De laatkomer door Dimitri Verhulst

Zeker Weten Goed
Foto van Cees
Boekcover De laatkomer
Shadow
Zeker Weten Goed

Boekcover De laatkomer
Shadow
De laatkomer door Dimitri Verhulst
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

Feitelijke gegevens

  • 1e druk, 2013
  • 139 pagina's
  • Uitgeverij: Contact

Flaptekst

Om zich alsnog te kunnen verzoenen met zijn leven, verlaat Désiré Cordier het pad zoals dat richting graf voor hem was uitgestippeld. Hij neemt wraak op zijn matte, liefdeloze burgermansbestaan door te doen alsof hij dementeert. Zijn gevoel van eigenwaarde, dat door zijn huwelijk was aangetast, wint hij terug als hij op een heuglijke dag, gezond en wel, in een tehuis voor seniele bejaarden wordt geplaatst. Hij belazert de kluit op virtuoze wijze door zich voor te doen als demente en incontinente grijsaard die op zijn einde afstevent. De rol van zijn leven, en die wordt nóg veelbelovender als er opeens een demente jeugdliefde in het tehuis opduikt.

Eerste zin

Hoewel volkomen opzettelijk, is het zeer tegen mijn zin dat ik iedere nacht opnieuw in mijn bed schijt. Mij te verlagen tot deze zelfonterende daad is waarlijk de lastigste consequentie van de ietwat zotte levensweg die ik op mijn oude dag ben ingeslagen.

Samenvatting

Desiré Cordier wordt wakker na een nacht waarin hij weer opzettelijk in zijn bed gescheten heeft. Hij is 74 geworden en de lezer komt er al snel achter dat hij vrijwillig in een tehuis voor seniele bejaarden (Home Winterlicht) heeft plaatsgenomen. Hij wilde na een lang huwelijk van zijn vouw Moniek de Petter af, maar hij was te laf om te scheiden en verzon dat hij aan het dementeren was. Meteen zit er al wat kritiek in de roman: allereerst op de bezuinigingen in de zorg, maar ook wel op de manier waarop het personeel met seniele bejaarden omgaat (ze worden o.a. door de ronde zuster Sonja toegesproken in de 'we-vorm', de patiënten worden geleefd).

Het huwelijk van de twee is verzand geraakt: Desiré leeft een lang leven als bibliothecaris, maar kan niet tegen het gevit van zijn vrouw, die op alles iets heeft aan te merken. Zijn sociale contacten zijn z’n petanque- vrienden met wie hij het leven doorneemt en de begrafenissen waarop steeds meer kennissen het leven vaarwel zeggen. Bij een van die bijeenkomsten zegt iemand dat het de volgende keer wel eens Rosa Rozendaal kan zijn. Dat is de jeugdliefde van Désiré, een mooi meisje dat hem vroeger heeft willen verleiden, maar hij had haar nooit durven kussen. Hij heeft haar 50 jaar niet gezien en hoort dat ze nu in een tehuis voor dementen zit. Die feiten brengen hem op de gedachte om dementie voor te wenden. Hij besluit het definitief als zijn vrouw hem te kakken zet tegenover zijn zoon Hugo en dochter Charlotte, als ze hem erectiepillen geeft, om aan te tonen dat hun vader geen seks meer kan en wil bedrijven met Moniek.

Hij gaat dan steeds meer dingen doen (opzettelijk) die hem uiteindelijk in het tehuis moeten brengen:

-        Hij gaat opzichtige kleren kopen en weglopen zonder te betalen, waarna hij door de politie wordt aangehouden
-        Hij koopt boeken die hij vroeger nooit gekocht zou hebben
-        Hij doet theezakjes in de wc-pot en de vuile kopjes in de wasmachine
-        Als hij een taart moet gaan halen, komt hij met een broodrooster thuis
-        Hij neemt opzettelijk zonder kaartje plaats in een willekeurige trein
-        Hij beantwoordt opzettelijk fout een dementietest, waarvoor hij glansrijk slaagt.

Het kan dus niet uitblijven dat Désiré Cordier in Home Winterlicht wordt geplaatst. Zijn vrouw en kinderen brengen hem weg naar Home Winterlicht. Grappig is nog de situatie waarin Désiré opmerkt dat ze de caravan vergeten zijn. Die haakt zijn zoon Hugo er dan maar aan vast.

Cordier krijgt een kamertje van vier bij vijf en moet zich aanpassen aan de leefregels van het huis. In het huis heeft Désiré een oud-nazi de titel Kampkommandant Alzheimer meegegeven. De man praat en zingt nog steeds over het roemrijke verleden van de Jodenvervolging.

Om Moniek te pesten doet Désiré net alsof hij haar helemaal niet meer kent en noemt hij haar Camilla. Hij houdt van klassieke muziek op de radio, maar het verplegend personeel vindt dat depressieve muziek en zet vaak tegen zijn zin tralala-meezingers voor hem op om vrolijk te worden.

Inderdaad ziet Désiré zijn oude jeugdliefde terug in het tehuis, maar ze is uiterlijk erg afgetakeld. Toch laat hij zich door het personeel nu verleiden mee te doen aan allerlei activiteiten: bingo, ganzenborden en heel bijzonder het geheugenkoor dat liedjes van vroeger reproduceert.

Op een dag gaat Désiré plaatsnemen in het bushokje van lijn 77 dat het tehuis heeft laten neerzetten om weglopende dementen de baas te kunnen. Naast hem komt een meneer zitten die zegt dat hij hem doorheeft met zijn toneelspel. De man zelf zegt dat hij in het tehuis is gekomen omdat hij wel eens een tijdje gewoon helemaal niet wilde praten.

Désiré begint in het tehuis weer te roken: zijn vrouw Moniek wordt gek als ze dit waarneemt, maar zijn dochter Charlotte reageert anders. Ze is blij omdat ze zelf sinds haar puberteit rookte, maar dat nooit had durven vertellen aan haar ouders. Stiekem roken ze nu samen op een plek in de openbare ruimte waar dit nog mag. Intussen kijkt de verteller naar de demente Rosa. Charlotte komt eigenlijk afscheid nemen: ze zegt dat Moniek de muziek voor de begrafenis al heeft uitgezocht: Elton John en juist aan die zanger heeft Désiré zo’n hekel. Charlotte vertelt dat ze van plan is van Pascal af te gaan. Het is inderdaad haar laatste bezoek. Désiré is van slag als hij merkt dat Rosa verdwenen is: ze zal wel dood zijn en afgevoerd.

Op een dag staan de media voor de deur van het tehuis. Désiré loopt naar de Kampkommandant Alzheimer en zegt dat hij ontmaskerd is: hij was op de vlucht en is verraden. Hij scheldt de man helemaal overhoop.

In het laatste hoofdstukje zegt de verteller dat Moniek aan telefoonvrees lijdt: het laatste telefoontje van zijn dood wacht ze in stress af. Désiré beeldt zich in hoe zijn petanquemakkers over zijn dood praten: hij zal uit het raam gevallen zijn bij het voeren van de vogels met zijn broodkruimels. Hij vraagt zich af hoe ze naar zijn begrafenis komen.

Personages

Désiré Cordier

Désiré Cordier is een 74-jarige man die zijn leven lang heeft gewerkt als bibliothecaris. Zijn huwelijk is verzand door een vrouw die vroeger erg preuts was, later ineens weer aan seks wil doen en hem op allerlei manieren dwars zit. Door zijn vrienden en een jeugdherinnering komt hij op de gedachte om weg te lopen. Niet door een scheiding te forceren, maar te doen alsof hij dement is. Hij wil ook zijn oude jeugdliefde terugzien, maar dat wordt een teleurstelling. Als hij dan ook nog eens ontmaskerd wordt door een medebewoner van het tehuis, die op hetzelfde idee is gekomen, waardoor hij zich ook ineens realiseert dat hij niet origineel is. Hij weet dat hij nu eigenlijk helemaal mislukt is en kan niet anders doen dan de oude nazi te ontmaskeren waardoor er veel mediabelangstelling ontstaat en een vooruitblik te maken naar hoe zijn vrienden en familie van hem afscheid zullen nemen als hij dood is. Het leven is een desillusie.

Moniek de Petter

Moniek de Petter is een vrouw die we alleen kennen uit de verhalen van Désiré en die daarin als een vervelend mormel wordt afgeschilderd, maar misschien is ze dat niet helemaal (de ik-verteller is immers per definitie onbetrouwbaar). Ze vit ook op haar dochter die geen vlees wil eten en komt daardoor toch onsympathiek op de lezer over. Haar wraak om de erectiepillen in het bijzin van de kinderen ter sprake te brengen is de bekende druppel voor haar man.

Charlotte Cordier

Charlotte Cordier is een op zich aardige dochter die wel medelijden met haar vader heeft. Ze brengt hem naar het tehuis en neemt in een laatste gesprek ook afscheid van hem. Omdat ze ziet dat haar vader een sigaret heeft opgestoken, biecht ze op dat ze vanaf haar jeugd altijd heeft gerookt, maar dat ze dit niet heeft durven vertellen. Ook vertelt ze hem dat ze eigenlijk uitgekeken is op haar echtgenoot Pascal met wie ze geen kinderen heeft.

Hugo Cordier

Hugo Cordier is de zoon die zich eigenlijk het meest heeft losgemaakt van zijn familie. Hij heeft bovendien drie liefdes in zijn leven gehad en stoort zich daarbij niet aan zijn ouders. Hij voelt zich niet verplicht zijn ouders op bekende dagen als Kerst, Vaderdag, Moederdag te bezoeken. Ook naar het bejaardentehuis gaat hij niet als zijn vader eenmaal opgenomen is: hij wil de herinnering aan zijn vader goed houden.

Quotes

"Ik verklaar dan ook de oorlog aan de romantische nozem die heeft beweerd dat schoner nog dan het schone de ruïne van al dat schone is. Want oorlog is wat hij verdient. Oorlog of op zijn minst een betere bril. Want natuurlijk had de uitstaling van dit oude en verslenste wijf geen enkel vergelijk met het tumult dat ze meer dan een halve eeuw geleden stichtte in ieder gezond jongenshart." Bladzijde 97
"Alle bruggen zijn verbrand, mij rest geen weg terug. Eenmaal in het oudpeetjeshuis, altijd in het oudpeetjeshuis. Ik wist waar ik aan begon. Doch dat neemt niet weg dat, van alle aspecten eigen aan het geloofwaardig neerzetten van een compleet seniele senior, de moedwillige terugkeer naar de onzindelijkheid mij het lastigst valt." Bladzijde 7
"Ik steek de Styx over en ik neem mee: een tube tandpasta (voor de zottigheid), een verdwaald citaat van Joseph Roth, de wondere herinnering aan een innige kus die ik evenwel nooit heb gekregen, broodkruimels, een schonere troost dan deze die ik kon vinden in een boule de Berlin, de Stanza van Tante Bonanza, het verlangen naar een T-shirt met het opschrift HET LEVEN BEGINT BIJ 74." Bladzijde 85

Thematiek

Desillusie

De eenzame oude verteller heeft een briljant idee gekregen om zich dement voor te doen, terwijl hij dat niet is. Hij denkt dat hij daarmee origineel is, maar in het tehuis komt hij mensen tegen die hetzelfde hebben gedaan en hem doorhebben. Hij die dacht dat hij origineel was, is enorm teleurgesteld. Een tweede desillusie is het vergaan van schoonheid: hij had zijn oude jeugdvriendin Rosa Rozendaal nog in gedachten hoe mooi ze was, maar in het tehuis is een lelijk oud mensje geworden met wie hij niet meer kan communiceren. Bovendien is ze op een dag verdwenen en waarschijnlijk dood. Hij ziet in dat hij eigenlijk een verkeerde keuze heeft gemaakt. Het enige wat hem rest, is nog de dood.

Motieven

Escapisme

Het willen worden opgenomen in het tehuis voor dementen is een vlucht voor het huwelijk met Moniek. Daarmee is dat een vorm van escapisme, zoals dat ook bij de andere patiënten het geval is (de man die niet wil praten en de Kampcommandant Alzheimer).

Liefdesrelatie: problemen/echtscheiding

Désiré is zijn huwelijksleven met Moniek de Petter zat. Hij heeft lang gewerkt, maar toen hij thuis kwam als gepensioneerde heeft hij zich verkeken op het voortdurende gevit van zijn vrouw. Na een korte periode had ze hem aangegeven geen seks meer te willen, maar aan het einde van haar bestaan wil ze dat ineens wel en maakt ze Désiré belachelijk tegenover zijn kinderen. Hij wil van haar af, maar heeft niet het lef te scheiden. Daarom vlucht hij in het tehuis.

Dood

Verhulst geeft in de roman zijn ironische visie op het einde van het leven: de manier waarop we onze doden behandelen, zeker wanneer die in een tehuis sterven.

Ouderdom

In de roman geeft Dimitri een venijnige kijk op de wereld van de zorg: hoe slecht de samenleving met dood en ouderdom omgaat. De dementen worden als kleuters behandeld. Bovendien vindt hij dat ouderdom zeker geen schoonheid betekent: de aftakeling van Rosa bijvoorbeeld.

Maatschappijkritiek

Verhulst geeft zijn kritiek op de misstanden in de zorg.

Trivia

Tijdens het schrijven van de roman kwam Dimitri erachter dat de vrouw met wie hij twaalf jaar getrouwd was toch niet de grote liefde in zijn leven was. Hij vond het huwelijk een gevangenis (ook de inhoud van de roman spreekt daar over) en scheidde van haar. In een interview met Pauw en Witteman zei dat de roman zijn leven heeft gestuurd.

Titelverklaring

Désiré Cordier heeft geen geweldig leven achter de rug: 38 jaar heeft hij gewerkt als bibliothecaris met een vrouw die na de kinderen geen seks meer wilde. Daarna begint ze op hem te schelden en hem belachelijk te maken. Hij besluit dus op latere leeftijd (74 jaar) toch nog iets van zijn leven te maken en zich te melden in het tehuis voor demente mensen waar ook zijn jeugdliefde Rosa Rozendaal is opgenomen. Hij denkt er nog wat te kunnen maken, maar dat is niet zo: hij komt in feite te laat met zijn verandering. In een televisie-interview bij Pauw & Witteman zegt Verhulst dat je nooit spijt moet hebben van dingen die je hebt gedaan, maar eerder spijt moet hebben van de dingen die je niet hebt gedaan. Als je dan te laat komt, is je leven voorbij. Tijdens het schrijven van het boek kwam hij tot de ontdekking dat hij zijn partner moest verlaten en terug moest gaan naar zijn jeugdliefde, iets waarvoor Désiré Cordier te laat was gekomen.

Structuur & perspectief

De roman heeft een aantal niet genummerde hoofdstukken die door typografische tekens die de functies van witregels hebben weer onderverdeeld worden in kleinere delen. In principe begint de roman in het heden als Désiré wakker wordt op zijn 74e verjaardag. Hij gaat daarna in zijn herinnering terug naar zijn huwelijk dat verzand is geraakt en de anderhalf jaar dat hij bezig is om als dementerende man in het tehuis te worden opgenomen. Dat zijn dus flashbacks. Een daarvan betreft een echte jeugdherinnering aan een nooit gegeven kus aan een mooi meisje dat ook in Home Winterlicht is opgenomen. Het verhaal eindigt met een vooruitblik naar zijn dood en begrafenis.

De verteller is een ik-verteller van 74 jaar oud (Désiré Cordier). In principe (in literair opzicht) is een ik-verteller een onbetrouwbare verteller, omdat de lezer maar moet aannemen dat het waar is wat hij vertelt. Désiré vertelt in de o.t.t. als hij zij lotgevallen in het bejaardentehuis vertelt en in de o.v.t. als hij over het verleden praat, wat op zich natuurlijk logisch is.

Decor

Uit de tekst kunnen we niet opmaken in welk jaar en in welk jaargetijde de handeling zich afspeelt. Omdat Désiré in ieder geval het wel over moderne communicatiemedia als Facebook heeft, kunnen we wel vaststellen dat het in ieder geval in deze tijd speelt (2012/2013). Dat zou wel inhouden dat Désiré nog voor de Tweede Wereldoorlog is geboren.

Ook wat het decor betreft worden er weinig concrete mededelingen gedaan. De plaats waar Désiré woont, wordt niet vermeld, maar je zou kunnen denken aan ene grote stad als Antwerpen. Hij woont in een huis in de Azaleastraat en denkt eraan naar een appartement te verhuizen. Een andere, symbolisch ruimte is het tehuis Home Winterlicht waarin Désiré zich vrijwillig laat opbergen. Het is voor hem een nieuwe gevangenis: hij ontvlucht de ene (van zijn huwelijk) en ruilt die in voor een nieuwe (het tehuis). Beiden zijn het symbool van de desillusie in het leven van de verteller. 

Stijl

De boeken van Dimitri Verhulst worden gekenmerkt door een eigen, ironische, soms zelf sarcastische stijl met zwartgallige humor. Dat was al eerder in de romans 'De helaasheid der dingen' en 'Godverdomse dagen enz.' het geval. Ook in deze nieuwe roman zijn daarvan stilistische pareltjes te ontdekken. Bovendien zie je steeds woorden van Vlaamse afkomst in zijn romans terugkeren. Ook in het formuleren van zijn metaforen valt Dimitri Verhulst op. Het is zeker een van de belangrijkste moderne schrijvers van Vlaanderen.

Een aantal voorbeelden van opvallende metaforen:
-        (blz. 16) Alle betere ideeën in de wereld kennen het rijpingsproces van een overjarige brokkelkaas.
-        (blz. 30) Hoe een naam na vele decaden recht in je mombakkes wordt geboemerangd.
-        (blz. 47) Als je een naam zoekt en je hebt het gevoel tevergeefs in een lade te scharrelen, dan zit je nog altijd goed. De essentie blijft, dat je over die lade beschikt, dat je die ene schuif bezit waarin je al jouw namen en data hebt opgeslagen. Bij alzheimer of dementie, is de hele kast weg.
-        (blz. 74) We namen plaats aan het tafeltje naast het aquarium waarin een gezonken bootje een school vissen herinneringen aan hun verre afkomst bood en de zuurstofblaasjes uit een schatkist kwamen geborreld.
-        (nlz.92) De radio is een betere gezel voor wie de dood nog even van zich afduwt maar verder wel alle bruggen met het leven heeft gesaboteerd.

 Enkele voorbeelden van ironie/ zwarte humor/ sarcasme:
-        (blz. 23) Mensen van mijn leeftijd hebben geen Facebook of ander sociaalderigs met een computer vandoen om de eenzaamheid een loer te draaien, neen, wij komen elkaar in real life met gruwelijke regelmaat tegen op begrafenissen en onderhouden, zodoende onze contacten met de uitgedunde buitenwereld best vanzelf.
-        (blz. 24) Wij vinden ons tegenwoordig altijd te jong nog voor de wormen of de schoorsteen. Kaap tachtig overschrijden zou in gebieden waar het gros van de bevolking toegang heeft tot moderne geneeskunde zogenaamd niks lastigs mogen zijn.
-        (blz. 26) We luisterden naar de obligate begrafenismuziekjes, die modegevoelig waren en in extremis leken te willen beklemtonen dat de overledene de bezitter was geweest van een hooglijk slechte smaak. En daarna waren alle liedjes uit en verdween het stoffelijk overschot door de grote poort, hopla, het grote donkere gat van het eeuwige vergeten in, amen.
-        (blz. 89/80) Gelukkig liet ik veel eerder al. Buiten het medeweten van Moniek, testamentair vastleggen dat het mij waarlijk wordt zal wezen waar mijn stoffelijk overschot belandt. Zolang het maar niet naast mijn vrouw in de grond wordt gestopt. Moniek en ik hebben meer dan nachten genoeg als lijken naast elkaar gelegen, dat we het niet nog eens hoeven te doen in een familiegraf.

Slotzin

En als ze dan verenigd in het gewijde zwijgen op het kerkhof staan, kunnen ze opmerken dat het niet veel gescheeld had of dat mijn lichaam – een te vergeten fait divers - naast dat van Rosa Rozendaal zou zijn neergelaten, in wat men domweg noemt 'de goedertieren aarde.'

Beoordeling

'De laatkomer' is een kleine roman, eigenlijk zelfs een uitgewerkte novelle. Verhulst geeft daarin een ironisch beeld over het teloor gaan van een liefde, maar ook over de manier waarop de samenleving met dementen omgaat.

Ik ben wel van mening dat de schrijver kansen heeft laten liggen bij de uitwerking van het interessante gegeven. Hij had zich als verteller bijvoorbeeld meer kunnen verplaatsen in het brein van de patiënten. Maar door de mij zeer aansprekende stijl (waarom je steeds moet glimlachen) vind ik het een leuk boekje om te lezen. Toch is zijn eerste roman, 'De helaasheid der dingen' van een betere kwaliteit.

Het is geschikt voor scholieren van havo- en vwo-niveau en kan m.i. uitstekend op de literatuurlijst gecombineerd worden met andere boeken over mensen die aan geheugenverlies leiden.

Recensies

"Want als je 'De laatkomer' uit hebt zal je je steeds weer afvragen of die demente bejaarde die je op de bank bij vrienden tegenkomt, of die je schuifelend door de straat ziet gaan, wel echt dement is. Het is of ‘de ongemakkelijke blik van dementerenden die woest hun hele geheugen omwoelen’ van Désiré Cordier op jou is overgegaan en je zelf niet langer kunt vinden wat er ook eigenlijk niet meer is." http://www.literairnederl...-verhulst/
"Klinkt niet slecht, maar het gegeven is veel te dun voor een novelle van 140 pagina's. Verhulsts weelderige stijl kan dit tekort niet verhullen. Vervelende bijkomstigheid is dat zijn humor, die de lezer van zijn meesterproef De helaasheid der dingen (2006) lieten krimpen - beurtelings van de lach en van de pijn -, nu in het luchtledige komt te hangen. Dat heeft veel te maken met de oninteressantheid van die flauwe Cordier." http://www.volkskrant.nl/...komer.html
"De positie van een dementerende bejaarde is geen benijdenswaardige. Dat wordt hier sterk verbeeld en met de ironie die Verhulst eigen is. Maar aan het slot domineert het gevoel dat Desiré met zijn beoogde wraak op het burgermansbestaan vooral zichzelf een oor aannaait." http://www.nu.nl/boek/347...komer.html
"Dementie is een dankbare gimmick en Verhulst is een meester in het beschrijven van de tragikomische situaties die zich in Winterlicht voordoen. Er is echter een verschil tussen beschrijven en schrijven. Diepte, inhoud en ontwikkeling van een personage – en daar moet de literatuur het toch van hebben – vormen de zwakke kant van De laatkomer. Dat kan geen booktrailer of tv-optreden verhullen." http://recensieweb.nl/rec...s-gimmick/
"Meer dan Désiré Cordier gunde ik mezelf een frivolere ontknoping van De laatkomer dan een personage dat zich verheugt op een naderend einde. Terwijl ik tegelijk zie dat het samenvallen met de rol die je speelt en het met je volle, zij het beperkte, verstand en aangetast door de omstandigheden aanvaarden van de ultieme consequentie daarvan uiteindelijk een nog grotere prestatie is dan het overtuigend spelen van die rol en uiteindelijk met de werkelijkheid genoegen te nemen." http://www.decontrabas.co...hulst.html
"De laatkomer lijkt tot ver in het boek één grote slapstick, maar - en dat is juist het knappe van Verhulst - onder al dat schertsend taalgebruik zie je de tragiek heen schemeren. De tragiek van een man die geen verknochtheid meer met zijn familie en omgeving voelt, zichzelf is kwijtgeraakt en zijn toevlucht zoekt in een wel heel bijzondere richting. Verhulst tekent bij tijd en wijle een onbarmhartig beeld van onze maatschappij; de boekhandelaar die de smaak van zijn zijn vaste klant uitstekend kent, maar de nu seniele Desiré stapels boeken verkoopt die deze intelligente gepensioneerde bibliothecaris eerder nooit een blik waardig had gekeurd." http://curledupbook.blogs...hulst.html

Bronnen

Interview met de schrijver.
http://www.knack.be/nieuw...059352.htm
Interview met de schrijver.
http://www.hanta.nl/hanta...-te-maken/
Je hebt nog 2 Zeker weten goed verslagen over.

Wil je onbeperkt toegang tot alle Zeker Weten Goed verslagen? Meld je dan aan bij Scholieren.com.

26.812 scholieren gingen je al voor!

Geschreven door Cees

Foto van Cees

Ik heb verreweg het grootste deel van mijn leven voor de klas gestaan. Eerst vijf jaar op een basisschool, daarna veertig jaar op diverse scholen voor voortgezet onderwijs: havo en vwo, onder- en bovenbouw. Leraar Nederlands zijn vond ik veel leuker dan directielid spelen. 

Ik vond het destijds mijn 'missie' om de verouderde en 'afgezaagde' literatuurlijsten voor Nederlands te vernieuwen en mijn leerlingen kennis te laten maken met onbekende en/of jonge schrijvers. Lezen kan namelijk ook gewoon leuk zijn. Docenten kunnen je met het aanprijzen van aantrekkelijke en/of spannende boeken enthousiast maken. Passages  die interessant zijn, kun je als docent voorlezen in de klas. Kort vertellen waarover een boek gaat, kan ook een stimulans voor je keuze zijn. En vergeet niet dat je van je medeleerlingen ook kunt horen welk boek ze leuk gevonden hebben. 
Ik heb tot nu ( 1 januari 2025) 1500 boekverslagen gemaakt, waarvan vrijwel de meeste Zeker-Weten-Goed-verslagen zijn. Er staan bovendien vragen over de inhoud aan het einde van het verslag, zodat je kunt controleren of je je het boek begrepen hebt. 

Bij Scholieren.com probeer ik zo veel mogelijk boeken van nieuwe schrijvers te bespreken. Elke maand ontvang ik boeken van diverse uitgeverijen die hun schrijvers uit 'hun fonds' onder de aandacht willen brengen.
Ik hoop altijd dat de 'moderne leraar Nederlands' het zijn leerlingen toestaat om de wat minder bekende schrijvers op de leeslijst te accepteren.

Lezen is leuk, maar bokverslagen maken doe je meestal niet voor je lol. Ikzelf vond dat vroeger namelijk helemaal niet leuk. Ik kocht daarom ook alle  uittrekselboeken die te koop waren. (Bijvoorbeeld Literama (Ne)  Apercu (Da), Survey (En), Der Rote Faden(du) ) Nu maak ik zelf boekverslagen voor scholieren.com. 

Nog een welgemeend advies: wees verstandig en lees altijd wel het boek. Dan kan een boekverslag op scholieren.com een prima geheugensteun voor je mondeling  zijn.
En geloof me, docenten kunnen vanwege tijdgebrek ook niet alle boeken lezen die jaarlijks verschijnen; zij raadplegen daarom ook wel de boekverslagen die scholieren.com levert. Daar is natuurlijk helemaal niks mee. 

REACTIES

W.

W.

In de 11de druk van ‘De Laatkomer’ staat nog steeds de Latijnse onzin "Impropria est ut salutaret aliquis qui est cacas". Dat doet mij veronderstellen dat tot op heden geen enkele classicus (laat staan een Erasmus-kenner) dat boek van Verhulst heeft gelezen. Maar misschien was het de bedoeling van grapjas Verhulst met latinisten de spot te drijven.
Als in het Latijn moet staan wat de Nederlandse ‘vertaling’ laat uitschijnen, dan moet het 'citaat'(?) als volgt gewijzigd worden : “Improprium est salutare aliquem qui est cacans.”
(‘qui est cacas’ kan alleen maar begrepen worden als ‘hij die drollen eet’).

9 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "De laatkomer door Dimitri Verhulst"

Ook geschreven door Cees