Labrador retriever

GESCHIEDENIS
In het begin van de 19de eeuw kwamen er in Canada, Newfoundland twee zwarte soorten voor van de New Foundland Dog. De grotere Newfoundlander en de kleinere Sint John’s dog of Labrador. Engelse vissers namen deze honden regelmatig mee naar Engeland waar ze werden verkocht aan de Engelse adel. Deze adel gebruikte de Labrador in de jacht. Rond de eeuwwisseling ontstonden de gele Labradors uit kruisingen met andere Retrieverachtigen. De chocolade of leverkleurige ontstonden echter door toeval uit kruising met twee zwarte ouderdieren die hun oorsprong rechtstreeks uit Newfoundland hadden. Tegenwoordig wordt de Labrador nog steeds gebruikt in de jacht en dan meer speciaal voor de jacht op waterwild omdat ze goed kunnen zwemmen en apporteren.

Aard en opvoeding
De Labrador is een vriendelijke, zachte en intelligente hond met een goede reukzin. mede doordat hij zacht in de mond is, is hij dan ook zeer goed geschikt voor de jacht. Sommige Labradors blijven echter zeer lang kind. Wat wil zeggen dat ze nogal lang gekke streken kunnen vertonen. Eenmaal volwassen worden ze meestel best rustig. labradors leren gemakkelijk en kunnen in bijna alle hondensporten deelnemen. Als ze vrij kunnen lopen in bossen en weiden zijn ze goed in hun sas. Labradors eten zeer graag. Trainen met voedsel is dan ook zeer makkelijk. Wel moet je er op letten, dat de Labrador niet te veel eet. De meeste Labradors zijn namelijk veel te dik. Laat je ook niet vangen door het bedelen, daar zijn ze kampioen in. Beter is het om ze weining tussendoortjes te geven, dan houden ze een slanke en gezonde lijn.

Verzorging

Vacht
Haal regelmatig loszittende haren weg met een rubber handschoen, rubber borstel of voor een nog beter resultaat met de shedder. Wassen gebeurt het best met een speciale honden shampoo maar niet te vaak. Meestal is 1 of 2 wasbeurten per jaar meer dan voldoende. Drogen met een haardroger en afwerken met een zeemlap zorgt dat de laatste losse haren worden verwijderd en geeft een mooie glans aan de vacht. Drogen van een natte labrador kan ook zeer goed met een honden-droogdoek.

Oren
Kijk de oren regelmatig na op eventuele ontstekingen en reinig eventueel met vingerlingen. (een doekje voor om je vinger) of vraag het aan een dierenarts bij jou in de beurt. Tip: ga anders naar mevr. Verweij, dat is een hele aardige dierenarts in Arkel.

Nagels
Honden die weinig over verharde ondergrond lopen krijgen snel te lange nagels. Af en toe bijknippen kan dan ook zeker geen kwaad. Gebruik hiervoor best een d nagelknipper of nagelschaar gebruiken.

Tanden
Een regelmatige poetsbeurt is geen overbodige luxe. Er zijn speciale tandenborstels en pasta voor honden verkrijgbaar. Tandpasta of een tandeborstel voor mensen is niet geschikt voor honden.

Voeding
Een volwassen labrador behoeft 2 maaltijden per dag met. Labradors hebben snel de neiging te dik te worden. Meestal wordt dit veroorzaakt door in te gaan op de vraag van de hond. Labradors hebben dan ook altijd honger en kunnen zo meelijwekkend kijken om te bedelen naar eten. Geef hem enkel wat hij nodig heeft en iets meer. De meeste kant en klare voedingen geven voedingstabellen mee. Deze tabellen geven enkel een richting mee en zijn zeker niet voor elke hond juist. Afhankelijk van de beweging dient de hoeveelheid te worden aangepast aan de juiste behoeften van de hond.

Hoofdvorm
Zowel in het hoofd van een volwassen labrador als in het hoofd van een pup zit enige overeenkomst met een zeehondenkopje: rond en zacht. Brede snuit met lippen die goed aanliggen over de hoektanden. Alles wat scherp, hard of hoekig is in een Labrador-hoofd dat af aan het soort hond.
Het neusbeen breed en recht moet eindigen in brede neusgaten, het neusbeen loopt vlak voor de ogen op en vormt een duidelijke stop, waardoor een opmerkelijk niveau-verschil ontstaat tussen neusrug en scheden.

Temperament
Intelligent, levendig en gezellig en ze kunnen goed luisteren, maar ze hebben wel een heel sterke wil. Ze hebben een vriendelijk karakter zonder spoor van agressie of ongepaste schuwheid.

Mond
Sterke kaken en gebit met een volmaakt, regelmatig en compleet scharend gebit, d.w.z. dat de bovenste tanden net over de onderste tanden heen vallen en recht in de kaak staan.

Hals
Sterk en krachtig, geplaatst op goedliggende schouders.

Kleur
Geel, zwart of lever/chocoladekleurig. De gele kleur kan verschillen van licht roomkleurig tot vossenrood. Kleine witte vlek op de borst zie je soms ook wel.

Hoogte
Schofthoogte reuen 56-57 cm, teven 54-56 cm.

einde