Feitelijke gegevens
- 2021
- 157 pagina's
- Uitgeverij: Uitgeverij Jurgen Maas
Flaptekst
Als twee mensen in bed liggen, staan er volgens Freud vier omheen: de ouders van de geliefden. Deik, die zichzelf spottend een paranoïde televisiepresentator noemt, voelt hoe onrecht uit het verleden echoot in het heden. Niet alleen in de liefde, maar ook op het werk voelt hij die druk. Het geweld en de uitsluiting op basis van huidskleur is nooit ver weg. Hij begrijpt niet dat mensen de sprookjes geloven die hij als journalist voorleest van de teleprompter. Voor Deik is er geen keus. Hij wil zich bevrijden, te beginnen van de leugens en de hypocrisie.
Eerste zin
Ken uzelf, zeggen ze, maar iedereen is wel ergens blind voor. Meestal voor zichzelf.Samenvatting
Hoofdpersoon Deik verstopt zich in de kelder van een Amsterdams huis en noteert daar zijn verhaal. Dit is een samenvatting van wat hij vertelt.
In het verleden maakte Deik bedrijfsfilmpjes en deed hij af en toe iets voor de regionale omroep. Als hij wordt gevraagd voor de presentatie van het ochtendjournaal, is hij in het begin erg ambitieus: hij kijkt al zijn uitzendingen terug en leest alle persberichten. Maar al snel merkt hij aan zijn collega's dat hij daar niet zit voor de inhoud of voor zijn visie op wat nieuws is, maar voor de vorm: de presentatie. Daar wordt hij heel goed in maar hij begrijpt niet dat de kijkers alles geloven wat hij zegt. Bovendien is een collega die ook op zijn functie had gesolliciteerd, jaloers op hem. Deze collega probeert bij Deik in een goed blaadje te komen maar Deik vertrouwt hem niet.
Een van de belangrijkste gebeurtenissen die hij meemaakt als presentator, is de aanslag op het WTC in New York. Een vriend van hem in New York, Mitch, stuurt hem een filmpje waaruit zou blijken dat de aanslag niet door moslimterroristen gepleegd is maar gescript is. Deik licht zijn eindredacteur in maar die wijst hem geïrriteerd af. Als hij dan flink onder invloed in de kroeg zit, wordt hij gefilmd terwijl hij schreeuwt dat de CIA en de Mossad achter de aanslagen zitten. Hij wordt op staande voet ontslagen en wordt opgevolgd door de jaloerse collega.
Hij gaat dan aan de slag voor het digitale magazine R, waarvoor hij mag zeggen en schrijven wat hij wil. Hij is getuige van een Sinterklaas en Piet die folders en snoep uitdelen aan een groep kinderen. Een van de kinderen scheldt de Piet uit waarna de Piet op hem afvliegt, de jongen wegrent, uitglijdt en valt en de Piet hem alsnog een schop onder zijn kont verkoopt. De jongen - Alfons - raakt buiten bewustzijn en wordt opgehaald door de ambulance. De Piet heet Theo van Nooij en blijkt een politieagent met ziekteverlof te zijn. Deik wil hierover schrijven en zoekt Theo thuis op. Die zegt dat hij geen racist is en dat het een ongeluk was. Hij wil ook niet dat Deik over het voorval en het gesprek publiceert en als hij dat toch doet, stapt Theo naar het ochtendjournaal dat Deik vroeger presenteerde. Daar zegt hij dat Deik dronken was, liegt over wat er gezegd is en zelfs iets gestolen heeft.
Hierna gebeuren er twee belangrijke dingen: Deik wordt gepest door collega's van Theo, zo wordt zijn adres openbaar gemaakt als logeerplek voor vluchtelingen. En hij krijgt iets met de fotograaf van R.: Joan. Als het raam van Deiks buren wordt ingegooid, besluit hij om een tijdje bij Joan in te trekken. Hij vindt Joan aantrekkelijk en voelt een bepaalde verwantschap met haar maar ze botsen ook flink. Op een gegeven moment leidt dat ertoe dat zij hem een naaktfoto stuurt met haar gezicht geschminkt als blackface en dat hij haar met dat gezicht op vrij agressieve wijze van achteren neemt.
Deik wil nog verder weg zijn en reist naar zijn vriend Mitch in New York. Hier krijgt hij ook iets met een van Mitch' collega's, Doria. Hij wordt vanuit Nederland gebeld dat hij het aanbod gekregen heeft om live op tv geïnterviewd te worden, samen met Theo's vrouw. Vlak voor zijn reis terug bezoekt hij met Doria een plek van waar hij een mooi uitzicht heeft op Ground Zero en daar laat hij naar een voorbeeld van Karel Appel een foto van zichzelf maken met een plastic opgeblazen vliegtuig in zijn handen.
De avond van het live interview breekt aan. De presentator blijkt een goede vriend te zijn van zijn oud-collega die nu het ochtendjournaal presenteert en er blijkt ook nog een derde gast te zijn: een bekende politiewoordvoerder. Theo's vrouw groet hem niet. Deik wordt meteen met twee foto's geconfronteerd: die van hemzelf met het vliegtuig in zijn handen voor Ground Zero en die van een naakte Joan met een blackface. Deik probeert de achtergrond van de eerste foto te schetsen maar bij het zien van de tweede foto ziet hij in dat er niets meer te redden valt. Hij wordt neergezet als een hypocriete en gestoorde rotzak en dan valt hij ook nog van het podium af.
Sinds die uitzending verstopt Deik zich in de kelder. Hij is van plan er voorlopig niet uit te komen. Joan komt langs maar hij weet niet wat de staat van hun relatie is.
Personages
Deik
Deik is de achternaam van de hoofdpersoon, zijn voornaam wordt niet genoemd, net als zijn leeftijd maar ik denk dat hij rond de dertig/veertig is. Veel van zijn eigenschappen worden ook genoemd bij de motieven. Hij lijkt volgens Joan op Satam, een van de aanslagplegers op het WTC. Hij houdt van hiphop. Er wordt ook gezegd dat hij laf is omdat hij nooit de confrontatie aangaat maar vlucht, onder andere in de drank, en dat hij een moederskindje is. Hij is een typische denker en twijfelaar en ik vind dit citaat aan het einde van het verhaal wat dat betreft veelzeggend: 'maar het moeilijkste aan deze hele kwestie is om mijn eigen hibbies niet op de wereld te projecteren en de geschiedenis niet op mijn eigen hibbies. Is het mijn intuïtie of ben ik achterdochtig, of niet achterdochtig genoeg; ben ik te gevoelig, of ben ik juist afgestompt; ligt het aan mij of ligt het aan jou; is het de geschiedenis, is het onze tijd, is het altijd?' (p. 154) Ik denk dat hij een verschil wil maken door de wereld te laten zien wat er ook speelt, niet per se in hun wereld maar in de wereld van mensen die ze minder goed zien en kennen, maar hij ondervindt daarbij veel tegenwerking en vindt het lastig om daarmee om te gaan.
Quotes
"Bij het ochtendjournaal heb ik geleerd dat de waarheid in de eerste plaats een verlangen is en dat mensen hier ongegeneerd op inspelen." Bladzijde 23
"De markt voor paranoïde nieuwslezers die niet met drank kunnen omgaan is niet zo groot." Bladzijde 31
"'Jouw voorouders en die van mij, ze zijn allemaal geterroriseerd door de ariërs', zei ze. Ik moest denken aan de Joodse slavenhouders in Suriname. 'Wij zijn door iedereen geterroriseerd.' 'Maak er geen wedstrijd van.' 'Mijn betovergrootvader is als slaaf geboren.' 'Mijn opa is door nazi's vergast.' 'Wij kunnen niemand vetrouwen.'" Bladzijde 86
Thematiek
RacismeDeik wil in dit verhaal een bijdrage leveren aan het tonen van de waarheid: 'de waarheid onder de oppervlakte'. (Hilhorst 2021, p. 161) Het gaat dan niet alleen om alternatieve waarheden zoals de in zijn ogen werkelijke achtergrond van de aanslagen op het WTC, maar ook om wat normaal zou zijn: 'Wie opgroeit in een racistische samenleving weet dat wat als 'normaal' wordt beschouwd niet neutraal is.' (Hilhorst 2021, p. 163) De officiële waarheid heeft de slavernij en het racisme dat daaruit voortvloeide (en daarvan de oorzaak was) namelijk altijd goedgepraat. Het belangrijkste voorbeeld van dit racisme in het boek omdat het het verhaal voortstuwt, is de doodschop van Piet als hij door Alfons wordt uitgescholden. Politieagent Theo die Alfons schopt, zegt dat hij geen racist is en dat hij als witte man ook gediscrimineerd wordt, waarop je je als lezer afvraagt wat dan een racist is. 'Statistieken vormen de objectivering van het racisme, in dit geval de etnische profilering door de politie. Door die objectivering kan de racist volhouden geen racist te zijn, zoals Theo doet, want de statistieken bewijzen toch dat zijn afkeer en het (racistische) beleid terecht is?' (Hilhorst 2021, p. 169)
Motieven
Vluchten
Hoewel Deik de gevestigde orde en ideeen wil omwoelen met een ploegschaar, heeft hij de neiging tot vluchten en verstoppen. Zo duikt hij onder bij zijn collega en vriendin Joan, hij ontvlucht het land en verstopt zich uiteindelijk in de kelder. De hoofdpersoon van het boek van de schrijver van het motto bevrijdt zichzelf uiteindelijk van het beeld dat anderen van hem hebben en verlaat dus de kelder, in tegenstelling tot Deik: hij zit daar voorlopig prima. Hij zit wel lekker in zijn donkere kamer - introspectie - en is nog niet klaar voor het licht dat de zon buiten op hem zal werpen. (Hilhorst 2021) Je zou ook kunnen zeggen dat hij vlucht in drank en soms ook drugs. Dit zou je ook als apart motief kunnen benoemen.
Liefde
Ik heb ervoor gekozen dit motief te benoemen als 'liefde' maar Hilhorst beschrijft Deiks contact met vrouwen als volgt: 'Terwijl Deik zichzelf eerder beschrijft via avontuurtjes met inwisselbare vrouwen zonder subjectiviteit en karikaturale kontjes-tietjes-seks-anekdotes,' (p. 167). Zo gaat hij meerdere keren vreemd en heeft hij op een gewelddadige en dominerende manier seks met Joan die zich als blackface geschminkt heeft. Volgens Hilhorst verlangt hij wel naar liefde maar naar de 'verloren eenheidsrelatie die hij met zijn moeder [had - J]'. (p. 168) (Oedipuscomplex, hij heeft het ook veel over Freud in het boek.) Hij plaatst de vrouwen die hij denkt lief te hebben op een zodanig voetstuk dat ze er alleen maar vanaf kunnen vallen.
Vader-zoonrelatie
Deiks moeder is wit en zijn vader is zwart. De naam 'Deik' is na de afschaffing van de slavernij aan de eerste Deik gegeven door een voormalig slavenhouder. Deik wil om die reden in eerste instantie van die naam af, maar als hij iemand tegenkomt die dat daadwerkelijk gedaan heeft, ziet hij ervan af. Zijn vader is een trotse Deik en door zijn naam te houden, blijft hij dus een kind van zijn vader. Volgens Hilhorst zien Deiks vader en moeder ook niet goed wie hij werkelijk is omdat zij hun ogen sluiten voor het racisme dat Deik wel ziet en waar hij tegen vecht. Zijn ouders begrijpen dat gevecht niet.
Motto
'... it is as though I have been surrounded
by mirrors of hard, distorting glass.'
Ralph Ellison
Dit citaat komt uit het boek Invisible man van Ralph Ellison, een schrijver die Gravenberch graag las. Er gaan twee zinnen aan dit citaat vooraf, waaruit blijkt dat de hoofdpersoon in Ellisons boek zichzelf niet kan zien door het racisme waar hij mee te maken heeft. De omgeving ziet hem niet, maar de vooroordelen die ze over hem hebben. De hoofdpersoon legt zich daarbij neer en verstopt zich in een kelder, net als de hoofdpersoon in Gravenberchs boek. (Hilhorst 2021)
Opdracht
Er is geen opdracht aanwezig.
Trivia
Gravenberch heeft de uitgave van zijn boek zelf niet meer meegemaakt, hij stierf in augustus 2020.
Titelverklaring
'Ploegscharen' komen aan bod op pagina 121 als Mitch en Deik het over een getto in Venetie hebben. 'Gheto' blijkt 'ijzersmelterij' te betekenen waarop Deik zich afvraagt of 'woorden hun betekenis helemaal kunnen verliezen, of was de smederij destijds gebouwd om ploegscharen te smelten?'.
Het woord ploegscharen komt uit Jesaja 2:4: 'Hij zal recht doen tussen de vele volken en machtige naties tuchtigen. Dan smeden zij hun zwaarden om tot ploegscharen. En hun speerpunten tot sikkels. Geen volk heft het zwaard meer tegen een ander. En oorlogen leren ze niet meer.' Figuurlijk slaat de titel op de strijd die vooraf gaat aan de situatie zoals hier in Jesaja beschreven: aan vrede gaat strijd vooraf en daarvoor wil de hoofdpersoon eerst alles omwoelen met zijn ploegscharen. (Hilhorst 2021)
Structuur & perspectief
Het verhaal is verdeeld in vijf lange genummerde hoofdstukken. Binnen die hoofdstukken is sprake van witregels. Het is een grote flashback: Deik vertelt zijn verhaal vanuit zijn schuilplaats in de kelder. Hij vertelt in de ik-persoon.
Aan het einde van het boek staat een nawoord van Pieter Hilhorst waarin hij meer uitleg geeft over de betekenis van dit boek. Voor dit verslag heb ik hiervan veel gebruikgemaakt.
Decor
Het verhaal speelt zich af in het heden, in de flashback speelt bijvoorbeeld 9/11 een rol. Deik woont in Amsterdam en schrijft vanuit een kelder aldaar. Hij gaat ook op reis naar New York.
Stijl
'Met onderkoelde humor en een goed gevoel voor satire schetst Gravenberch in Deik een klassieke charmante schoft, die zichzelf niet kan helpen.' (Veini 2022)
Slotzin
Maar ik moet nu ophouden met schrijven. Ik ga eerst naar de winkel, dan koken, er zit bloem in de saus dus ik moet erbij blijven; ik moet de tafel nog dekken, en als Joan er is gaan we eten.Beoordeling
Ik vind 'De ploegscharen van Deik' een heel leesbaar boek: het leest vlot, het onderwerp is interessant en de verteller is zodanig bijzonder dat je benieuwd bent waar het heengaat. Ik vind het wel een lastig boek om aan te raden. Als je geinteresseerd bent in de discussie rondom (Zwarte) Piet en institutioneel racisme, dan is het interessant om een verhaal daarover te lezen van een van de eerste mensen die het over het kwalijke van Zwarte Piet had. Maar ik kan me voorstellen dat deze vorm, een soort bozige monoloog, dan niet de prettigste manier is om met die ideeen kennis te maken.
Recensies
"Het schrappen, herschrijven en herschikken is voelbaar in het verhaal. Het resultaat is bij vlagen heerlijk absurdistisch, maar er zitten ook stukken in die raadselachtig blijven en de aandacht afleiden van de actuele thematiek." https://www.literairneder...-van-deik/
REACTIES
1 seconde geleden