Feitelijke gegevens
- 1e druk, 1900
- 270 pagina's
- Uitgeverij: Wolters Noordhoff - Gouden Lijsters
Flaptekst
In Laboewangi op het eiland Java vindt een aantal onverklaarbare gebeurtenissen plaats. De inwoners wijzen die toe aan 'de stille kracht', een Indisch mysterie dat de mensen in zijn greep houdt.
De resident Otto van Oudijck vindt de stille kracht maar onzin. Maar als hij een regent ontslaat omdat die zich op een feest onbeschoft gedragen heeft, vinden er plotseling vreemde dingen in zijn huis plaats. Zijn vrouw, die hem met meerdere minnaars bedriegt, wordt in de badkamer op onbegrijpelijke wijze met bloed bespat, een spiegel wordt door een grote steen vernield, glazen breken spontaan in kleine stukjes en er klinkt hamerslag in het huis. Het merendeel van de personages vlucht en Van Oudijck blijft alleen achter. Als hij zich zelf zwakker gaat voelen en ziek wordt, gaat hij steeds meer in de stille kracht geloven.
Eerste zin
De volle maan, tragisch dien avond, was reeds vroeg, nog in den laatsten dagschemer opgerezen als een immense, bloedroze bol, vlamde als een zonsondergang laag achter de tamarindeboomen der Lange Laan en steeg, langzaam zich louterende van hare tragische tint, in een vagen hemel op. Een doodsche stilte spande alom als een sluier van zwijgen, of, na de lange middagsiësta, de avondrust zonder overgang van leven begon.Samenvatting
Eerste Deel
Eerste hoofdstuk
De resident, de Nederlander Otto van Oudijck, maakt in het begin van de roman een wandeling naar de zee. Hoewel hij met de mooie Léonie (zijn tweede vrouw) getrouwd is en twee kinderen uit zijn eerste huwelijk heeft, voelt hij zich soms eenzaam. Zijn werk is daarbij alles voor hem. Na het diner praten Theo en Doddy (zijn oudste kinderen) met elkaar. Theo blijkt een seksuele verhouding te hebben met zijn stiefmoeder Léonie en Doddy heeft verkering met Addy. De volgende dag haalt Theo Léonie op van het station. Léonie is twee maanden weg geweest. Ze heeft haar hulpje Oerip bij zich. Léonie wil niets liever dan uitrusten van haar vermoeiende reis. Ze denkt aan haar verhouding met stiefzoon Theo.
Otto denkt aan veel liever aan zijn werk en aan zijn kans promotie te maken. Hij hoopt resident-eerste klasse te worden. Het komt hem niet goed uit dat zijn relatie met de inlandse regent Soenario slecht is.
Tweede Hoofdstuk
Zijn secretaris, Onno Eldersma, is een hard werkende man. Eigenlijk zou hij liever meer tijd besteden aan zijn vrouw en kinderen, maar Van Oudijck, maakt hem dat onmogelijk. Eva zijn vrouw had een idyllische droombeeld over Indië, maar dat is al snel weg. Ze zoekt daarom troost in haar huis en haar kind en bovendien draagt Léonie haar sociale taken als vrouw van de resident gemakkelijk over aan Eva. Eva Eldersma is hierdoor echter in Laboewangi zeer geliefd in tegenstelling tot Léonie over wie veel geroddeld wordt. Eva houdt elke veertien dagen een open huis waar de bestuurders en ambtenaren elkaar ontmoeten. Zo ontvangt ze o.a. resident Van Oudijck, controleur Van Helderen en de regent van Laboewangi, Raden Adipati Soerio Soenario. Ook hun vrouwen zijn natuurlijk uitgenodigd. Resident Van Oudijck informeert bij de inlandse regent naar het gedrag van diens broer, de regent van Ngadjiwa. Hij heeft gehoord dat hij weer veel geld heeft verloren met gokken. Van Oudijck wijst regent Soenario op zijn verantwoordelijkheid als oudste broer en hoofd van de familie. De Van Oudijcks en de Soenarios verlaten de woning van Onno en Eva. Die blijven achter met de andere gasten. Ze roddelen over Léonie en haar seksuele uitstapjes tijdens haar verblijf in Batavia. Ook de dobbelverslaving van de regent van Ngadjiwa gaat over de tong. Na het diner houdt de groep een tafeldans. Ze experimenteren met het oproepen van geesten. De tafel springt op en neer en de aanwezigen tellen de tikken mee. De geesten geven hun boodschappen door: "Het volgende jaar oorlog tussen Europa en China" en "Gevaar in Laboewangi: opstand binnen twee maanden, Soenario." De aanwezige gasten vinden de voorspellingen vermakelijk en nemen die niet serieus. Dom, blijkt later. De volgende dag brengt Frans van Helderen een bezoek aan Eva. Hij verklaart haar zijn gevoelens maar Eva wijst hem als minnaar af. Ze wil wel goede vrienden met hem zijn.
Derde Hoofdstuk
De familie De Luce, eigenaar van de suikerfabriek te Patjaram, heeft de familie Van Oudijck uitgenodigd voor een feest. Doddy is namelijk verliefd op Addy De Luce. Ze wil hem ten huwelijk vragen, hoewel ze weet dat haar vader haar geen toestemming zal geven. Zelfs Léonie raakt onder de indruk van Addy's sexy uiterlijk. Het valt Theo op dat Léonie oog heeft voor Addy. Hij waarschuwt haar voor hem, maar Léonie verlangt zowel naar Theo als Addy. 's Avonds gaan Addy en Doddy wandelen. Doddy is bang dat ze door mensen gezien worden. Plotseling is daar Léonie die het niet verantwoord vindt van Addy dat ze zo laat nog gaan wandelen. Doddy is immers nog een kind.
De volgende dag brengen de regent van Ngadjiwa en zijn moeder een bezoek aan de familie De Luce. Léonie zit naast Addy en geniet van Theo's jaloerse blikken. Theo spreekt Addy aan op zijn gedrag tegenover Doddy. Gaat Addy met zijn zus trouwen? Addy zegt van niet, omdat Otto van Oudijck niet van zijn familie houdt. Addy vraagt Theo of hij weet dat hij nog ergens een halfbroer heeft. Addy vertelt Theo over si-Oudijck, de onbekende zoon van Otto van Oudijck, die op de kampong woont. Volgens Addy weet Otto zelf niet eens dat hij nog een zoon heeft. De moeder van si-Oudijck is inmiddels overleden. Theo en Addy besluiten hem samen op te zoeken. Volgens si-Oudijck weet Otto echter wel dat hij nog een zoon heeft. Otto wil hem niet erkennen, omdat hij een bastaardkind is, de zoon van een inlandse huishoudster.
Vierde hoofdstuk
Otto van Oudijck voelt zich somber. Hij heeft anonieme brieven ontvangen, waarin slecht wordt geschreven over het gedrag van Léonie. Otto weet ervan. Hij heeft het flirten van zijn vrouw altijd geaccepteerd Ook de berichten over zijn verstoten zoon in de kampong maken hem droevig. Hij vraagt zich af waarom hem dit eigenlijk allemaal overkomt.
In Ngadjiwa vinden de halfjaarlijkse races plaats. De festiviteiten worden steeds druk bezocht. Otto van Oudijck is er met Léonie en Doddy. Ook Addy de Luce is van de partij. Op de laatste avond van het feest wordt er een bal georganiseerd. De regent van Ngadjiwa, Vermalen, is weer dronken. Otto van Oudijck is woedend op hem. De regent herkent Otto zelfs niet eens meer. Otto wil de regent voor ontslag voordragen. De volgende dag keren Otto, Léonie en Doddy terug naar Laboewangi. Als Otto de lasterbrieven leest, neemt hij zich voor nooit toe te geven aan die negatieve krachten. Otto laat de pamfletten met beschuldigingen aan Léonie zien. Léonie vraagt zich af wie al die leugens over haar verspreid heeft. Raden-Ajoe Pangéran (de moeder van de regent van Ngadjiwa) komt met Otto praten. Zij smeekt hem van het ontslag van de regent af te zien. Léonie vindt ook dat de regent in genade moet worden aangenomen, maar Otto is onvermurwbaar.
Tweede deel
Hoofdstuk 5
Omdat er een zeebeving geweest is bij de Nederlands-Indische eilanden wordt er voor de slachtoffers een weldadigheidsfeest gehouden. Deze taak draagt Léonie aan Eva Eldersma over. Die organiseert een pasar-malam en een fancy-fair waarvan de opbrengst naar de slachtoffers gaat. Intussen komt een flinke geruchtenstroom op gang. Er dreigt opstand uit te breken als uitvloeisel van het ontslag van de regent van Ngadjiwa. Otto brengt daarom een bezoek aan Raden-Ajoe Pangéran. Hij vraagt haar geen kwaad van hem te spreken. Soenario, regent van Laboewangi, belooft de zaak te sussen en zijn volk te kalmeren. Onder andere daarom bezoeken de regent en zijn vrouw de fancy-fair neemt wat alle angst en twijfel onder het volk wegneemt. Na afloop van de fancy-fair is Eva opgelucht maar uitgeput. Ze heeft heimwee naar Nederland. Eva speelt op de piano, maar het geluid van de moesson is harder dan de muziek. Plotseling is Frans van Helderen er. Hij vraagt of zijn kinderen een paar dagen bij Eva mogen logeren omdat zijn vrouw malaria heeft. Eva stemt daarmee in. Ze vertelt hem over haar verlangen weer naar Nederland terug te keren. Het gesprek gaat daarna over de tafeldans. De voorspelling van de mogelijke opstand is al uitgekomen. Ook de verhouding tussen Addy en Léonie werd voorspeld door de geest van de tafel. Frans eet daarna vaak mee bij Eva. Ze maken wandelingen langs het strand. Er komen snel geruchten op gang, maar Frans en Eva trekken zich daar niets van aan.
Otto van Oudijck heeft opnieuw een verzoek aan Eva. De weduwe van de stationschef heeft financiële steun nodig. Haar man heeft immers zelfmoord gepleegd en haar met vier kinderen achter gelaten. Otto zou graag zien dat Eva een toneelstuk organiseerde, waarvan de opbrengst naar de weduwe gaat. Met tegenzin gaat ze akkoord. Ida van Helderen haalt haar kinderen bij Eva weg, omdat ze 'foute' verhalen over Frans en Eva heeft gehoord. Eva betreurt dit. Ze schrijft Frans een brief waarin ze hem vraagt niet meer langs te komen. Eva trekt zich daarna steeds meer terug uit het sociale leven.
Hoofdstuk 6
Hulp Oerip waarschuwt Léonie en Theo voor het naderende onheil. Ze heeft geluiden gehoord van kleine kinderen, van wie de zielen in de bomen huilen. De oorzaak: de pasar-malam werd op de verkeerde dag gehouden. Bovendien is er verzuimd een sedeka (=offermaal) te houden bij de inwijding van de nieuwe put. Het geluid beangstigt Léonie en Theo. Léonie vertelt Otto dat de bedienden geen gebruik maken van de nieuwe put, omdat er geen offer is gebracht. Otto vindt dat die onzin hem dan wel eerder verteld had kunnen worden. Hij weigert alsnog een offermaal te houden. Léonie is bang dat alles het gevolg is van haar verhouding met Theo.
Léonie neemt een bad. Als zij zich afdroogt, komen er plotseling bloedspatten uit alle hoeken van de badkamer die haar besmeuren haar helemaal. Ze wil dat Oerip de kimono verbrandt en haar helemaal wast. Otto wordt niet op de hoogte gesteld van wat er met Léonie is gebeurd. Die wordt ziek: zenuwkoorts. In Laboewangi gaat het gerucht rond dat het flink spookt in het huis van de resident. Na haar genezing logeert Léonie bij kennissen in Soerabaia. Doddy logeert op Patjaram bij de familie De Luce. Theo vertrekt eveneens naar Soerabaia, omdat hij er een baan kan krijgen. Het merendeel van het bedieningspersoneel is gevlucht en Otto blijft alleen in het huis achter. Vreemde gebeurtenissen blijven het residentiehuis teisteren. Een spiegel wordt door een grote steen vernield, Otto's s bed wordt bezoedeld, glazen breken spontaan in kleine stukjes, de whisky is bedorven Otto onderzoekt de dingen, maar kan niets ontdekken.
Ook de Eldersma's horen vreemde geluiden van huilende kinderen. Eva is bang geworden. Otto vindt het maar allemaal dom bijgeloof. Heel Laboewangi spreekt echter over de vreemde gebeurtenissen. Otto regelt soldaten om de zaak te onderzoeken. Ze omsingelen het residentiehuis en overnachten in de badkamer. Om onverklaarbare redenen wordt de volgende dag de badkamer afgebroken. De soldaten durven niet te praten over wat er die nacht gebeurd is. De gouverneur-generaal raadt Otto aan met verlof naar Nederland te gaan, maar die weigert. Hij neemt tijdelijk zijn intrek bij de Eldersma's thuis. Het huis van Otto wordt schoongemaakt. De vreemde gebeurtenissen eindigen echter abrupt na een gesprek tussen Otto, Soenario en Raden-Ajoe Pangéran. Otto besluit iedereen uit te nodigen voor een Nieuwjaarsbal. Hij voelt zich sterk nu de geheimzinnige stille kracht, door zijn toedoen, verdwenen is.
De rust keer weer terug in Laboewangi. De angst voor de vreemde gebeurtenissen is verdwenen en de inwoners vieren feest na feest. Léonie die weer teruggekeerd is bij Otto, blijft echter angstig. Ze denkt nog steeds dat alles te wijten is aan haar verhouding met Theo. Léonie's opvatting maakt Theo woedend. Hij houdt nog steeds van haar. Bovendien zijn Otto, Doddy én Theo jaloers op haar relatie met Addy. Theo's liefde voor Léonie slaat om in haat. Ook Doddy krijgt ruzie met Léonie over stomme dingen. Addy blijft nog steeds omgaan met Doddy. Daarnaast ontmoet hij Léonie stiekem in het huis van mevrouw Van Does. Otto wordt ziek en gaat nu ook in de stille kracht geloven. Hij voelt zich uitgeput en zwak. Otto ontdekt dat de anonieme brieven geschreven worden door si-Oudijck. Die poeiert hij af met geld. Otto krijgt de kans om resident te worden in Batavia, maar hij wil niet weg uit Laboewangi.
Hoofdstuk 7
Léonie en Addy hebben weer een afspraak in het huis van mevrouw Van Does. Ze klaagt bij Addy over het gedrag van Doddy en ze vindt dat Doddy het huis uit moet. Bovendien wil ze niet meer hebben dat Addy en Doddy gaan wandelen. Léonie wil naar Parijs, maar Addy wil niet met haar mee. Plotseling horen ze iemand lopen. Het is Otto van Oudijck. Léonie redt zich uit de overspelige situatie door te zeggen dat Addy om de hand van Doddy kwam vragen. Otto vindt het goed. Doddy is dolblij met het nieuws.
Na enkele weken in Batavia reist Eva Eldersma haar man achterna, die naar Europa vertrokken is. Léonie is inmiddels naar Parijs gegaan. Voor haar vertrek neemt Eva nog afscheid van Otto van Oudijck, die onverwacht ontslag heeft genomen. Otto heeft zijn huis inmiddels verlaten. Hij logeert dichtbij Garoet, waar hij een teruggetrokken bestaan met een Indische vrouw en haar familie leidt. Otto is blij Eva weer te zien. Hij vertelt dat Doddy getrouwd is en dat zijn twee jongste kinderen naar Europa gaan voor hun opvoeding. Ze praten nog eens over de stille kracht. Na afloop van het gesprek brengt Otto Eva naar de trein. Daar nemen zij definitief afscheid van elkaar.
Dit verslag gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
1 seconde geleden
M.
M.
bij de beschrijving van eva moet staan de ze de vrouw is van Onno, niet Otto.
9 jaar geleden
AntwoordenM.
M.
Wat voor verhaalbegin heeft dit boek?
8 jaar geleden
AntwoordenS.
S.
Zeker weten goed?
Hebben ze dit überhaupt nagelezen voordat ze het op hun website hebben gezet?
Er staan opvallend veel grammaticale fouten in, soms ontbreken er woorden en door de hele samenvatting heen wordt Onno Eldersma 'Otto Eldersma' genoemd.
Ik betwijfel of dit door de 'Boekenredactie van Scholieren.com' is gemaakt, want volgensmij kunnen die lui nauwelijks lezen wat ze aan het schrijven zijn.
6 jaar geleden
AntwoordenC.
C.
Dit verslag is absoluut niet "zeker te weten goed". In elke alinea staan wel fouten, of dit nou stijl, grammaticale of inhoudelijke fouten zijn. Er zijn andere boekverslagen van leerlingen op scholieren.com te vinden die beter zijn dan dit.
6 jaar geleden
Antwoorden