De Biezenstekker door Cyriel Buysse

Zeker Weten Goed
Foto van Gemma
Boekcover De Biezenstekker
Shadow
  • Boekverslag door Gemma
  • Zeker Weten Goed
  • 31 augustus 2024
Zeker Weten Goed

Boek
Auteur
Cyriel Buysse
Eerste uitgave
1890
Pagina's
32
Niveaus
havo
Oorspronkelijke taal
Nederlands

Boekcover De Biezenstekker
Shadow
De Biezenstekker door Cyriel Buysse
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

ADVERTENTIE
Ontdek de veelzijdigheid van Scheikunde!

In de bachelor Scheikunde in Amsterdam bestudeer je alle richtingen van de chemie om bestaande processen, producten en materialen te verbeteren en nieuwe te ontwerpen. Van moleculen tot duurzaamheid, jij maakt het verschil! Ervaar zelf hoe het is om in Amsterdam Scheikunde te studeren en kom op 10 april Proefstuderen!

Lees meer en kom Proefstuderen!

Feitelijke gegevens

  • 1e druk, 1890
  • 26 pagina's
  • Uitgeverij: De Nieuwe Gids

Flaptekst

 De biezenstekker is het jongetje Julken, een bastaardkind dat door zijn moeder bijna wordt vermoord en dat zij laat verkommeren om de gunsten van haar uit de gevangenis teruggekeerde man, Cloet, voor zich terug te winnen. Cyriel Buysse (1859-1932) was een belangrijke Vlaamse naturalistische auteur. Hij was medeoprichter van het toonaangevend tijdschrift ‘Van Nu en Straks’ en, samen met onder meer Louis Couperus, van het tijdschrift ‘Groot Nederland’. In ‘De biezenstekker’, dat voor het eerst in 1890 in het juninummer van ‘De Nieuwe Gids’ verscheen, beschrijft hij op meesterlijke wijze de rauwe levensrealiteit van de onderste laag van de bevolking in de Belgische provincie Oost-Vlaanderen. De novelle maakte hem bekend in Nederland waar hij in het algemeen meer waardering zou vinden dan in Vlaanderen. Pas op latere leeftijd vond Buysse erkenning in Vlaanderen. In 1921 ontving hij de driejaarlijkse Staatsprijs voor Vlaams verhalend proza.

Eerste zin

Als Cloet dien zaterdag namiddag om vier ure juist, de zware hekkens van het Gentsch gevang zag opengaan en eensklaps, na een tiental schreden, weêr in vrijheid was; trok hij haastig, door het daglicht verblind en reeds aan eenzaamheid en duisternis gewend, de breede kassei1 dwars over en verdiepte zich in de kronkelende hovingen2, die daar, aan de overzijde van het stadsgevang, de gansche lengte der eenzame, regelrechte laan begrenzen.

Samenvatting

Cloet, een dagloner uit het gehucht Wilde, in de buurt van Gent, keert na drie maanden in de gevangenis vanwege vechtpartijen, vroegtijdig terug naar huis. Mede vanwege een verklaring van zijn buurman en vijand, Rosse Tjeef, was hij voor de vierde keer in de gevangenis beland. Onderweg stopt hij bij een herberg en drinkt hij een borrel. Het is Driekoningenavond. Zijn vrouw heeft hem in de gevangenis niet bezocht, en als hij bij bekenden informeert naar zijn echtgenote, reageren ze lacherig. Cloet is hierdoor wantrouwig en erg boos, bang dat zijn vrouw aan hem ontrouw is geweest. Hij loopt nog wat rond en drinkt nog wat bij een herberg. De vreugde van Driekoningenavond maakt hem boos. Weer gaat hij een herberg binnen en drinkt er een borrel. 

 

Uiteindelijk keert hij huiswaarts. Als hij aankomt bij zijn vrouw en vier kinderen, blijkt zijn vrouw in verwachting te zijn. Zijn terugkomst is een verassing voor zijn vrouw. Cloet vraagt wie haar zwanger heeft gemaakt. Vrouw Cloet antwoordt niet. Uit woede mishandelt hij zijn vrouw tot bloedens toe. Rosse Tjeef en enkele andere mannen komen 

het huis binnen en proberen de mishandeling te stoppen. Rosse Tjeef pakt Cloet vast om hem tegen te houden, waarop Cloet een broodmes grijpt en Rosse Tjeef neersteekt. Cloet wordt weer meegenomen door de gendarmen en belandt voor vijf jaar in de gevangenis. 

 

Teruggekomen van de gevangenis, keert hij terug naar zijn familie. Er is een nieuw kind in huis, Julken, het jongetje waar Vrouw Cloet zwanger van was toen Cloet haar mishandelde. Julken, een blond, zwak jongetje van vijf jaar, lijkt geenszins op de rest van zijn familie, die groot en sterk is, met zwarte haren. Uit woede van de komst van Julken, praat Cloet met niemand in zijn gezin, en slaapt hij niet meer met zijn vrouw. Vrouw Cloet probeert het, zonder succes, goed te maken met Cloet. Uit wanhoop vanwege de slechte relatie met haar man en om weer bij hem in de gratie te vallen richt ze haar woede tot de bastaardzoon Julken. Vrouw Cloet pest hem, en al snel doet het hele gezin behalve Cloet mee met het mishandelen van het arme jongetje. Cloet reageert niet echt op de mishandelingen, maar toch meent Vrouw Cloet in hem een stille goedkeuring te zien als zij Julken slaat. Julken wordt door de dorpelingen de ‘biezenstekker’ genoemd, een schertsende term voor een bastaardzoon. Vrouw Cloet raakt steeds meer verslaafd aan alcohol en de mishandelingen van Julken gaan van kwaad tot erger. Het kind mag niet naar school, maar moet gaan ‘schooien’, bedelen om de kost te verdienen. Cloet geeft zijn vrouw nog steeds geen aandacht. Julken gaat vaak stiekem langs bij Rosse Tjeef, die hem helpt en lief is tegen hem. Julken mag Rosse Tjeef ook ‘vader’ noemen. Rosse Tjeef kwam tijdens Cloets gevangenschap vaak langs bij de familie Cloet. 

 

Op een dag speelt Julken met Siesken, een zwart hondje dat zijn enige kameraad is, met een muntstuk dat hij van Rosse Tjeef heeft gekregen. Vrouw Cloet ontdekt dit en vraagt hoe hij aan het geld gekomen is. Julken bekent het van Rosse Tjeef, ‘vader’, gekregen te hebben. Cloet is woedend en slaat zijn vrouw bijna dood. Op het punt de genadeklap te leveren denkt hij terug aan zijn eigen mishandelingen en slaat haar niet dood. Cloet vlucht acht dagen weg uit het gezin. Bij zijn terugkomst zegt Cloet weer niks meer. Julken is enorm verzwakt en ziek, en wordt nog steeds blootgesteld aan vreselijke pesterijen. Zijn enige plezier komt van het hondje Siesken. Vrouw Cloet begint lief te doen tegen Julken. Ze dekt de zieke Julken toe en valt op het deken, waarbij Julken bijna sterft. Ze denkt na hoe het zou zijn hem te vermoorden. In een wrede bui gooit Vrouw Cloet met Siesken en mishandelt het hondje. Siesken sterft drie dagen later. Julken wordt 

nog zieker. De pastoor komt langs en zegt zijn zusje om voor hem te zorgen. Julken vraagt of hij Siesken in de hemel zal zien, waarom de pastoor hem nee antwoordt. Julken wordt verzorgd door Zulma, zijn zusje, en vraagt naar zijn vader, Rosse Tjeef. 

 

Het is dan Driekoningenavond, en de kinderen liggen op bed. Voordat Cloet thuiskomt, kookt Vrouw Cloet voor hem, in de hoop eindelijk te verzoenen. De pastoor heeft haar namelijk gezegd dat zij dit moest doen. Cloet is drie maanden weggeweest, dus lijkt dit een goed moment om te verzoenen. Ze hoort de kinderen buiten zingen, en meent iets te horen in de kinderkamer. Ze gaat naar de kamer toe, maar ziet niks. De kinderen komen weer zingend langs en alweer hoort Vrouw Cloet iets in de kinderkamer. Julken blijkt gestorven te zijn. Op dat moment komt Cloet binnen en zegt ze hem dat Julken dood is. Cloet zegt amper iets, en begint te eten. Om een gesprek te starten vraagt Vrouw Cloet hem, of ze het kind niet moeten afleggen. Cloet antwoordt nauwelijks. Vrouw Cloet zegt dat de pastoor langsgekomen is, en voor hem een baantje heet. De kinderen van de Driekoningenavond komen weer zingend langs. Cloet vraagt zijn vrouw om bier en drinkt het in een teug leeg, waarna hij naar zijn bed gaat. Vrouw Cloet vraagt hem weer of ze het kind zouden moeten afleggen. Cloet reageert onverschillig en gaat naar zijn bed toe. Vrouw Cloet loopt mee en gaat naast hem op bed zitten. Ze zegt tegen Cloet dat de pastoor haar heeft bevolen naast hem te liggen. Voor het eerst in zes jaar slapen ze met elkaar.  

Personages

Cloet

Cloet is een grote, gewelddadige man. Hij werkt als dagloner, en is snel woedend. Zo is hij meerdere keren in de gevangenis beland vanwege vechtpartijen en zelfs poging tot moord. Hij heeft een kort lontje en is wraakzuchtig. Als zijn vrouw een kind krijgt van een ander, praat hij niet meer met haar of de rest van het gezin. Zijn vijand is Rosse Tjeef, een buurman die hem verklikt heeft.

Vrouw Cloet

Vrouw Cloet is de vrouw van Cloet. Met Cloet heeft ze vier kinderen gekregen. Tevens heeft ze een kind van Rosse Tjeef, Julken. Vrouw Cloet is alcoholist en een nogal wrede vrouw. Om weer in de gratie te komen pest ze haar jongste bastaardzoon Julken, en mishandelt ze zelfs zijn hondje Siesken tot de dood.

Julken

Julken is het vijfjarige kindje van Vrouw Cloet en Rosse Tjeef. Anders dan de rest van het gezin is Julken blond, en erg zwak. Hij wordt door iedereen gepest en mishandeld, behalve door Rosse Tjeef, zijn vader, en zijn hondje Siesken. Rosse Tjeef geeft hem stiekem eten en liefde. Als Siesken sterft door Toedoen van Vrouw Cloet, is Julken ontzettend verdrietig. Uiteindelijk sterft Julken door ziekte.

Rosse Tjeef

Rosse Tjeef is de vader van Julken en de aartsvijand van Cloet. Hij lijkt een vrij redelijke man te zijn, die liefde geeft aan zijn kinderen en aan Julken. Hij is blond met veel sproeten.

Quotes

"Maar eens was hem, als een schicht, een argwaan door het brein gevlogen. Zou ze misschien...... in zijne afwezigheid...... met een ander...... O, hij dorst zijne veronderstelling niet voltooien, zóó vreeselijk voelde hij dan zijn hart van wraaklust kloppen, zóó helsch vlamden zijn oogen, zoo forsch krompen zijn handen, als klauwen ineen." Bladzijde 8

Thematiek

Determinisme

Als je als dubbeltje geboren bent, zul je nooit een kwartje worden, blijkt ook uit dit boek. Cloet, de hoofdpersoon, heeft al meerdere delicten op zijn naam staan, en blijft maar weer in de gevangenis belanden. Zijn Vrouw kan tevens niet boven zichzelf uitstijgen, en drinkt veel en zorgt slecht voor haar kinderen. Julken wordt geboren als bastaardkind en het lukt hem niet om zijn erbarmelijke gezinsomstandigheden (die van een ‘half’ of ‘onecht’ gezin) te ontsnappen: ze vormen zelfs zijn dood. Uiteindelijk kan alleen de pastoor nog zorgen voor enige verzoening, waardoor Cloet en zijn vrouw weer met elkaar slapen. Deze thematiek past bij de stroming waar deze novelle onder valt, namelijk het naturalisme.

Motieven

Dieren

De karakters in het boek worden regelmatig vergeleken met dieren. Zo wordt Vrouw Cloet omschreven als een ‘geslacht dier’ (p.13) wanneer Cloet haar mishandelt, en is Cloet zelf in zijn woede een man met ‘klauwen’ (p. 8). Het hondje Siesken, waar Julken verzot op is, krijgt dezelfde zwaarte als de menselijke personages in het verhaal. Zo worden dieren en mensen in het boek gelijkgesteld.

Geweld

Geweld komt veelvuldig voor in het boek. Zo slaat Cloet zijn vrouw, komt hij in vechtpartijen terecht en steekt hij zelfs zijn buurman neer. Ook Vrouw Cloet is wreed: ze mishandelt haar eigen kind, en zorgt voor de dood van een hond. De meeste personages doen mee in het geweld: zo pesten alle dorpelingen Julken, en ook zijn gezin.

Ontrouw

Vrouw Cloet pleegt overspel met Rosse Tjeef, de buurman en aartsvijand van Cloet. Hieruit ontstaat het kindje Julken. Het overspel staat centraal en zorgt voor enorme woede bij Cloet.

Titelverklaring

De titel van het verhaal, De Biezenstekker, verwijst naar het arme jongetje Julken, de bastaardzoon van Vrouw Cloet en Rosse Tjeef. De biezenstekker blijkt uit het verhaal een term te zijn die gebruikt wordt voor zwakke kinderen, waarvan de vader niet bekend is. Julken is zo’n kind, dat door zijn familie erg gepest wordt. “[…] zij noemden hem de ‘biezenstekker’, ’t is te zeggen het arm, misvormd en onderbleven kind van onbekenden vader. Bij de dieren als er zoo een avorton voorkomt, wordt deze gewoonlijk, in stede van verdedigd, mishandeld en verdrukt. Omtrent hetzelfde greep hier mey het kleintje plaats.” (p. 18).

Structuur & perspectief

De novelle is niet onderverdeeld in hoofdstukken. Het verhaal wordt verteld door een auctoriale verteller.

Decor

Het verhaal speelt zich af in de negentiende eeuw in een klein gehucht in Vlaanderen, Wilde. Wilde ligt in de buurt van Gent. Er is veel armoede, en een groot deel van het verhaal speelt zich af rond Drie Koningen, een christelijke feestdag die begin januari gevierd wordt. Het verhaal speelt zich af gedurende een periode van zes jaar, in de winter.

Stijl

Het verhaal wordt gekenmerkt door de vele uitvoerige beschrijvingen van de ruimte en de personen, waarbij zelfs geur beschreven wordt.Door gebruik van vertraging en versnelling van het verhaal wordt veel spanning aangebracht. Het verhaal is geschreven in de volkstaal en daarmee realistisch (zoals het gebruik van het vloeken, “nondemilledzju!” (p. 12).

Slotzin

Cloet, al tastend, kroop in ‘t bed en voor de eerste maal sedert zes jaren sliep hij met zijne vrouw.

Beoordeling

De Biezenstekker is een erg spannend verhaal. Door goed gebruik van vertraging van de belangrijkste gebeurtenissen wordt je als het ware meegezogen in de wreedheid van het verhaal. Soms kan dit ook erg grappig uitwerken voor de hedendaagse lezer. Het verhaal is kort, maar door de verouderde taal iets lastiger te lezen, en de lezer zou best moeten wennen aan de schrijfstijl. Het lezen van het boek zal echter niet vergeefs zijn, want deze novelle is meesterlijk geschreven!

Je hebt nog 2 Zeker weten goed verslagen over.

Wil je onbeperkt toegang tot alle Zeker Weten Goed verslagen? Meld je dan aan bij Scholieren.com.

33.474 scholieren gingen je al voor!

Boekenquiz 6 vragen

Nieuw! Open vragen worden nagekeken door AI
1. Waar speelt het verhaal zich af?
Van welke vertelinstantie maakt de schrijver gebruik?
3. Hoe sterft Siesken?
Waarvoor zat Cloet de eerste keer in het verhaal in de gevangenis?
Welke feestdag staat centraal in het verhaal?
Hoe heet de vader van Julken?

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.