Het gemillimeterde hoofd door Gerrit Krol

Zeker Weten Goed
Foto van Emma
Boekcover Het gemillimeterde hoofd
Shadow
Zeker Weten Goed

Boek
Auteur
Gerrit Krol
Genre
Filosofische roman
Eerste uitgave
1967
Niveaus
vwo
Geschikt voor
vwo
Punten
2 uit 5
Oorspronkelijke taal
Nederlands
Literaire thema's
Fantasie & Werkelijkheid

Boekcover Het gemillimeterde hoofd
Shadow
Het gemillimeterde hoofd door Gerrit Krol
Shadow
ADVERTENTIE
Zo weet je precies wat je nog moet leren voor je examens! 📚✅

Al aan het stressen voor je eindexamens? Niet met Examenbundel! Maak per vak de gratis quickscan en check hoe je ervoor staat. Zo krijg je direct inzicht in wat je al beheerst en wat je nog moet leren en oefenen.
 

Naar de quickscan

Feitelijke gegevens

  • 4e druk, 2012
  • 280 pagina's
  • Uitgeverij: Querido Uitgeverij

Flaptekst

Eerste zin

Er leefde in de vorige eeuw in Zwitserland een geniaal wiskundige, genaamd Schläfli.

Samenvatting

Het boek is niet heel makkelijk samen te vatten, omdat het eigenlijk al een soort samenvatting is. Het boek bestaat eigenlijk uit drie verschillende soorten hoofdstukken. Je hebt de hoofdstukken waarin de ik-persoon in een bibliotheek of in zijn huis een boek bespreekt. Dit begint vanaf hoofdstuk 2. Hier bespreekt hij het boek Vorlesungen über die Geometrie. In het derde hoofdstuk haalt hij van de boekenplank het boek Lehrbuch auf Positivischer Grundlage. In het zesde hoofdstuk staat alleen een citaat van Gauss. In het achtste hoofdstuk haalt hij weer een boek van de boekenplank, namelijk De psychologie van het liegen. In hoofdstuk 11 staat alleen het woord vacant. In hoofdstuk 20 bespreekt hij de architect Girard Desargues. In hoofdstuk 40 staat een citaat van Bell over Brouwers Intuïtionisme. In hoofdstuk 43 haalt hij verzamelde gedichten van H. Marsman van de boekenplank. Hij vertelt hoe hij dit boek twee keer heeft gekregen (in 1959 en in 1962). Ook haalt hij het boek De zachtmoedige van Fjodor Michailowitsj Dostojewski van de boekenplank, net als Holzwege van Heidegger en Beknopte Friese spraakkunst van Dr. K. Fokkema en J. B. Wolters. Verder leest hij van de boekenplank Geschlecht und Charakter van Otto Weininger en Phoenix pockets van W. de Haan. In een ander hoofdstuk bespreekt hij de herkomst van het woord 'fiets'. En hij vertelt over het boek Logisch filosofisch tractaat van Ludwig Wittgenstein en Comptes rendus de l’académie des sciences. Dan leest hij het boek Jaap Holm en zijn vrienden van W. G. van de Hulst en Psalmen en Gezangen van de Eredienst der Nederlands Hervormde Kerk. Hij citeert gezang 116 in het boek.

Daarnaast bespreekt het ik-figuur in een aantal hoofdstukken of wiskundige of filosofische vraagstukken die hij met allerlei berekeningen en afbeeldingen probeert op te lossen. Hij bespreekt een theorie van de Zwitserse Schläfli waarin driedimensionale meetkunde tot vierdimensionale meetkunde en uiteindelijk n-dimensionale meetkunde wordt. Dit legt hij uit door lijnen en punten te tekenen. In hoofdstuk 5 legt hij een filosofische vergelijking uit: de verhouding tussen b en a. Dit komt erop neer dat het leven een chaos is totdat iemand dat leven beschrijft. In het zevende hoofdstuk bespreekt hij de verhouding van wiskunde tot de taal. Hierin legt hij uit dat in de logica een methode is voor de relatie tussen a en b, namelijk: 0 of 1. In het boek legt de ik-persoon uit hoe het kan dat als wij een woord nog nooit hebben gezien of gelezen, we nog steeds de betekenis van het woord kunnen weten. Dat komt door de context waarin een woord wordt gebruikt. Ook bespreekt de ik-persoon de stelling van Pappos, waarin 9 punten en 9 lijnen zodanig zijn opgesteld dat door elk punt 3 lijnen en op elke lijn 3 punten liggen. Dit heet de 9³ configuratie. En hij benoemt het snijpunt van samenvallende lijnen. En hij laat zien hoe het harmonisch spiegelbeeld is opgesteld door middel van tekeningen en afbeeldingen. In dit soort hoofdstukken probeert hij op een logische en wiskundige manier de taal en de dingen om hem heen te begrijpen. Zo ook de zintuigen, onze geest, het bestaan en de wetten der tegenspraak, het uitgesloten derde en tautologie, humor, het woord maar in de logica en de relatie tussen twee zinnen of tussen twee woorden.

In de andere hoofdstukken lijkt het boek bijna een soort roman te zijn. Hoewel we de naam van de ik-persoon niet te weten krijgen, krijgen we wel een kijkje in zijn hoofd en dus zijn gedachten zoals hierboven naar voren is gekomen. Naast dat hij erg van wiskunde en filosofie houdt, houdt hij ook van jonge meisjes. Hij beschrijft heel vaak de meisjes en de vrouwen die hij tegenkomt. In deze hoofdstukken kijkt hij eigenlijk terug op zijn leven. Ook zijn relatie met God bespreekt hij in deze hoofdstukken. Hij heeft verschillende vriendinnetjes gehad, waaronder Evelyn en Agnes. Ook verwondert hij zich over de relatie tussen een spreker en een toehoorder en een schrijver en een lezer. In zijn studententijd wordt hij de voorzitter van de Rhetorica. Helaas was hij te arrogant geworden waardoor hij uit zijn voorzittersrol is gezet. Hij vond het erg fijn om te zien hoe de luisteraar reageerde wanneer hij sprak waardoor hij dit is gaan doen als beroep. Uiteindelijk eindigt hij zonder de vrouwen waar hij zo gek op was en is hij ongetrouwd en eenzaam. 

Personages

'Ik-persoon'

Het boek bespreekt eigenlijk vrij weinig personages. De ik-persoon, die niet bij naam wordt genoemd, is het hoofdpersonage. Hoewel er nergens echte duidelijke aanwijzingen zijn of het überhaupt om een man of vrouw gaat, ga ik ervanuit dat het een man is. Dat omdat hij vaak verliefd is op vrouwen en het boek is in de vorige eeuw geschreven. Daarnaast heeft de ik-persoon een redelijk slecht beeld over de vrouw. Naast dit is hij ook gek van wiskunde en filosofie. Hij denkt veel na over de zin van het leven, over schrijvers en sprekers, en over de betekenis van woorden en zinnen. Het zou kunnen dat de ik-persoon de auteur is, hoewel dit nergens zo expliciet genoemd staat. Verder heeft hij het voornamelijk over Agnes en Evelyn, maar zij worden niet of nauwelijks beschreven, sterker nog: ‘Alle vrouwen zijn isomorf met elkaar. Ze kunnen alle op een standaardvrouw worden afgebeeld, zoals alle driehoeken op een standaarddriehoek kunnen worden afgebeeld. Zo geldt een uitspraak over deze standaardvrouw voor elke vrouw.’ Later in het boek wenst hij juist de dood aan alle vrouwen.

Quotes

"Als iemand tot mij spreekt, wat is de zin van het bestaan tegenover mij, en wat is de zin van mijzelf, zittend aan een tafel, en schrijvende, de ene bladzij na de andere: mijn schrijven wat is de zin daarvan, het heeft geen zin evenmin als welke handeling ook." Bladzijde 52
"Alle vrouwen zijn isomorf met elkaar. Ze kunnen alle op een standaardvrouw worden afgebeeld, zoals alle driehoeken op een standaarddriehoek kunnen worden afgebeeld. Zo geldt een uitspraak over deze standaardvrouw voor elke vrouw." Bladzijde 274
"… mijn leven werd in beslag genomen louter door meisjes. Er was geen ogenblik van de dag dat ik niet aan de meisjes dacht en tegelijk dacht ik aan niets anders dan dat ik een schrijver was - het moest hetzelfde geweest zijn." Bladzijde 41
"De wiskunde is een taal. Het beschrijft als alle talen de dingen om ons heen maar het is van alle talen de helderste en de duidelijkste. Wat niet duidelijk is moet getransformeerd worden. Waar het verhaal door zijn discipline zich aan het begrip van de lezer onttrekt gaat men over op een andere discipline. Niets mag onder de oppervlakte verdwijnen. Het gaat om het verhaal, het gaat om de wereld die er door beschreven wordt." Bladzijde 21
"De wijze nu waarop een mens zich meedeelt, en de wijze waarop de ander hem begrijpt, vormt de inhoud van dit boek. … Daarbij heb ik, al selecterende, één centraal thema aangehouden: dat van de afbeelding. Wat niet, direct of indirect, onder het begrip ‘afbeelding’ kon worden gebracht, heb ik weggelaten." Bladzijde 3

Thematiek

Afbeelding

Zoals inmiddels wel naar voren is gekomen dient dit boek zich niet zo makkelijk in vormpjes of in hokjes te plaatsen. Zo ook het thema. Gerrit Krol legt zelf uit wat het thema is. ‘De wijze nu waarop een mens zich meedeelt, en de wijze waarop de ander hem begrijpt, vormt de inhoud van dit boek. … Daarbij heb ik, al selecterende, één centraal thema aangehouden: dat van de afbeelding. Wat niet, direct of indirect, onder het begrip ‘afbeelding’ kon worden gebracht, heb ik weggelaten.’ Hoewel dit een vreemd thema lijkt, klopt het helemaal. Alles wat de ik-persoon beschrijft en vertelt kan worden teruggeleid naar dit ene concept. Hij beeldt uit hoe vrouwen en meisjes volgens hem moeten zijn en hij bespreekt ook, op filosofische en wiskundige manieren afbeeldingen en begrippen die hiermee te maken hebben. Het is, als het ware, een grote spreekbeurt over het begrip ‘afbeelding’ en wat dit betekent voor de ik-persoon.

Motieven

Taal

In dit boek is het eerste motief dat we veelvuldig terugzien ‘taal’. De auteur speelt vaak met de gebruikelijke norm van taal. Dit doet hij door in zinnen het onderwerp of de persoonsvorm weg te halen of door een hoofdstuk uit slechts een woord te laten bestaan. Maar taal komt ook naar voren in zijn gedachten en mijmeringen over de relatie tussen spreker en luisteraar en de relatie tussen schrijver en lezer. Hierbij benadrukt hij vaak de betekenis van woorden.

Filosofie

Daarbij aansluitend is het tweede motief in het boek filosofie. Door het hele boek heen mijmert en filosofeert de ik-persoon over alles eigenlijk. Voornamelijk over taal, betekenis en de zin van het leven.

Wiskunde

Het laatste motief is wiskunde. In veel hoofdstukken heeft de ik-persoon verschillende wiskundige gedachten en opdrachten voor zichzelf wat hij, door middel van berekeningen en figuren, probeert op te lossen. In veel van deze hoofdstukken staan de drie motieven met elkaar in verbinding. Wanneer deze wiskundige problemen opgelost worden, dan zijn dat meestal problemen die te maken hebben met taalonderwerpen waar hij flink over filosofeert.

Trivia

Het boek is voor een groot deel in Caracas (Venezuela) geschreven

Gerrit Krol heeft voor Shell gewerkt

Het boek heeft de Prozaprijs 1968 gekregen

Het boek heeft de Premio ‘Il libro giovane’ voor best vertaalde boek gekregen

Titelverklaring

De titel van het boek, Het gemillimeterde hoofd, heeft te maken met de relatie tussen vorm en inhoud. Het hele boek is als een soort hersenspinsel van de ik-persoon. Je kijkt dus als het ware in het hoofd van het hoofdpersonage. Deze gedachten van de ik-persoon zijn als het ware gemillimeterd, alle onnodige details en informatie is eruit gezeefd waardoor je slecht nog een gemillimeterd hoofd overhoudt. 

 

Structuur & perspectief

Het boek is opgedeeld in 99 hoofdstukken. Sommige hoofdstukken bestaan uit een woord, andere uit meerdere pagina’s. De hoofdstukken worden voorafgegaan met een ‘ter inleiding’ en de tweede en derde druk hebben een toelichting gekregen wat er aangepast is. Na de hoofdstukken staat een ‘summary of the contents’. Officieel kent het boek geen verschillende delen, hoewel je de hoofdstukken wel zou kunnen opdelen in boekbesprekingen, filosofische en wiskundige gedachtewisselingen en een romandeel, zoals ik ook al heb benoemd in de samenvatting.

In het boek is er sprake van een ik-perspectief, dat verandert niet. Als lezer weet je net zoveel als het hoofdpersonage. Via de ik-persoon kom je wat dingen te weten over zijn omgeving en de andere personages, hoewel hij daar verder niet veel over toewijdt. ‘Als iemand tot mij spreekt, wat is de zin van het bestaan tegenover mij, en wat is de zin van mijzelf, zittend aan een tafel, en schrijvende, de ene bladzij na de andere: mijn schrijven wat is de zin daarvan, het heeft geen zin evenmin als welke handeling ook.’ 

 

Decor

Naar mijn idee speelt tijd wel een redelijk belangrijke rol in het verhaal, maar decor iets minder. Het decor van het verhaal is in ieder geval Nederland, maar vooral Amsterdam. Hij is vaak te vinden in de bibliotheek en het Mathematisch centrum. Vanwege de gedachtewisselingen die het hoofdpersonage heeft en het gebruik van filosofie, wiskunde en veel computers denk ik dat hetzelfde verhaal ook wel in andere West-Europese landen had kunnen plaatsvinden, maar daarbuiten waarschijnlijk niet. Tijd speelt, zoals gezegd, wel degelijk een belangrijke rol. Vooral omdat het hoofdpersonage veel terugblikt op zijn leven. Ook omdat de tijd waarin het verhaal zich afspeelt (ongeveer de tweede helft van de 20e eeuw), ook de tijd was waarin er bepaalde ontwikkelingen plaatsvonden wat betreft computers en wiskunde. Deze onderwerpen zijn terugkerende onderwerpen in het leven van het hoofdpersonage.

Stijl

De verhouding tussen vorm en inhoud is, zoals eerder besproken, erg belangrijk in dit boek. Het boek kent geen neologismen, woordspelingen en vaste betekenissen voor woorden. Hij verbindt vaak woorden met andere woorden waardoor ze een andere betekenis krijgen. Hij beschrijft veel gedachtegangen en laat eigenlijk maar weinig informatie toe. Er zijn weinig dialogen te vinden in het boek. Ook zijn sommige zinnen incompleet. ‘Beschrijving van de tocht naar de Harz.’ en ‘Agnes vertrokken.’ En sommige hoofdstukken zijn extreem kort. Een van de hoofdstukken bestaat slecht uit een woord. Door de afwisseling van de verschillende verhalen, gedachtewisselingen en boekbesprekingen, blijft de lezer scherp. Dit vond ook Ad Zuiderent, die dit boek heeft besproken in het boek Lexicon van Literaire Werken.

Slotzin

Ik heb een paar zaken die voorheen duister waren of slecht geformuleerd tot klaarheid gebracht, maar - en dat zal een vraag blijven - voor wie?

Bijzonderheden

De editie die ik heb gelezen is een e-book. Daardoor kan de nummering anders zijn dan hoe het in de fysieke vorm is.

Er zitten veel afbeeldingen in (60).

Beoordeling

Het boek Het gemillimeterde hoofd zal me waarschijnlijk de rest van mijn leven bijblijven. Ik weet nog niet zo goed of dat iets positiefs of negatiefs is. Hoewel het boek niet veel pagina’s kent en wel veel afbeeldingen en figuren, is de inhoud lastig te volgen. Het is fijn dat Krol wisselt met de verschillende onderwerpen en dat lange hoofdstukken gevolgd worden met kortere hoofdstukken. Toch heb ik niet altijd het idee dat ik helemaal volg en snap wat de auteur precies bedoeld. Daarnaast vind ik de manier waarop hij over de vrouw praat (volgens hem kunnen alle meisjes over een kam geschoren worden) niet fijn om te lezen. Ik vind het wel weer leuk hoe hij de vraagstukken in zijn leven op een zo filosofisch mogelijke manier probeert te vatten, maar wanneer hij wiskundige formules beschrijft is hij mijn aandacht kwijt. Ik geef zelf het boek drie uit vijf sterren. Ik raad het mensen aan die interesse hebben voor filosofie en wiskunde en niet bang zijn om daar moeilijke formules bij te betrekken. Ook is het boek lekker kort, dus daarom raad ik het boek wel aan. 

Recensies

"Dit alles is niet alleen een kwestie van thematiek, maar ook van vormgeving. De nauwe band tussen vorm en inhoud laat zich misschien nog het best duidelijk maken met Krols opvatting over stijl. Hij heeft een even sterke afkeer van woordspelingen als van het gebruik van vaste betekenissen voor woorden; ook neologismen laat hij niet in zijn werk toe. Zijn ideale stijl is die waarin woorden door hun verbinding met andere woorden een nieuwe betekenis krijgen (55); een procédé dat vaak humoristisch werkt. Humoristisch werken ook Krols dosering van informatie en zijn precisie. Hij is een echt synoptisch schrijver, een meester bovendien in het goed getimed aanvullen en abrupt afkappen van een verhaal of gedachtengang. Zo voegt hij na de schijnbare afronding van een passage vaak nog één nieuw element toe dat alle voorafgaande zekerheden weer op losse schroeven zet; zoals in zijn weergave van de ontmoeting van G.K. en een Engelsman die op de binnenkant van G.K.'s colbert wijst: ‘“Vreemd” zei hij, “jullie hebben de binnenzak aan de linkerzijde” en hij liet daarop zijn eigen binnenzak zien die aan de rechterzijde zat. Dat was erg leuk. Dat was weer een van die typische links-rechts verwisselingen die Engeland zo van het continent doen verschillen. ... hij kapt zijn verhaal dan af met de mededeling ‘(meerduidigheid van de tekst)’ (14), of door op de zin ‘Beschrijving van de tocht naar de Harz’ niets meer te laten volgen (36). De suggestie moet voldoende zijn; schrijven mag dan het hoogste zijn wat een mens kan doen, beschrijven is herhaling, dus overbodig." https://www.dbnl.org/teks...w00357.php

Bronnen

Dit is een bron van de dbnl, die ik gebruikt heb voor het stukje over stijl. In deze bron wordt nog veel meer uitgelegd ook. Het is een hele handige bron!
https://www.dbnl.org/teks...w00357.php
Je hebt nog 2 Zeker weten goed verslagen over.

Wil je onbeperkt toegang tot alle Zeker Weten Goed verslagen? Meld je dan aan bij Scholieren.com.

32.714 scholieren gingen je al voor!

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.