Feitelijke gegevens
- 1e druk, 2011
- 91 pagina's
- Uitgeverij: De geus namens: Stichting CPNB
Flaptekst
Een makelaar in koffie, gevestigd aan de Lauriersgracht in Amsterdam, verdeelt zijn dag over zijn werk en zijn passie. Overdag staat hij in zijn winkeltje waar hij zowel Nederlanders als migranten ontmoet, ’s avonds schrijft hij verhalen die laten zien hoe hij als jongen in Perzië opgroeit. Door heden en verleden, realiteit en verbeelding, Perzië en Nederland met elkaar te verbinden, schept de schrijver een nieuwe realiteit. Met de kraai als objectieve getuige…
Eerste zin
Lezer! Ik ben makelaar in koffie, en woon op de Lauriergracht no. 37.Samenvatting
De novelle is onderverdeeld in 20 korte hoofdstukken.
1. De winkel
De ik-verteller, die later Refiq Foad blijkt te heten, zegt dat hij makelaar in koffie is en aan de Lauriergracht no 37 woont. Dat is meteen een verwijzing naar de Max Havelaar met zijn verteller Batavus Droogstoppel. Later in het verhaal blijkt dat Refiq dat boek van Multatuli heel vaak gelezen heeft om Nederlands te leren. Hij zegt verder dat hij in Perzië een droom had om schrijver te worden. Hij gaat nu aan de lezer vertellen hoe een en ander gekomen is. Perzische mensen drinken overigens vrijwel nooit koffie, maar altijd thee.
2. Het portret
De vader van de verteller was timmerman: hij kon echter ook portretten tekenen. Hij heeft een mooi portret van de sjah gemaakt dat werd opgehangen. Ook heeft hij een keer een portret gemaakt van de betovergrootvader van de verteller. Die was een beroemd kroniekschrijver. Refiq wil eigenlijk ook schrijver worden. De tekening van de vader komt in de lokale krant.
3. De verbeelding
Een oom van de jonge verteller geeft hem het advies alleen maar zijn verbeelding te gebruiken. Een kunstenaar moet eerst iets in zijn hoofd hebben: een beeld vormen van wat hij wil bewerkstelligen. Dat brengt Refiq in praktijk. Vanaf het dak van de moskee kan hij een meisje Leela zien, op wie hij verliefd is geraakt. Later mag hij invallen voor de muezzin (voorzanger van de moskee). Hij zingt speciaal voor haar, maar na een aantal dagen laat ze zich niet meer zien. Het is aanleiding voor zijn eerste verhaal, dat toch in de lokale krant kan worden afgedrukt.
4. De kleine boeken
Het vertrekpunt is het heden in Amsterdam. Van daaruit vertelt Refiq over de situatie in Perzië, toen er ineens Amerikanen in het land waren. Bij toeval krijgt hij later een Amerikaans boek onder ogen dat hij met behulp van een woordenboek kan vertalen. Hij is erg verbaasd dat je over een heleboel zaken een verhaal kunt schrijven.
5. Ispahan
In Nederland heeft de ik-verteller heel vaak het boek van Multatuli gelezen. Maar hij heeft ook “Mei” van Gorter bestudeerd. Wat de dichter beschreef kan zo worden overgeplaatst naar Ispahan, een prachtige plaats met veel schone natuur in Perzië. Ook daar ontmoet Refiq een meisje met wie hij een bijna verboden relatie heeft. Hij studeert dan al in Teheran en natuurlijk is dat een bètastudie, want literatuur studeren telt niet echt mee. Hij reist heel vaak op en neer tussen Teheran en Ispahan. Het meisje is eigenlijk zijn “muze.” Maar er breken roerige tijden aan in Perzië. Wanneer hij na de eerste revolutie (de Amerikanen worden verjaagd) haar terugziet, ziet hij dat ze een mooie jonge vrouw geworden is. Maar wel de vrouw van een ander.
6. Koerdistan
In die tijd scheidt de provincie Koerdistan zich af van Perzië. De verteller die linkse opvattingen heeft, reist er als een soort verslaggever naar toe en tekent de feiten op in verhalen. Na een half jaar heeft hij genoeg materiaal om een boek te schrijven, maar er is geen uitgever die het wil/durft uit te geven. Toch komt er een illegale druk onder de schuilnaam Refiq Foad. Het boek wordt wel op straat maar stiekem verkocht. Het wordt luid geprezen.
7. Amerikanen
Maar zijn oom (van hoofdstuk 3) keurt de inhoud af. Het zijn eigenlijk niet je eigen teksten, maar die van een ander opnieuw opgeschreven. Dat moet anders als hij iets wil bereiken. Refiq is het in zijn binnenste wel eens met zijn oom. De geestelijken die de macht van de sjah (de koning), willen overnemen in Perzië, bestormen de Amerikaanse ambassade. De verteller loopt stiekem mee omdat hij van die historische gebeurtenis verslag wil maken. Maar een imam vindt het verdacht en hij wordt door de andere bestormers geschopt en geslagen. Een jonge vrouw redt hem. Hij vertelt trots dat dit zijn huidige vrouw in Amsterdam is die hem een dochter heeft geschonken die Nederlandse literatuur bestudeert.
8. De oorlog
Perzen en Arabieren hebben eigenlijk een grote hekel aan elkaar. De verteller beschrijft de acht jaar durende oorlog tussen Iran en Irak. Hij verwijt dat de mohammedanen bij hun invallen in het verleden de Perzische cultuur hebben vernietigd.
Na de oorlog met Irak werden alle linkse elementen in de Iranese samenleving geweerd omdat de geestelijken de macht overnamen. Toch wil de verteller het liefst in zijn eigen land blijven omdat hij nu eenmaal schrijver wil worden. Wel gaat hij steeds meer de grote Russische schrijvers waarderen.
9. De werkkamer van Lenin
De koffiemakelaar zegt dat hij vaak naar Duitsland reist om zijn producten te verkopen. Tot zijn spijt ziet hij vaak dat gevluchte landgenoten daar taxichauffeur zijn, terwijl ze vaak een goede opleiding hebben. De tweede generatie doet het vaak veel beter qua studie.
Daarna wordt de vlucht uit het land beschreven. Via de grens met Afghanistan komt hij in Turkije terecht; de Turkse politie is heel corrupt. In Istanboel gaat hij naar de Russische ambassade waar hij een geheime code kan overhandigen. Hij mag van de ambassadeur over een week terugkomen.
10. Dwalen
Maar intussen is ook in de Sovjet-Unie de chaos uitgebroken en zijn alle ambassadeurs terug geroepen. Hij dwaalt maar wat door de hoofdstad en gaat steeds naar een kleinere hotelkamer, omdat hij vrijwel geen geld meer heeft. Dat duurt ongeveer zes maanden. Op het laatst logeert hij in een wc waarbij over het rioolgat een plank is gelegd. Hij kan de ratten ’s nachts horen rommelen.
11. De nachtmerries
Refiq zegt dat hij nog al eens last heeft van nachtmerries. Die gaan over de periode in Turkije. Zoals gezegd is de politie daar corrupt en Iraniërs protesteren bij de VN voor meer gerechtigheid. Zo ziet de verteller dat een demonstrant zich in brand steekt. Hij wordt tijdelijk gered door een landgenoot die hem onderbrengt in een huis van een Iranees echtpaar. Maar hij wil nu naar het westen. Daarvoor heb je geld nodig. Zijn grote wens is natuurlijk Amerika, maar dat land is voor hem te duur. Hij kan zijn vrouw nog tweeduizend dollar laten oversturen en voor dat geld kun je hooguit naar Nederland worden gebracht. Maar dat is een klein land waar het altijd regent. Dat geld moet hij aan de mensensmokkelaars overhandigen.
12. Orde in de chaos
Via een grote vrachtwagen wordt hij met andere vluchtelingen naar het westen gebracht. Hij wordt in Nederland los gelaten waar hij direct asiel moet aanvragen. Hij wordt opgenomen in een asielzoekerscentrum (AZC) in een polder. Dat valt niet mee: sommige gezinnen zitten er al jaren te wachten op de afhandeling van hun verzoek. Vrijwilligers helpen hem met het leren van de Nederlandse taal.
13. De klucht van de koe
Na een tijdje mag Refiq uit het centrum en kan hij een boerderij betrekken met enkele anderen. Maar die gaan snel weg en hij heeft de woning voor zich alleen. Hij wil nog steeds schrijver worden en hij luistert naar de troonrede van de Koningin. Zo zou hij Nederlands willen schrijven. Hij wil geen romans meer schrijven in het Perzisch, maar in het Nederlands, wat natuurlijk een moeizaam proces is. Hij gaat o.a. De klucht van de Koe uit de 17e eeuw lezen.
14. Een groot Nederlands bed
Er zijn mensen die flink geld verdienen aan de verkoop van tweedehands spullen aan asielzoekers. Dat gaat Foad ook opschrijven in verhalen. Zo is er bijvoorbeeld een vrouw die een veel te groot bed koopt voor 700 gulden, terwijl ze dat bij Ikea veel goedkoper had kunnen kopen. Maar ze wilde per se een groot Nederlands bed hebben. Miranda, een vrijwilligster, helpt hem bij het corrigeren van de verhalen. Hij gaat naar de redactie van een plaatselijke krant en die publiceert een verhaal van hem.
15. Busselinck & Waterman
In dezelfde straat wonen ook de beroemde koffiehandelaren Busselinck & Waterman. Die zijn nogal discriminerend en ze maken altijd spottende opmerkingen over Perzische vrouwen. Hij wordt ook nooit uitgenodigd op feestjes bij hen. Ze zullen het nooit kunnen uitstaan wanneer ze ooit zouden moeten zeggen dat de Pers van de Lauriergracht no 37 een roman in het Nederlands zou hebben geschreven.
16. Prinsengracht 263
Wanneer Refiq somber gestemd is, gaat hij naar het Anne Frank Huis. Ook zij is een groot voorbeeld voor hem. Op het plein daar staat een grote boom en in die boom zit een oude kraai die waarschijnlijk al heel veel heeft meegemaakt (de oorlog, de Jodenvervolging). Hij is getuige van een deel van de wereldgeschiedenis. De kraai staat ook enkele keren vermeld in de hoofdstukken die over Perzië gaan. Ook daar is hij steeds getuige van een bijzondere gebeurtenis.
De kraai zal ook zien dat er veel buitenlandse winkels zijn bijgekomen in Amsterdam. De ouders hebben een winkel. De doorgaans bloedmooie Perzische vrouwen willen als tweede generatie vluchtelingen vaak wel studeren.
17. Koffie
Refiq wil werken omdat hij ook zijn vrouw en dochter naar Nederland wil halen. Hij komt in loondienst bij een Amerikaanse koffiebranderij. Hij moet het productieproces controleren en daarbij verstrijkt de tijd maar heel langzaam. Hij vraagt aan Miranda of ze voor hem geen Nederlandse gedichten heeft. Die kan hij dan tijdens het werk leren en neuriën.
18. De weg
Na jaren lukt het hem om zijn vrouw en dochter naar Nederland te laten overkomen. Maar man en vrouw zijn uit elkaar gegroeid. Zijn vrouw heeft in Iran geen leuk leven achter de rug. Dat brengt nog al wat ruzie te weeg. Ze hebben het erg moeilijk met elkaar, maar Refiq is niet van plan zijn gezin in de steek te laten.
19. Kameraden van vroeger
Refiq heeft nog contact met enkele kameraden van vroeger: drie linkse studenten uit Teheran. Die hebben een goede baan gekregen (resp. huisarts, hartchirurg en productmanager). Hijzelf is bezig manuscripten te schrijven (opnieuw een vergelijking met Max Havelaar). Hij schrijft over van alles en nog wat. Aan het einde van dit hoofdstuk citeert hij een flinke passage uit de nieuwste roman van Kader Abdolah (De Koning) die een bezoek heeft gebracht aan Amsterdam (De Koning werd op 11 maart 2011 gepubliceerd).
20. Het beeld
Na de zoveelste ruzie met zijn vrouw loopt hij de straat op. De politie wijst hem de weg naar het Leger des Heils. Daar verblijft hij enkele dagen, maar hij gaat dan terug. Hij is erg ambitieus: hij wil nog steeds schrijver worden. Hij sluit een deal met het Amerikaanse bedrijf door alle afgekeurde koffie op te kopen en hij wordt koffiemakelaar aan de Lauriergracht. Hij wil echter meer: hij is niet uit Iran vertrokken om koffie te gaan verkopen. Hij wil schrijver worden en hij denkt aan de opdracht van zijn oom: “verbeelding.”
Hij heeft ook een beeld in zijn hoofd, dat Beatrix hem komt melden dat ze zijn eerste roman heeft gelezen. Dat beeld wil hij dus helemaal waarmaken. Er zit ook nog een ander beeld in zijn hoofd, maar dat wordt niet meer vermeld.
Personages
Refiq Road
Een alter ego van de schrijver, Kader Abdolah. Hij is een man met veel ambities en dromen, die van Perzië naar Nederland vlucht en daar schrijver wil worden. Met veel doorzettingsvermogen lijkt dat te lukken, ondanks de tegenslagen in zijn leven. Hij is een trouw persoon, die zijn familie naar Nederland haalt en ondanks moeilijkheden goed voor ze zorgt.
Quotes
"Al ken ik geen haat, er zijn wel diepgewortelde gevoelens die je van huis uit meekrijgt, die nestelen zich in je taal, in je literatuur en in je gewoontes." Bladzijde 33
"Ik hoefde niet lang op de ambassadeur te wachten. Hij had het gezicht van Lenin en de trekken van Stalin. We schudden elkaar de hand en hij begeleidde me naar zijn kantoor." Bladzijde 42
"Ze wasten me als hun broer, gaven me schone kleren en lieten me naast de kachel plaatsnemen, waar de oude vrouw een kommetje soep en een stukje warm brood op een rond blad voor me had neergezet." Bladzijde 52
Thematiek
ToekomstdroomHet thema van de Boekenweek 2011 is het levensverhaal. Dat is deze keer heel goed uitgewerkt door Kader Abdolah. In de novelle zien we hoe Refiq Foad (een alter ego van kader Abdolah) de beschrijving geeft van zijn jeugd in Perzië en de vlucht naar Nederland. Het is het verhaal van zijn leven geworden, maar ook hoe je iets kunt bereiken wanneer je de ambitie hebt. Refiq wil altijd schrijver worden en het enige wat je daarvoor nodig hebt, is de verbeelding van een wens/onderwerp in je hoofd. Daar begint alles mee, is de wijze les van zijn oom. Je moet altijd je eigen ideeën uitwerken en hij kraakt de eerste Perzische roman van Refiq dan ook. Daarin zitten de veel ideeën van anderen.
Motieven
Fantasie en werkelijkheid
Dat brengt meteen het oeroude literaire motief op tafel: de relatie tussen fantasie en werkelijkheid. Al op blz. 5 van zijn novelle stelt Refiq zich die vraag: \"Soms vertel ik dingen waarvan ik twijfel of ze waar zijn, maart tot mijn verbazing komen ze geloofwaardiger over dan de waarheid.\" Is er hier niet sprake van het oeroude adagium: de dichter liegt de waarheid?
Trivia
De kraai van Kader Abdolah was het boekenweekgeschenk van 2011.
Titelverklaring
'De kraai' is een verwijzing naar de vogel die als een rode draad door het verhaal vliegt. Dat gebeurde al in de passages die over Perzië gaan, waarbij dan vaak werd verteld dat de kraai kraste en overvloog. De vogels is een soort objectieve getuige van het leven van Refiq. De kraai is in de Perzische cultuur ook de verkondiger van een boodschap. In een interview heeft de schrijver ook aangegeven dat 'De kraai' ook de boodschapper is van zijn nieuwe roman over Perzië: 'De Koning.'
Enkele voorbeelden:
- (blz. 11) Een kraai landde naast de kuip en begon aan de druiven te plukken. “Ga weg“! riep een meisje en iemand gooide een slipper naar de vogel.”
- (blz. 15 ) De oude kraai van mijn ouderlijk huis kraste en ik opende het raam van mijn kamer
- (blz. 16) De oude kraai vloog over het huis en kraste. Hij had gezien dat ik het boek onder mijn broekriem had verstopt
- (blz. 44) Op een avond hoorde ik honderden kraaien in de bomen van het Taksimplein krassen. Van geluk riep ik hardop in het Perzisch: ‘Jullie daar, Turkse kraaien, zal ik de groeten van jullie doen aan de kraaien van Moskou?’
- (blz. 61)
- En de belangrijkste passage in het hoofdstuk over het Anne Frank huis, (Blz. 75) In de kruin van die boom zit al jarenlang een nest waar een bejaarde kraai woont. Kraaien kunnen wel honderd jaar worden. Deze kraai vliegt zelden meer en niemand let op hem [….] Deze kraai is een getuige: hij heeft geien wat er de afgelopen eeuw in Amsterdam is gebeurd: de Duitse bezetting, de vervolging van de Joden en de komst van de Turken en Marokkanen die als gastarbeiders kwamen.
Structuur & perspectief
Er zijn 20 hoofdstukken die zoals zo vaak bij de boeken van Kader Abdolah een korte titel dragen. Bijvoorbeeld: De winkel, Koerdistan, Prinsengracht 263, Het beeld.
In de meeste hoofdstukken begint de ik-verteller met het heden waarin hij leeft in zijn hoedanigheid als makelaar in koffie. Van daaruit zegt hij dat hij bezig is met het schrijven van een boek in de Nederlandse taal over zijn verleden in Perzië.
In deze novelle lopen dus heden en verleden steeds door elkaar. Het is een achteraf verteld verhaal over de vlucht van de verteller van Perzië naar Nederland. Die vlucht vertoont parallellen met die van de schrijver zelf.
Perspectief
De verteller is een ik-figuur, die makelaar in koffie is (vgl. Droogstoppel in Max Havelaar). Hij heet Refiq Foad en uiteraard vertoont hij een groot aantal overeenkomsten met Kader Abdolah. Die kun je ook terugvinden in het boekje dat ook in de Boekenweek verschijnt “Geschreven portret”. Maar je mag de verteller van een novelle niet meteen als de schrijver zelf benoemen. Hoewel hij in het voorlaatste hoofdstuk een flinke passage citeert die de schrijver Kader Abdolah in zijn nieuwe boek “de Koning” (verschenen 11 maart 2011) heeft opgenomen.
De ik-verteller is een Iraanse vluchteling die in Nederland is komen wonen en wiens grote wens het is een boek in de Nederlandse taal te schrijven. Hij vertelt in de stukken die over het “verhaalheden” gaan (de makelaarstijd in Amsterdam in de o.t.t. en de passages die over het Perzische verleden gaan en de vlucht naar Nederland in de o.v.t.).
Decor
De verteller Refiq Foad laat weinig los over jaartallen. Wel geeft hij aanwijzingen over de periode dat hij nog in Iran woont, nl. ten tijde van de Amerikaanse overheersing en de 8-jarige oorlog tussen Iran en Irak. Die was van 1980 tot 1988. De Amerikanen steunden toen nog het bewind van Sadam Hussein. Maar nadat de geestelijken (de ayatollahs) de macht in Iran hebben overgenomen, en Refiq van linkse sympathieën wordt verdacht, vlucht hij weg via Turkije naar het westen. Dat komt wel overeen met de vlucht van Kader Abdolah die in 1988 in Nederland in een AZC in Apeldoorn belandt en later in een huis in Zwolle. Die passages worden ook in “De kraai” opgenomen.
Het eerste boek van Kader in Nederland verschijnt in 1993 en dat gaat inderdaad over de vlucht naar Nederland en de behandeling van der asielzoekers. Je zou globaal dus kunnen aannemen dat de vertelde tijd van de jeugd van de schrijver is (vanaf ongeveer 1970) tot aan de verschijning van zijn eerste boek in Nederland in 1993).
Er zijn diverse decors in deze novelle die van belang zijn:
- In het heden woont Refiq in Amsterdam en wel op een heel symbolische plaats Lauriergracht 37, het huis van Batavus Droogstoppel, de makelaar in koffie van Nederlands beroemdste boek “Max Havelaar.”
- In het verleden spelen de plaatsen in Perzië een belangrijke rol: het geboortedorp van Refiq, Teheran, Ispahan, Koerdistan
- Via Turkije (Istanboel) vlucht hij naar het westen. De bedoeling is een visum voor Moskou te krijgen, maar door de ontwikkelingen in de Sovjet-Unie gaat dan niet door.
- Hij komt terecht in een asielzoekerscentrum (in de polder) en later in een woonhuis. Dat staat nog niet in Amsterdam.
Stijl
De schrijfstijl van Kader Abdolah is simpel maar ook poëtisch. Het is interessant hoe hij zichzelf in de Nederlandse traditionele literatuur plaatst als auteur door duidelijke verwijzingen te maken, te beginnen met de eerste zin (Max Havelaar). Ook verwijst hij naar dichters in deze novelle. In "De Kraai" zit ook veel humor. Juist door de simpelheid en de vragen die het hoofdpersonage stelt. Een voorbeeld hiervan:
"Gisteren sprak ik hem in Keulen. Hij had het ondernemerschap onderschat: 'Ben je ooit bang geweest voor een komkommer? Heb je ooit beseft dat peren je kunnen doden? Ik zit hier in de winkel en ik kijk naar de komkommers, de peren, naar de spinazie in de doos, het is verschrikkelijk, ze zijn allemaal aan het rotten. Die bedorven aubergine bedreigen mijn bestaan."
Je ziet dat het vertelde in deze quote humoristisch is, maar tegelijkertijd verwijst naar een onderliggend probleem, namelijk die van de zakenman. Ook zie je binnen deze quote binnenrijm. Als je het hardop leest merk je hoe lekker de tekst loopt, door de komkommers, de doos, het rotten, bedorven aubergines die bedreigen.
Slotzin
Vanavond vertel ik over het beeld. Als ik terug ben.Beoordeling
De Stichting CPNB heeft deze keer raak geschoten met de keuze van de auteur voor de Boekenweek. Niet alleen is het thema goed uitgewerkt, kader Abdolah maakt reclame voor de Nederlandse literatuur waarvan hij sinds een aantal jaren ook deel uitmaakt.
De structuur van de novelle is goed: vanuit het verleden overziet hij steeds de episodes die van belang zijn geweest in zijn leven (de jeugd in een dorp in Perzië, de rumoerige studietijd in Teheran, de Iran-Irak-oorlog, de vlucht uit het land naar het vrije westen, de opvang in een asielzoekerscentrum in Nederland en de ontwikkeling tot schrijver). Het is allemaal even helder als lezenswaardig neergezet in de typische stijl van kader Abdolah. Ook dit kleine boekje is een aanwinst voor de Nederlandse literatuur, zoals Kader Abdolah al bewezen heeft met indrukwekkende romans als 'Het huis van de moskee', 'De boodschapper' (over het leven Mohammed) en recent 'De Koning' (over het leven van een Perzische koning, maar tevens een gedeelte van de Perzische geschiedenis).
Daarom is het een aardig geschenk geworden dat iedere Nederlander in zijn bezit moet krijgen. Mijn mening staat in schril contrast met de schrijvers van recensies in de grote dagbladen. Die kraken het boekje eigenlijk met het grootste gemak af.
Omdat alle Boekenweekgeschenken de afgelopen jaren de puntenwaardering van 1 hebben gekregen, is dat deze keer ook het geval. Maar dat heeft absoluut meer met de kwantiteit dan met de kwaliteit te maken. Na een aantal jaren met minder sterke geschenken (bijv. het Duel van Zwagerman, De Brug van Geert Mak) is 'De Kraai' na 'Zomerhitte' alleszins de moeite van het krijgen waard.
Recensies
"Dit geschenk ‘vliedt gelijk het vlood’, om nog maar eens de dichter te citeren. " http://www.tzum.info/2011...-de-kraai/
"De kraai is een mislukt Boekenweekgeschenk." http://coenpeppelenbos.bl...kraai.html
"Kader Abdolah schrijft op het niveau van scholieren." http://www.parool.nl/paro...raai.dhtml
"Abdolah biedt een overvloed aan informatie, maar een gebrek aan literaire kracht om een en ander samen te binden tot een boek dat beklijft." http://www.nrclux.nl/de-k...ct/772200/
Bronnen
Website van de uitgever.
http://www.degeus.nl/aute...dolah.htmlGeschreven door Cees

Ik heb verreweg het grootste deel van mijn leven voor de klas gestaan. Eerst vijf jaar op een basisschool, daarna veertig jaar op diverse scholen voor voortgezet onderwijs: havo en vwo, onder- en bovenbouw. Leraar Nederlands zijn vond ik veel leuker dan directielid spelen. De laatste jaren was ik conrector. In 2004 begon ik aan mijn eerste boekverslag voor scholieren.com. Dat is dus ruim twintig jaar geleden.
Ik vond het destijds mijn 'missie' om de vaak verouderde en 'afgezaagde' literatuurlijsten voor Nederlands te vernieuwen en mijn leerlingen kennis te laten maken met onbekende en / of jonge schrijvers. Lezen kan namelijk gewoon leuk zijn. Het is de taak van een docent om het lezen te stimuleren.
Docenten kunnen je met het aanprijzen van aantrekkelijke en/of spannende boeken enthousiast maken. Passages die interessant zijn, kun je voorlezen in de klas. Kort vertellen waarover een boek gaat, kan ook een stimulans voor je keuze zijn. En vergeet niet dat je van je medeleerlingen ook kunt horen welk boek ze (erg) leuk gevonden hebben. Dat is vaak de beste manieren om te weten te komen of een boek aantrekkelijk is. Hoewel smaken altijd blijven verschillen..
Ik heb tot nu ( 1 maart 2025) 1513 boekverslagen gemaakt, waarvan vrijwel de meeste Zeker-Weten-Goed-verslagen zijn. Er staan de laatste jaren aan het einde van het verslag vragen over de inhoud en de structuur, zodat je kunt controleren of je je het boek in grote lijnen begrepen hebt.
Bij Scholieren.com probeer ik zo veel mogelijk boeken van nieuwe schrijvers te bespreken. Elke maand ontvang ik boeken van diverse uitgeverijen die hun schrijvers uit 'hun fonds' onder de aandacht van de lezer willen brengen.
Ik hoop altijd dat de 'leraar Nederlands' het zijn leerlingen toestaat om de wat minder bekende of zelfs beginnende schrijvers op de leeslijst te accepteren.
Lezen kan leuk zijn, maar boekverslagen maken doe je meestal niet voor je lol. Ikzelf vond dat vroeger namelijk helemaal niet leuk. Ik kocht in die tijd daarom ook alle uittrekselboeken van alle talen. (Bijvoorbeeld Literama (Ne), Aperçu (Fa), Survey (En), Der Rote Faden (Du). En als ik heel eerlijk ben, heb ik ook wel eens uit tijdgebrek alleen met een boekverslag een mondeling tentamen gedaan. Maar dan voelde je je toch niet altijd op je gemak. Nu maak ik zelf al jaren boekverslagen voor scholieren.com.
Nog een welgemeend advies: wees verstandig en lees altijd het boek. Dan kan een boekverslag op scholieren.com een prima geheugensteun voor je mondeling zijn.
En geloof me, docenten kunnen vanwege tijdgebrek echt niet alle boeken lezen die jaarlijks verschijnen; zij raadplegen daarom ook wel de boekverslagen die scholieren.com aanlevert. Daar is natuurlijk helemaal niks mee.
REACTIES
1 seconde geleden
P.
P.
dikke shit
8 jaar geleden
AntwoordenN.
N.
aai zieke recentie
8 jaar geleden
AntwoordenA.
A.
het is Esfahan, Isfahan is ook goed maar Ispahan kan echt niet
7 jaar geleden
Antwoorden