Feitelijke gegevens
- 1979
- 128 pagina's
- Uitgeverij: De Engelbewaarder
Flaptekst
Eerste zin
Het was een mooie dag in 't midden van mei geweest.Samenvatting
De broertjes Henk en Ko wonen aan de Amsterdamse grachten, vriend Klaas woont boven hen en Ay aan de overkant. Klaas gaat naar een andere school, maar de rest zit op dezelfde basisschool. Het zijn goede jongens die af en toe wat kattenkwaad uithalen.
1: De jongens lopen wat rond in de buurt en omdat het lekker weer begint te worden willen ze graag naar het zwembad. Als ze wat ravotten langs de gracht komt er een werkjongen langs. Ze roepen wat, maar zijn niet stoer genoeg om echt iets te doen. 's Avonds hebben de broers een kussengevecht.
2: De jongens opperen bij hun ouders het idee van het zwembad. Dat gaat niet door omdat de ouders van Ay zeggen dat het te koud is, de rest mag daarom ook niet. Er ontstaat een korte ruzie met Klaas omdat hij niet gelooft dat de jongens daadwerkelijk kunnen duiken. Ze gaan nu maar bokspringen op straat om de tijd te doden.
3: De bakker komt brood brengen naar de winkel van de moeder van Henk en Ko. Hun vader is overleden. Ze hebben nog een klein zusje Miep waar ze soms mee moeten spelen. Op weg naar school spelen ze krijgertje. Na school balen ze er nog steeds van dat ze niet naar het zwembad kunnen.
4: De broers moet wat boodschappen brengen naar een nicht verderop in Amsterdam. Ze stelen onderweg wat ijs en dragen om en om de boodschappen. Voor hun karweitje krijgen de jongens wat centen. Henk wil er meteen postzegels van kopen. Dat loopt slecht af omdat hij zich opgelicht voelt. Ay is ondertussen een pijpje aan het roken in de speeltuin met een jongen, hij doet alsof hij Henk en Ko niet kent en er ontstaat een vechtpartijtje.
5: Het verhaal van Ay en het pijpje blijkt iets anders te zitten, hij kon misschien wel mee gaan logeren als hij aardig was tegen de jongen met de pijp. Hij ging namelijk om met die jongen en hij beloofde allerlei lekkers. Hij wordt uitgelachen om het feit dat hij met deze jongen omgaat.
6: Als Ay bij die jongen aankomt is er meteen ruzie. Dat zegt al een hele hoop over hun zogenaamde vriendschap. Hij gaat maar naar Ko, zijn echte vriend.
7: Het is schoonmaakvakantie, dan heeft alleen jouw school vakantie om de boel eens te poetsen, de rest van de stad moet dan wel naar school.
8: De jongens willen nu toch wel eens gaan zwemmen. Ze mogen alleen niet naar binnen omdat de bewaker denkt dat ze gewoon op school moeten zitten. Twee jongens, Wallum en Neilis, zijn vrij vervelend. Ze stelen later zelfs de zwembroeken van de jongens. Na een knokpartijtje krijgen ze het terug. Nu mogen ze wel naar binnen, het is geweldig en ze duiken als geen ander. Ze krijgen zelfs tips.
9: De moeder van Ko en Henk is gevallen, dus de jongens moeten de winkel tijdelijk overnemen. Zelfs Ay moest even met iemand thee afrekenen.
10: Omdat de familie geen vader meer heeft, moeten de jongens alles oplossen. Ze mogen extra koekjes omdat ze het zo goed doen. Moeder is erg trots.
11: Tante komt gelukkig ook helpen in huis en in de winkel. Henk en Ko moeten zoals altijd hun wijkje van brood voorzien. Ay heeft ervoor gezorgd dat zijn moeder soep maakt voor de moeder van Henk en Ko. Het bleef lang gezellig.
12: Het werken in de winkel gaat een beetje mis. Er is een vrouw die erg moeilijk doet en daardoor vergeet hij dat de stroop erg voorzichtig gegoten moet worden. Het wordt een kliederboel en te veel stroop. De vrouw die moeilijk deed, blijft zeuren dat het sneller en beter moet. Ko is er klaar mee en smijt de zeep in het gezicht van de vrouw. Tante had het gelukkig gezien en was het helemaal met Ko eens. Met moeder gaat het wat beter en Ko mag de middag vrij. Ze zwemmen weer eens. Daarna beslissen ze een cadeau te halen voor de badmeester als bedankje.
13: Dat werd geen zwemmen, het was heel slecht weer. Ze gingen maar bij Ay kijken of ze daar konden spelen. Ay was alleen strips aan het lezen, dat leek ze maar saai. Toen ze eenmaal begonnen konden ze niet meer stoppen. Ze hebben tot het avondeten gelezen, het was fantastisch. Totdat ze hoorden dat ze het laatste deel niet hadden, dan was er niets aan.
14: De sigaren waren gekocht en de jongens onderweg naar het zwembad. Na het zwemmen zijn ze blij met de regen omdat het dan 'leesweer' is. Op zolder zijn ze na het lezen wat onrustig en laten een kast keihard vallen. Ze moesten maar huiswaarts. Nog steeds in een melige bui moesten Henk en Ko om werkelijk alles lachen. Ze beloven Miep mee te namen naar de bloemenplukvelden. Miep kan het niet geloven zo blij is ze. Het blijkt alleen te stortregenen... Ze gaan dan maar met haar spelen
15: School begon weer en de ouders van Ko en Ay moeten eens naar school komen. Ze blijken het zo goed te doen dat de school wil dat de jongens door gaan leren.
Slot: Ze zijn inderdaad gaan leren, maar dat is te saai voor de lezer om over te horen.
Personages
Ko
De hoofdpersoon en waarschijnlijk Thijssen zelf. Verantwoordelijke grote broer van Henk.
Henk
Het jongere broertje van Ko, maar net zo aanwezig in de vriendengroep, iets kinderlijker nog.
Ay
Beste vriend van Ko, spelen vaak samen en woont iets verderop.
Klaas
Bovenbuurjongen van Henk en Ko en zit op een andere school. Wel een van de vrienden maar is er in de vakantie iets minder bij.
Quotes
"Zo bleef het drietal de hele middag lezen; het weer werd prachtig, ze merkten het niet. De scholen gingen uit, op straat hoorde je de kinderen leven maken - ze merkten het niet." Bladzijde 110
"'Juffrouw, m'n broertje kocht daarnet een pakje postzegels van drie cent, maar er zit zowat niks in. Nou staat hij buiten te huilen, - Ko kreeg zelf tranen in z'n ogen van de gedachte - en of u het nou niet ruilen wil.'" Bladzijde 42
"'Riet-pe-tioe!' gilde Ay. Maar Ko hoorde zeker niet. Hij nam een brood uit de winkelkast. Ay zag hem scharrelen met geld; de juffrouw ging weg. 'Riet-pe-tioe!' gilde Ay weer. Ko kwam bij de deur staan, en keek de donkere gracht af. Ay gilde nog eens. En daar klonk het terug uit Ko's mond: 'Riet-pe-tioe!'" Bladzijde 63
Thematiek
VriendschapHet hele boek draait om de vriendschap tussen de jongens in de Jordaan. Wat zij meemaken, hoe ze met elkaar omgaan en wat ze belangrijk en leuk vinden.
Motieven
Kattenkwaad
Dit komt telkens terug. De vorm waarin zij ravotten is geen echt kwaad, maar op een lollige manier plagen.
School
School speelt toch ook een grote rol, dat is hoe een paar van de jongens elkaar kennen en waarom ze op dezelfde dagen vrij zijn. Ook willen ze daar zeer goed presteren.
Familie
Vrienden kunnen nog zo gezellig zijn, familie gaat voor. Ze houden toch het meeste van hun moeder en zusje. Ook al vinden ze hun familie soms irritant, daarna is het altijd weer goed.
Titelverklaring
Theo Thijssen heeft gekozen voor de titel 'Jongensdagen' en dat kan ik goed begrijpen. De lezer leest een aantal dagen in het leven van jonge basisschooljongens. Je leest wat ze uitvreten, wat ze goed doen en dat ze eigenlijk helemaal niet zo veel kwaad doen. Of in ieder geval geen kwaad in de zin hebben. Het zijn de Jordanese jongens zoals je die verwacht, maar misschien wel iets liever.
Structuur & perspectief
Structuur:
Het verhaal bestaat uit vijftien hoofstukken en een slot.
Deze verhalen hebben telkens kleine spanningsbogen, soms vraag je je af of het gaat lukken om nog naar het zwembad te gaan met slecht weer en een andere keer of moeder nog beter gaat worden. De spanningsboog die iets langer duurt is die of de jongens mogen doorleren na de basisschool.
Het slot geeft antwoord op de vraag wat er van de jongens terecht komt.
Elk hoofdstuk beschrijft een scène uit het school(vakantie)leven van de jongens in de Jordaan. Je komt achter hun gezinsleven en achter de dingen die ze samen ondernemen.
Perspectief
De schrijver maakt gebruik van een hij-perspectief.
'Hij klom weer het trapje op, wel een beetje in de war.' (p. 76)
Hij is alwetend en komt maar twee keer in het boek terug op, op wie hij zelf zou kunnen zijn. Dat zijn opmerkelijke zinnen: 'Wat er toen gebeurd is, heb ik al verteld.' (p. 55) en 'En deze herinneringen zijn geschreven door een goeie kennis van Ko.'
De focalisatie ligt vaak op Henk en Ko. Je leest als lezer veel meer van hun leven dan bijvoorbeeld dat van Klaas en Ay. Je kent de dynamiek binnen hun gezin en hoe zij zich daar gedragen. Bij de anderen krijg je slechts korte inkijkjes.
Decor
Decor/tijd:
Dit verhaal kan zich maar op een plek afspelen, de Jordaan. Het is een typische afspiegeling van het leven in deze buurt, in ook maar een specifieke tijd, begin jaren 1900. Het is een volksbuurt waarin iedereen dicht op elkaar woont en mensen nog voor twee centen postzegels konden kopen.
De factor decor en tijd is niet altijd zo erg van belang als hier. De eigenschappen van de mensen, de sfeer van de omgeving, de problemen en het tijdverdrijf staat allemaal met elkaar in verband en kan nergens anders in een andere tijd plaatsvinden.
Stijl
Theo Thijssen heeft één kinderboek geschreven, en dat is Jongensdagen. Hij had vrij veel kritiek op de bestaande kinderboeken en vond dat het minder moralistisch moest. Dat is inderdaad wat ik hierin terug lees. Hij laat wel zien dat de jongens een goed hart hebben, maar zegt niet hoe zich horen te gedragen. Hij laat juist zien dat het ook gezond is om wat te ravotten, zo leer je van fouten.
'Stel je voor, dat-ie noù eens een duik nam, met z'n goed aan! Maar hij was zo wijs om niet te duiken, en kwam behouden op de steiger.' p. 79
Het zijn natuurlijk korte zinnen om de jonge lezers een behapbaar boek te geven. Hij helpt ze nog een beetje meer door de namen van de personages vaak te noemen als het om hen draait. Zo weet je altijd waar en wanneer iemand aan het woord is. Monologen worden veelal uitgeschreven.
'Henk antwoordde: 'Zeshonderd. En jij?' Ko dacht nog even na: 'Zevenhonderd vijftig.''
De humor vind ik erg gevat in dit kleine boekje. Dat is leuk voor de ouders en voor de jonge lezers.
'Ko werd plotseling razend; een ogenblik zag hij niets. 'Daar dan!' schreeuwde hij. En hij nam het papier met zeep uit de schaal - en smeet het juffrouw Aalders in d'r gezicht.'
Slotzin
En deze herinneringen zijn geschreven door een goeie kennis van Ko.Bijzonderheden
'Alleen Jongensdagen (1909) schreef hij speciaal voor kinderen; zijn andere boeken voor (jonge) volwassenen, al staat het kind centraal. Jongensdagen vertelt het verhaal van een stel Jordanese jongetjes die wat rondstruinen in Amsterdam. Het is eenvoudig van opzet en zonder de moraliserende toont die Thijssen zo verafschuwde in veel kinderboeken uit die tijd. Hij las het verhaal eerst in de klas voor, de publicatie verscheen pas toen men hem verweet dat hij wel veel kritiek op andere kinderboeken had, maar eerst zelf maar eens moest laten zien hoe het moest.'
- Wieneke 't Hoen (https://www.dbnl.org/tekst/zuid004krit01_01/kll00553.php)
Beoordeling
Jongensdagen is een plezierig boek om te lezen. De scènes zijn komisch en je bent er zo doorheen. Zeker als volwassene is het heerlijk om te lezen hoe de kinderen nadenken en hoe ze zich zo makkelijk kunnen vermaken met de kleinste dingen. In deze moderne tijd zou het misschien niet meer zo gewaardeerd worden dat de stereotypen mannelijke hobby's worden afgebeeld, maar het voelt heel realistisch voor de tijd waarin het speelt. Zoals Het Parool het noemt, een document humain, omdat Thijssen als geen ander snapt wat er in een kinderhoofd omgaat.
Met name de scène over het lezen van stripboeken en dat ze zelfs te veel zouden lezen is één van mijn favorieten. Hoe het beeld hierover zo veranderd is in honderd jaar is bizar. We zouden nu willen dat de kinderen op een regenachtige dagen eens gingen lezen.
Recensies
"Als document humain verrukt het in elk geval het hart van een Thijssenfan" https://www.delpher.nl/nl...:a0282&row
"Want dit is een hardstikke sympathiek, warm kinderboek." https://www.delpher.nl/nl...81&rowid=4
REACTIES
1 seconde geleden