Feitelijke gegevens
- 2002
- 404 pagina's
- Uitgeverij: De Arbeiderspers
Flaptekst
In het besef dat de wereld zich niet langer leent tot 'fatsoenlijke boeken', verscheurt Boon eind 1945 het manuscript van een roman waaraan hij sinds september 1943 vol enthousiasme werkt, Madame Odile. De schrijver vernietigt zijn boek evenwel niet maar recycleert het. De snippers ervan vult hij aan met kanttekeningen bij onze wereld van vandaag, verhaaltjes, bittere bedenkingen, parabels... kleine geschiedenissen. Door dit alles heen loopt als een feuilleton het verhaal van Odile, die nu Ondineke Bosmans heet en die in de vorige eeuw geboren is. Dit arme, maar sluwe en felle meisje gebruikt al haar charmes om hogerop te komen. Daarvoor wendt ze zich in eerste instantie tot de haast nog feodale machthebbers ten tijde van het opkomende socialisme. Haar lotgevallen worden voortdurend becommentarieerd door een bont gezelschap van personages: de Kantieke Schoolmeester, Mossieu Colson van tminnesterie, Tippetotje de schilderes, Kramiek, en het evenbeeld van de schrijver, de dichter en dagbladschrijver Johan Janssens, die zelf nog een pastiche van het middeleeuwse Reinaert-verhaal aan deze wirwar toevoegt. Het 'onfatsoenlijke boek' dat zo ontstaat geldt als een onbetwist hoogtepunt van de Nederlandstalige literatuur van deze eeuw.
De Kapellekensbaan is inmiddels in een groot aantal landen in vertaling verschenen.
Eerste zin
Ge ziet van uit uw open zolderraam hoe het niemandsbos in het rood wordt geverfd door de zakkende zon, en hoort hoe het droefgeestig schaap van mossieu colson van tminnesterie nog een laatste keer blaat vooraleer het achter de knarsende staldeur verdwijnt: en dan schuift ge uw pampierderij opzij en stapt de stappen af, juist als de kantieke schoolmeester de deur openduwt en samen met zijn schone vrouw lucette een beetje van die late rode zon binnenlaat.Samenvatting
Het verhaal bestaat uit drie verschillende verhaallijnen, die zich in verschillende periodes afspelen op dezelfde plaats. Ik zal een samenvatting per verhaallijn geven.
Het Boontje-verhaal
Speelt zich af in de tijd wanneer het boek geschreven is (begin jaren vijftig). Er gebeurt eigenlijk niet superveel, de personages gaan vooral met elkaar in dialoog over van alles. Er is wel een aantal dingen gebeurd in de hedendaagse verhaallijn die misschien noemenswaardig zijn: de breuk van Johan Janssens met het dagblad, de gedachte om naar Congo te vertrekken en de dood van Boontje’s zus.
Het Ondine-verhaal
Speelt zich af ergens in de negentiende eeuw. Ondine heeft een broer, Valeer, die gehandicapt is. Als hij voor het eerst loopt, ziet Ondine dat als een wonder dat voor haar geschied is. Ondine wordt verliefd op de jongens van meneer De Derenanourt, met name Achilles, die in de nacht meisjes uit het dorp opzoeken. Ondine snijdt in een woedebui een van Valeers vingers af. Ondine komt met ze in contact en probeert ze te vleien en versieren. Ze krijgt een relatie met Achilles en leert van hem meer Frans. Een echte match is het niet, want ze leven een beetje langs elkaar. Dan verlaat Achilles haar en gaat hij trouwen met juffrouw Glemmasson. Achilles geeft Ondine een slangenarmband. Ondine begint een relatie met Achilles’ broer, Norbert, die stiekem ‘de Lange Vrouw’, of de kledden blijkt te zijn, een monster dat kinderen teistert in Ter-Muren. Ondine wordt zwanger en sluit zich op in haar ouderlijk huis. Het kind werpt ze in een cabinet. Ze heeft een baan gekregen voor haar en haar vader vapeur voor schrijnwerkerij van de vier villa’s die in Ter-Muren worden gebouwd. Ondine mocht geld ophalen en waande zich zo een lid van de burgerij, in mooie kleding die ze met het maken van de schrijnwerkerij heeft verdiend. Ze ontmoet het zielige Oscarke, een jongen die in één van de villa’s woont. Ondine wil graag met hem trouwen, omdat hij veel tederder is dan de andere mannen die ze heeft gekend. Valeer vertrekt met Maria en de jongen op wie zij verliefd is naar Brussel. Dan gaat het steeds minder goed met haar en haar familie. Vapeur moet het geld van het hout betalen, maar er is geen geld meer. Ook Ondine’s spaarpot blijkt leeg te zijn als ze met Oscar wil trouwen: Valeer heeft het gestolen en meegenomen naar Brussel. Het socialisme krijgt steeds meer aanhangers in Ter-Muren. Ondine probeert met Oscar te trouwen, maar dat lukt niet goed. Uiteindelijk weet ze geld af te troggelen van Oscars vader en kunnen ze trouwen. Samen gaan ze wonen in een kleine kamer, maar het blijkt geen eind goed al goed. Het is Ondine niet gelukt haar leven te beteren.
Het Reinaert-verhaal
Speelt zich af in de middeleeuwen. Reinaert en Isengrinus stelen een koe voor koning eenoog, die uiteindelijk de hele koe eet. Reinaert steelt opnieuw een stuk vlees, maar Isengrinus gaat er met de buit vandoor. Reinaert steelt het vlees met een list weer teruggestolen. Als Reinaert aan paling weet te komen, dan overtuigt hij hem ervan tot ‘het klooster’ te treden en verbrandt hij Isengrinus’ hoofd om een tonsuur te maken: hij is nu monnik van het klooster van de scharlakenroden. Baron Derenancourt snijdt daarna per ongeluk een deel van Isengrinus’ staart af. Reinaert en Isengrinus volgen een bedevaart voor de zieke koning nobel, waar Isengrinus weer te grazen wordt genomen, dit keer door de dorpelingen. Reinaert roept de republiek uit. Isengrinus en Reinaert ontmoeten elkaar weer op weg naar koning nobel/eenoog. Isengrinus zingt de mis, maar kan het voor geen meter. Isengrinus laat de klokkenluiden, maar weet niet hoe hij ervoor moet zorgen dat ze zachter gaan luiden en wordt vanwege de klokken weer mishandeld. Isengrinus en Reinaert vallen in een put. Reinaert wist zich uit de put te hijsen door op Isengrinus te klimmen, die aan het bidden was. Isengrinus bleef achter in de put. Hersinde vertelt Isengrinus door Reinaert verkracht geweest te zijn. Isengrinus start een nieuwe bedevaart naar koning Nobel om Reinaert te berechten, maar dat blijkt niet succesvol. Isengrinus blijft de gefopte en Reinaert de zegevierder.
Personages
boontje
Wordt in het verhaal aangesproken met ‘ge’. De schrijver van het ondine-verhaal en eigenlijk dus Louis-Paul Boon zelf. In de actuele verhaallijn volgt het zijn moeilijkheden en onzekerheden bij het schrijven van het boek over de Kapellekensbaan, zoals in ‘moedeloze dag’ p. 74 of ‘de leegte grijnst u aan’ p.57.
johan janssens
Dichter en dagbladschrijver en vriend van boontje. Hij schrijft in een marxistisch dagblad maar breekt hier uiteindelijk mee. Waar boontje soms nog een beetje onzeker is, heeft Johan veel zelfvertrouwen.
Mossieu colson van tminnesterie
Een vriend van boontje, die in het ministerie werkt. Hij schrijft ook een soort ‘gedichten’.
Ondine bosmans ('ondineke')
De hoofdpersoon. Ondine komt uit een arm gezin, maar dacht altijd geboren te zijn om bij de burgerij te horen. Ze is sluw, gemeen en arrogant, en heeft een kinderlijke hoop om iets van haar leven te maken. Ze doet er alles aan om te kunnen horen bij de burgerij, maar dit mislukt steeds.
Oscar Schatt ('oscarke')
De tweede liefde van Ondine, met wie ze uiteindelijk gaat trouwen. Hij is aspirant-beeldhouwer en zijn ouders wonen in een van de vier huizen die werden gebouwd. Hij is lief, maar zwak.
Valeer ('valeer-traleer')
Het zwakbegaafde jongere broertje van Ondine. Heeft een ‘monsterhoofd’. Ondine heeft een hekel aan valeer.
Carolus bosmans ('vapeur')
De vader van Ondine. Hij werkt aan een perpeteum mobile, een uitvinding die hij nooit zal maken, en is een zonderling in Ter-Muren, omdat hij niet in de fabriek werkt en ‘wetenschapper’ is.
Achilles derenancourt
De zoon van de directeur van de garenfabriek de filature. Ondine was verliefd op hem en ze waren een tijdje samen. Uiteindelijk trouwt hij met een ander meisje met platvoeten, de dochter van monsieur glemmasson.
Ludovic
Een vriend van Achilles en een beetje een wrede en wellustige man. Ook met hem had Ondine een relatie. Norbert Derenancourt: De broer van Achilles. Hij is een satanist en verkleedt zich als de kledden. Ondine heeft eventjes een relatie met hem.
Isengrinus
Een personage uit het reinaert-verhaal. Een wolf en de man van Hersinde. Wordt vaak door Reinaert belazerd.
Reinaert
Een personage uit het reinaert-verhaal. Een sluwe vos. Samen met Isengrinus de hoofdpersonages van de reinaert-vertelling. Reinaert haalt veel streken uit ten koste van anderen uit 'nobelgië'.
Hersinde
Een personage uit het reinaert-verhaal. De vrouw van Isengrinus. Wordt uiteindelijk door Reinaert verkracht.
Koning Nobel ('eenoog')
Een personage uit het reinaert-verhaal. De koning van ‘nobelgië’.
Thematiek
Het menselijk tekortDe onmacht om de wereld te begrijpen en te vormen, speelt een enorm belangrijke rol in De Kapellekensbaan. De twijfels die boontje voelt over zijn eigen boek staan centraal. In gesprekken met andere personages, komt de onmacht die door heel het boek gevoeld wordt, vaak op de voorgrond te staan: En ik, johan janssens glimlach en zeg verontschuldigend: eigenlijk zijt ge daar mis in, want een rechte hoek heeft maar 45 graden… en hij bekijkt me vertwijfeld en geërgerd, en doceert dat een cirkel 360 graden heeft, en een halve cirkel 180 graden, en een rechte hoek dus 90 graden. En nog steeds glimlachend om zijn onwetendheid, herinner ik mij reeds vanaf mijn 14e jaar te weten dat een rechte hoek 45 graden heeft, en dat ik in die wetenschap groot ben geworden en wijs ben geworden… en nu zou mijn zoon gaan beweren dat ik niet groot of niet wijs ben geworden, en dat de wereld al die jaren en jaren dubbel zoveel graden gehad zou hebben dAn hij er heeft! Ha, en glimlachend sla ik zijn boek van meetkunde open, om hem op zijn vergissing te wijzen… en daar breekt mijn wereld plots gelijk een glazen bol in stukken: hij heeft inderdaad 360 graden en een rechte hoek heeft inderdaad 90 graden: reeds meer dan dertig jaar heb ik dus een scherpe en scheve hoek als een Rechte hoek aanzien…reeds meer dan twintig jaar schrijf ik over eerlijkheid en recht, en al die tijd wist ik niet eens dat de dingen die ik als Recht aanzag eigenlijk scheef en scheel waren. (p.298)
Motieven
Het socialisme
Schrijverschap
Zoeken naar geluk
Titelverklaring
De titel van het boek is De Kapellekensbaan. Deze titel verwijst naar de naam van een van de straten in het dorp ter-muren, waar het verhaal zich afspeelt.
Structuur & perspectief
Het verhaal bevat twee raamvertellingen, die van Ondine geschreven door Boontje en de cursiefjes over Reinaert door Johan Janssens. Het verhaal van Ondine is schuingedrukt en zo makkelijk te herkennen en die van Johan Janssens worden gekenmerkt door de naam Johan Janssens aan het einde. De verhalen lopen door elkaar heen. Het verhaal wordt verteld vanuit allerlei kleine hoofdstukjes die meestal een of twee pagina’s beslaan en voorzien zijn van een kopje. Het verhaal is opgedeeld in vier delen. In het Boontje-verhaal spreekt een verteller de schrijver, Boontje, aan met ‘ge’ of een variatie daarop. Zowel in de Reinaert- als in de Ondine-raamvertelling is sprake van een alwetende verteller, van wie we weten wie het is: respectievelijk Johan Janssens en Boontje.
Decor
Het verhaal speelt zich af op verschillende tijden in de geschiedenis: de middeleeuwen bij het Reinaert-verhaal, de negentiende eeuw bij Ondine en de twintigste bij Boontje. De ruimte is overal hetzelfde: in Ter-Muren.
Stijl
Met Boons speelse uitdrukkingen, ironie, en gebruik van stijlfiguren ontstaat er een eigen sfeer, die een beetje droevig van aard is. Dit wordt versterkt door het vaak slechte weer en de ook wel treurige gebeurtenissen. Verder is de stijl kenmerkend door de spreektalige zinnen, die lang door kunnen gaan. Het gebrek aan hoofdletters zal de lezer ook zeker niet ontgaan zijn. Louis Paul Boon gebruikt in dit boek ontzettend veel humor, en verwijst met regelmaat naar andere literaire werken (zoals de raamvertelling van Reinaert). Het boek is erg intertekstueel van aard. Dit sluit goed aan bij de thema's taal en auteurschap, die in dit boek een grote rol spelen.
Slotzin
Maar ziet ge het? die stervende vrouw die een arm maar schoon meisken is geweest, met aan haar eigen sterfbed den doktoor en den pastoor die haar man en haar zoon moesten zijn geweest... dat zou een boek zijn, maar uw boek zal weeral geen boek zijn, er zal niets in staan over het leven gelijk het leven is.Beoordeling
Ik vond De Kapellekensbaan een leuk boek om te lezen. Boons schrijfstijl vol eigenaardigheden, passie en ironie zorgen voor een goede en unieke leeservaring. Louis Paul Boon heeft niet een originele schrijfstijl, maar ook het thema en de focus op ‘de kleine man’ en het arbeidersleven vond ik bijzonder (in goede zin), omdat ik het gevoel heb dat dit vaak een onderbelicht onderwerp is. Of Boon, zoals zijn plan was, heel het leven in een roman uiteen te kunnen zetten weet ik niet; hij doet in ieder geval goed zijn best om zo’n onmogelijke taak te voltooien. De verschillende verhaallijnen in telkens kleine kopjes, waarin allerlei uiteenlopende dingen besproken worden, lopen prettig in elkaar over en zetten je aan het denken.
REACTIES
1 seconde geleden