Feitelijke gegevens
- 1e druk, 2012
- 208 pagina's
- Uitgeverij: Nijgh & Van Ditmar
Flaptekst
Meer nog dan zijn Indiase uiterlijk - het wekte weleens verwarring, een keer had een man in een café over het gele gevaar gesproken en daarbij nadrukkelijk Samarendra's kant uitgekeken - was dit de kern van zijn identiteit: het gebrek aan ziekte. Hij had geen rolstoel nodig, geen permanente verzorging, hij kon lopen. Zo was hij eerst het kind geweest, vervolgens de jongen en nu de man zonder ziekte; meer dan wat dan ook was hij gezond, zowel geestelijk als lichamelijk.' In De man zonder ziekte, Arnon Grunbergs nieuwe boek, reist een jonge Zwitserse architect af naar Bagdad om een nieuw operagebouw te ontwerpen. Een man die ervan overtuigd is dat een architect het leven van de mens mooier en makkelijker moet maken.
Eerste zin
Voor zijn reis heeft Samarendra Ambani samen met zijn vriendin een nieuwe koffer gekocht. Een grijze rolkoffer. Omdat Samarendra’s vriendin bang was dat hij zijn koffer op de bagageband niet zou herkennen bond ze een lichtgroen haarlint om het handvat.Samenvatting
Deel 1
Het verhaal begint met een passage van de hoofdfiguur Samarendra Ambani, een jonge Zwitserse architect die door zijn vriendin Nina naar het vliegveld wordt gebracht. Ze heeft een koffer voor hem gekocht en hij moet naar Bagdad omdat hij genomineerd is als mogelijke winnaar van een architectuurwedstrijd een nieuwe opera in Bagdad te bouwen. De opdrachtgever is ene mijnheer Hamid Shakir Mahmoud.
Samarendra is Zwitsers staatsburger, hoewel zijn vader een Indiase nationaliteit had. Hij was een mislukte uitvinder en is bij een val tijdens een bergwandeling om het leven gekomen. Samarendra heeft ook een vijf jaar jonger zusje (Aida) dat aan een progressieve spierziekte lijdt. Hij verzorgt haar goed, gaat zelfs met haar onder de douche om haar te verzorgen. Zijn grote doel is haar naar Amerika te laten gaan, als hij voldoende geld heeft verdiend. Ze kan daar misschien wel genezen. Aida is op dat moment adolescent (deelt de verteller mee) en dat houdt in dat architect Samarendra ook nog jong is: een middentwintiger.
Nina is Samarendra’s eerste echte grote liefde: ze is werkelijk perfect, ze heeft alleen een snorretje. Ze geeft hem een opschrijfboekje waarin hij aantekeningen van de reis kan maken. Samarendra vliegt op een andere luchthaven dan Bagdad, want dat zou veiliger voor hem zijn. Maar vanaf het begin gaat het eigenlijk mis: vgl.
- De bewakers veranderen steeds: hij weet niet meer wie hij kan vertrouwen.
- Het internet in zijn 'safe house' doet het niet.
- Zijn kamer is smerig: er zitten hagedissen onder de wastafel.
- Het eten is smerig.
- Uit zijn nieuwe koffer blijken zijn kleren gestolen te zijn en verruild voor armoedige kledingstukken.
- Mijnheer Hamid Shakir Mahmoud ontvangt hem helemaal niet; later ziet hij op de televisie dat die bij een aanslag om het leven is gekomen.
Erg veilig voelt Samarendra zich dus niet en hij wil op een zeker moment naar de Zwitserse ambassade. Maar de taxichauffeur brengt hem naar een militair checkpoint en omdat hij zijn paspoort niet kan tonen, wordt hij aangehouden. Hij probeert een officier nog zijn laptop en een geldbedrag aan te bieden, maar de man vat het op als een belediging/poging tot corruptie en slaat met één klap zijn neus in tweeën. Daarna komen er acht gemaskerde mannen binnen en die beginnen op hem te urineren. De schaamte is compleet.
Het eten is slecht, hij krijgt diarree en hij ligt naakt in zijn cel, totdat hij door leden van het Rode Kruis wordt gered. Ze vragen of de Irakezen hem goed behandeld hebben, terwijl hij er werkelijk niet meer uitziet. Maar hij ontspringt gelukkig de dans. Er is in Irak niemand geweest die iets van het operagebouw afwist. Is hij erin geluisd? De andere genomineerde architect weet namelijk van niets. Nina geeft een welkomstfeestje voor vrienden. Maar het zijn alleen maar haar kennissen die komen, zijn eigen kennissen laten hem in de steek of hebben een smoes. Aan het einde van het feestje vraagt Samarendra of Nina hem een dienst wil bewijzen: ze moet namelijk over hem heen plassen. Nina vindt het wel raar, maar ze doet het toch en Samarendra krijgt er voldoening door. Nina heeft bovendien haar snorretje laten weghalen. Het is nu helemaal de perfecte vrouw.
Deel 2
Samarendra probeert over zijn slechte ervaring in Irak heen te komen door er niet veel over te praten. Het architectenbureau dat hij met zijn partner Dave runt, krijgt een eervolle opdracht vanuit Dubai. Ze mogen een bibliotheek bouwen waarin van elk boek ter wereld één exemplaar wordt opgenomen, maar onder de bibliotheek wordt er tegelijkertijd net zo grote bunker gebouwd. Hij mag contractueel niet over de bunker praten. De eerste keer (januari 2010) gaan Dave en Sam samen naar land, maken afspraken, maar krijgen toch ook nu weer de directe opdrachtgevers niet te zien. Maar aan het einde van hun trip wordt er uit hun hotel een brancard gereden waarop een lijk ligt. De boodschap is dat de man aan een massage is overleden. Ze gaan terug naar Zwitserland om de plannen uit te werken. In de tussentijd ziet Samarendra in Zwitserland een Brit, John Brady, die vraagt of hij in Dubai informatie wil verzamelen. Samarendra trapt er in: hij ziet namelijk nergens kwaad in. Een maand later gaat hij weer naar Dubai. Dave gaat deze keer niet mee, want zijn vrouw is hoogzwanger. Nina vindt het helemaal niet leuk dat hij weer weggaat. Opnieuw gaat het niet zoals het moet gaan, vgl.:
- De gastvrouw die hij ontmoet (Rose) is niet dezelfde als de gastvrouw van de eerste keer.
- In zijn appartement zitten allemaal minikakkerlakken, die niemand wil weghalen voor hem.
- De schoonmaakster is eigenlijk een masseuse, die hem seksueel wil verwennen, maar Samarendra is een man die trouw is aan zijn partner. Ze vindt dat niet leuk.
- Hij ziet weer niemand die van de 'bunker' op de hoogte is.
Rose nodigt hem uit met een aantal andere expats aan om een avondje te komen pokeren. Hij moet dan wel zijn eigen drank meenemen. Hij koopt illegaal drank, gaat pokeren en enigszins aangeschoten met een aantal flessen alcohol in zijn auto, raakt hij betrokken bij een aanrijding. De politie is snel gewaarschuwd en hij wordt natuurlijk weer opgepakt. Opnieuw heeft hij weinig geleerd, want hij biedt opnieuw geld aan om de politie om te kopen. Hij komt weer in een cel terecht en hij weet werkelijk niet waarvan hij beschuldigd wordt. Maar dan blijkt dat de man die in januari in zijn hotel dood werd weggereden door de Israëlische veiligheidsdienst, de Mossad, was vermoord. Het is de Hamasleider Mahmoud al Mabhouh. Dat is ook in de werkelijkheid gebeurd en men verdenkt Samarendra ervan de 28e man in het complot te zijn, de man die in de wereld van de spionage de bijnaam heeft van 'de man zonder ziekte.' De Zwitserse ambassade kan niet zoveel voor hem doen, behalve hem wc-papier en een televisie te verstrekken. Zijn Egyptische advocaat lijkt ook in het complot te zitten dat rondom hem gesmeed is. Hij wordt ter dood veroordeeld en dat gebeurt later ook in hoger beroep. Zijn moeder, Aida en Nina komen afscheid nemen. Nina en hij hadden net besloten om aan een kind te gaan werken. Daarom vraagt ze hem of hij het erg zou vinden als ze een kind met een ander zou krijgen. Grootmoedig en fatsoenlijk als Samarendra is, vindt hij dat goed. Het is wel frappant dat zijn moeder met het zwakke dochtertje achterblijft en dat haar zeer gezonde zoon (immers, de man zonder ziekte) al vroeg sterft. Het einde van de roman is dat Samarendra in 'dead mans jail' zit en nog heel fatsoenlijk tegenover zijn bewakers doet.
Dit verslag gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
1 seconde geleden
D.
D.
je dikke boktor moeder
7 jaar geleden
Antwoorden