EHBO

Inleiding

Ik heb mijn werkstuk over de EHBO gedaan, omdat het me een interessant onderwerp leek. Na een korte inleiding over de EHBO heb ik verteld over de EHBO cursussen, bij jeugd EHBO A heb ik ook verteld wat je onder andere moet kunnen en kennen voor het examen wat je op het eind van de cursus krijgt. Ik heb verteld wat er in een verbandkoffer en verbandtas moet zitten en over 2 verschillende bonden die verschillende dingen met EHBO regelen en allerlei dingen organiseren. Op het laatst heb ik een interview gehouden met mijn moeder want die heeft zelf ook haar EHBO diploma gehaald. Mijn informatie heb ik gehaald uit boekjes bijv. uit het boekje van jeugd EHBO A en het Oranje Kruis boekje. Verder heb ik de meeste informatie gehaald van internet
2 links zijn: - http://www.ehbo.nl - http://gemeente.nl.fortunecity.com/smelt/100

1. EHBO.

De EHBO betekent Eerste Hulp Bij Ongelukken. 100 jaar geleden begon men in te zien dat er onnodig slachtoffers dood gingen bij kleine ongelukken. De EHBO was toen die tijd opgericht om “gewone mensen” die vaak als eerste aanwezig zijn, de noodzakelijke Eerste Hulp Bij Ongelukken te leren. Nu nog steeds lijden ze mensen op. De EHBO is altijd aanwezig bij evenementen zoals, feesten, manifestaties en avondvierdaagse enz.

2. EHBO cursussen

Je kunt ook EHBO cursussen volgen, daar leer je alles wat met Eerste Hulp Bij Ongelukken te maken heeft. Je kunt de EHBO scheiden in 3 cursussen: - jeugd EHBO A - jeugd EHBO B - eenheidsdiploma EHBO

2.1 Jeugd EHBO A

Voor deze cursus moet je minimaal 11 jaar oud zijn. De cursus duurt ongeveer 20 uur in totaal en wordt afgesloten met een examen. Als je het haalt krijg je een getuigschrift jeugd EHBO. Wat leer je onder andere: - De belangrijke punten van de EHBO - Wonden - Kleine ongevallen - Brandwonden - Botbreuken - Flauwte - Ademhalingstoornissen - Vergiftiging 2.1.1 Belangrijkste punten van de EHBO

Het belangrijkste als er een ongeluk gebeurt dan je je hoofd koel houdt en niet in paniek raakt. Voor dat je hulp gaat verlenen moet je eerst de situatie bekijken. Je moet eerst proberen te kijken wat er is gebeurd. Daarna moet je gaan hulpverlenen, denk dan aan de volgende stappen. A: let op gevaar.

B: probeer er achter te komen wat er met het slachtoffer aan de hand is.

C: praat tegen het slachtoffer en stel hem gerust.

D: laat iemand een dokter of de geneeskundige dienst bellen.

E: help het slachtoffer op de plaats van het ongeval.

2.1.2 Wonden

Als iemand een wond heeft, moet je hem/haar laten zitten of liggen zodat er niet meer vuil in de wond komt. Als je huid is beschadigt zie je dat door: - een kapotte huid - bloed
wij spreken van een uitwendige wond als de wond open is. De huid is dan kapot en er kunnen ziektekiemen binnenkomen. Daardoor kun je een infectie oplopen en dat kan lang duren voordat de wond is genezen.

Kleine wonden
Iedereen prikt of snijdt zich wel eens. Een kleine wond dek je af met een gaaspleister. En gaaspleister bestaat uit een steriel gaasje waar een pleister aan vast zit. De gaaspleister moet je wel regelmatig verschonen omdat het snel vuil wordt.

Schaafwond aan de knie of elleboog
Je moet het slachtoffer rustig laten zitten met een gebogen knie. Daarna moet je wond schoon maken met lauw water en een steriel gaasje. Daarna moet je het dekverband aan leggen.

Rust geven aan de arm
Als je de arm rust moet geven leg je hem in een draagdoek
De draagdoek doet je zo om: - Breng de doek onder de gewonde arm. De punt moet bij de elleboog zitten en de hand moet ondersteunt worden. - Leg een slip op het gezonde arm - Breng de andere slip voor de arm langs de schouder aan de gewone kant naar de gezonde kant - Maak de slippen aan elkaar vast met een platte knoop - Speld de punt van de mitella vast

2.1.3 Kleine ongevallen

In het dagelijkse leven komen veel ongelukjes voor. Je leert dit hoofdstuk hoe je die kunt behandelen

bloedneus
als je een bloedneus hebt moet je je hoofd een beetje voorover gebogen houden en gaan zitten. Daarna moet je met je duim en wijsvinger je neus dichtknijpen. Na 10 min kun je je neus voorzichtig loslaten.

Vreemd voorwerp in de huid
Als je iets in de huid hebt moet je het weghalen door eerst te kijken of er een grijpbare punt uit de huid steekt. Je kunt dan met een pincet voorzichtig de splinter uit je huid trekken. Als je de splinter niet er uit krijgt omdat het te diep in de huid zit kun je beter naar de dokter gaan.

Vuiltje in het oog
Je moet niet in je oog gaan wrijven. Als het onderste ooglid omlaag doet en naar boven kijkt, kun je een groot oppervlakte van het oog zien. Je kunt het vuiltje dan weg halen met een punt van een schone zakdoek, door het na de ooghoek te vegen.

2.1.4 Brandwonden

Je hebt ook te maken met verschillende graadsbrandwonden. Bij eerste graadsbrandwonden is de huid rood. Dit kan komen doordat er een hete vloeistof is overheen gevallen of zich heeft verbrand aan vuur. Als iemand zich brandt moet je altijd het lichaamsdeel onmiddellijk onder zacht stromend water houden. Dit moet minstens 10 min. (eerste graadsbrandwonden) Bij tweede graadbrandwonden is de huid bedekt met blaren. Bij derde graadsbrandwonden is de huid verkoold, maar het kan ook wit zijn als het verbrand is door water. Dan kan bijv. gebeuren als je kleren in brand staan. Na het koelen moet je op het verbrande lichaamsdeel losjes steriele gaasjes en hydrofiele zwachtels binden. Je moet het wel losjes doen want anders doet het pijn en kunne de blaren kapot gaan. (tweede en derde graadsbrandwonden)

2.1.5 Botbreuken

Bij botbreuken kun je zelf weinig doen, je moet er alleen voor zorgen dat lichaamsdeel niet wordt bewogen, want dan kunnen scherpen botstukken en wond veroorzaken en dat maakt her erger. Verder moet je altijd een dokter of ambulance (112) bellen.

2.1.6 Flauwte

Als iemand is flauwgevallen moet je ervoor zorgen dat je hem/haar plat op de grond legt en zorgen voor frisse adem. Een flauwte ontstaat doordat er te weinig bloed en dus te weinig zuurstof in de hersenen komt. Je kunt door allerlei dingen flauwvallen bijv. door angst, schrik, spanning, pijn enz.

2.1.7 Ademhalingsstoornissen

als iemand niet meer ademt moet je hem/haar onmiddellijk gaan beademen. En mens kan maar een paar minuten zonder zuurstof, dus iedere seconde telt. Wat moet je doen: - Leg de slachtoffer op zijn rug - Kniel met je beide knieën op de grond naast zijn het hoofd, leg je ene hand onder de nek en de andere op het voorhoofd. - Breng het hoofd zover mogelijk naar achter - Knijp de neus van het slachtoffer dicht - Haal die adem - Plaats je mond op zijn mond - Blaas jou adem in de mond van het slachtoffer - Kijk met een schuin oog of het borstkas van het slachtoffer omhoog gaat - Neem je mond weer van het slachtoffer af en kijk wanneer de borstkast van het persoon weer inzakt - Adem opnieuw in en blaas de lucht weer in zijn mond - Blijft zo doorgaan totdat het slachtoffer van zelf gaat ademen

2.1.8 Vergiftiging

Als een gif in je lichaam komt, kan het gevaarlijk zijn. Bijtende gif: is bijvoorbeeld azijnzuur,zoutzuur, ammonia en veel schoonmaak middelen. Bijtende giffen kunnen je mond, keel en je slokdarm verbranden. Als iemand een giftige stof inslikt moet je het verdunnen door heel veel water te drinken. Daarna moet het slachtoffer zo snel mogelijk naar het ziekenhuis. Niet-bijtende gif: voorbeelden van niet bijtende stoffen zijn benzine, petroleum, terpentine, slaapmiddelen en drugs
Niet-bijtende stoffen hebben een uitwerking op hersenen, ademhaling of andere organen

2.2 jeugd EHBO B

De jeugd EHBO cursus wordt verzorgd door plaatselijke EHBO vereniging. Je hoeft niet eerst je diploma te hebben van jeugd EHBO A. De cursus bestaat uit 4 bokken van elk 6 lesuren over een periode van 2 jaar. De cursus gaat dieper dan jeugd EHBO A en behandelt ernstige bloedingen en ontwrichtingen en shock. Na afloop doe je net zo als bij jeugd EHBO A een examen voor je getuigschrift van jeugd EHBO B.

2.3 eenheidsdiploma

Voor een eenheidsdiploma in minimaal 14 lessen van 2 lesuren leer je wat je moet doen, maar ook wat je moet laten. Om de cursus te volgen moet je minimaal 16 jaar zijn. De cursus wordt ook afgesloten met een examen. Het examen wordt onder toezicht van Het Oranje Kruis afgenomen door een examenteam. Dat examenteam bestaat uit een arts, een kaderinstructeur en een lotusslachtoffer. Het examen bestaat uit een theoretisch en praktisch gedeelte. Het eenheidsdiploma EHBO is 2 jaar geldig en wordt telkens voor 2 jaar verlengd wanneer je per jaar 7 vervolglessen van 2 uur heeft gevolgd.

2.4 Verder in de EHBO.

Wie verder wil in het EHBO kan doorgaan voor extra aantekeningen: verbandleer, EHBO bij sport, de kaderaantekeningen en de lotusaantekeningen.

3 Verbandkoffer en verbandtas

De verbandkoffer is als een handeling moet gedaan worden thuis, op je werk en op school enz. de verbandtas wordt gebruikt bij evenementen
De verbandkoffer moet bestaan uit: - gaaspleister - snelverbanden no.1 - wondsnelverband - steriele gaasje - witte watten (elastische) - hydrofiele zwachtels (4cm en 6 cm breed - rol kleefpleister (2.5 cm breed) - cambric zwachtels (erg sterk) - vette watten - driekante doek - veiligheidsspelden - goede verbandschaar - huidsontsmettingsmiddelen - pincet

De verbandtas moet bestaan uit: - snel verband no. 1 - snel verband no. 2 - snel verband no. 3 - wondsnelverband - artiflex 10 cm - witten watten 10 gr. - Hydrolast 4cm - Hydrolast 5cm - Hydrolast 8cm - Driekante doek (gezoomd) - Gaasje 1/16 m2 - Leukosilk 2.5 cm - Cambric windsel 4cm - Cambric windsel 6cm - Cambric windsel 8cm - Wondpleister 5cm - Metalline compres - Betadine - Schaar (stomp/gebogen) - Pincet (feilchenfeld - Sterielegaasjes 10x10

4 Het Oranje Kruis.

De Koninklijke Nationale Bond voor Reddingswezen en Eerste Hulp Bij Ongelukken. Het Oranje Kruis houdt namens de Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Sport houdt toezicht op de kwaliteit van het eenheidsdiploma EHBO. Het Oranje Kruis vertellen via het Oranje kruis boekje wat EHBO’ers moeten weten. Het bepaalt ook aan welke eisen docenten en examinatoren moeten doen en verzorgt opleidingen. Het Centraal Bureau van Het Oranje Kruis registreert de geldige eenheidsdiplomahouders.