Wintersport

Beoordeling 6.6
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 4e klas vwo | 3496 woorden
  • 19 april 2004
  • 135 keer beoordeeld
Cijfer 6.6
135 keer beoordeeld

Wintersport

Bergopwaarts of bergafwaarts?

Inhoud

Inleiding
Het milieu
Het probleem
Het geweld van vier kanten
De sneeuwkanonnen
Nieuwe liften
Schuldgevoel
Mijn mening
Duurzaam? Globale opwarming
Gebieden verdwijnen
Conclusie
Wintersport, waarom? Wat betekent het voor mij? Wat trekt anderen? Typen wintersporters
Mijn ervaring
Slotwoord
Nawoord
Bronnen

Inleiding

Ik heb dit onderwerp gekozen omdat ik zelf gek ben van wintersport. Het trekt mij enorm en ik kijk iedere zomer alweer uit naar de winter. Niet omdat ik zo van kou houd, maar omdat ik dan weer op wintersport ga. Misschien was het achteraf niet zo’n goede keuze omdat er weinig over het onderwerp te vinden is. Toch vind ik het leuk om over dit onderwerp te schrijven en voor veranderen van onderwerp was het ook al een beetje laat. De onderzoeksvragen waar ik van uit ga zijn: wat doet wintersport met het milieu, waarom trekt wintersport mij zo, waarom is wintersport überhaupt zo populair en wat voor typen wintersporters zijn er. Mijn werkwijze is als volgt: ik zoek op Internet artikelen die betrekking hebben op een van de deelvragen en ik schrijf daarover. Daarna vertel ik hoe ik er zelf over denk en wat ik er vanaf weet. Over de planning hebben we het maar niet. In deze vakantie ging ik onverwacht nog even twee daagjes naar Sauerland om te wintersporten. Ik kwam dus een beetje in de knel met de tijd. Alles moest in het laatste weekend voor de deadline. Dat is natuurlijk wel mijn eigen schuld.

Het milieu

Het probleem

Ieder jaar al die skiërs, snowboarders en wat er dan allemaal nog meer naar beneden komt. Dat kan gewoon niet goed zijn. Als je alleen al kijkt naar de liften die het landschap verwoesten. Al die betonnen funderingen die in de bergen worden aangelegd, al die metalen palen. Dat heet landschapsverwoesting. Maar dat alleen is nog niet zo slecht voor het milieu. Het verpest slechts het uitzicht. Wat wel echt slecht is, is het energieverbruik van de liften, de verstoring van de flora op de hellingen, de sneeuw die tot later in het seizoen blijft liggen dankzij de sneeuwkanonnen en de auto’s en bussen die de hele winter heen en weer pendelen tussen de Alpen en de bergloze- of bergarme landen. Dit zijn nog lang niet alle aspecten, maar het zijn er wel genoeg om meteen een conclusie te kunnen trekken: wintersport is niet goed voor het milieu.

Het geweld van vier kanten

Er zijn vier grote boosdoeners in het spel. Alle vier hebben ze hun bijdrage in het vernietigen van het milieu, allemaal op hun eigen manier. De eerste is de drang van liftmaatschappijen en de op groei beluste gemeentes die ervoor zorgen dat er steeds nieuwe liften en pistes komen. Het liefst zo hoog mogelijk in ‘sneeuwzekere’ gebieden. Als het erop aankomt zeggen de Alpenlanden wel: ‘genoeg is genoeg.’ Dit is ook ongeveer de betekenis van de Alpen Conventie, een afspraak tussen de acht Alpenlanden en de Europese Unie. Maar slechts strengere regels en afspraken kunnen een echte remmende werking vormen. Vooral het verdrag over Toerisme en Bodemvervuiling kan een krachtige rem vormen. Maar dit verdrag is alleen nog maar in Oostenrijk en Duitsland ondertekend. En onder het mom van onderhoud, verbetering en efficiency wordt er nog steeds uitgebreid. Ongerepte hellingen worden omgetoverd in glooiende pistes en nieuwe liften worden zonder aarzelen uit de grond gestampt.om geheel nieuwe skigebieden aan te leggen.

Ten tweede: het vervoer naar de gebieden. Vooral in het hoogseizoen nemen miljoenen mensen de auto naar de alpen. Ze staan in extreem lange files, zetten hun auto’s tijdens de vakantie ergens langs de weg of in een parkeergarage en na een week gaan ze weer terug met diezelfde auto en staan weer uren in de file. Van alle boosdoeners op milieugebied is dit wel de ergste. In Nederland is er een vereniging die probeert Nederlandse skiërs en snowboarders uit de auto en in de trein of de bus te krijgen: het Nederlandse Alpen Platform. Dit is een initiatief van de Nederlandse Ski Vereniging, de ANWB, de Koninklijke Nederlandse Klim- en Bergsprot Vereniging en de NMGA.

Ten derde: het gedrag van de wintersporters zelf. De doorsnee wintersporter verblijft het grootste deel van zijn vakantie op de piste. Behoor je tot deze groep, dan hoef je je op dit gebied niet echt schuldig te voelen. Je kunt altijd zeggen: “de pistes liggen er nu eenmaal toch.” Er is ook nog een andere groep: de off-piste skiërs/snowboarders. Deze groep deinst er niet voor terug een stuk buiten de piste te gaan of een stukje bos mee te pakken. Deze wintersporters zijn zelf verantwoordelijk voor milieuschade en lawinegevaar. Herman Ram, directeur van de Nederlandse Ski vereniging noemt het off-piste skiën ‘verwerpelijk.’

En ten vierde: de sneeuwkanonnen. Met deze ‘wapens’ strijden de skioorden zowel tegen de gevolgen van de opwarming van de aarde en de omhoog kruipende sneeuwgrens als tegen elkaar in de onderlinge concurrentie. Volgens milieugroepen vreten deze apparaten energie en water en verstoren ze het evenwicht in de kwetsbare Alpennatuur. Om met een sneeuwkanon één hectare met een laag van 30 centimeter sneeuw te bedekken is een miljoen liter water nodig. In Frankrijk is onderzocht hoeveel water de ruim 160 wintersportplaatsen voor hun kunstsneeuw gebruiken: evenveel als een stad met 170.000 inwoners in een jaar. Dat water komt voor het grootste deel uit spaarbekkens die overal in de bergen speciaal voor de sneeuwkanonnen worden aangelegd.

De sneeuwkanonnen

Op de sneeuwkanonnen ga ik nog wat dieper in. Er zijn namelijk veel discussies gaande over dit onderwerp. Het energieverbruik en de schade aan het landschap zijn punten van zorg. Een grote installatie met meerdere sneeuwkanonnen verbruikt meer dan 500.000 kWh per jaar. Ter vergelijking: bij een gezin van vier personen is dat 3000 tot 7000 kWh per seizoen. De tegenstanders vinden dit erg veel energie. Maar een Oostenrijkse liftenmaatschappij kijkt er liever anders tegenaan: 20 cm kunstsneeuw op 30 hectare vergt 260.000 kWh per seizoen, dat is minder dan een overdekt zwembad (700.000 kWh) of een hotel met 60 bedden (900.000 kWh) verbruikt. Maar los van deze cijfers, sneeuwkanonnen vergen in ieder geval energie, wat bijdraagt aan het broeikaseffect dat de aarde opwarmt, waardoor de sneeuwgrens 150 meter omhoog loopt bij elke graad Celsius waarmee de temperatuur stijgt. En deze verhoging van de sneeuwgrens vraagt weer om meer sneeuwkanonnen. Niet alle skigebieden zijn voor sneeuwkanonnen. Sommige gebieden trekken simpelweg de kosten niet die aan veel kanonnen verbonden zijn. De kunstsneeuw uit een sneeuwkanon kost tussen de 1 en de 5 euro per kubieke meter. Dit is voor de kleinere gebieden gewoon te duur. De pistes komen zonder sneeuw te zitten, de wintersporters blijven weg, er komt geen nieuw geld binnen en de gebieden gaan failliet. De Beierse minister van milieu heeft de liftmaatschappijen al een jaar geleden opgeroepen niet meer mee te doen met de wedloop naar steeds meer sneeuwkanonnen maar de maatschappijen blijven steeds meer uitgeven aan kunstsneeuw: in 2002 werd er al 46 miljoen euro geïnvesteerd in kunstsneeuw. Wat is er los, van het water- en energieverbruik zo schadelijk aan sneeuwkanonnen? ‘Niets’ roepen de liftmaatschappijen. ‘Het is alleen maar water en koude lucht.’ De milieubewegingen roepen echter: ‘alles.’ Hier volgen hun vijf kritiekpunten:

1. De waterhuishouding in de bergen is kwetsbaar. Sneeuwkanonnen verpesten deze en in het voorjaar zorg de kunstsneeuw voor grote erosie.

2. Als het water voor de kunstsneeuw uit de drinkwaterleiding komt, zitten daarin meer voedingsstoffen dan in natuurlijk regenwater. Dat verdringt de plantengroei die in schrale grond is gespecialiseerd.

3. Door de sneeuwkanonnen wordt het skiseizoen minstens twee weken verlengd, en dat schaadt in het voorjaar het groeiproces van laatbloeiende planten.

4. De geplette kunstsneeuw, die langer blijft liggen, vermindert de zuurstof in de bodem en bevordert de groei van schimmels.

5. Sneeuwkanonnen maken behoorlijk veel lawaai, draaien vooral ’s nachts en verstoren dan de rust van de dieren.

Op slechts één punt zijn de voor- en tegenstanders het eens: sneeuwkanonnen voorkomen dat op kale plekken op de hellingen de scherpe kanten van de ski’s tere plantjes doormidden snijden.

Nieuwe liften

Liften zijn ook erg milieuonvriendelijk. Toch zullen de meeste wintersporters het met mij eens zijn: hoe meer liften en pistes, hoe aantrekkelijker het gebied. Daarom worden ook vaak twee gebieden door middel van een zogenaamde ‘schaukellift’ aan elkaar geknoopt. De gebieden kunnen dan plotseling adverteren met twee keer zoveel liften en pistes. Het nadeel van deze ‘schaukelliften’ is dat ze vaak door ongerepte rustgebieden of kwetsbaar hooggebergte gaan. Jaarlijks gaan er 1,1 miljoen Nederlanders op wintersport. En volgens Jonas de Groot, marketing manager bij Gogo Tours in Rotterdam vragen ver uit de meeste mensen naar het aantal liften en kilometers piste.

Schuldgevoel

Heb je voor de komende winter al geboekt? En voel je je een beetje schuldig? Dat is onzin volgens Herman Ram, directeur van de Nederlandse Ski Vereniging. Het skiplezier is je gegund, de liften en afdalingen liggen er toch al, en de lokale bevolking verdient hier haar geld mee. Misschien moet er eens worden nagedacht over de vraag of sneeuwkanonnen inderdaad zoveel milieuschade veroorzaken dat volgende generaties hetzelfde skiplezier zal worden verboden. Want dat is dan ook de boodschap van de skivereniging: skiën en snowboarden is oké, op voorwaarde dat volgende generaties ook aan de beurt kunnen komen. Kortom, duurzaam wintertoerisme.

Mijn mening

Persoonlijk vind ik dat ik me niet echt schuldig hoef te voelen. Ik ga misschien wel twee keer per jaar op wintersport maar ik doe het niet op de slechtste manier. Ik ga altijd met een touringcar. Eigenlijk vind ik dat men wel mag stoppen met het bouwen van nieuwe liften en het aanleggen van nieuwe skioorden. Ik ben er erg voor dat mensen met de trein of de bus naar hun vakantiebestemming gaan. Ook vind ik dat men mag stopen met het enorme gebruik van sneeuwkanonnen. Het zou veel beter zijn om te vertrouwen op de natuur. Het skiseizoen kan best iets worden ingekort. Ik geef toe dat ik zelf twee keer in de meivakantie ben gaan skiën. Maar voor mij hoeft dit niet. Ik heb liever dat wintersport nog een paar decennia langer mogelijk is dan dat ik een paar keer lekker in het zonnetje kan skiën. Ik weet zelf goed hoe pistes er in de zomer uitzien. Dan zie je pas wat je met al je medewintersporters aanricht. Bruine kale hellingen met grote goten. Lelijke metalen palen. Toch ben ik tevreden met hoe het nu is. Er zijn genoeg mooie skigebieden en er is ook nog genoeg ruimte in de bergen die niet verpest is. Misschien zouden landen als Oostenrijk en Frankrijk het beleid van Zwitserland moeten overnemen: bij het aanleggen van liften wordt alles gedaan om de natuur te ontzien. Authentieke dorpjes worden niet zomaar omgebouwd tot lelijke skidorpen met betonnen flatgebouwen. Ik heb er vertrouwen in dat men uiteindelijk zal inzien dat verdere uitbreiding alleen maar zal leiden tot vernietiging van de bergen en dat men eerder moet denken aan het beperken van het aantal liften. Zodoende kan het wintersporten blijven bestaan totdat het broeikaseffect het wint van de sneeuwkanonnen.

Duurzaam?

Globale opwarming

Wintersportgebieden krijgen voor hun gevoel steeds meer last van de klimaatverandering. Men vraagt zich af of dit te maken heeft met een warmere periode of dat de tendens inderdaad stijgend is. Zal ik met mijn kinderen nog lekker kunnen gaan skiën. Zullen mijn kleinkinderen nog leren skiën? Als het aan Snowworld ligt wel. Maar ik heb het natuurlijk over skiën in de natuur. Op dit plaatje is de mondiale temperatuurstijging te zien. Als je goed kijkt zie je dat de gemiddelde temperatuurstijging in de 20ste eeuw ongeveer 0,6 °C is. Als je het zo bekijkt lijkt het erop dat mijn kleinkinderen zich nog geen zorgen hoeven te maken. Helaas zit het zo niet in elkaar.

Gebieden verdwijnen

Door de klimaatverandering komt de sneeuwgrens steeds hoger te liggen. Wintersportoorden staat, als het zo door gaat, een economische ramp te wachten. ‘Sneeuwzekere’ gebieden beneden de 1200 en 1500 meter zullen steeds zeldzamer worden. Het hogerop zoeken is ook niet echt een goede oplossing. Het steilere hooggebergte biedt minder ruimte en is minder toegankelijk. De maatstaf voor ‘sneeuwzekerheid’ is een natuurlijk sneeuwdek van dertig tot vijftig centimeter voor minstens honderd winterse dagen tussen 1 december en 15 april in zeven van de tien jaar. Op het moment wordt al 15 procent van de 230 Zwitserse wintersportplaatsen als ‘sneeuwonzeker’ beschouwd. Als gevolg van de temperatuurstijging zou over dertig tot vijftig jaar nog slechts 63 procent van de Zwitsers wintersportbestemmingen op een skibaar sneeuwdek mogen rekenen. Dit is een voorspelling van glaciologen. Als deze voorspelling uitkomt, zal de hele Jura, een middelgebergte van gemiddeld 1200 meter hoogte, voor de wintersport verloren gaan. Om maar niet te spreken van de lage Duitse en Belgische skigebieden. Een populaire bestemming als het Oostenrijkse Kitzbühel ligt op maar 760 meter hoogte en heeft in de afgelopen jaren al meerdere keren een sneeuwloze kerst gehad. Als de klimaatverandering echt doorzet zou de gemiddelde sneeuwgrens zelfs tot 1800 meter kunnen stijgen, waardoor in het hele Alpengebied nog maar 44 procent van de huidige pistes gebruikt zou kunnen worden. Voor wintersportlanden is sneeuwtoerisme een belangrijke bron van inkomsten. Geschat wordt dat de globale temperatuurstijging in Zwitserland tot een jaarlijkse daling van de inkomsten van 1 tot 1,4 miljard euro kan leiden. Voor Italië ziet het er nog slechter uit. De helft van de Italiaanse wintersportcentra ligt lager dan 1200 meter en volgens het UNEP-rapport ‘kan daar nog maar op een paar echte winterse seizoenen worden gerekend.’ Hoger gelegen oorden als Zermatt of St- Moritz lopen voorlopig geen gevaar, maar kunnen de verwachte toeloop van wintersporters uit sneeuwloze lagere gebieden niet opvangen. Er is minder ruimte in het steilere hooggebergte en de mogelijkheden voor de aanleg van nieuwe skiliften zijn op grote hoogte beperkt. De populaire skigebieden in lagere streken zullen steeds sneeuwonzekerder worden en de inzet van sneeuwkanonnen zal noodzakelijk zijn. De kunstsneeuw wordt op den duur steeds minder efficiënt maar wel kostbaarder.

Conclusie

Op de vraag ‘hoe lang is wintersport nog mogelijk’ is niet zomaar antwoord te geven. Het lijkt erop dat de mensen fel zullen blijven strijden tegen het klimaat. De wapens die ze hiervoor gebruiken heten sneeuwkanonnen. Wat duidelijk is, is dat het warmer wordt en de kans op sneeuw in lage gebieden ieder jaar kleiner wordt. De vraag is alleen: ‘hoelang blijft dit doorgaan?’ Misschien stopt de opwarming van de aarde over 20 jaar. Misschien is het over 50 jaar allemaal afgelopen. Ik blijf in ieder geval lekker skiën en snowboarden zolang het nog kan.

Wintersport, waarom?

Wat betekent het voor mij?

Voor mensen die nog nooit op wintersport zijn geweest is het waarschijnlijk niet te begrijpen. Skiën, en voor mij in mindere mate snowboarden, geeft je een magisch gevoel. Je voelt je machtig en vrij. Je hebt prachtig uitzicht op witte toppen en besneeuwde bomen. Het is gezellig in je hotel of appartement. Je slaapt heerlijk na een dag skiën. Alles smaakt beter na een dag skiën. Ik vind alles aan een wintersportvakantie mooi. Ik houd van het wachten op de bus, de chaos bij het instappen van de bus, de krappe beenruimte in de bus, de film die je al honderd keer hebt gezien in de bus, het praatje van de chauffeur in de bus, het wachten tot je appartement vrij is, in de rij voor de lift wachten, in de liften zitten of staan en dan natuurlijk die prachtige afdaling, de heerlijke sneeuw die je voelt, het ultieme geluksgevoel dat je ervaart tijdens een afdaling. Het is niet zo dat al deze aspecten los van elkaar aangenaam zouden zijn, maar het geheel maakt het voor mij geweldig!

Wat trekt anderen?

Het schijnt zo te zijn dat het uitzicht en de natuur er voor veel mensen niet toe doet. Het gaat mensen om de après-ski en om het skiën of snowboarden zelf. Wintersport is voor veel mensen het ideale weekje weg. Overdag lekker actief, ’s avonds gezellig dineren of uitgaan. Lekker samen zijn. Het is ook zo dat een dag samen skiën een band geeft. Wie met zijn gezin een dag geskied heeft kan er op rekenen dat de band beter is geworden. Ook is wintersport een soort statussymbool. In sommige kringen moet je op wintersport, anders wordt er op je neergekeken. Dit vind ik persoonlijk de minst goede reden om op wintersport te gaan.

Typen wintersporters

Als je een beetje rondkijkt zie je veel verschillende typen wintersporters. Dan heb ik het niet alleen over de verschillende dingen die ze onder hun voeten binden: ski’s, snowboard, telemark ski’s, big foots etc. Maar over hun skigedrag. Je hebt de actieve wintersporter, deze staat vroeg op om de eerste lift te kunnen nemen en neemt alleen ’s middags even pauze om wat te eten en gaat door tot de laatste lift. Hij gaat niet te laat slapen om de volgende dag weer als eerste bij de lift te kunnen zijn. Volgens mij behoor ik tot deze groep. Je hebt ook de relaxte wintersporter, deze staat op als de zon al hoog staat, pakt af en toe een restaurantje onderweg, geniet vooral van het uitzicht en rust vaak uit. Als hij moe wordt stopt hij met skiën en begint alvast met het avondleven. Je hebt ook de feestwintersporter, deze wintersporter stelt het skiën op de tweede plaats. Het belangrijkste is dat er goed en hard gefeest wordt, het liefst tot vroeg in de morgen. Als het meezit doet men ’s middags nog een pistetje maar het maakt ook niet uit als dat niet doorgaat. De hoofdzaak is feest en bier. Deze drie vormen samen de belangrijkste groepen vrijetijdswintersporters. Daarnaast zijn er natuurlijk nog de beroepsskiërs, de tussenliggende skiërs en de subgroepen.

Mijn ervaring

Op mijn zesde ben ik voor het eerst gaan skiën, twee weken in Zwitserland (Riederalp). Vanaf toen wilde ik eigenlijk ieder jaar. Het volgende jaar ben ik weer twee weken naar Zwitserland (Riederalp) geweest om te skiën. Daarna een jaartje niks, daarna een week naar Oostenrijk (de plaats weet ik niet meer) met een vriend, het jaar daarop een week naar Zwitserland (Saas Fee) met dezelfde vriend. Daarna twee weken naar Zwitserland (Meiringen-Hasliberg) met het hele gezin (vader, moeder, zusje, zusje, broertje), daarna een week Frankrijk (Pra Loup) met het gezin, daarna weer een week Frankrijk (Val Thorens) met het hele gezin, nog een week Frankrijk (Val Meinier) met het gezin, een weekend Duitsland (Altastenberg) met Michiel nog een week Frankrijk met het gezin ( Val Thorens), nog een week Frankrijk (Alpe d’Huez) met het Gezin, een weekend Duitsland (Altastenberg) met Michiel en nog een dag Snowworld met Jesse. Dat maakt dertien weken skiën plus twee weekendjes Sauerland. Ikzelf op mijn derde vakantie
Ik vond het alle keren even geweldig. Ik hoop dat de school ooit een keer een skiweek organiseert. Ook is het van mij een droom om een keer met m’n vrienden een week op wintersport te gaan. Als het aan mij ligt gaat dat volgend jaar gebeuren maar als je het aan m’n vrienden vraagt komt er niks van. Slotwoord

Het is duidelijk geworden dat wintersport één groot nadeel kent: het schaadt het milieu. Ook is gebleken dat het bergafwaarts zal gaan met de gebieden. Letterlijk zal het juist bergopwaarts gaan. De gebieden zullen moeten draaien op hun hoogste liften. De lagere pistes zullen er in de komende jaren vaak troosteloos en vooral sneeuwloos bij liggen. Er bestaat ook geen twijfel over mijn liefde voor de wintersport. Ik blijf het geweldig vinden. Ze zeggen niet voor niets: ‘liefde maakt blind.’ Er zal waarschijnlijk maar een klein percentage wintersporters zich laten remmen door de milieuproblemen. Ik heb namelijk zelf ook gemerkt dat skiën een soort verslaving voor me is. Er is voor mij één vraag overgebleven: ik ben van mening dat er geen liften meer hoeven worden bijgebouwd, maar wat te doen met de toch groeiende vraag naar meer liften?

Nawoord

Ik vond het leuk om het werkstuk te maken. Vooral omdat je ziet dat je iets moois maakt. Het kost veel tijd maar dan heb je ook iets. Ik denk dat ik er ongeveer zes uur mee bezig ben geweest. Ik was eerst wel bang dat ik teveel een feitenwerkstuk zou maken. Want volgens mij was de opdracht een werkstuk te maken dat wat dieper ging. Ik hoop dat ik daarin geslaagd ben. Ik vind zelf dat ik het best ben geslaagd in het behandelen van de milieukwestie. Over de andere onderwerpen ben ik ook niet ontevreden. Ik ben zelf lid van drie verenigingen die zich inzetten voor de Alpen, ik voel me dus maar een klein beetje schuldig over mijn wintersportvertier. Ik ben net terug uit Sauerland maar door het maken van dit werkstuk heb ik alweer enorme zin gekregen om te gaan skiën.

Bronnen

Alpen kreunen onder de ski’s het Financieel Dagblad, 15 november 2003 door Meer, E.J. van der. http://www.agris.be/fr/03/412n6722.asp Sneeuwvakantie in gevaar door warmer klimaat 4 december 2003. www.knmi.nl
Verschillende Ski Magazines
http://www.myswissalps.com/index.asp?Page=switzerland-nature

REACTIES

S.

S.

yOo thnQ..leuko weRkstukkO:Pbeetje veranDere en heb er lekkah hooG puntO vOor..tnhQ je bent ein SchatO-xXx-lafya-Sanne

19 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.