Feitelijke gegevens
- 1e druk, 2012
- 218 pagina's
- Uitgeverij: De Geus
Flaptekst
Twee gebeurtenissen veranderen het leven van Paul ingrijpend: de dood van zijn vader en de rouw daarna confronteren hem met zijn jeugd; de teloorgang van zijn huwelijk dwingt hem stappen te zetten. In een poging niet te hoeven kiezen tussen Maanke, op wie hij verliefd is, en zijn vrouw, stelt Paul een open huwelijk voor. Wat een ideale oplossing lijkt, blijkt het huwelijk nog meer in verval te brengen. Ook zijn vrouw raakt verliefd op een ander. Als hij terugkeert van een kort verblijf in de Verenigde Staten staat zijn besluit vast. Maar sinds zijn aankomst op Schiphol wordt hij geconfronteerd met raadselachtige gebeurtenissen. Heeft hij het contact met de werkelijkheid verloren? Of is er iets anders aan de hand?
Eerste zin
De Airbus is op een klein uur vliegen van Amsterdam, in zijn oren schettert Mahlers Chorus Mysticus, als zijn hart lijkt te worden ingesnoerd en zijn borst opzwelt van pijn.Samenvatting
Deel I Ochtend
Paul Haasnoot (47 jaar) zit in een Airbus als hij het weer erg benauwd krijgt. Hij keert terug van een twee wekend durend uitstapje naar Amerika, waar hij zou nadenken over zijn huwelijk en zijn overspelige relatie met Maanke. Ook in Amerika heeft hij zo’n aanval gehad.
Als hij geland is op Schiphol, keert hij terug met de trein en de bus naar zijn huis in Katwijk. Hij treft zijn vrouw Teresa niet thuis aan. Onderweg is hij twee keer een blonde man in een groene overall met een tennisbal tegengekomen. Hij kan dat niet duiden.
Thuisgekomen ziet hij dat zijn vrouw een portret van hem van de muur heeft gehaald. Ze heeft ook een vriend intussen, want ze hadden het laatste jaar een open huwelijk afgesproken. Teresa was depressief geweest en dat was een vervelende periode in hun huwelijk geweest. Paul doet een DVD van de begrafenis van zijn vader (een maand ervoor) in zijn laptop en bekijkt de eredienst nog eens. Hij heeft een mooie toespraak voor zijn vader gehouden en een beeld geschetst dat zijn vader hem ooit een keer zal komen ophalen in een roeiboot, wanneer de tijd daar is. Zij vader is lid van een zwaar Gereformeerde Gemeente, waar bij de gemeenteleden de gedachte leeft dat de mens ook al gelooft hij nog zo sterk niet altijd tot de uitverkorenen in de hemel zal worden toegelaten. Dat is immers een kwestie van Gods genade. De dominee en de ouderling hebben na de dood van zijn vader min of meer aan zijn moeder duidelijk gemaakt dat dit het geval is: zijn vader is niet uitverkoren. Paul is daarover woedend.
Teresa is, zoals vermeld, niet thuis. Dat vindt Paul vreemd. Op een bepaald moment meent hij haar door het huis te horen lopen, als hij aan het douchen is, maar hij ziet haar niet. Wel ontmoet hij nog een glazenwasser die in zijn tuin komt.
Paul is bezig met een nieuwe roman waarvan hij het manuscript bijna klaar heeft. Het boek beschrijft de relatie met Maanke en Teresa en is sterk autobiografisch getint. Het heet (heel symbolisch) Spiegelgevecht en in het verhaal raadpleegt de hoofdpersoon enkele keren de spiegel om te bekijken of hij het leven en zijn liefde goed ziet. De spiegel geeft dan antwoord. Paul heeft in Amerika besloten een einde te maken aan zijn huwelijk met Teresa en voor Maanke te kiezen. Hij omschrijft zijn huwelijk in de nieuwe roman omschrijft als 'een vermolmde ark'. ‘Dat je schrijver bent geeft je nog niet het recht om met mij en mijn gevoelens te spelen,’ vindt Teresa. Paul verdedigt zich, al is het alleen in gedachten want hij is een man van de lieve vrede. Hij zegt dat hij een spel speelt met de werkelijkheid. Een geraffineerd spel, maar dat ontgaat haar, want ze begrijpt niets van zijn schrijverschap. Door het schipperen met werkelijkheid en fictie kan hij het echter steeds slechter met zichzelf vinden.
Aan het einde van het eerste deel Ochtend gaat hij in een flashback met zijn twee kinderen terug naar het graf van opa Honsaat. Het is geen ruim bed, maar een nederige bult. De kinderen laten een ballon los bij het graf. Honsaat moet denken aan de zin die hij ’s nachts doorkreeg over zijn vader. “Mijn vader rust in warme kleuren.”
Deel 2: Middag
Omdat Paul niemand thuis treft, schrijft hij een briefje dat hij naar zijn werkbarak in Valkenburg is waar hij zijn eigen ruimte heeft om te schrijven. Hij kan daar tot rust komen. Hij moet worden overgezet met een veerpont, waarvoor hij aan de veerbaas moet betalen (denk aan de klassieke veerman Charon, die doden tegen betaling naar de onderwereld bracht). Hij ziet overdag een vos lopen,wat heel bijzonder is. Ook krijgt hij een sterke pijn in zijn hoofd. In de barak hangt een spiegel waar hij in zijn roman zijn spiegelgevecht mee uitvecht. Hij mijdt het om er nu in te kijken. In het boek stelt hij vragen aan de spiegel waarop hij een antwoord hoopt te krijgen.
Intussen flitsen er herinneringen door zijn hoofd. Hij denkt aan de diverse afspraken met de mooie Maanke. Eerst ging hij niet met haar naar bed, maar na het bezoeken van een concert van Leonard Cohen komt het er wel van, maar de seks is niet zo’n succes vanuit de zijde van Paul bekeken: hij kan zijn lust niet echt vinden.
Hij heeft die middag met zijn vriend Frank afgesproken in een café om het vieren van hun verjaardag te bespreken, maar op weg daarheen ziet hij weer de blonde man in de groene overall, die hij gaat volgen. Hij wordt lichamelijk weer niet lekker, een stekende pijn in zijn kop en hij kotst in het gras. In de kroeg van Lars ziet hij dat de kroegbaas weer hevig bloedt uit een steekwond die hij pas heeft opgelopen. Het is vreemd dat hij is gaan werken. Een ambulance moet hem komen ophalen, maar een kind in het park ziet later dat ook Paul bloedt. Het zijn eigenlijk allemaal vreemde dingen die er gebeuren. Is er misschien al iets met Paul aan de hand?
Als kind is hij al bezig uit te zoeken of hij uitverkoren is (het thema van de godsdienst van zijn vader) maar zijn vader antwoordt dat alleen God dit weet. Op jeugdige leeftijd schrijft Paul al preken over zonde e.d. Er zijn ook herinneringen aan de momenten waarop zijn vader te horen krijgt dat hij slokdarmkanker heeft en dat hij eigenlijk niet meer te redden is.
En over Maanke denkt hij dat hij wel verder met haar zou willen. Hij is uitgekeken op Teresa maar Maanke zegt dat ze niet 'superverliefd op hem is'. Hij zoekt in Amerika naar een woning waar hij met haar zou willen wonen en hij denkt dat hij die gevonden heeft. Voordat hij naar Amerika vertrok, heeft Teresa van hem geëist dat hij zijn nieuwe roman die semi-autobiografisch is, niet zal uitbrengen, anders is het over met hun huwelijk. Maar in Amerika is Paul tot de conclusie gekomen dat hij het boek niet zal intrekken, die prijs vindt hij te hoog. Hij is vandaag in de barak gaan kijken of hij daar niet de komende tijd zal kunnen wonen.
Onderweg naar huis denkt hij aan zijn open huwelijk. Teresa is met een vriendin naar Londen geweest. Hij is in dat weekend gaan stappen met Maanke en deze keer was de seks heftig en bevredigend. Maanke mailt hem meteen daarna dat ze nu wel verder wil. Teresa heeft in Londen een man ontmoet met wie ze een vervolgafspraak heeft gemaakt. Hij moet het wel toestaan.
Op het station in Leiden ontmoet hij de man in de groene overall opnieuw. Die zegt hem dat hij die avond op een feest wordt verwacht. Paul zegt dat hij juist een afspraak met Maanke heeft en morgen pas een feestje met Frank heeft. De man zegt dat het niet zo is. Opnieuw heel vreemd, Paul voelt weer een stekende pijn in de hartstreek.
Deel 3: Avond
Wanneer Paul thuis is, doet hij de kleren aan die hij ook droeg tijdens zijn vaders begrafenis. Hij is klaar voor het feestje van die avond. Alles is gereed. Hij moet daarbij denken aan het avondmaal in de kerk van zijn vader toen de dominee ook zei dat alles gereed was. Hij dacht dan vaak aan het Paradijs en dat was voor hem het Katwijkse strand vlak bij de uitmonding van de Oude Rijn.
In dit laatste deel denkt hij veel terug aan zijn vader en diens sterfbed: de oude man had de laatste verhalen over de oorlog verteld, ze hadden samen nog een sigaretje gerookt. Zijn vader had het wel jammer gevonden dat Pauls kinderen niet godsdienstig werden opgevoed. Wanneer hij ziet hoe zijn vader worstelt, denkt hij terug aan de bevallingen van zijn kinderen: ook dat was een strijd tegen de oerkracht van het leven. Paul ziet hoe benauwd zijn vader het heeft en regelt via de verpleegkundige extra morfine. Dan wil zijn vader nog een keer Psalm 24 laten voorlezen en zingen. Dat doet de familie wel voor hem. Daarna sterft hij: Teresa legt hem af. Hij wordt begraven, maar daar is al over verteld in deel I. Teresa biecht na de begrafenis op dat ze ook lichamelijk vreemd is gegaan met Roel. Dat is toch een klap voor Paul.
Ineens beseft hij dat hij ’s middags over de hel heeft gedroomd. Hij gaat naar het café waar Lars ook weer is. Daar begrijpt hij niets van: Lars is ’s middags in het ziekenhuis opgenomen. Het is 8 over 8 (8 is het symbolisch teken van de oneindigheid). Maar Lars zegt dat hij al een paar dagen abuis is. Het is immers vrijdag. Paul is dus twee dagen kwijt. Ook ziet hij de glazenwasser weer. Hem wordt duidelijk gemaakt dat hij bus 31 moet nemen. Die zal hem naar het feest brengen.
Dan komt het snel tot een apotheose. Hij hoort op de achtergrond de stemmen van Maanke en Teresa, die over zijn boek praten waarin ze beiden voorkomen. Hij hoort van Teresa dat ze thuis zat en gewaarschuwd werd dat Paul in elkaar gezakt is. Het is dus duidelijk dat hij niet goed is geworden (een mogelijk hartinfarct, denk aan wat verteld is over zijn aanval in Amerika, in het vliegtuig, zijn benauwdheid in deel II). Wanneer het gebeurd is, kan de lezer mijn inziens niet uit de tekst opmaken. Aan het einde reageren ze verschrikt: er gebeurt iets met Paul.
Paul stapt uit de bus en gaat naar het strand. Hij staat daar te wachten en dan komt er iemand aangeroeid. Hij weet dat het zijn vader is die hem komt ophalen.
Personages
Paul Honsaat
Paul Honsaat is schrijver in een huwelijkscrisis. Hij is verliefd geworden op de jongere vrouw Maanke, terwijl zijn vrouw aan depressies lijdt. Het liefst wil hij bij haar en de kinderen blijven, waardoor hij een open huwelijk voorstelt. Maar in zijn nieuwe roman gooit hij zijn huwelijk (zij het in fictie) op straat en zijn vrouw pikt dit niet. Hij heeft het verder erg moeilijk met de verwerking van de dood van zijn vader die erg godsdienstig was, maar van wie de dominee uit de Gereformeerde Gemeente aangeeft dat hij niet in de hemel zal komen. Paul gaat zich bezinnen in Amerika op wat hij moet doen. Maar zijn gezondheid is niet al te goed: hij krijgt het een aantal keren flink benauwd (Amerika, in het vliegtuig, in zijn barak in Valkenburg, op het station in Leiden). Het lijkt erop alsof hij het aan zijn hart heeft. Aan het einde wordt over hem verteld dat hij in elkaar gezakt is en dat Teresa gewaarschuwd is. Aangezien zijn vader hem in een roeiboot komt ophalen, mag je als lezer opmaken dat Paul aan het einde van de roman sterft.
Teresa Honsaat
Teresa Honsaat is een vrouw die het erg moeilijk heeft gehad in het huwelijk met Paul. Ze had weinig zelfvertrouwen en is depressief geraakt. Maar door de juiste pillen is ze er weer bovenop gekomen en juist op dat moment is Paul op haar uitgekeken. Hij ontmoet Maanke, wil met haar vrijen maar eigenlijk wil hij zijn gezin niet in de steek laten. Teresa gaat akkoord met een open huwelijk en op zaterdagvond gaat ze alleen stappen. Ze ontmoet in Londen ene Roel. Op de dag van de thuiskomst van Paul, is ze er niet om hem te ontvangen. Na de begrafenis biecht ze aan Paul op dat ze vreemd is gegaan met Roel.
Maanke Kerbers
Maanke Kerbers een mooie, jonge gescheiden vrouw met een puberdochter. Ze werkt als Ok-assistente. Ze raakt in contact met Paul, maar superverliefd is ze niet op hem en dat vindt ze eigenlijk wel een noodzaak. Na een concert van Leonard Cohen gaat ze met Paul naar bed, maar het is niet een enorm succes. Ze wil eigenlijk niet met hem verder. Later doet hij het met haar op een wildere manier en dan wil ze weer wel met hem verder. Je krijgt als lezer de indruk dat ze niet echt op hem verliefd is, zoals Paul wel op haar. Aan het einde is ze met Teresa samen bij het ziekbed van Paul. Ze praten over Paul met elkaar als twee vriendinnen.
Quotes
"Zou hij zijn vader te zien krijgen, die hem vorige maand was voorgegaan? Zou die hem zijn falen aanrekenen? Liever had Paul dat de dood een totale verdwijning in het niets was, het vooruitzicht van een eeuwig leven vond hij moedeloosmakend" Bladzijde 8
"Op het leven! Het leven dat niet anders is dan een gestadige dood, toch? Wij weten dat als geen ander. We hebben de dood zelfs in onze achternaam. Honsaat, dat is bijna een anagram van Thanatos." Bladzijde 123
" Stil lagen ze naast elkaar. Twee vreemden die hun best hadden gedaan elkaar te begrijpen en zich aan elkaar uit te leggen, maar geen gemeenschappelijke taal konden vinden. Hij wilde weg, naar huis. Hij wachtte tot er voldoende tijd was verstreken om het te kunnen fluisteren: “Ik moet de kinderen morgenochtend vroeg ophalen. " Bladzijde 171
Thematiek
Vader-zoonrelatieDe dood van zijn vader grijpt Paul erg aan. Zijn vader, streng gelovig in Katwijk woonachtig, krijgt te horen dat hij een ongeneeslijke vorm van slokdarmkanker heeft. Hij kan dat maar moeilijk accepteren. Bij zijn begrafenis houdt hij een mooie (literaire) toespraak die de mensen van de kerk maar moeilijk kunnen accepteren. Hij beschrijft dat zijn vader hem in een roeiboot zal komen ophalen, wanneer Paul op het punt gekomen is om te sterven. Die droom neemt hij op in zijn toespraak, maar aan het einde van de roman komt zijn vader hem werkelijk ophalen in de roeiboot. Het is duidelijk dat Paul en zijn vader een goede band hebben. Hij zorgt aan het einde voor een extra portie morfine, waardoor zijn vader het minder benauwd heeft.
Motieven
Midlifecrisis
Paul is in het midden van de veertig en hij twijfelt aan de zin van zijn bestaan (zijn schrijverschap en zijn huwelijk). Dat is een stereotype kenmerk van een midlifecrisis. Hij stort zich in de armen van een mooie, jongere vrouw en uiteindelijk heeft hij seks met haar. Om zijn relatie te redden besluiten hij en zijn vrouw tot een open huwelijksrelatie. Maar hij vindt het nieuwe geluk toch niet.
Moeizame liefdesrelaties
De liefdesrelatie met Teresa verloopt niet zoals zou moeten. Teresa is bovendien depressief en als zij de juiste geneesmiddelen heeft gevonden, is Paul op haar uitgekeken. Omdat hij zijn kinderen niet in de steek wil laten, besluiten ze een open huwelijk aan te gaan, maar het is natuurlijk het begin van een periode van wantrouwen, leugens en jaloezie. Paul krijgt iets met Maanke, gaat eerst niet met haar naar bed, maar verlangt er wel naar en uiteindelijk neuken ze toch met elkaar: eerst zonder succes, daarna gaat het beter. Teresa heeft in Londen een man ontmoet met wie ze in Wassenaar een vervolgafspraak maakt. Ook dat vindt Paul toch eigenlijk niet zo leuk. De ondertitel van de roman luidt: over de dwaal- en sluipwegen van de liefde. Het zijn dwaalwegen waarop Paul en Teresa zich begeven.
Fantasie en werkelijkheid
Paul Honsaat geeft aan dat hij een semi-autobiografische roman gaat schrijven over zijn leven. Dat is de roman “Spiegelgevecht”. Zijn vrouw vindt dat niet leuk, omdat hij gegevens over zijn relatie op straat gooit. Maar Honsaat verschuilt zich achter de mogelijkheid van de fictie. Niettemin lopen personages van zijn roman en de mensen in zijn werkelijkheid door elkaar heen. Maar ook Robert Haasnoot geeft aan dat hij een semi-autobiografische roman heeft geschreven over de dood van zijn vader en zijn liefdesrelatie. In dat opzicht zijn Spiegelgevecht en Het ruime bed spiegelbeelden van elkaar en waarschijnlijk zijn dus Paul Honsaat en Robert Haasnoot op dezelfde manier spiegelbeelden van elkaar. Daardoor ontstaat het bekende Droste-effect. Fictie en werkelijkheid lopen hierbij dus in dubbel opzicht door elkaar heen. Dat is een gevaarlijke truc van een schrijver (niet voor het eerst uitgevoerd overigens) maar Haasnoot slaagt er mijns inziens heel goed in om dat gegeven geloofwaardig uit te werken. Het is een heel belangrijk motief in deze beknopte roman.
Godsdienst
Zijn vader is lid van de gereformeerde Gemeente in Katwijk. Dat is een zwaar op de hand zijnde Christelijke afsplitsing van de kerk. Kenmerkend daarvoor is de predestinatiegedachte. God heeft al voor je geboorte bepaald of je tot zijn uitverkoren volk behoort. Als mens kun je daar eigenlijk niets aan doen. Dat is toch een beetje fatalistisch gedacht. De schrijver Paul Honsaat kan daar slecht mee uit de voeten. Als kind wilde hij ook graag weten of hij uitverkoren was, maar zijn vader antwoordde dat alleen God dat kan weten. Als zijn vader aan het sterven is, beweren én de dominee én de ouderling dat het geenszins zeker is dat opa Honsaat uitverkoren is. Paul wordt daar woedend over. Als allerlaatste wil de vader nog dat Psalm 24 wordt voorgelezen aan zijn sterfbed.
Dood
Talrijk zijn de verwijzingen naar de dood. De naam Honsaat is bijna een anagram van Thanatos, de Griekse benaming voor de dood. In deel II wordt hij overgezet door een veerman, wat een verwijzing is naar de Griekse mythologie van de veerman Charon die de doden naar de onderwereld voer. Er is ook een man die hij herhaaldelijk tegenkomt (een blonde man in een groene overall): het lijkt erop alsof het een aanzegger van de dood is, die mij doet denken aan “de Doot” die in het Middeleeuwse stuk Elcerlyc optreedt en de gelijknamige Middeleeuwer (leeftijd van Paul Honsaat ongeveer) komt vertellen dat hij die avond dood zal gaan (vgl. einde van deel II). Of aan de dood die in een gedicht van P.N. Van Eyck voorkomt (“De tuinman en de dood).
Overspel
Zie boven: Paul heeft in ieder geval wel enkele keren seks met Maanke. Teresa bekent na de begrafenis van Pauls vader dat ze ook in de fout is gegaan met Roel.
Spiritualiteit
Ik moest bij deze roman toch ook onwillekeurig terugdenken aan de magisch-realistische romans van Jos Vandeloo (Het Huis der Onbekenden). Dat boek heeft m.i. nogal wat overeenkomsten met “Het ruime bed” (vgl. de thuiskomst in een onbekend en leeg huis). Ook de roman “De komst van Joachim Stiller” (Hubert Lampo) is magisch-realistisch van aard. Er lijken dingen te gebeuren (op spiritueel niveau) die normaal gesproken niet kunnen.
Motto
That’s a funeral in the mirror
And it’s shopping at your face.
Lenard Cohen “Dress Rehearsel Rag”. Begrafenissen en spiegels spleen in deze roman een belangrijke rol.
Trivia
Robert Haasnoot noemt “Het ruime bed” een semi-autobiografische roman. De naam van zijn hoofdfiguur Honsaat doet na letteromzetting wel denken aan Haasnoot, maar het is net geen anagram. Ook kan je er bijna Thanatos van maken: een verwijzing naar de dood (Grieks) (blz.123)
Titelverklaring
In het eerste deel Ochtend komt de titel bijna letterlijk voor. Paul bezoekt met zijn twee kinderen het vers gedolven graf waarin zijn vader ligt. Er ligt nog geen steen op het graf gezet.
Ample make this bed, denkt Paul. Maar dit bed is niet ruim, niet ample zoals in het gedicht van Emily Dickinson. Een nederige bolt is alles wat er aan het aardoppervlak aan zijn vader herinnert.
Het ruime bed zou in het gedicht dan voor het graf staan, waarin je rust tot de Dag des Oordeels aanbreekt.
Het hele gedicht van Emily Dickinson luidt namelijk:
Ample make this bed.
Make this bed with awe;
In it wait till judgment break
Excellent and fair.
Be its mattress straight,
Be its pillow round;
Let no sunrise' yellow noise
Interrupt this ground.
Waarschijnlijk zal de titel ook een meer symbolische betekenis hebben. In een ruim bed is plaats voor meer dan twee personen. Omdat Paul en Teresa besloten hebben een open huwelijk te hebben, is er dus plaats voor een ander in het echtelijk bed. Paul heeft Maanke gekregen en Teresa heeft een vriend Roel erbij genomen.
Structuur & perspectief
Er zijn drie delen in de roman: Ochtend, Middag en Avond.
Deze delen zijn onderverdeeld in kleine hoofdstukken uit heden en verleden: ze worden met een witregel van elkaar gescheiden. In deel Ochtend wordt bekend gemaakt hoe hij met Maanke kennis heeft gemaakt. In deel Middag hoe hij voor de eerste keer seks met haar heeft gehad. Maar ook hoe zijn vader te horen heeft gekregen dat hij aan slokdarmkanker lijdt.
Er is dus sprake van een niet-chronologische roman waarin heden en verleden elkaar voortdurend afwisselen. Ook in deel II en III wisselen heden (de dag van zijn terugkeer uit Amerika) en het verleden (de dood van zijn vader en zijn overspel met Maanke) elkaar steeds af.
Het perspectief is een personale verteller. De lezer ziet alles door de ogen van Paul Honsaat, een ongeveer 47-jarige schrijver van romans. Hij heeft een open huwelijk met zijn vrouw Teresa afgesproken en hij heeft een minnares Maanke. Zijn vader is kort voor aanvang van de roman gestorven en hij heeft het daar erg moeilijk mee. In het verhaalheden (2009) vertelt Paul in de o.t.t. Over wat er in het verleden is gebeurd (de dood van zijn vader, de kennismaking met Maanke) vertelt hij in de o.v.t. Het is literair-technisch gezien mogelijk dat een personale verteller aan het einde van zijn verhaal sterft, wanneer hij in de o.t.t. vertelt.
Decor
Wanneer Paul terugkeert naar Nederland na een twee weken durend verblijf in Amerika is het een maand na het overlijden van zijn vader. Hij gaat later een DVD afspelen waarop de datum van zijn vaders begrafenis staat vermeld: die is geweest op 27 mei 2009. Dat houdt in dat het verhaalheden in juni 2009 speelt. Een jaar ervoor heeft hij Maanke op een feestje van haar ex-zwager Frank leren kennen. In oktober 2008 gaat hij namelijk met haar mee naar een interlandwedstrijd in de Arena. De vertelde tijd is dus eigenlijk maar één dag. Maar wanneer je Lars in deel III mag geloven, is het inmiddels vrijdag geworden. Dat zou betekenen dat de vertelde tijd drie dagen is.
Het decor is het huis van Paul Honsaat in het godsdienstige dorp Katwijk. Hij keert aan het begin van de roman van een trip naar Amerika naar huis. Maar het grootste deel van de roman speelt zich af in de omgeving van zijn woonhuis in Katwijk. Hij bezoekt in deel II zijn schrijversbarak in Valkenburg (vlak bij Katwijk) In deel III is het decor weer Katwijk. Paul sterft aan het Katwijkse strand wat hij al eerder als zijn paradijs heeft gezien.
Stijl
De stijl van Robert Haasnoot is gewoon fraai. Net als in zijn historische roman is godsdienst een belangrijk motief in zijn werk. Dat is dus ook het geval in de roman die de dood van zijn vader beschrijft. De man is sterk gelovig (weliswaar niet uitverkoren) en dat heeft tot gevolg dat er nogal wat verwijzingen zijn naar de Bijbel en naar Bijbelse metaforen.
Opeens begreep hij waarom zijn vader deze psalm wilde horen. De eeuwige deuren tussen aarde en hemel, leven en dood, moesten van hem omhoog. Het was tijd, maar hij kreeg het zelf niet voor elkaar. Nadat de psalm was gelezen, keerde de stilte terug. Het wachten ging verder. (blz. 197)
Zijn vrouw. Ze had zijn vaders dode lichaam afgelegd. Ze had haar schoonvader haast oudtestamentisch de laatste eer bewezen en daarmee ook hem, haar man. Oudtestamentisch terwijl hun huwelijk een losbandige schertsvertoning was. In het aankleven en tot een vlees zijn had hij het gezwel van onvrede te lang laten voortwoekeren, en nu waren er te veel uitzaaiingen. Anderen waren tussen hen in gaan staan. (blz. 202)
Slotzin
Het schreeuwt in zijn hoofd: Ik kom eraan pap, ik kom eraan! Hij blijft schreeuwen om de aanglijdende gloed te ontmoedigen. En zolang hij in doodsgevaar is niet stil te staan bij wat hij achterlaat…. Ik kom eraan!Beoordeling
Ik denk dat Robert Haasnoot een voor het grote publiek onbekende en daardoor misschien onbeminde auteur is. Door de meeste recensenten wordt zijn werk gewaardeerd en geroemd. Nominaties voor literaire prijzen zijn hem ook al ten deel gevallen, maar verkoopcijfers blijven achter. Het is ook voor mij als recensent soms onduidelijk waarom het Nederlandse publiek wel twintig euro wil betalen voor onbenullige thrillers en mooie (ook mooi uitgegeven) romans nauwelijks verkocht worden.
Robert Haasnoot is het wel degelijk waard gelezen te worden. Natuurlijk is zijn thematiek (het christelijk geloof) niet al te aantrekkelijk voor sommige groepen scholieren, maar de dood van je vader is een universeel thema. Ook de sluipwegen van de liefde zijn voor veel mensen een belangrijk gegeven in literatuur maar ook in hun leven. Haasnoot heeft bovendien een semi-autobiografische roman geschreven, waarin fictie en werkelijkheid door elkaar lopen en Haasnoot/Honsaat wellicht naadloos door elkaar vervangen kunnen worden.
Dat is gedurfd en bovendien knap gedaan. Ook de invloeden van klassieke mythologie (de veerman, Thanatos) en klassieke literatuur (het symbool van de 8, de figuur van de Middeleeuwse Elckerlyc die ook de dood krijgt aangezegd) tillen de roman naar een hoger niveau.
Kortom, literatuur voor de ware liefhebber. Literaire waardering: 3 punten.
Recensies
"Een boek dicht op de huid zonder te irriteren. " http://www.literatuurplei...sieId=244
"Hij zet voetje voor voetje op de evenwichtsbalk van deze roman en analyseert samen met Honsaat via zijn roman de situatie." http://www.nu.nl/boek/271...e-bed.html
"Het Ruime Bed moet het niet hebben van genie, maar van het venijn waarmee feit en fictie op elkaar inbeuken. " http://recensieweb.nl/rec...-huwelijk/
Bronnen
website van de schrijver
http://www.roberthaasnoot.com/Geschreven door Cees

Ik heb verreweg het grootste deel van mijn leven voor de klas gestaan. Eerst vijf jaar op een basisschool, daarna veertig jaar op diverse scholen voor voortgezet onderwijs: havo en vwo, onder- en bovenbouw. Leraar Nederlands zijn vond ik veel leuker dan directielid spelen. De laatste jaren was ik conrector. In 2004 begon ik aan mijn eerste boekverslag voor scholieren.com. Dat is dus ruim twintig jaar geleden.
Ik vond het destijds mijn 'missie' om de vaak verouderde en 'afgezaagde' literatuurlijsten voor Nederlands te vernieuwen en mijn leerlingen kennis te laten maken met onbekende en / of jonge schrijvers. Lezen kan namelijk gewoon leuk zijn. Het is de taak van een docent om het lezen te stimuleren.
Docenten kunnen je met het aanprijzen van aantrekkelijke en/of spannende boeken enthousiast maken. Passages die interessant zijn, kun je voorlezen in de klas. Kort vertellen waarover een boek gaat, kan ook een stimulans voor je keuze zijn. En vergeet niet dat je van je medeleerlingen ook kunt horen welk boek ze (erg) leuk gevonden hebben. Dat is vaak de beste manieren om te weten te komen of een boek aantrekkelijk is. Hoewel smaken altijd blijven verschillen..
Ik heb tot nu ( 1 maart 2025) 1513 boekverslagen gemaakt, waarvan vrijwel de meeste Zeker-Weten-Goed-verslagen zijn. Er staan de laatste jaren aan het einde van het verslag vragen over de inhoud en de structuur, zodat je kunt controleren of je je het boek in grote lijnen begrepen hebt.
Bij Scholieren.com probeer ik zo veel mogelijk boeken van nieuwe schrijvers te bespreken. Elke maand ontvang ik boeken van diverse uitgeverijen die hun schrijvers uit 'hun fonds' onder de aandacht van de lezer willen brengen.
Ik hoop altijd dat de 'leraar Nederlands' het zijn leerlingen toestaat om de wat minder bekende of zelfs beginnende schrijvers op de leeslijst te accepteren.
Lezen kan leuk zijn, maar boekverslagen maken doe je meestal niet voor je lol. Ikzelf vond dat vroeger namelijk helemaal niet leuk. Ik kocht in die tijd daarom ook alle uittrekselboeken van alle talen. (Bijvoorbeeld Literama (Ne), Aperçu (Fa), Survey (En), Der Rote Faden (Du). En als ik heel eerlijk ben, heb ik ook wel eens uit tijdgebrek alleen met een boekverslag een mondeling tentamen gedaan. Maar dan voelde je je toch niet altijd op je gemak. Nu maak ik zelf al jaren boekverslagen voor scholieren.com.
Nog een welgemeend advies: wees verstandig en lees altijd het boek. Dan kan een boekverslag op scholieren.com een prima geheugensteun voor je mondeling zijn.
En geloof me, docenten kunnen vanwege tijdgebrek echt niet alle boeken lezen die jaarlijks verschijnen; zij raadplegen daarom ook wel de boekverslagen die scholieren.com aanlevert. Daar is natuurlijk helemaal niks mee.
REACTIES
1 seconde geleden