor Judith is. Heleen begeeft zich vaak in het gezelschap van Hanneke, die zich een taak heeft gegeven om mensen te bekeren. Ook dat is voor Judith moeilijk. Haar moeder vindt het uiteraard niet leuk dat ze bij het uitgaan naar een danszaal dronken wordt. Aan het einde van de roman lijkt het wel wat beter te gaan tussen moeder en dochter.
Dorian
Dorian lijkt een paar jaar ouder dan Judith. Ze heeft namelijk al een relatie achter de rug en en studeert aan de kunstacademie in Utrecht. Ze is zelf niet gelovig, maar heeft wel respect voor de ideeën van Judith. Literair technisch gezien is ze de helper. Ze ziet dat Judith in een geloofscrisis is beland en ze brengt haar naar de crisisdienst. Dat is misschien wel de redding van Judith. Net als de rol van Paula en de rol van de muziek.
Quotes
"Mijn school is een oud gebouw waar weleens een raam uit valt wanneer je ertegenaan leunt. Daar is maar één keer iemand door gewond geraakt, dankzij de engelen. Volgens onze godsdienstleraar Van Doornspijk houden ze de wacht rondom het schoolplein. Uit respect mag je niet op het plein roken. Je moet een bruggetje over of in ieder geval het hek door. (Judith op de evangelische school)" Bladzijde 11
"We buigen ons naar elkaar toe en vouwen de handen, doen alle bei onze ogen dicht. Ik begin te zweten. Mijn huid tintelt. Nog voor Van Vulpen iets heeft gezegd, voel ik God afdalen en komt hij bij ons in de kinderhoek. Ik kijk door mijn wimperharen heen en zie een glanzend zilvervisje over de vloer schieten. (Ze bidt samen met de eigenaar van de boekwinkel)" Bladzijde 90
"Uit mijn bureaula pak ik mijn Opinel. Ik klap het mes in en uit, leg de punt tegen mijn arm aan en trek een streep. Ik doe het nog eens, steeds dieper, tot ik huid van huid splijt. Ik kreun. Ik pak mijn gymshirt met Tweety erop om de snee te deppen. (Judith snijdt zich meteen zakmes)" Bladzijde 121
"Mijn hart klopt mijn kaken overstuur, pompt mijn buik, mijn borst, mijn heupen. Ik word overspoeld door hetzelfde gevoel als in de nacht met God en moet bijna huilen omdat ik dacht dat het kwijt was. Ik kan niet geloven dat dit slecht is. Ik kan niet geloven dat God dit verbiedt. (Dorian kust Judith)" Bladzijde 204
"Het ministry team staat zoals altijd klaar naast de tafelvoetbaltafels. Als je geraakt wordt door de Heilige Geest kun je naar ze toe lopen en gaan ze voor je bidden. Volgens mij hoopt iedereen dat de gymleraar je zijn handen oplegt, maar we weten ook allemaal dat er iets gaande is tussen hem en Marjet uit de zesde klas. (tekst bij de diploma-uitreiking)" Bladzijde 242
"Ze bestudeert haar vingers, krabt nerveus in de holletjes tussen haar vingers. ‘Judith?’ vraagt ze uiteindelijk. ‘Ben jij anders?’ (Moeder vraagt of ze lesbisch is)" Bladzijde 263
Thematiek
GodsdienstJudith is door haar moeder gelovig opgevoed, met God in haar nabijheid, maar ze voelt zich ook verantwoordelijkheid voor dingen die ze niet goed kan doen in vergelijking met dat wat Jezus voor de mensheid heeft gedaan. (nl. sterven aan een kruis). Ze vindt dat ze tekort schiet in haar taak als christen en heeft er een schuldgevoel over. Ook twijfelt ze aan de aanwezigheid van de slang in haar buik, waarnaar ze steeds verwijst. In de Bijbel is de satan toch de metafoor die daarbij past. Als een echte puber wordt Judith ook aan verleidingen blootgesteld: uitgaan naar een disco, drinken van alcohol en dronken worden, ontdekken van een ontluikende seksualiteit ook nog met een wereldse jonge vrouw. Die worsteling met het geloof is niet gemakkelijk, omdat ze in veel gevallen omringd is met mensen die streng gelovig zijn (de Biblebelt) en op de evangelische school toch wel wat enge mensen om zich heen heeft. Docenten die het allemaal zo goed weten, maken het verhaal van Judith een zoektocht naar bevrijding. Daarin spelen de ongelovige Paula en de cello een cruciale rol, maar ook niet-heilige dingen als de liefde voor en de seks met Dorian zijn voor Judith belangrijk. In de slotpassage lijkt alles toch goed te komen en is er hoop voor de vertelster: de relatie met haar moeder is verbeterd, ze heeft een lieve vriendin (weliswaar niet gelovig) en het bespelen van de cello.
Motieven
Automutilatie
Judith snijdt zich met een zakmes in haar onderarm.
Homoseksualiteit
Judith is 'van de vrouwen'. Ze heeft sterke gevoelens voor Dorian, het niet gelovige meisje. Toch heeft ze seks met haar en dat brengt haar in verwarring. God zal dit fijne gevoel toch niet kunnen afwijzen. Hendrik Jan is voorganger in de kerk: hij is homo en de kerk accepteert dat. Maar dat betekent ook dat hij altijd partnerloos zal blijven.
Ongewenst zwanger / seksualiteit / abortus
Heleen, de moeder van Judith, heeft als puber een seksuele relatie gehad met een ouderling uit de kerk. Hij was getrouwd en toen zij zwanger bleek te zijn, moest ze een openbare schuldbekentenis doen in de kerk. Niet de getrouwde ouderling, maar zij was schuldig. Hoewel Heleen van alle kanten werd gewaarschuwd voor de reacties van de kerkelijke omgeving, besloot ze toch Judith geboren laten worden. In het slothoofdstuk spreek Heleen jonge mensen toe: haar boodschap is dat abortus geen goede oplossing is voor een ongewenste zwangerschap.
Schoolleven
Judith zit op de evangelische school. Daar wordt wel heel veel aandacht besteed aan God en diens onfeilbare boodschappen die hij af en toe in de hoofden van de docenten stopt. Niet alle leerlingen nemen die boodschappen serieus. Ruben bijvoorbeeld wil nog wel eens tegen de opvatting van vooral leraar Van Doornspijk ingaan. Lottie daarentegen is een volgzame leerling die het geloof hoog heeft zitten. Met Judith gaat het niet goed op school. Ze zakt voor het eindexamen door o.a. een onvoldoende voor aardrijkskunde. De diploma-uitreiking is daar op school een godsdienstige happening. (Opstaan voor God)
Muziek
De cello is voor Judith alles. Ze krijgt les van Paula, eigenlijk het personage in haar omgeving dat niet in God gelooft. Toch is Paula de stimulans voor Judith om na de havo naar het conservatorium te gaan. Judith houdt van klassieke muziek, en vooral van Bach. In de muziek kan ze zich helemaal onderdompelen en voelt ze zich van alle (godsdienstige) zorgen bevrijd. In de slotpassage van de roman speelt Judith op haar cello voor een zwerver. Ze voelt daarbij een stuk bevrijding. Muziek is een deel van haar leven. Enigszins wereldvreemd is toch dat een aanstaande conservatoriumleerling bij het muziekexamen op de Havo niet weet wie Lady Gaga is. ( De leraar heeft tijdens zijn lessen nooit over popmuziek gesproken blijkbaar? Dat is wel vreemd, als je muziek in je vakkenpakket hebt.)
Alcohol
Als Judith met Lottie en Ruben naar een soort disco gaat, wil ze wel dansen en bacardi-cola drinken. Ze raakt dronken en ze heeft de volgende zondag een stevige kater en een schuldgevoel. Tijdens het uitgaan denkt Judith aan het moment dat ze Lotte kort ervoor in het zwembad heeft ondergedrukt.
Kalmerende middelen
In een heftige periode van haar leven , waarin Judith gevangen zit tussen God, de duivel en haar geliefde Dorian, raakt ze in verwarring. Ze ziet wanen, ziet bijvoorbeeld God uit de vloer opkomen. Dan weer krijgt ze te maken met Ruben, die wel met haar wil zoenen, dan weer wordt ze aangetrokken tot het ongelovige vriendinnetje. Dan weer wordt ze ingekapseld door haar heel aanwezige moeder. Ze raakt in een psychische crisis en Dorian regelt dat ze over kalmerende middelen kan beschikken. Ook wordt Judith tijdelijk in een crisisopvang opgenomen als ze in een psychose zit..
Schuldgevoel
Judith heeft vaak schuldgevoelens: gelooft ze wel genoeg, heeft ze zondige gedachten over Dorian, mag seks wel, luistert ze meer naar de satan (de slang die in haar worstelt en af en toe naar boven komt.)?
Vriendschap
Lotte is Judiths beste schoolvriendin. Toch heeft ze een keer de neiging om haar onder water te duwen, een gedachte die ze duivels vindt. Ze hebben ook wel een paar keer ruzie: Lottie vraagt haar bijvoorbeeld niet mee naar Parijs. Ook is er een vorm van vriendschap met Ruben, maar hij is een jongen die verkering met Judith wil met alles op en eraan en af en toe fysiek iets te ver gaat. Ze heeft immers seksuele gevoelens voor Dorian. Als Ruben het begrijpt, noemt hij haar meteen 'een pot."
Moeder-dochterrelatie
Judith wordt alleen door haar moeder opgevoed: ze is het kind van een buitenechtelijke relatie. Hij was ouderling in de kerk (een soort vice-dominee in de protestantse kerk) Heleen moest destijds boete doen in de kerk, de man gaat vrij uit. Moeder is erg beschermend voor Judith. Dat is wel begrijpelijk, als je een meisje alleen opvoedt, maar het is erg benauwend voor Judith. Ze mag niet veel, op zondag helemaal niets, zelfs niet leren voor school. Ze gaat op zondag ook met haar moeder naar de kerk. Haar moeder omklemt haar ook fysiek en dat vindt Judith geen prettig gevoel. Het dieptepunt in haar relatie is dat Judith zegt dat haar moeder destijds beter abortus hadden kunnen doen in plaats van haar geboren te laten worden. Maar als ze met haar moeder een happening van de stichting voor het Ongeboren kind in Amsterdam bezoekt en er min of meer deel van uitmaakt, voelt ze zich toch bevrijd.
Liegen
Judith liegt enkele tegenover haar moeder. Als ze 's nacht niet thuiskomt, zegt ze dat ze bij muzieklerares Paula is geweest of dat ze bij haar vriendin Lottie slaapt. Maar eigenlijk brengt ze de nacht door met Dorian. Dat liegen bezorgt haar weer een schuldgevoel. Voor God mag je natuurlijk niet liegen.
Motto
‘Je kunt een partituur analyseren, de structuur vinden en de noten perfect uitvoeren.
Wanneer dit proces zich verinnerlijkt, groeit de muziek uit tot een prachtige vogel,
maar wel een die opgesloten is in een kooi. Het gaat erom dat je het dier leert vliegen.’
Anner Bijlsma
Titelverklaring
De roman gaat vooral over godsdienst en de manier waarop Judith daarmee omgaat. Ze twijfelt aan God en over de duivel. Toch staat de titel niet letterlijk in de tekst. Er is wel een citaat dat er 'dicht bij komt.'
Op blz. 259 staat namelijk: Ik leg de pam op mijn tong. Mijn torkvong, vorktong, ik klak en klik. Tam pam pam. De pam is het lichaam van Jezus, zo eerbiedig als mijn moeder dat in de kerk doet, breng ik dit heilige ding naar mijn mond. Neemt en eet en gedenkt en gelooft. Mijn tong is een gesel, ik sla de pil tot gruis.
Een pammetje is niet zo groot. Als Judith in die fase van haar leven niet meer weet wat ze moet doen: kiezen voor God of kiezen voor Dorian of kiezen voor de muziek, verkeert ze in een crisis. Ze krijgt oxazepan voorgeschreven om weer te kunnen functioneren.
Overigens: in het totaal van de inhoud van de roman kan ik de titel niet erg goed plaatsen. "Kleine heilige dingen" lijken me voor Judith juist heel grote heilige dingen. De kleine heilige dingen lijken eerder op het lijf van Dorian geschreven. Die heeft geen probleem met de religieuze gevoelens van Judith.
[Opm. Wie op internet zoekt, ziet wel teksten van religieuze voorgangers waarin kleine dingen/uitingen en ervaringen in verband worden gebracht met de Heilige Geest.]
Structuur & perspectief
De roman heeft 75 relatief korte hoofdstukken. Die zijn genummerd, maar hebben geen titel. Vrijwel alle hoofdstukken staan in chronologische volgorde. Er zijn geen grote hoofdstukken die de chronologie naar andere tijdlagen doorbreken: Soms zijn er wel wat korte terugverwijzingen: naar het huis waar haar moeder toen ze zwanger was, is opgevangen,naar de godsdienstige leraren op de evangelische school, naar het gepest worden op de basisschool. Judith Boonzaaijer is in de gehele roman de ik-verteller in de o.t.t. De lezer wordt deelgenoot van de psychische processen.
Er zijn wel een enkele open einden aan de roman. Hoe gaat het verder met Dorian en Judith? Hoe wordt de relatie tussen Judith en Heleen?
Decor
Je weet als lezer niet precies in welke tijd het verhaal speelt. Het lijkt een actueel verhaal dat zich afspeelt in het eindexamenjaar van Judith. Ze doet Havo-examen maar zakt. Daarvoor heeft ze Dorian ontmoet en daarna zoekt ze troost bij haar wereldse vriendin. Bij het eiondexamen muziek wordt een vraag gesteld over Lady Gaga. Die werd pas na 2010 bekend.
Wat het decor betreft geeft de schrijfster ook weinig prijs. Judith woont in een dorp en op blz. 25 staat dat haar moeder in een symfonieorkest speelt en concerten heeft gehad in Ede, Putten, Elspeet en Aagtekerke oftewel plaatsen die in de Glderse Biblebelt liggen.
Ergens in de tekst wordt ook de stad Utrecht genoemd. (vlz., 150: Het dakraam staat op een kier. Ik zou nu moeten ontsnappen, dwars door het kerkenkruis van Utrecht. Misschien word ik door God opgenomen wanneer ik naar het gouden haantje klim.) En op blz. 263 vertelt Judith dat Dorian op de kunstacademie zit in Utrecht.: ( Misschien een schetsboek,’ zeg ik. ‘Ze kan heel mooi tekenen.’ ‘O ja?’ ‘Ze zit op de kunstacademie.’ ‘In Utrecht?’
In ieder geval speelt het verhaal vrijwel zeker niet in Amsterdam, want Judith moet met de trein reizen naar de auditie van het conservatorium. (blz. 71).
Stijl
Judith vertelt het verhaal in de ik-vorm. Af en toe gebruikt ze ruwe pubertaal: het woordje fuck/fucking ligt bestorven in haar mond (blz.15,18,28, 85,104,119,128,132,151,162,178,208, 223, 234,235, 247, 259, 281,283, 295) wat je niet snel zou denken bij zo'n gelovig meisje.
Judith vloekt ook voluit GVD op blz. 133, 235 en 259.
Wanneer Paula of Dorian het woord "Jezus" of zelfs "Gatver", gebruiken, schrikt dat Heleen of haar vriendin Hanneke af. Judith roept op haar beurt weer Jezus aan, als de zoon van God voelt, die voor haar gestorven is.
Daartegenover staan veel expliciete en impliciete verwijzingen naarde Bijbel. Die teksten zijn met de soeplepel ingegoten. Wie Bijbels is opgevoed, zal die zeker herkennen.
- de slang als symbool van het kwaad en de duivel: blz. 51 (4x) 53,57,79, 101 (2x) 109, 113,122, 130 (2x) 199, 207, 217 (3x) 250, 257 (3x) 278 (3x) 280, 281 (4x)
(. 15: "Lottie kijkt opzij alsof ik haar een judaskus heb gegeven".)
(- blz. 34: "Hendrik Jan roept dat de laatsten de eersten zullen zijn".)
(- blz. 151: "Er is maar één uitkomst, één manier om te bloeien, en God weet hoe dat eruitziet. Jona wilde ook niet naar Ninevé, en toen werd hij ingeslikt door een walvis en werd hij pas uitgespuugd toen hij beloofde om God te volgen.)
Metaforen zijn bij Dannenberg in orde: vijf voorbeelden van de vele die in de roman staan:
- (blz. 62: Ik probeer het me voor te stellen, maar het is net alsof ik niet bij God kan. Tussen God en mij staat iets in, als een doek over een lamp.")
- (bzl. 64: "Ik zucht. Mijn hoofd is net ons flatgebouw, vol willekeurig ingerichte kamers met mensen die voorbijschieten op de galerij, in de stalling, of in het trappenhuis. Al die begrippen, Franse woordjes, grammaticaregels en jaartallen zoeken ruzie met me vanaf hun balkon. Ik sta er middenin en weet niet waar ik naar moet kijken.)
(blz. 139: Mijn lichaam heeft niet eerder zo groot aangevoeld. Ik ben een tank die voor haar is gaan staan, die het kanon heeft afgevuurd. Ik zweef boven mijzelf. Er dampt kleur uit mijn kruin, het zet het huis in lichterlaaie.)
- (blz. 220: Het belletje boven de deur klingelt en er komt een gezin binnen. De kinderen hebben vlechten. Ze dragen linnen jurken. Hun vader een roze overhemd, waar zijn gelige gezicht slecht bij afsteekt. Een mislukte tompouce. Ik heet ze op mijn aller vriendelijkst welkom. De tompouce heeft zijn dochters een boek beloofd, ze mogen zelf kiezen. Of ik nog wat leuks weet?)
- (blz. 259: "Als ik wegdoezel, zijn er dan drie seconden of een uur verstreken? Ik weet het niet. De tijd is een opengewaaid boek met bladzijden die heen en weer geslagen worden.
Ook komen er zinnen in de tekst voor die een droge humor verraden:
- (blz. 9: Vader in de hemel,’ bidt ze. ‘Dank u wel voor deze mooie zondag.’Het regende, maar goed.)
- (blz. 27: Ik weet dat het belachelijk klinkt, maar ik spoel mijn drol nooit meteen door. Ik bekijk hem even en hoop dat ik er een teken van God in kan zien. Sommige mensen kijken naar de wolken, ik naar mijn poep. Het is maar één keer gebeurd dat ik per ongeluk in kruisvorm had gepoept, maar het was genoeg om me een week lang dicht bij God te voelen.)
(-blz. 235 :‘Je had beter een abortus kunnen doen,’ mompel ik.) (zwarte humor)
-( blz. 242: ls je geraakt wordt door de Heilige Geest kun je naar ze toe lopen en gaan ze voor je bidden. Volgens mij hoopt iedereen dat de gymleraar je zijn handen oplegt, maar we weten ook allemaal dat er iets gaande is tussen hem en Marjet uit de zesde klas.)
Slotzin
Ik hoef alleen maar dit lied te spelen. De klanken vinden hun weg in het park. Vogels reageren op de roep van deze melodie, het vliegje op mijn vinger danst mee wanneer ik van positie wissel. Iemand stopt en gooit wat muntjes in de koffer. Uit het hart van mijn cello stijgt de muziek op langs de bomen, slingerend als rookpluimen. Ik voel de vlam in mijn handpalm zolang ik speel.Beoordeling
Met een variatie op een opmerking van het personage in dit boek, Heleen Boonzaaijer (Judiths moeder), beweer ik: "Kleine Heilige dingen' is 'een ander boek." Natuurlijk zijn er in de Nederlandse literatuur al veel boeken geschreven over rigide godsdienst die een leven van een kind/man/vrouw ernstig beïnvloedde. Denk aan de boeken van Jan Wolkers, Maarten 't Hart, Maarten Biesheuvel, Franca Treur, Robert Haasnoot en niet in de laatste plaats Lucas Rijneveld. Vaak gaan de bovenstaande (meestal Gereformeerde) boeken over de geestelijke schade (en of afkeer van het geloof) die de vertellers hebben opgelopen in hun opvoeding. en in hun latere leven de godsdienst afgezworen.
In 'Kleine Heilige dingen' twijfelt verteller Judith zelf aan haar manier van geloven. Moeten mensen het net zo goed doen als hun grote voorbeeld Jezus? Nu is dat voor vrijwel iedereen snel duidelijk, dat je Jezus niet kunt evenaren in zijn mensenoffer aan het kruis. Maar Judith twijfelt steeds tussen wat goed is en wat niet (de slang in haar buik is daarvan het symbool).
Tijdens een zomerkamp krijgt Judith een goddelijke ervaring (Jezus die uit de vloer komt kruipen) en dat willen de leiders van het kamp juist weer niet horen. Haar moeder moet haar daarom meteen komen ophalen. Apart is ook dat Judith hetzelfde 'heilige' gevoel krijgt als ze seksuele bevrediging krijgt bij Dorian. Dan kan liefde of seks toch niet zo slecht zijn als ze van haar kerkelijke voorgangers hoort.Judith krijgt het in haar puberteit enorm voor haar kiezen. Het leidt tot o.a. waanzin (bijv. de mogelijkheid om Lottie en Dorian te doden).
Voor een debuutroman is het verhaal goed geschreven: stilistisch op niveau en helder qua structuur in de ordening van de gebeurtenissen.Toch was ik bij het lezen op een bepaald moment verzadigd van alle verwijzingen naar Jezus, God, Bijbel en alle goed bedoelde aanwijzingen van de gelovige mensen om Judith heen. (het bidden op school, ook bij de diploma-uitreiking, de aanbiddingsliederen etc)
In tegenstelling tot een aantal klassieke 'godsdienst'-romans die hierboven zijn genoemd, blijft m.i. het verhaal dat je wilt lezen af en toe wazig en onduidelijk. Diverse hoofdstukken vergden herlezing. Wat dat betreft is de wazige foto op de voorkant van het boek goed geselecteerd.
Het blijft op deze manier een goed geschreven roman maar ook één boek met (vind ik) zware religieuze kost. Wie niet gelovig is opgevoed of met een ander godsbesef, zal m.i. moeite hebben om de roman naar het einde te brengen.
Recensies
"In Kleine heilige dingen volgen we Judith in haar eindexamenjaar op een evangelische school. Ze gaat voor het eerst uit, droomt over haar toekomst als celliste, doet mee aan een Alpha-cursus, wordt verliefd en heeft een mystieke ervaring. In deze periode van zoeken naar haar eigen identiteit, komt alles waar ze in gelooft onder druk te staan. De overtuiging dat wat ze voelt zondig is, of misschien zelfs een teken van bezetenheid, maakt dat Judith beweegt tussen waanzin en bevrijding en de grip op de werkelijkheid verliest. Het is een verhaal over de kwetsbaarheid van de geest, het onafwendbare verlies van een vertrouwd wereldbeeld, en de chaos die hierop kan volgen. Over hartstochtelijk falen, simpelweg omdat je een mens met verlangens bent. En over het belang van plekken en mensen waar we onszelf kunnen zijn." https://perdu.nl/agenda/k...ge-dingen/
"Het boek deed me heel zijdelings denken aan 'Broeder ezel' van Judith Goedbloed vanwege de psychische en christelijke thematiek, maar is explicieter qua seks en minder poëtisch. Een schrijver als Maarten van der Graaff experimenteert meer met de vorm in 'Wormen en engelen' en steekt intellectueel hoger in (al is dat cerebrale en verdichte natuurlijk ook niet de heilige graal). 'Kleine heilige dingen' is een hartverwarmend en onrustbarend inkijkje in het leven van een veelbelovende jonge vrouw. Haar wanen zijn beeldend geformuleerd, maar voor veel mensen niet herkenbaar en daarmee staat het verhaal ook op afstand. De schrijfster mijdt evenwel het voorspelbare en gesloten einde en dat maakt het verhaal voor mij toch waarachtig." https://www.hebban.nl/rec...ige-dingen
"Dannenberg heeft ons volledig willen onderdompelen in de stem van Judith, een keuze die op sommige momenten ook echt de kracht van het boek is. Het meisje heeft nu eenmaal geen toegang tot ironische distantie, een meer analytische blik die haar zou kunnen doen reflecteren op haar situatie. [....] Bovendien voegt Kleine heilige dingen iets nieuws toe aan de Nederlandse protestantse ‘nestverlaters’-literatuur. Dannenberg legt de nadruk op de benauwende moeder-dochter-relatie, waarin de moeder haar eigen behoeftes voorop stelt en haar dochter geweld aandoet. Je gaat als lezer voelen hoe dat geweld zich naar binnen vreet, om" https://www.trouw.nl/boek...~b92d60dc/
Bronnen
Interview met Annemieke over haar debuutroman over het thema de twijfel aan het geloof van de verteller.(15 minuten)
https://www.npoklassiek.n...ruari-2025Geschreven door Cees

Ik heb verreweg het grootste deel van mijn leven voor de klas gestaan. Eerst vijf jaar op een basisschool, daarna veertig jaar op diverse scholen voor voortgezet onderwijs: havo en vwo, onder- en bovenbouw. Leraar Nederlands zijn vond ik veel leuker dan directielid spelen. De laatste jaren was ik conrector. In 2004 begon ik aan mijn eerste boekverslag voor scholieren.com. Dat is dus ruim twintig jaar geleden.
Ik vond het destijds mijn 'missie' om de vaak verouderde en 'afgezaagde' literatuurlijsten voor Nederlands te vernieuwen en mijn leerlingen kennis te laten maken met onbekende en / of jonge schrijvers. Lezen kan namelijk gewoon leuk zijn. Het is de taak van een docent om het lezen te stimuleren.
Docenten kunnen je met het aanprijzen van aantrekkelijke en/of spannende boeken enthousiast maken. Passages die interessant zijn, kun je voorlezen in de klas. Kort vertellen waarover een boek gaat, kan ook een stimulans voor je keuze zijn. En vergeet niet dat je van je medeleerlingen ook kunt horen welk boek ze (erg) leuk gevonden hebben. Dat is vaak de beste manieren om te weten te komen of een boek aantrekkelijk is. Hoewel smaken altijd blijven verschillen..
Ik heb tot nu ( 1 maart 2025) 1513 boekverslagen gemaakt, waarvan vrijwel de meeste Zeker-Weten-Goed-verslagen zijn. Er staan de laatste jaren aan het einde van het verslag vragen over de inhoud en de structuur, zodat je kunt controleren of je je het boek in grote lijnen begrepen hebt.
Bij Scholieren.com probeer ik zo veel mogelijk boeken van nieuwe schrijvers te bespreken. Elke maand ontvang ik boeken van diverse uitgeverijen die hun schrijvers uit 'hun fonds' onder de aandacht van de lezer willen brengen.
Ik hoop altijd dat de 'leraar Nederlands' het zijn leerlingen toestaat om de wat minder bekende of zelfs beginnende schrijvers op de leeslijst te accepteren.
Lezen kan leuk zijn, maar boekverslagen maken doe je meestal niet voor je lol. Ikzelf vond dat vroeger namelijk helemaal niet leuk. Ik kocht in die tijd daarom ook alle uittrekselboeken van alle talen. (Bijvoorbeeld Literama (Ne), Aperçu (Fa), Survey (En), Der Rote Faden (Du). En als ik heel eerlijk ben, heb ik ook wel eens uit tijdgebrek alleen met een boekverslag een mondeling tentamen gedaan. Maar dan voelde je je toch niet altijd op je gemak. Nu maak ik zelf al jaren boekverslagen voor scholieren.com.
Nog een welgemeend advies: wees verstandig en lees altijd het boek. Dan kan een boekverslag op scholieren.com een prima geheugensteun voor je mondeling zijn.
En geloof me, docenten kunnen vanwege tijdgebrek echt niet alle boeken lezen die jaarlijks verschijnen; zij raadplegen daarom ook wel de boekverslagen die scholieren.com aanlevert. Daar is natuurlijk helemaal niks mee.
REACTIES
1 seconde geleden