Wat zijn soa\'s?
Soa is een afkorting voor seksueel overdraagbare aandoeningen. Per jaar lopen in Nederland naar schatting ruim 100.000 mensen een soa op. Sommige soa hebben ernstige gevolgen, als ze niet op tijd worden behandeld. Gelukkig zijn de meeste soa gemakkelijk te genezen. Soa zijn besmettelijk. Je kunt een soa hebben zonder dat je er iets van merkt. Ook dan kun je een soa (ongemerkt) doorgeven. Voorbeelden van soa zijn: hiv, het virus dat aids veroorzaakt, chlamydia, genitale wratten, herpes genitalis, gonorroe, hepatitis B en syfilis.
Hoe loop je het op? Soa worden overgedragen via sperma, bloed, vaginaal vocht en bij contact tussen slijmvliezen. Slijmvliezen zitten onder andere in de anus, penis, de vagina en de mond. De meeste soa worden opgelopen bij onveilig vrijen. Onveilig vrijen is:
Vaginale geslachtsgemeenschap zonder condoom; Anale geslachtsgemeenschap zonder extra sterk condoom; Orale seks (pijpen en beffen) zonder condoom of beflapje. Een aantal soa is ook overdraagbaar via bloed. Je kunt ze oplopen als gevolg van een onhygiënische tatoeage of piercing. Of als je bij drugsgebruik naalden, spuiten of andere attributen van een ander gebruikt. Hiv, hepatitis B en syfilis kunnen tijdens de zwangerschap worden overgedragen van moeder op kind. Hiv, hepatitis B, syfilis, chlamydia, herpes genitalis en gonorroe kunnen tijdens de geboorte worden overgedragen op de baby. Een soa krijg je niet door uit het kopje van een ander te drinken. Je krijgt het ook niet via een hoestbui, insectenbeten of een vieze Wc-bril. Ook in het zwembad loop je geen risico.
Testen op soa
Soa gaan nooit vanzelf over. Als je onveilig hebt gevreeën en denkt dat je een soa hebt opgelopen, blijf daar dan niet mee rondlopen. Soa kunnen nare gevolgen hebben. Ook ben je besmettelijk voor anderen, als je een soa-infectie hebt. Bovendien is het risico dat je hiv oploopt groter als je al een soa hebt. Daarom is het belangrijk dat je naar een arts gaat en je laat onderzoeken. Zeg dat je onveilig hebt gevreeën, dan weet de arts dat hij je moet controleren op soa. Er kunnen verschillende aanleidingen zijn om een soa-test te laten doen:
Het kan zijn dat je onveilig hebt gevreeën, en dat je bang bent dat je iets hebt opgelopen; Ook als het condoom is gescheurd tijdens het vrijen, kun je ongerust zijn dat je een soa hebt opgelopen; Het kan zijn dat je gewaarschuwd bent door een partner of ex-partner, die een soa heeft en die dat mogelijk aan jou heeft overgedragen; Ook lichamelijke klachten, na onveilig vrijen, kunnen aanleiding zijn voor een soa-test. Mogelijke verschijnselen bij soa zijn: meer afscheiding uit vagina of penis of andere afscheiding dan normaal, blaasjes, wondjes of wratjes op of rond de geslachtsdelen of pijn bij het plassen; Je hebt een vaste relatie en wilt zonder condooms vrijen. Stel dan eerst vast welke risico\'s jullie in het verleden hebben gelopen. Om zeker te zijn dat jij en je partner geen soa hebben, kunnen jullie je allebei laten onderzoeken; Je bent zwanger en wilt het risico dat je een soa overdraagt op je kind voorkomen; Een andere belangrijke reden voor soa-test is zekerheid over je eigen gezondheid. Sommige soa zijn sluipend aanwezig. Als je in het verleden wel eens onveilig hebt gevreeën, kun je een soa-test én een hiv-test laten doen.
Wanneer een soa-test? Als je onveilig hebt gevreeën of als het condoom is gescheurd, moet je minimaal één week wachten met een soa-test. Na die week is het pas zinvol om je te laten testen. Heb je klachten, ga dan direct naar een arts. Een hiv-test is pas drie maanden nadat je onveilig hebt gevreeën zinvol. Het duurt drie maanden voordat er antistoffen tegen hiv in je bloed zijn aangemaakt en de arts kan bepalen of je seropositief bent.
Waar kun je een soa-test laten doen? Voor een soa-test kun je terecht bij de huisarts. De huisarts kan je ook doorverwijzen naar een dermatoloog (specialist huid- en geslachtsziektespecialist) of gynaecoloog (vrouwenarts). Het ziekenfonds vergoedt deze behandelingen. Als je het moeilijk vindt om naar je huisarts te gaan, kun je je anoniem laten testen bij een laagdrempelige of een drempelvrije soa-polikliniek, onder verantwoordelijkheid van een dermatoloog. Drempelvrij betekent gratis en anoniem soa- en hiv-onderzoek, ook als je onverzekerd bent. Je kunt er terecht zonder doorverwijzing. In Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht zijn drempelvrije poliklinieken. Laagdrempelig betekent dat je een verwijzing van een sociaalverpleegkundige voor soa van de GGD nodig hebt. Ook dat onderzoek is gratis en anoniem. Laagdrempelige soa-poliklinieken vind je in Groningen, Leiden, Maastricht en Nijmegen. Bij sommige GGD-afdelingen kun je ook terecht voor onderzoek en behandeling van soa. Tenslotte kun je voor soa-test naar de Rutgers Stichting. Hier moet je wel betalen voor het onderzoek. Alle artsen hebben beroepsgeheim. Zij mogen geen informatie over jou aan anderen geven.
Klachten en gevolgen
Soms heb je een soa, maar nauwelijks of geen klachten. Of ze zijn zo vaag dat je er geen last van hebt. Vooral vrouwen merken vaak niet dat ze een soa hebben. Als er klachten zijn gaat het meestal om: Afscheiding of pus uit penis, vagina of anus. Bij vrouwen is de afscheiding vaak meer dan normaal. De afscheiding kan waterig, melkachtig, gelig of groenig van kleur zijn en anders ruiken; Branderig gevoel, geïrriteerdheid, pijn bij of na het plassen of kleine beetjes moeten plassen; Zweertjes, wratjes, blaasjes op de penis, vagina, anus of mond; Jeuk in het schaamhaar, aan de eikel, schaamlippen of anus; Gezwollen klieren in de liezen; Pijn in één of beide (bij-)ballen; Pijn in de onderbuik; Pijn bij het vrijen, of onregelmatig of abnormaal bloedverlies, bijvoorbeeld na het vrijen of tussen twee menstruatieperioden in. Deze klachten kunnen ook symptomen zijn van andere ziekten.
Behandeling
Als je (denkt dat je) een soa hebt, ga dan naar een arts. Ook al verdwijnen de klachten of worden ze minder, behandeling is altijd nodig. Zelfs een arts kan pas na onderzoek vertellen of je een soa hebt en zo ja, welke. De huisarts kan je doorverwijzen naar een dermatoloog of vrouwenarts. Zeg tegen de arts dat je denkt dat je een soa hebt. Hij/zij kan er dan gericht op onderzoeken. Alle artsen hebben beroepsgeheim. Ze mogen geen informatie van jou doorgeven aan anderen. Ook niet aan je ouders. De meeste soa zijn eenvoudig te genezen. Andere soa raak je nooit meer kwijt als je ze eenmaal hebt opgelopen. Soms kun je wel de klachten bestrijden, zoals bij herpes genitalis en genitale wratten. Omdat het virus in het lichaam aanwezig blijft, komen de verschijnselen soms terug. Dat gebeurt vaak als je weerstand vermindert, bijvoorbeeld omdat je gestresst bent of bij griep. Er zijn geen medicijnen om hiv en aids te genezen.
Welke behandeling wordt voorgeschreven, verschilt per soa. Ook de duur van de behandeling is per soa verschillend. Meestal wordt afgeraden om tijdens de behandeling te vrijen. Je lichaam kan zich dan herstellen en je voorkomt dat je de soa aan je partner overdraagt. Als je toch wilt vrijen, gebruik dan een condoom. Om te voorkomen dat jij en je partner elkaar over en weer blijven besmetten, is het van belang dat je partner(s) zich ook laat (laten) behandelen. Als je onveilig vrijt kun je steeds opnieuw een soa oplopen.
De soa-test
Bij een soa-test kun je op verschillende manieren worden onderzocht. Hieronder worden de drie belangrijkste onderdelen uitgelicht: bloed-, lichamelijk- en urine-onderzoek. Hoe je wordt onderzocht is afhankelijk van de eventuele klachten en de manier waarop je hebt gevreeën. Om je goed te kunnen onderzoeken, heeft de arts voorafgaand aan het onderzoek een gesprek met je.
Bloedonderzoek Er wordt bloed afgenomen. Tijdens een routine onderzoek bij een soa-polikliniek wordt het bloed standaard onderzocht op aanwezigheid van syfilis en soms op hepatitis B. De hiv-test kan met hetzelfde bloed worden gedaan. Je moet daarvoor vooraf (schriftelijk) toestemming geven.
Lichamelijk onderzoek: uitstrijkjes Een uitstrijkje wordt gemaakt uit de penis, de vagina, de anus (bij anale seks) of de keel (bij orale seks). Bij vrouwen wordt vocht van het slijmvlies van de baarmoedermond afgenomen. (Dit is een ander uitstrijkje dan het uitstrijkje op baarmoederhalskanker). Dat gebeurt met een metalen instrument: de eendenbek. De arts of verpleegkundige kan hiermee het slijmvlies van de baarmoedermond bereiken en de vagina bekijken. Het uitstrijkje doet geen pijn. Bij mannen neemt de arts of verpleegkundige met een smal stokje vocht af uit het buitenste stukje van de plasbuis. Deze ingreep kan gevoelig zijn. Een uitstrijkje uit de anus gebeurt met een instrument dat een klein stukje in de anus wordt aangebracht (de proctoscoop). Met het instrument wordt een afstrijkje afgenomen uit de anus en wordt de anus van binnen bekeken. Herpes genitalis en genitale wratten zijn duidelijk aantoonbaar als de ziekte actief is, dus als er blaasjes/erosies of wratten op of rond de geslachtsdelen zitten. De arts kan de diagnose stellen door de wratten of blaasjes/erosies goed te bekijken. Als er sprake is van blaasjes of erosies op of rond de geslachtsdelen, kan de arts daaruit materiaal afnemen, om na te gaan of je herpes hebt. Als er geen klachten of symptomen zijn die op herpes wijzen geeft een routine soa-onderzoek dus geen uitsluitsel op de vraag of je \'drager\' bent van het herpes virus.
Urine-onderzoek Met nieuwe laboratoriumtechnieken, kan steeds meer onderzoek op soa worden gedaan aan de hand van urine. De arts bekijkt het liefst je eerste (ochtend)urine. Onderzoek op chlamydia aan de hand van urine, is op dit moment voor mannen net zo betrouwbaar als een uitstrijkje. Bij vrouwen is het urineonderzoek iets minder betrouwbaar.
REACTIES
1 seconde geleden