Feitelijke gegevens
- 1978
- 102 pagina's
- Uitgeverij: BZZTôH
Flaptekst
De novelle Kinderjaren is het debuut van Jona Oberski.
Het boek geeft een indringend beeld van de belevingswereld van een joods jongetje tijdens de tweede wereldoorlog en de periode direct na de bevrijding. Oberski is erin geslaagd van het begin tot het eind een wereld te beschrijven zoals een kind die zou zien. Daarmee heeft hij voor een vorm gekozen, waaraan het boek een grote kracht ontleent.
Eerste zin
'Niet schrikken, alles is goed, ik ben bij je,'Samenvatting
Het boek start met de hoofdpersoon en zijn moeder die in een concentratiekamp zitten. Ze mogen na een aantal dagen weer naar huis. Wanneer ze thuis zijn, wordt de Jodenhaat erger. Het gezin mag geen boodschappen meer doen bij de winkel waar ze dat normaal doen en de hoofdpersoon wordt af en toe gepest. Sommige mensen zijn nog wel aardig tegen joden.
's Nachts wordt het huis van de hoofdpersoon en zijn ouders binnengevallen, ze moeten zo snel mogelijk al hun spullen pakken, want ze moeten naar een concentratiekamp. De soldaten hebben geweren en dat maakt indruk op de hoofdpersoon.
Ze komen aan in Westerbork, het kamp waar ze eerder ook al zijn geweest. Via Westerbork gaan ze naar een nieuw kamp. De hoofdpersoon en zijn moeder mogen bij elkaar blijven, zijn vader gaat naar een ander deel van het kamp.
De hoofdpersoon is bang en weet niet goed hoe hij zich moet gedragen. Hij wil graag met de grote kinderen spelen en steekt hiervoor zijn tong uit naar een Duitse soldaat. Gelukkig heeft niemand het gezien.
Op een gegeven moment moet hij naar zijn vader toe omdat zijn vader ziek is. Zijn moeder moet nog werken en kan daarom niet zo snel langs. Wanneer hij daar is, blijkt dat zijn vader op sterven ligt. Hij moet zijn moeder halen, op de terugweg raakt hij afgeleid door het natte gras en vergeet hij wat hij zijn moeder moest vertellen. Trude, een vriendin van zijn moeder, weet het gelukkig ook en haalt zijn moeder. Samen met zijn moeder gaat de hoofdpersoon naar zijn vader toe en zijn erbij wanneer hij sterft.
Tijdens het spelen met de grote kinderen moet hij het Ketelhuis in, een plek waarin allerlei lijken liggen voordat ze worden afgevoerd. Hij gaat in het Ketelhuis op zoek naar zijn vader, maar kan hem niet vinden. De grote kinderen halen hem eruit omdat de Duitsers woedend zullen worden als ze hem pakken. Zijn moeder is ook boos op hem.
Na een tijdje moet hij met zijn moeder in de trein naar Palestina. Hij slaapt heel veel en merkt niet dat de trein al twee weken stil staat. Samen met Trude gaat hij naar buiten en maken ze brandnetelsoep. Wanneer de Duitsers merken dat ze buiten zijn, worden ze allemaal weer naar binnen geleid. Kort hierna komen de Russen iedereen bevrijden. De oorlog is klaar.
De hoofdpersoon en Trude mogen naar een huis in Duitsland waar ze tijdelijk verblijven voordat ze weer naar Nederland gaan. Zijn moeder moet naar het ziekenhuis want ze is heel erg ziek. Na een tijdje overlijdt ze.
De hoofdpersoon en Trude gaan met allerlei andere mensen weer terug naar Nederland. Hier mag de hoofdpersoon bij meneer Paul en mevrouw G. wonen. Meneer Paul kende hij al want hij werkte met zijn vader.
Personages
Ik-persoon
Van de ik-persoon en verteller van het verhaal weten we geen naam. Hij is zeven à acht jaar. Samen met zijn ouders gaat hij naar een concentratiekamp.
Moeder
De moeder van de hoofdpersoon zit samen met haar zoon in het kamp. Zij overlijdt na de bevrijding aan een ziekte.
Vader
De vader van de hoofdpersoon zit in een ander deel van het kamp. Wanneer hij overlijdt zijn zijn vrouw en zoon erbij.
Trude
Trude is een vriendin van moeder. Zij vermaakt de hoofdpersoon in de trein wanneer die stilstaat en hij blijft bij haar na de bevrijding wanneer zijn moeder ziek is.
Meneer Paul en mevrouw G.
Meneer Paul en mevrouw G. is het stel waarbij de hoofdpersoon gaat wonen na de bevrijding. Trude brengt hem bij hen.
Quotes
"'Hij wilde mij niets verkopen,' zei zij. 'Ik vroeg waarom niet, want we hebben toch altijd goed betaald. Hij zei dat het hem verboden was.'" Bladzijde 15
"Mijn harlekijn waren wij kwijt geraakt en ook mijn lurkdoek was weg. Maar een mevrouw had wat draad en mijn moeder zoomde een nieuw driekantig doekje." Bladzijde 41
"Mijn moeder zei dat ik wist dat mijn vader misschien dood zou gaan en dat ik erbij wilde zijn omdat het mijn vader was en omdat ik van andere kinderen gehoord had dat ze erbij hadden mogen blijven toen hun vader was gestorven." Bladzijde 58
"Ik liep naar binnen en stapte over het voorste lichaam heen. Ik klom op de stapel en keek in het bovenste lakenpak. Ik zag alleen een arm." Bladzijde 65
"Mijn handen pakten het bord en smeten het op de grond. Ik trapte erop, ik huilde en ik schreeuwde: 'Je hebt op mijn mond gekust. Nu ga ik dood. Dat heeft mijn moeder zelf gezegd.'" Bladzijde 101
Thematiek
Wo ii: jodenvervolgingHet verhaal speelt zich af in de tweede wereldoorlog. De hoofdpersoon en zijn ouders zijn joods en moeten naar een concentratiekamp. Zijn ouders overlijden en hij blijft alleen over. In het verhaal wordt de manier van leven in het concentratiekamp beschreven.
Motieven
Tweede wereldoorlog
De laatste jaren van de tweede wereldoorlog worden beschreven in dit verhaal. De Jodenvervolging speelt hier een grote rol in. De hoofdpersoon en zijn ouders zijn ontzettend bang voor de Duitsers, ofwel moffen, in het concentratiekamp.
Jodenvervolging
De hoofdpersoon en zijn ouders zijn joods. Ze dragen een Jodenster en mogen bij bepaalde winkels niks meer kopen. Uiteindelijk gaan ze naar een concentratiekamp.
Dood
Allebei de ouders van de hoofdpersoon komen om. Zijn vader in het concentratiekamp en zijn moeder na de bevrijding. In het concentratiekamp gaat de hoofdpersoon het Ketelhuis in, een plek waar alle lichamen worden opgeslagen voor ze worden afgevoerd. Hier ziet hij stapels met dode mensen.
Harlekijn
Een harlekijn is een pop en een leidmotief in dit verhaal. De hoofdpersoon kreeg een harlekijn voor zijn verjaardag. Hij wilde het meenemen naar het concentratiekamp maar onderweg is hij hem verloren. Wanneer hij weer jarig is, krijgt hij niets omdat er niets is. Hij wenst om volgend jaar een nieuwe harlekijn te krijgen. Dit duidt erop dat hij zich niet bewust is van de genocide. Hij gaat ervan uit dat hij er volgend jaar nog is.
Motto
gras, in een blauwe theepot,
apart, tussen het groeiend
uitbloeiend, doorlevend gras gezet.
Judith Herzberg
Uit: 'Beemdgras en zachte dravik'
Dit gedicht kan verwijzen naar het concentratiekamp. Mensen zijn uit hun omgeving geplukt, net zoals het gras, en zijn in een kamp geplaatst, dat je kunt vergelijken met de blauwe theepot. De theepot staat tussen het groeiende en doorlevende gras, de mensen die niet in een kamp zitten. De joden worden vergeleken met het geplukte gras. Hiermee wordt geïmpliceerd dat ze dood zullen gaan, want geplukt gras kan niet blijven leven.
Opdracht
Aan mijn pleegouders
die heel wat met me hadden
uit te staan.
Amsterda, 19 november 1977, 19.00
Trivia
Jona Oberski heeft zelf ook in een concentratiekamp gezeten toen hij ongeveer even oud was als de hoofdpersoon. Het verhaal is dus deels autobiografisch.
Naast schrijver is Jona Oberski ook kernfysicus.
Titelverklaring
De titel van het boek is Kinderjaren. De hoofdpersoon van het boek is een kind, er wordt vanuit zijn ogen naar de wereld gekeken. Hij is joods in de tweede wereldoorlog en gaat met zijn ouders naar een concentratiekamp. Er wordt een bepaalde tijd uit zijn kinderjaren beschreven.Structuur & perspectief
Het verhaal wordt verteld uit de ogen van de ik-persoon van wie we de naam niet weten. We weten wel dat hij een jongetje is. De precieze leeftijd is ook onbekend, maar hij wil graag met de grote kinderen meespelen en ziet sommige gevaren nog niet goed in. Hij zal dus ongeveer zeven of acht jaar zijn.
De structuur van het boek bestaat uit vijf hoofdstukken die onderverdeeld zijn in twee, vier of vijf kleinere hoofdstukjes. Het eerste grote hoofdstuk gaat over het eerste concentratiekamp en over hun tijd in Nederland. Het tweede hoofdstuk gaat over de inval, kamp Westerbork en hun reis naar het volgende kamp. Het derde hoofdstuk gaat over de gebeurtenissen in dit kamp. Het vierde hoofdstuk gaat over de bevrijding en het vijfde hoofdstuk gaat over Mokum, de bijnaam voor Amsterdam, waar de hoofdpersoon woont.
Decor
Decor
Het verhaal start in kamp Westerbork. De hoofdpersoon en zijn moeder zijn hier maar tijdelijk. Wanneer ze weer thuis komen, speelt het zich af in Amsterdam (ze gebruiken de bijnaam Mokum), waar de hoofdpersoon en zijn ouders naartoe zijn verhuisd vanuit Duitsland. Na een aantal dagen worden ze opgehaald en moeten ze met de trein terug naar Westerbork. Vanuit Westerbork gaan ze naar een ander, onbekend, concentratiekamp. In dit kamp hebben ze het over Palestina, waar ze uiteindelijk naartoe zullen gaan. Na een tijdje mogen ze eindelijk naar Palestina, ze gaan met heel veel andere mensen met de trein. Deze trein komt tot stilstand en na een paar weken blijkt dat ze bevrijd zijn van de Duitsers. Hierna blijven de hoofdpersoon en zijn moeder een tijdje in Duitsland, waarna de hoofdpersoon naar Nederland vertrekt.
Tijd
De vertelde tijd is moeilijk in te schatten. Er worden nergens data of tijden in het verhaal aangegeven. Wel worden er verjaardagen gevierd. De verjaardag van de hoofdpersoon komt twee keer langs en de verjaardag van zijn vader één keer. De eerste verjaardag van de hoofdpersoon vindt plaats in Nederland en de tweede verjaardag, een paar dagen na die van zijn vader, vindt plaats in het concentratiekamp. Omdat de hoofdpersoon hierna nog een tijdje in het kamp verblijft en uiteindelijk naar Nederland vertrekt, zal de vertelde tijd ongeveer anderhalf jaar zijn.
De hoofdpersoon en zijn moeder maken de bevrijding mee, dus moet het het laatste anderhalf jaar van de tweede wereldoorlog zijn geweest.
Stijl
Jona Oberski heeft zelf in de oorlog in concentratiekamp Westerbork en Bergen-Belsen gezeten. Ondanks deze autobiografische achtergrond heeft hij zich verzet tegen een te letterlijke interpretatie, zegt Trouw. Hij wilde geen feiten herhalen maar de indruk die de omstandigheden bij een kind achterlaten uitdrukken. Dit heeft hij onwijs goed gedaan. De hoofdpersoon van het boek is de verteller. Hij vertelt met korte zinnen en kiest precies de juiste woorden waardoor het niet eentonig wordt. Over de gevoelens van de hoofdpersoon komen we weinig te weten. Wel heeft het verhaal een sober karakter, doordat essentiële informatie indirect en vaak achteraf wordt gegeven, zegt Reinjan Mulder. Het voorbeeld dat hij geeft in zijn recensie is de situatie op de pont, waarbij zijn vader zegt dat ze thuis met de hoofdpersoon zo veel mogelijk Nederlands proberen te spreken.Slotzin
Ik begon schoon te maken.Beoordeling
Dit boek is zeker een aanrader voor scholieren! Het is onwijs mooi en indrukwekkend. Het feit dat de auteur van het boek eenzelfde situatie heeft meegemaakt geeft het extra lading. Naast dat het mooi is, is het boek ook vrij makkelijk te lezen. Dit komt omdat de verteller een kind is, die geen moeilijke woorden en moeilijke zinsconstructies gebruikt. Kortom, een aanrader!Recensies
"Hoe korter de zin, des te minder mogelijkheden tot variëren, des te minder kans op een onderhoudend verhaal. Maar door precies de juiste woorden te kiezen, wordt het bij hem nergens eentonig." https://www.reinjanmulder...nderjaren/
"Ondanks de autobiografische achtergrond en de ogenschijnlijke waarachtigheid die kleeft aan de indrukken van het kleine jongetje uit 'Kinderjaren', heeft Oberski zich in interviews altijd verzet tegen een te letterlijke interpretatie van zijn novelle." https://www.trouw.nl/cult...a448419ff/
REACTIES
1 seconde geleden