Bedrijfshulpverlening.
Om de gevolgen van brand en ongevallen te beperken, moet ieder bedrijf een bedrijfshulpverleningsorganisatie hebben. Bedrijfshulpverlening (BHV) is in eerste instantie gericht op het beschermen van werknemers. Maar BHV is ook gericht op het beschermen van bezoekers, bijvoorbeeld in gebouwen met een publieke functie.
Het BHV-plan moet onderdelen bevatten als diverse procedures, taakverdeling en verantwoordelijkheden, namen en telefoonnummers, dienstroosters en plattegronden. Ook moet ervoor worden gezorgd dat het plan (inclusief procedures) aansluit op de gemeentelijke rampenplannen.
BHV-ers moeten een opleiding of cursus volgen die past bij de risico\'s in hun bedrijf. Die risico\'s moeten naar voren komen uit de risico-inventarisatie en eventueel uit incidentscenario\'s. Oefenen is een wettelijke verplichting. Minimaal één keer per jaar is voor iedere organisatie een goede richtlijn.
Arbo-diensten, trainings- en opleidingsinstituten, gespecialiseerde verenigingen of adviesbureaus kunnen helpen bij de opzet en uitwerking van de bedrijfshulpverlening. De werkgever moet voor het aanwijzen van bedrijfshulpverleners overleg plegen met de ondernemingsraad (OR) of personeelsvertegenwoordiging (PVT). De Arbeidsinspectie heeft een toezichthoudende taak en kan boetes uitdelen als aspecten van de bedrijfshulpverlening niet in orde zijn. Het bevoegd gezag (vaak geadviseerd door brandweer of Bouw- en Woningtoezicht) houdt toezicht op het brandveilig gebruik van gebouwen. De taakgebieden van een bedrijfshulpverlener zijn; Eerste hulp: * Herkennen van gevaarlijke situaties en het treffen van de juiste maatregelen * In noodsituaties het slachtoffer kunnen verplaatsen * Vaststellen wat er met het slachtoffer gebeurd is * Geruststellen van het slachtoffer * Voor deskundige hulp zorgen * Verlenen van eerste hulp
Beperking en bestrijding van beginnende brand: * Het gebruiken van veiligheidsvoorzieningen * Kennis van de belangrijkste brandpreventieve maatregelen en voorzieningen * Beperken en bestrijden van een beginnende brand * Toepassen van de branddriehoek * Kennis van ontwikkelen van brand * Weten wat wel en wat niet te doen
Ontruiming: * Het begeleiden van een ontruiming * Het gebruik maken van veiligheidsmiddelen * Kennis hebben van het ontruimingsplan * Kennis hebben van de vluchtroute en het gebruik ervan * Toepassingsmogelijkheden van vluchtmiddelen
Communicatie/alarmering: * Op juiste wijze melden van ongeval of brand * Interne communicatie * Het verstrekken van informatie aan de hulpverleningsdiensten * Het hanteren van hulpverleningsdiensten
hier wordt informatie gegeven over bedrijfshulpverlening voor zowel de werkgever als de werknemer Bedrijfshulpverlening: algemene informatie voor werkgevers.
Per jaar wordt in bedrijven 300.000 maal eerste hulp bij ongevallen verleend. Veel van deze
bedrijfsongevallen leiden jaarlijks tot blijvende volledige arbeidsongeschiktheid. De kosten van dit alles, exclusief productieverlies en ziekenhuiskosten, bedragen meer dan 1,5 miljard Euro per jaar. Snelle en deskundige hulp op het werk kan dus het leed beperken, en in veel gevallen grote schade voorkomen. Er is dus alle reden om bedrijfshulpverlening aan te pakken. Sinds 1994 is bedrijfshulpverlening ook verplicht voor ieder bedrijf.
Overleg met ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging.
Voordat u een of meerdere bedrijfshulpverleners aanwijst, moet u daarvoor eerst overleg plegen met de ondernemingsraad (OR) of personeelsvertegenwoordiging (PVT). De OR of PVT hebben instemmingsrecht voor elk voorgenomen besluit op het gebied van arbeidsomstandigheden.
Aanwijzen van de bedrijfshulpverleners.
De Arbo-wet verplicht de werkgever om een of meerdere personen aan te wijzen voor de functie van bedrijfshulpverlener. Meestal zijn er binnen het bedrijf voldoende vrijwilligers te vinden. Bij de keuze die u als werkgever moet maken moet u letten op de volgende zaken: è Aanwezigheid: dit is het belangrijkste criterium. De bedrijfshulpverlener moet zo snel mogelijk ter plaatse kunnen zijn. Dit moet binnen 3 a 4 minuten zijn. Een werknemer die dus veel op pad is kan dus beter geen bedrijfshulpverlener worden. è Functie: het is handig om werknemers die al betrokken zijn en taken hebben bij een ongeval, zoals de telefoniste die de ambulance belt, bij de bedrijfshulpverlening te betrekken. è Persoonlijkheid: persoonlijkheidskenmerken zoals stressbestendigheid en improvisatietalent zijn van groot belang. Het is de menselijke factor die mede bepaalt of de bedrijfshulpverlening aan het doel voldoet.
Hoeveel bedrijfshulpverleners?
In het Arbo-besluit staan normen over het minimale aantal bedrijfshulpverleners in een bedrijf. Hierbij wordt uitgegaan van het aantal normaal aanwezige werknemers en anderen.
In het algemeen geldt: 50 werknemers of minder minimaal 1 bedrijfshulpverlener.
50 tot 250 werknemers minimaal 1 bedrijfshulpverlener per 50 werknemers.
250 tot 1000 werknemers 1 bedrijfshulpverlener per 50 werknemers (indicatie).
Meer dan 1000 werknemers 1 bedrijfshulpverlener per 100 werknemers (indicatie).
Let op! Het gaat hierbij om minimumaantallen. Om de veiligheid in uw bedrijf te waarborgen kunne meer bedrijfshulpverleners nodig zijn. Dit hangt af van de risico’s beschreven in uw risico en inventarisatie van uw bedrijf.
Als uw bedrijf veel bezoekers heeft, betekent het ook dat u meer bedrijfshulpverleners nodig heeft. Ook bij bedrijven en instellingen met bezoekers, werknemers of bewoners die zichzelf niet kunnen redden, zoals kinderen, bejaarden, gehandicapten, is het minimumaantal bedrijfshulpverleners niet voldoende. Bedrijfshulpverleners opleiden. De opleiding van de bedrijfshulpverleners moet voldoende zijn om hun taken goed te kunnen uitvoeren. U kunt zich wel laten adviseren door arbeidsdeskundigen of de Arbo-dienst. De overheid heeft samen met belanghebbenden een opleidingsprofiel voor bedrijfshulpverleners ontwikkeld. Als u uw bedrijfshulpverleners volgens dit profiel opleidt, weet u zeker dat ze een goede algemene basis krijgen. Ook kunt u als werkgever de bedrijfshulpverleners aanvullende opleidingen aanbieden die gericht zijn op specifieke situaties binnen uw bedrijf. Als er binnen uw bedrijf met gevaarlijke stoffen wordt gewerkt, is een basisopleiding niet voldoende. U bent ook verplicht om de risico’s vast te leggen in uw risico en inventarisatie en evaluatie. Voor het opleiden van uw werknemers kunt u terecht bij instellingen die de bedrijfshulpverlener cursussen geven. Ontruimingsplan.
De bedrijfshulpverlening richt zich op incidenten. Er wordt een ontruimingsplan opgesteld in het geval van een calamiteit. In dit plan worden de taken en verantwoordelijkheden omschreven, en ook de procedures die gevolgd moeten worden. hoe groter het bedrijf, hoe meer mensen er verantwoordelijk zijn voor een goede afloop. Communicatie.
De uitvoering van de bedrijfshulpverlening staat of valt met een goede communicatie. Er moet hiervoor ook weer aan een aantal zaken gedacht worden: è U moet ervoor zorgen dat bedrijfshulpverleners elkaar kunnen bereiken om bijstand te verlenen. Dit vereist organisatorische maatregelingen en voorzieningen. U kunt dan denken aan speciale codes die worden gebruikt om aan te geven dat er sprake is van een calamiteit. è Alle werknemers moeten weten wie er van hun collega’s bedrijfshulpverlener is, en hoe ze hun kunnen bereiken. è Alle werknemers moeten weten wat het ontruimingsplan is en de procedures. Ook moeten de vluchtwegen duidelijk zijn. U kunt dan bijvoorbeeld op elke afdeling een ontruimingsplan plaatsen waar de medewerkers op kunnen kijken. è Alle werknemers moeten meewerken aan de ontruimingsoefeningen. Oefeningen.
Als werkgever bent u verplicht om oefeningen te organiseren. Minimaal 1 keer per jaar een ontruimingsoefening is belangrijk. U kunt ook om advies vragen bij de Arbo-dienst of andere deskundige, bij het invullen van deze oefeningen. Na de oefening moet u een evaluatie houden, waarbij alle betrokken aanwezig zijn. Na de evaluatie bespreekt u dan wat er binnen uw bedrijf nog verbeterd moet worden. Dit moet dan weer schriftelijk worden vastgelegd. Wat mag en moet de bedrijfshulpverlening doen?
Zoals al eerder aangegeven bent u als werkgever verplicht om minimaal 1 bedrijfshulpverlener aan te wijzen. De bedrijfshulpverleners moeten wanneer er sprake is van een calamiteit het letsel en de schade zoveel mogelijk beperken en voorkomen.
De bedrijfshulpverlening heeft een voorpostfunctie. Dit omdat de werknemers al aanwezig zijn op de werkplek en snel kunnen reageren. Wanneer de deskundigheid en hulpmiddelen niet voldoende zijn, moeten ze hulp van buiten inroepen zoals de brandweer of ambulance. In de tussen tijd moeten ze zelf doen wat mogelijk is om gevaar en letsel te beperken. De taak van de bedrijfshulpverlener is dus vooral “erger voorkomen”.
In de Arbo-wet staan de voornaamste taken van een bedrijfshulpverlener omschreven. 1. Het verlenen van eerste hulp bij ongelukken. 2. Het beperken en bestrijden van een beginnende brand. 3. het voorkomen van ongevallen. 4. het in noodsituaties alarmeren en evacueren van alle medewerkers en andere personen in het gebouw. 5. het alarmeren van, en samenwerken, met de gemeentelijke of regionale brandweer en andere hulpverleningorganisaties bij een beginnende brand of een ongeval. Prestatie-eisen voor bedrijfshulpverlening.
In de Arbo-wet staan de volgende prestatie-eisen voor bedrijfshulpverlening: · De bedrijfshulpverlening moet binnen enkele minuten na het plaatsvinden van een ongeval of brand snel en effectief kunnen optreden, tot het moment waarop de professionele hulpverlening, zoals de brandweer, de taken van de bedrijfshulpverleners kunnen overnemen. · Er moeten altijd voldoende bedrijfshulpverleners aanwezig zijn en beschikbaar zijn. · Als de veiligheid en gezondheid in gevaar komt van de werknemers van een ander nabij gelegen bedrijf, dan moeten de werkgevers ervoor zorgen dat de bedrijfshulpverleners elkaar over en weer bijstand kunnen verlenen. Bedrijfshulpverlening organiseren.
Er zijn een aantal eisen waaraan u als werkgever aan moet voldoen bij het organiseren van een bedrijfshulpverlening. Deze staan omschreven in de Arbo-wet en bijbehorende Arbo-besluit. Hierin staan nog eens de taken en verplichtingen van de bedrijfshulpverleners in beschreven. U kunt als werkgever ook de hulp inschakelen van organisaties die bedrijfshulpverlener cursussen geven. Deze cursussen kunnen dan binnen uw eigen bedrijf gegeven worden, en duren meestal 2 hele werkdagen.
Waar kunnen BHV-opleidingen worden gevolgd?
ARBO-diensten, opleidingsinstituten van regionale brandweren, bedrijfschappen en een aantal particuliere opleidingsinstituten verzorgen BHV-opleidingen.
Moeten opleidingen worden herhaald?
Oefening baart kunst, dus moeten BHV\'ers regelmatig herhalingscursussen volgen. Ook moeten ze in het bedrijf oefenen met de externe hulpverleners zoals brandweer, ambulancedienst, EHBO-verenigingen en Rode Kruis. Bij calamiteiten moeten alle hulpverleners op elkaar zijn ingespeeld. Hulpverlening is teamwork ! Elke twee jaar moet tenminste (!) acht uur worden besteed aan herhalingscursussen en oefeningen.
De BHV-uitrusting.
De wet stelt dat de uitrusting, middelen en voorzieningen ten behoeve van de bedrijfshulpverlening zodanig moeten zijn dat de BHV\'ers hun taken altijd effectief kunnen vervullen. Ze moeten onder andere beschikken over:
- beschermende kleding
- adembeschermende middelen
- EHBO-tassen met voldoende inhoud
- blusmiddelen
- brancards
Ook dit zal per bedrijf verschillend zijn.
Bedrijfshulpverlening: informatie voor werknemers. Sinds kort dient elk bedrijf personeelsleden aan te wijzen als bedrijfshulpverlener (BHV’er). Zo’n BHV’er dient bij nood als een voorpost tot de ambulancedienst, arts of brandweer aanwezig is. Het is geen EHBO’er, maar een allround hulpverlener die meteen kan ingrijpen bij bijvoorbeeld brand of een ongeval zoals een hartaanval. De Arbo-wet legt deze verplichting aan alle werkgevers. Bedrijfshulpverlener worden.
Deze cursus kan zowel door werknemers als werkgevers gevolgd worden. Het maakt niet uit op welk niveau je werkzaam bent. De cursus is een korte praktijkgerichte opleiding. De cursus geeft je kennis die vereist is om te handelen in noodsituaties en die voldoet aan de Arbo-eisen. De opleiding wordt verzorgd door ervaren docenten, die nog dagelijks in de praktijk werkzaam zijn.
Als u als werknemer graag kennis wil opdoen van eerste hulp en brandbestrijding, en als u zich betrokken voelt bij de veiligheid van u en uw collega’s, kunt u zich aanmelden bij uw werkgever als potentiële bedrijfshulpverlener. Uw werkgever bepaalt dan of u in aanmerking komt voor bedrijfshulpverlener. Dit hangt nml af van de grootte van het bedrijf, het aantal aanwezige bedrijfshulpverleners en uw functieomschrijving. Als u weinig op uw werkplek bent, omdat u bijvoorbeeld veel afspraken buiten de deur heeft, is het minder praktisch om u als bedrijfshulpverlener aan te wijzen. Opleiding. De overheid heeft samen met belangstellenden een opleidingsprofiel voor bedrijfshulpverleners gemaakt. Als uw werkgever dit profiel volgt, krijgt u een goede algemene basis. Bovenop dat basisniveau kunnen aanvullende opleidingen nodig zijn, die gericht zijn op de specifieke situatie binnen uw bedrijf. Dit kan van toepassing zijn wanneer uw bedrijf bijvoorbeeld met gevaarlijke stoffen wordt gewerkt. Uw werkgever kan ervoor zorgen dat de cursussen voor bedrijfshulpverlener binnen het bedrijf worden gegeven, maar uw werkgever kan ook de hulp inschakelen van organisaties die zich bezig houden met het geven van cursussen op gebied van EHBO en bedrijfshulpverlening. De volgende onderwerpen worden tijdens de cursus behandeld: - Eerste hulp bij ongevallen (EHBO). - Brandpreventie. - Alarmeren en samenwerken met de brandweer. - Reanimatie. - Noodsituaties beheersen. - Ontruimingsplan ambulance. Door middel van het nabootsen van praktijksituaties wordt de stof zo duidelijk mogelijk overgebracht. De cursussen bestaan meestal uit 2 werkdagen. Wat mag en moet een bedrijfshulpverlener doen? De bedrijfshulpverlening heeft een voorpostfunctie. Dit omdat de werknemers al aanwezig zijn op de werkplek en snel kunnen reageren. Wanneer de deskundigheid en hulpmiddelen niet voldoende zijn, moeten ze hulp van buiten inroepen zoals de brandweer of ambulance. In de tussen tijd moeten ze zelf doen wat mogelijk is om gevaar en letsel te beperken. De taak van de bedrijfshulpverlener is dus vooral “erger voorkomen”.
In de Arbo-wet staan de voornaamste taken van een bedrijfshulpverlener omschreven. 1. Het verlenen van eerste hulp bij ongelukken. 2. Het beperken en bestrijden van een beginnende brand. 3. Het voorkomen van ongevallen. 4. Het in noodsituaties alarmeren en evacueren van alle medewerkers en andere personen in het gebouw. 5. Het alarmeren van, en samenwerken, met de gemeentelijke of regionale brandweer en andere hulpverleningorganisaties bij een beginnende brand of een ongeval. Taken hoofd bedrijfshulpverlening en werkgever.
Een van de bedrijfshulpverleners kan door de werkgever worden aangewezen als hoofd bedrijfshulpverlening. In grote organisaties kan het nodig zijn ploegleiders bedrijfshulpverlening te benomen. Het hoofd bedrijfshulpverlening: · Organiseert de bedrijfshulpverlening. · Beheert de administratie van de bedrijfshulpverleningsorganisatie. · Zorgt voor interne voorlichting over de bedrijfshulpverleningsorganisatie. · Zorgt voor opleiden, oefenen en motiveren van de bedrijfshulpverleners. De werkgever: · zorgt voor een goede risico inventarisatie. · Zorgt voor brandwerende voorzieningen, nooduitgangen, vluchtroutes en blusmiddelen. · Is verantwoordelijk voor veiligheidsvoorzieningen binnen het bedrijf. · Zorgt voor voldoende verbandmiddelen en overige hulpmiddelen. · Stelt voldoende tijd en geld beschikbaar voor oefening en opleiding. · Zorgt dat de verzekeringen de risico’s dekken die bedrijfshulpverleners lopen. · Ziet toe op goed functioneren van de bedrijfshulpverleningsorganisaties.
Wie heeft de leiding bij een incident of calamiteit?
In de eerste minuten na het incident neemt de hoofd bedrijfshulpverlening de leiding. Op dat moment heeft diegene de bevoegdheid om alle beslissingen te nemen die nodig zijn voor het uitvoeren van de bedrijfshulpverlenende taken.
Waar kunnen BHV-opleidingen worden gevolgd?
Arbo-diensten, opleidingsinstituten van regionale brandweren, bedrijfschappen en een aantal particuliere opleidingsinstituten verzorgen BHV-opleidingen.
Moeten opleidingen worden herhaald?
Oefening baart kunst, dus moeten BHV\'ers regelmatig herhalingscursussen volgen. Ook moeten ze in het bedrijf oefenen met de externe hulpverleners zoals brandweer, ambulancedienst, EHBO-verenigingen en Rode Kruis. Bij calamiteiten moeten alle hulpverleners op elkaar zijn ingespeeld. Hulpverlening is teamwork ! Elke twee jaar moet tenminste (!) acht uur worden besteed aan herhalingscursussen en oefeningen. De BHV-uitrusting.
De wet stelt dat de uitrusting, middelen en voorzieningen ten behoeve van de bedrijfshulpverlening zodanig moeten zijn dat de BHV\'ers hun taken altijd effectief kunnen vervullen. Ze moeten onder andere beschikken over:
- beschermende kleding
- adembeschermende middelen
- EHBO-tassen met voldoende inhoud
- blusmiddelen
- brancards
Ook dit zal per bedrijf verschillend zijn.
Hieronder zal u een overzicht aantreffen van alle benodigde middelen en voorzieningen die net beschreven zijn. Let wel op dat niet alles van toepassing is bij elk bedrijf.
REACTIES
1 seconde geleden