Inleiding
Eeuwenlang houdt de grafische industrie zich al bezig met een commercieel verantwoord informatieoverdracht op papier of andere te bedrukken materialen. Het gaat hier om het samenstellen, produceren en distribueren van producten als boeken, kranten, tijdschriften en brochures. Deze media worden ook wel de papieren- foliomedia genoemd. Ze zijn gebaseerd op het ‘gedrukte’ woord.
De laatste twintig jaar hebben zich in en buiten de grafische industrie vele technische ontwikkelingen voorgedaan. Nieuwe media deden hun intrede, de elektronica liet zijn sporen na.
De nieuwe media kunnen we in drie groepen verdelen:
- audiovisuele media
- omroep
- telecommunicatie
Het gevaar bestaat dat in onze maatschappij wordt gesproken over communicatie, bijvoorbeeld massamedia, zondar dat het voor iedereen duidelijk is wat hieronder verstaan moet worden doordat de ontwikkelingen zich zo snel hebben voltrokken. Het is de moeite waard eerst enige duidelijkheid te verschaffen, omdat de grafische industrie hierin een belangrijke rol speelt.
Geschiedenis
De eerste chromogene film was de Kodachrome van Kodak (1935), heel vlug gevolgd door de Agfacolorfilm van Agfa (1936) en door de Ektachrome van Kodak (1940). Vandaag zijn alle kleurfilms, behalve instant kleurfilms, gebaseerd op de chromogene ontwikkeling. Zij worden gefabriceerd door enkele firma\'s waarbij de meest belangrijke Kodak, Agfa-Gevaert en Fuji zijn. Daar ongeveer 90% van alle hedendaagse analoge foto\'s op kleurfilm opgenomen worden, zullen deze materialen een primordiale rol spelen in de beschouwingen i.v.m. de conservering van hedendaagse fotodocumenten. Alle chromogene materialen (Kodachrome uitgezonderd) bevatten kleurkoppelaars in hun emulsies. Er dient benadrukt dat dit geen kleurstoffen zijn. Er bestaat minstens 1 lichtgevoelige laag voor ieder van de drie primaire kleuren. Bij de fotografische opname wordt alleen de laag gevoelig aan de gewenste lichtkleur belicht. Voor negatiefmateriaal wordt er een speciale Z/W ontwikkelaar gebruikt. Deze ontwikkelaar zal, zoals gewoonlijk, alleen het belichte zilver ontwikkelen. Aldus worden uitsluitend zekere gebieden van ieder der emulsielagen ontwikkeld om zilvermetaal te vormen. In deze gebieden oxideert de ontwikkelaar en verbindt (of koppelt) hij zich met de kleurkoppelaars om aldus de kleurstof te vormen. De kleurstof vormt zich dus tijdens de ontwikkeling en bestond vroeger niet. Bij omkeerprocédés (bvb. E-6) worden twee ontwikkelaars gebruikt: een om het negatief te ontwikkelen en, na herbelichting, een om het positief te ontwikkelen en de kleurstoffen te vormen. Het probleem met het chromogene proces is dat de, eventueel in de emulsie aanwezige, niet gebruikte, koppelaars niet door waterspoeling verwijderd worden en aldus na de behandeling in de emulsie achterblijven. Ieder element dat chemisch met deze onzichtbare koppelaars reageert om een zichtbaar materiaal te vormen, zal vlekvorming en kleurverschuiving veroorzaken. De relatieve stabiliteit van materialen met koppelaars hangt af van de karakteristieken van de zo gevormde kleuren en ook van de controle van de niet gebruikte koppelaars. De aanwezigheid van actieve koppelaars in de verwerkte papieremulsies maakte, in \'t verleden, de hoofdreden van vergeling in de meeste kleur fotopapiersoorten uit. Dergelijke koppelaars moeten aan volgende eisen voldoen:
- de ongebruikte koppelaars moeten kleurloos blijven en mogen niet reageren met de gevormde kleurstoffen;
- de kleurstoffen moeten zo stabiel mogelijk zijn;
- zij moeten economisch geprijsd zijn;
Het moeilijkst te verwezenlijken, moeten de kleurstoffen door chromogene ontwikkeling ontstaan, en de gewenste kleur voortbrengen: een cyaankleurstof mag alleen rood absorberen en groen en blauw doorlaten, enz... Volgens H. Wilhelm heeft de firma Kodak gedurende meer dan 40 jaar halsstarrig gewerkt om chromogene materialen, in \'t bijzonder de Ektachrome film en het Ektacolor papier, te verbeteren. Indien deze firma evenveel tijd en inspanningen gepresteerd had om een stabieler procédé te ontwikkelen dan zouden we heden in \'t bezit zijn van kleurmaterialen die i.v.m. de stabiliteit op lange termijn even stabiel zouden zijn als de Z/W emulsies. De fabricanten van chromogene materialen hebben altijd de beste kleurweergave gezocht vooraleer zich te bekommeren over de stabiliteit van hun emulsies. Om zeer lichtgevoelige kleuremulsies te verwezenlijken heeft men heden geen andere keuze dan het gebruik van de chromogene technologie. Vermits de koppelaars in de film kleurloos zijn, kan het grootste deel van het licht gemakkelijk de lagen doordringen en het zilver belichten. Een nadeel van deze eigenschap is de diffusie van de lichtstralen in alle richtingen hetgeen een vermindering van de resolutie van de film tot gevolg heeft. Er bestaan eveneens Z/W chromogene negatieven die in feite dezelfde kleurkoppelaars, als deze gebruikt voor kleurnegatieven, bevatten. De grijze kleurstoffen opgewekt door koppeling zijn onderhevig aan dezelfde verblekingsoorzaken als deze van de kleuremulsies19. Op alle chromogene materialen treedt er een min of meer belangrijke vergeling op, te wijten aan de aanwezigheid van kleurkoppelaars die niet volledig uit de emulsie verwijderd worden. De visuele impact van vergeling is een complex onderwerp, afhangend van de gefotografeerde scene, de bekijkingsvoorwaarden en de subjectieve beoordeling door de observator. De vergeling is ook zeer gevoelig aan de bergingsvoorwaarden van relatieve vochtigheid en temperatuur. Voor deze reden worden lage bergingsvoorwaarden aanbevolen.
Kleurproefsystemen
De kleurproeven waar wij als drukwerk inkopers mee te maken krijgen zijn er verschillende
Andere digitale kleurproeven zijn:
- Epson proef
- digitale chromalin
- Sherpa proef
- Iris proef
- Rainbow proef
- matchprint
De beste kleurproef blijft nog steeds de gedrukte proef. In vroeger tijden werden proefdrukken gemaakt op een (vlak)proefdrukpers. De zogenaamde schaaldrukken met oplopers. elke kleur afzonderlijk, en alle combinaties van oplopende kleurdrukken werden gedrukt, tot en met het uiteindelijke resultaat.
In 1973 is DuPont op de markt gekomen met Analoog Cromalin. Het eerste droge kleur proefsysteem die werkte met kleurtoners C;M;Y en K maar ook met steunkleuren en mengtoon kleuren. Als je hierover meer wilt weten kun je informeren bij Wifac in Mijdrecht. De heer B. Denekamp kan je er alles over vertellen.
Vervolgens zijn er diverse andere systemen op de markt gekomen zoals Matchprint; Agfaproof etc. Vanaf eind jaren 80 begin jaren 90 zijn de eerste digitale systemen op de markt gekomen.
Productieproces
Het concept van de vorming van een kleurbeeld door afbleken van de niet gewenste beeldpartijen van een kleurlaag is lang niet nieuw. Eén van de meest belangrijke werken aan de basis van het afbleek procédé werd in 1895 door O. Wiener gepubliceerd in \"Eders Jahrbuch der Photographie\". Het is echter Karl Worel die in 1902 te Graz het afblekings princiep ontwierp en realiseerde. In 1910 werd te Zurich door Dr. J.H. Smith een fotopapier ontwikkeld onder de naam “Utocolor” hetwelk de directe blekings actie van licht op kleurstoffen gebruikte. Dit procédé was echter moeilijk controleerbaar en was hierdoor weinig populair.1 Vanaf 1918 patenteerde J.H. Christensen een uitblekingsmethode van de kleurstof lagen door middel van een natrium hydrosulfiet/ katalysator bad. Dit idee werd verder ontwikkeld door Béla Gaspar, een Belg van Hongaarse oorsprong, die in het begin van de jaren 1930 een voor cinematografie en fotografie exploiteerbaar systeem ontwikkelde. Later expatrieerde hij naar de Verenigde Staten tengevolge van de politieke toestand in Europa. Zijn fotografisch procédé, de \"Gasparcolor Opaque\", een direct positief systeem, kende geen commercieel sukses omwille van te lange belichtings- en behandelingstijden die nagenoeg een uur bedroegen. Daarentegen kende zijn cinematografisch Gasparcolor systeem een zekere populariteit zowel in Europa als in de Verenigde Staten. Al deze chromolytische procédés produceerden relatief stabiele beelden doch waren eveneens weinig lichtgevoelig. Kodak ontwikkelde een gedepriveerd procédé in 1941. Het \"Azochrome\" systeem wat bestond uit een meteen positief papier dat essentieel stabiel was en dat kleurgetrouwe beelden voortbracht. Het systeem had nochthans enkele limitatieve punten vanuit een commercieel oogpunt. Onder zijn originele vorm kon het alleen met diapositieven gebruikt worden en vanwege het corrosieve karakter van de benodigde chemische produkten kon het alleen op een filmdrager gegoten worden. De interesse van Kodak voor de eventuele massamarkt van systemen die in de gewone \"box\" konden gebruikt worden en de dreiging van de wereldoorlog hebben in de hand gewerkt dat de azochrome nog voor zijn commercialisatie opgegeven werd. De enige overblijvende getuigen van het bestaan van de azochrome zijn enkele proef- en demonstratieprints die de chemicus Walter Clark bij zijn oppensioenstelling aan het George Eastman House schonk. In 1953 lanceerde Ilford een kleurprintmateriaal gebaseerd op de kleurstof bleektechnologie. Dit systeem werd voortgezet tot 1963 wanneer Ilford en het Zwitserse bedrijf Ciba-Geigy Photochemie, dat toen eveneens een chromolytisch procédé produceerde onder de naam Cilchrome, samensmolten. Hierdoor ontstond het Cibachrome procédé dat tijdens de jaren fel vereenvoudigd werd en dat zich even gemakkelijk verwerkt als de chromogene materialen. Deze emulsie bezit een grote resolutie gezien de emulsielagen goed verzadigde azo kleurstoffen bevatten. Hierdoor is er weinig diffusie van de lichtstralen.
Het is heden nog niet voldoende lichtgevoelig ( 0,2... 0,8 ISO ) om direct in een normaal opnametoestel gebruikt te worden. Het is echter uitermate geschikt om prints op opake of doorzichtige dragers uit te voeren.
Cibachrome emulsies
Het was Ciba-Geigy die het Cibachromesysteem introduceerde tijdens de Fotokina te Keulen in 1963. Eén van de eerste Cibachrome-emulsies, het type P-7a bestond uit 7 verwerkingsstappen die 47 min. in beslag namen. Sindsdien werden vele verbeteringen aangebracht zowel aan het afdrukmateriaal als aan de chemische behandeling. De Cibachrome A, ontstaan in 1974, noodzaakte slechts 3 oplossingen en 4 behandelingsstappen voor een totale tijdsduur van 12 min. bij 24°C.
Hierboven vindt men het structuurschema van deze Cibachrome A emulsie.
Een chromolytisch materiaal zoals Cibachrome bevat kleurstoffen in de emulsielagen: cyaankleurstof in de roodgevoelige laag, magentakleurstof in de laag die groen opneemt en gele kleurstof in de blauwgevoelige laag. In feite bestaat een emulsie zoals Cibachrome A uit 9 verschillende emulsielagen waarvan 6 lagen lichtgevoelig zijn. Drie van deze laatste bevatten kleurstoffen, zoals aangeduid in het structuurschema hierboven. De drie lagen die naast deze deze kleurlagen liggen, bevatten geen kleurstoffen. Zij dragen echter bij tot de verhoging van de relatieve afdruksnelheid van de Cibachrome-emulsie.
Wanneer een vel Cibachrome belicht wordt onder de projectie van een kleurdiapositief, dan worden de rode, groene en blauwe composanten respectievelijk in de onderste, middenste en bovenste lagen opgenomen. Indien men het belichte vel in Z/W ontwikkelt, dan worden er negatieve zilverbeelden in ieder van de drie emulsielagen gevormd.
Indien men vervolgens, langs chemische weg, de drie gevormde zilverbeelden afbleekt en men, tegelijkertijd, ook de kleurstoffen die de zilverkorrel omringen, afbleekt, dan heeft men drie overeenliggende positieve kleurbeelden dewelke het originele diapositief afbeelden.
De penetratie van de blekingskatalysator in de magenta kleurlaag. De katalysator reageert door oxidatie met het metallisch zilver en verbleekt de omringende kleurstof.
Een microfoto van de blekingshalos rondom de zilverkorrels Deze laatste worden uit de eindprint verwijderd door bleking, fixeren en spoelen.
Hieruit vloeit voort dat de meest belangrijke faze van het procédé de afblekingsfaze is. In gesimplifieerde termen worden de ongewenste negatieve kleurbeelden van een Cibachrome emulsie vernietigd door lokale reductie van de nevenliggende kleurstof. Dit verdeelt de azomoleculen in kleurloze composanten die vervolgens uit de emulsie verwijderd worden, samen met de residuele zilvercomposanten, gevormd door de afbleking en de eindfixering. Cibachrome produceert beelden met een hoge kleursaturatie en een contrast dat nog al eens excessief genoemd wordt. Vele fotografen weigeren hierom dit kleurprocédé te gebruiken. Het blijft mogelijk aan dit euvel te verhelpen door gebruikmaking van reductiemaskers of kleurcorrectiemaskers, of ook nog door preflashing, hetgeen het procédé echter nogal compliceert. Meyer en Bermane3 beschrijven de factoren die de verbleking van Cibachromematerialen, bij blootstelling aan licht, of in volledige duisternis, beïnvloeden. Betreffende de interne stabiliteit vereist dit zeer stabiel materiaal zeer lange verificatieperioden. Voor deze tests adopteren de auteurs hoge temperaturen, tot 85°C, bij een RV van 60%. Alle auteurs zijn het over eens dat Cibachromeprints een bijzonder goede stabiliteit bij conservering in volledige duisternis bezitten. De lichtstabiliteit is eveneens zeer goed, doch niet permanent.
Sakda Siripant4 illustreert hierboven de goede lichtstabiliteit van de Cibachrome kleurstoffen onder tropische belichtingsvoorwaarden. De verzamelaars kunnen de Cibachrome emulsies als essentieel stabiel beschouwen voor een conservering onder normale, ongekoelde temperaturen. Het gebruik van de Cibachrome emulsie op RC-drager (het half-matte type) moet echter voor een langdurige conservering vermeden worden. De prints moeten met zorg, met katoenen handschoenen, gemanipuleerd worden, daar zij zeer gemakkelijk onuitwisbare vingerafdrukken opnemen. R. Hagen demonstreert dat de lichtstabiliteit van Cibachrome emulsies in hoge mate kan verbeterd worden door deze van natuurlijk licht te beschermen door middel van een adhesief, doorzichtig, beschermvel.
De hieronder afgebeelde figuren tonen de lichtstabiliteit van Cibachrome CRC-44M prints onder gesimuleerd daglicht, door middel van een watergekoelde xenonlamp van 2500W, waarvan de straling gefilterd werd met pyrexfilters.
De testprint van de bovenste figuur was onbeschermd. Deze van de onderste figuur was beschermd door een adhesief beschermvel uit polypropyleen. Dit beschermvel vermijdt de vochtiheidsindringing in de emulsie. Men kan eveneens een polyestervel gebruiken.
R. Hagen5 trekt het besluit dat de lichtstabiliteit van een onbeschermde Cibachromeprint tenminste deze van de beste chromogene emulsies evenaart, en dat deze stabiliteit met een factor 2 kan verbeterd worden door gebruik te maken van een degelijke bescherming die waterindringing vermijdt. Indien Cibachrome moet blootgesteld worden aan hoge RV\'s is het noodzakelijk een neutrale adhesieve beschermlaag te gebruiken.
A.Kiraly6 publiceert de resultaten van verouderingsproeven uitgevoerd op Cibachrome emulsies, beschermd door middel van zijn procédé dat reeds hierboven beschreven werd.
De figuur hierboven toont de lichtstabiliteit van Cibachromeprints, onderworpen aan fluorescente stralingen bij 40°C en 85% RV.
Een tweede proef werd door middel van een Weather-O-Meter van het merk Atlas, onder dezelfde milieuvoorwaarden uitgevoerd.
Ilfochrome emulsies
Cibachrome werd in 1991 herdoopt tot « Ilford Ilfochrome ». De meest gebruikte en meest populaire emulsie is het Ilfochrome Classic papier. Er bestaan verschillende varianten : een glanzende, een halfmatte, een transparante, een transluciede.
Het glanzende Ilfochrome Classic papier heeft een polyesterdrager en is bschikbaar in drie contrast gradaties voor de emulsieformaten van 20x24 inch en kleiner en in twee gradaties : « high » en « low » voor grotere formaten.
Het hoogglanzende Classic papier heeft zeer rijke kleurwaarden doch is onderhevig aan beschadiging door vingerafdrukken. Een recente vingerafdruk kan doorgaans verwijderd worden door middel van een klassieke film cleaner zoals bvb PEC 12. Een oudere afdruk kan helaas niet verwijderd worden. Het gebruik van katoenen handschoenen is dus absoluut onmisbaar.
De Ilfochrome Classic emulsie heeft permanente eigenschappen bij conservering in totale duisternis en onder normale kamertemperatuur
De halfmatte uitvoering draagt de naam « Pearl » en heeft een RC-drager. Alhoewel dit papier dezelfde emulsie en dezelfde fotografische karakteristieken bezit als de Classic uitvoering kan het omwille van zijn RC-drager niet als een archivale emulsie beschouwd worden.
Er bestaat nog een ander kleurmateriaal dat de naam Ilfochrome Rapid draagt en dat andere chemische behandelingen benodigd.
Speciale Ilfochrome emulsies
Buiten de toepassingen i.v.m. de reproductie van kleurdiapositieven beschikt Ilford tevens over speciale Ilfochrome emulsies voor de microfotografie.
De stabiele CMY azo kleurstoffen maken dat deze kleurmicrofilm een merkwaardige lichtstabiliteit heeft. Ook het latente beeld is zeer stabiel. Een belichte film kan probleemloos enkele weken in het camerahuis blijven zonder dat er veranderingen in de beeldkwaliteit merkbaar zijn.
Identificatie van chromolytische procédés
- geen merknaam op de rugzijde;
- gevestigd op een plasticdrager;
- beide zijden fluoresceren;
- de papierkern bevat optische witmakers (OBA\'s)*;
- de emulsiekant bevat geen UV blokkerende laag.
*\"OBA\" is an acroniem voor \"optical brightening agent\". Vele papiersubstraten bevatten OBA\'s om de schijnbare witheid te verhogen. Teneinde de natuurlijke geelachtige kleur van de cellulosevezels op te heffen wordt een « blauwend » middel aan het papier toegevoegd. Dit is in feite een ultraviolette kleurstof dewelke het onzichtbaar UV licht tot zichtbaar licht fluoresceert waarbij het papier helderder of witter lijkt.
OBA\'s interfereren met de stabiliteit, gezien zij in verloop van tijd afbreken en vergeling, of verzuring van de cellulosevezels kunnen veroorzaken.
Agfachrome CU-410
In 1970 begon Agfa-Gevaert met de productie van de Agfachrome CU-410 kleuremulsie, bestemd voor het afdrukken van diapositiefmateriaal. Volgens G. Koshofer7 was het de bekroning van onderzoek dat door Agfa uitgevoerd werd sinds 1927. Intensief onderzoek vanaf 1962 leverde de CU-410 emulsie.
De stabiliteit van deze emulsie was, volgens Wilhelm beter dan de toenmalige (1993) Ilfochrome emulsies. In 1972 stopte Agfa-Gevaert de productie en verving dit essentieel stabiel materiaal door het chromogene Agfachrome omkeerpapier dat, in verhouding, minderwaardige stabiliteitskenmerken bezit.
Analoge en digitale kleurproeven
Het verschil is dat een digitale proef een benadering is door middel van de printer die gebruikt wordt, of dat nu een gewone printer is of een digitale cromalin.
Een analoge proef spreekt voor zich, er wordt een proef gemaakt in de uiteindelijke druktechniek en niet een simulatie.
In mijn visie is de beste digitale proef die van de Digital Cromalin, waarbij zowel CMYK alsook PMS; huisstijl; Pantone, of welke kleur dan ook, kleurecht én reproduceerbaar (door de drukker) gemaakt wordt. Wantwaar gaat het om bij een drukproef? niet of we een mooi plaatje krijgen...nee, we willen een VOORSPELLING maken van het uitendelijk gedrukte resultaat.
Belang van kleurproeven
Een kleurproef is precies dat wat je ermee zegt: een proef van de kleuren, zoals dat er in druk uiteindelijk zal gaan uitzien. Een voorspelling van de druk dus. Het doel is vooraf vaststellen wat we kunnen verwachten.
Een kleurproef is de laatste jaren steeds belangrijker geworden, omdat we vroeger met films werkten, en hierop (lithografisch) goed konden inschatten wat we uiteindelijk op papier zouden krijgen. In het huidige digitale tijdperk hebben we dit tussenmateriaal niet meer ter beschikking, en zien we pas fysiek iets wanneer dit op de plaat staat. En eigenlijk is dat te laat.
Conclusie
Kennis van kleur en gevoel voor de juiste combinaties van kleuren is doorslaggevend voor een succesvol bloemstuk. Natuurlijk gaat het bij een bloemstuk niet alleen om de kleurcombinatie, ook de materiaalkeuze naar vorm en contrast en de stijl van het bloemwerk speelt een grote rol. En niet te vergeten de manier waarop we de materialen tot een geheel hebben geschikt.
Het verslag bestaat uit 5 onderdelen. De opdrachten waren vrij moeilijk, het meeste vond ik op internet. In tijdschriften en boeken vond ik een klein beetje informatie, die ik wel goed kon gebruiken.
Nawoord
Ik vond het een interessant onderwerp, waar ik al veel over had geleerd. Ik heb niet zo veel informatie in boeken en tijdschriften gevonden, meer op internet.
Bronvermelding
http://www.fujifilm.de/
http://www.provo.be/nl_machinepark.html
http://www.permadocument.be/texte/N2kleur/6subtrac2.html
http://reprolith.nl/producten.html
http://www.atece.nl/NL/productgroepen/creo/iris_proofers.html
http://veldwijk-vanloon.com/praktijkvb%20g?vb%20pmskleuren.html
http://www.dijkman.nl/kleurenproef.pdf
http://www.ablativ.us/valkenet/kleurproef
Encyclopedie voor de jeugd
Bibliotheek Graft de Rijp
Hoofdweg 12
1256 BE De Rijp
Boeken:
- Het grafische productie proces
- Offsetdrukken
Kleurproefsystemen
5.7- Werkstuk door een scholier
- Klas onbekend | 2996 woorden
- 20 mei 2005
- 18 keer beoordeeld
5.7
18
keer beoordeeld
ADVERTENTIE
Bewaar of download dit verslag!
Om dit verslag toe te voegen aan je persoonlijke leeslijsten of te downloaden moet je geregisteerd zijn bij Scholieren.com.
26.267 scholieren gingen je al voor!
Ook lezen of kijken
Ver reizen? Zo gaan wij naar school!
Student Hanne en scholier Naomi over studiekeuzes: 'Het is jouw toekomst'
Amarins (26) studeert Scheikunde in Amsterdam: 'Ik wil graag weten hoe de wereld werkt'
REACTIES
1 seconde geleden