Inleiding
In deze documentatiemap kunt u informatie vinden over de evolutietheorie en het scheppingsverhaal.
De evolutietheorie is een van de vele theorieën over het ontstaan van de aarde.
Deze theorie is bedacht door Charles Darwin, een beroemd wetenschapper uit het Engeland van de 19e eeuw. Hij was op ontdekkingsreis: de reis van de Beagle. Op deze reis vond hij verschillende oude fossielen van al uitgestorven diersoorten. Dit fascineerde hem, en doormiddel van meerdere ontdekkingen heeft hij de theorie bedacht die we nu kennen als de evolutietheorie. Nog steeds worden er ontdekkingen gedaan die de evolutie lijken te bewijzen. De theorie heeft dan ook miljoenen aanhangers over de hele wereld. Op openbare scholen wordt deze theorie bijvoorbeeld als waarheid aangenomen. Het scheppingsverhaal komt van de christenen, hierin staat dat een God de wereld heeft geschreven en dat hij de heerser is over al wat leeft.
De evolutietheorie is erg aannemelijk waardoor het toch vragen oproept bij mensen die bijvoorbeeld in een schepping geloven. Er is nou eenmaal het een en ander bewezen omtrent deze theorie.
De aarde is heel complex, daaruit komt dan ook snel de vraag naar voren: hoe is hij ontstaan?
Als je kijkt naar de simpelste dingen die op aarde voorkomen, kun je je erg verbazen over hoe alles in elkaar steekt. Neem bijvoorbeeld een takje van een boom. In dit takje zitten allerlei kanalen waardoor stoffen worden getransporteerd. Zuurstof, water en koolstofdioxide.
De onderzoeksvraag van deze documentatiemap luidt dan ook: “Kan het geloof iets met de evolutietheorie te maken hebben?”
Een groot deel van de christenen gelooft in een schepping.
Daarom zal deze documentatiemap dat ook als uitgangspunt nemen.
Voor deze documentatiemap zal veel onderzoek worden gedaan.
In de bibliotheek staan veel boeken over de theorie, en de schepping is ook in meerdere boeken te vinden. Van tevoren zal er een opzet worden gemaakt met onderwerpen en sub onderwerpen die uiteindelijk alleen nog maar hoeft te worden ingevuld met de correcte antwoorden.
In deze documentatiemap zal gewerkt worden vanuit het trechtermodel.
Eerst wordt er gekeken naar de evolutie, daarop volgt de schepping, en tot slot worden de twee met elkaar vergeleken. De documentatiemap wordt vanuit een christelijke blik geschreven.
Dat er zoveel theorieën zijn over hoe de aarde is ontstaan is geen toeval.
Veel mensen hebben zo hun twijfels bij de schepping. Maar ook de evolutietheorie heeft nog zijn zwakke punten. Het is dan ook niet onmenselijk om te twijfelen over wat de waarheid is.
Waarschijnlijk zal deze documentatiemap de vraag dus ook niet helemaal beantwoorden.
Dit omdat iedereen zo zijn bedenkingen heeft over dit onderwerp. Wel zouden we kunnen zeggen dat één van de twee waarheid zou moeten zijn, of we hebben de echte oorzaak nog niet boven water weten te halen.
Voorlopig luidt de hypothese van deze documentatiemap dat er misschien een vorm van evolutie op de wereld bestaat, maar dat het niet is toegepast op de schepping.
1.Evolutietheorie
1.1 Doel
In dit hoofdstuk zullen we kunnen zien wat de evolutietheorie precies inhoudt.
Later in deze documentatiemap kan er dan weer gebruik van worden gemaakt.
Eerst wordt de grondlegger beschreven met een kleine biografie, daarna zal de theorie zelf duidelijk worden uitgelegd.
1.2 Charles Darwin
Charles Darwin was de grondlegger van de evolutietheorie. Het is dus belangrijk om te weten hoe hij bij zijn theorie is gekomen. Dit wordt in deze deelparagraaf uitgewerkt.
1.2.1 Korte biografie
Charles Darwin werd in 1809 in Engeland geboren. Hij hield er niet van om op school zitten. Liever was hij de hele dag in de natuur om kevers en planten te verzamelen. Nadat zijn studie voor arts was mislukt, ging hij theologie studeren. Dan kon hij daarna als pastoor in een klein dorpje veel tijd besteden aan natuuronderzoek. Maar het liep anders. Hij ging vijf jaar op wereldreis met het marineschip HMS Beagle. Toen hij van deze reis terugkwam, trouwde hij met zijn nicht. Samen kregen ze tien kinderen. Nadat vier van zijn kinderen overleden waren, geloofde Darwin niet meer in God. Al tijdens zijn leven werd hij beroemd door zijn onderzoek. Hij stierf in 1882. (www.schoolbieb.nl, 2012)
1.2.2 Ondervinding
Tijdens zijn reis om de wereld van 1831 tot 1836 bezocht Charles Darwin de beroemd geworden Galapagos-eilanden in de Stille Oceaan. Daar zag hij dat planten- en diersoorten niet onveranderlijk waren, zoals de biologen toentertijd leerden, maar dat er variatie was binnen de soort. Via deze variatie binnen de soort kwam Darwin tot de idee dat elke soort afstamt van een andere – primitievere – vorm. Darwin zag variatie binnen een bepaalde groep planten of dieren (dit noemen we micro-evolutie) en veronderstelde een complete evolutie van het leven (dit noemen we macro-evolutie). (Moderne wetenschap in de bijbel, 2005)
Dit was het begin van vele ontdekkingen van Darwin die hij later in een dik boek (Origin of species) te wereld zou brengen. Het was een keerpunt in de geschiedenis, aangezien er nog nooit eerder iemand was geweest die zoveel bewijs tegen de schepping had weten te vinden. Later zouden er dan ook veel mensen het darwinisme aan gaan hangen.
1.2.3 Natuurlijke selectie
als een zeef: slechte veranderingen verdwenen, de goede bleven over. Centraal De Darwiniaanse selectie is vaak gedemonstreerd aan de hand van de darwinvinken, vogels die Darwin verzamelde op verschillende eilanden van de Galápagosarchipel. De afwijkende vorm van de snavels wijst op een verschil in dieet. Insectenetende vinken hadden een scherpe snavel, zaadeters een stevige, stompe snavel. De verklaring is eenvoudig: op een eiland met veel insecten zal een spitsere snavel voordeel bieden. In eerste instantie dacht Darwin dat het isolement van de vogels op de verschillende eilanden via inteelt had geleid tot een bepaalde snavelvorm en dat de dieren hun dieet aan de snavelvorm hadden aangepast. Na het lezen van Malthus’ boek realiseerde hij zich dat natuurlijke selectie de drijvende kracht was. Dieren die door hun snavelvorm het best gebruik konden maken van de beschikbare voedselbronnen, zouden de meeste nakomelingen krijgen. De verandering door inteelt zou volkomen toevallig zijn geweest, maar de natuurlijke selectie werkte in de idee van Darwin is de aanname dat binnen een groep dieren of planten variatie bestaat. Niet ieder individu is gelijk. Natuurlijke selectie bevoordeelt de individuen die het best zijn aangepast aan de omgeving. Een probleem voor Darwin was dat hij niet wist hoe variatie precies kon ontstaan en hoe deze werd doorgegeven. Dat de variatie werd doorgegeven bleek duidelijk uit de vele teeltprogramma’s die hij kende.(Gevormd uit sterrenstof, 2009)
Dit was ook meteen het principe waarop Darwin veel baseerde. Dieren die zich het best aanpassen, overleven het best. Dit proces heet: evolutie.
1.3 De oerknal
Tijd, ruimte, energie en materie zijn vermoedelijk al 13,7 miljard jaar geleden ontstaan bij een gebeurtenis die de oerknal wordt genoemd. In het prille begin was het heelal oneindig dicht, onvoorstelbaar heet en bevatte het uitsluitend energie. Maar al binnen een fractie van een seconde kwamen uit die energie enorme aantallen elementaire deeltjes voort. Een paar honderdduizend jaar later vormden deze deeltjes de eerste atomen. De oerknal was geen explosie in de ruimte maar een plotselinge uitdijing van de ruimte zelf, die overal tegelijk plaatsvond. Fysici weten niet wat er onmiddellijk na de oerknal, tijdens de zogeheten Planck-periode, gebeurde. Maar aan het eind ervan zou de zwaartekracht zich van de andere natuurkrachten hebben afgesplitst, gevolgd door een sterke kernkracht. Volgens velen was dit de oorzaak van de ‘inflatie’ – een kortstondige, maar uitermate snelle uitdijing. De inflatie helpt verklaren waarom het heelal er zo vlak en gelijkmatig uitziet. Tijdens de inflatie ontstond enorm veel massa-energie, in combinatie met een gelijke maar negatieve hoeveelheid zwaartekracht. Aan het einde van de inflatie ontstond materie. (Heelal, 2007)
Wetenschappers zeggen dat na honderdmiljard yoctoseconde de temperatuur ongeveer 1000 biljoen graden moet zijn geweest. En dat de diameter na 1 seconde ongeveer 10 lichtjaar was (1 lichtjaar = 9,46 biljoen kilometer).
Ongeveer een honderdmiljoenste yoctoseconde na de oerknal zou het heelal een ‘soep’ van elementaire deeltjes zijn geweest. Deze ontstonden als deeltje-antideeltje-paren uit energie en veranderden na annihalilatie ook weer terug in energie. Tot deze deeltjes behoorden soorten die ook tegenwoordig nog veel voorkomen. Zoals quarks en hun antideeltjes en bosonen. Maar er hebben aanvankelijk waarschijnlijk ook deeltjes bestaan die nu niet meer voorkomen of moeilijk waarneembaar zijn, zoals de gravitonen (hypothetische deeltjes die de zwaartekracht overbrengen) en de Higgs-bosonen (eveneens hypothetische deeltjes die andere deeltjes massa geven). Tot de deeltjes die kort na de oerknal vermoedelijk hebben bestaan, behoorden het zeer zware X-boson en het bijbehorende antideeltje. Het X-boson en zijn antideeltje waren instabiel en vervielen tot andere deeltjes en antideeltjes (quarks, antiquarks, elektronen en positronen). Een eigenschap van het X-boson en zijn antideelje is dat zij bij hun verval iets meer deeltjes dan anti-deeltjes laten ontstaan – om precies te zijn een miljard plus één deeltje op elke miljard antideeltjes. Toen de deeltjes en antideeltjes elkaar vervolgens annihileerden, bleven er dus deeltjes over. Het vermoeden bestaat dat deze deeltjes de huidige materie in het heelal vormen. (heelal,2007)
Het heelal was echter nog steeds te heet om atomen te vormen, en uit atomen zijn wij ook gemaakt.
Na 1 microseconde, was het heelal voldoende afgekoeld om quark en antiquarks in paren en drietallen tot zwaardere deeltjes te combineren. ‘op’-quarks en ‘neer’-quarks voegden zich met gluonen samen tot protonen en neutronen. Er ontstonden ook deeltjes als mesonen en antibaryonen, maar die vervielen snel of werden geannihileerd. Gedurende de volgende seconde konden de overgebleven protonen en neutronen, onder uitzending of opname van elektronen en neutrino’s, in elkaar overgaan.
Na honderd seconden waren al deze deeltjes samen gegaan in: helium-4, helium-3, lithium en deuterium. Deze zogeheten oerknalnucleosynthese duurde slechts twee à drie minuten. In die korte tijd ontstond 98 procent van alle nu bestaande heliumatomen. Bovendien werden bij deze reactie alle vrije neutronen opgeveegd. Honderdduizenden jaren lang bleef het heelal uitdijen en afkoelen. Maar al die tijd bleef het te heet om atomen te vormen. Elektronen die protonen of heliumkernen ontmoetten werden al snel door fotonen van elkaar gescheiden. De fotonen zelf raakten verstrikt in een lange aaneenschakeling van botsingen met vrije elektronen. Daarbij raakten ze zo vaak verstrooid, dat ze nauwelijks vooruit kwamen in het heelal. Als er een waarnemer was geweest, zou het heelal zich als een soort dichte mist hebben vertoont. Ongeveer driehonderdduizend jaar na de oerknal, toen de temperatuur tot ongeveer zevenentwintighonderd graden was gedaald, begonnen protonen en atoomkernen elektronen in te vangen. Zo ontstonden de eerste atoomkernen. Omdat de elektronen nu aan atomen gebonden raakten, konden ze de fotonen niet langer verstrooien. Materie en straling werden dus van elkaar ‘ontkoppeld’, en fotonen konden vrij door het heelal bewegen. Het heelal werd doorzichtig. Het zijn deze eerste vrije fotonen die nog steeds waarneembaar zijn als de kosmische achtergrondstraling.
1.4De eerste mens
De meeste wetenschapper zijn het erover eens dat het leven op aarde begonnen is met de vorming van eenvoudige organische (koolstofhoudende) moleculen in de ‘oersoep’ van de pas ontstane oceanen. Deze moleculen ontstonden door reacties tussen chemische stoffen in de aardatmosfeer, mogelijk aangespoord door bliksemontladingen. In de loop van de miljoenen jaren ontwikkelden zich daaruit steeds ingewikkelder moleculen, totdat er een molecuul ontstond dat in staat was zichzelf te vermenigvuldigen. Hierdoor werd dit molecuul – een primitief soort gen – vanzelf steeds talrijker. Door mutaties en natuurlijke selectie ontwikkelden zich varianten die uitmonden in een bacterie-achtige cel – de voorloper van al het leven op aarde. Veel evolutie-biologen denken dat het ontstaan van zo’n molecuul dat zichzelf kan vermenigvuldigen onherroepelijk tot het ontstaan van levende organismen leidt. (Heelal, 2007)
Het gaat voornamelijk om eencelligen zonder celkern (prokaryoten) die leven van koolstofdioxide en zuurstof uitstoten in de atmosfeer: cyanobacteriën. Alhoewel, wetenschappers denken dat het leven zich wel eens ontwikkeld kan hebben in zeer warme, zuurstofloze omgevingen. Ongeveer 2,7 miljard jaar geleden hadden deze cyanobacteriën zoveel zuurstof geproduceerd dat veel meer levensvormen een kans kregen. Later, ongeveer 2 miljard jaar geleden, ontstonden eencelligen met een celkern (eukaryoten). Rond 1,2 miljard jaar geleden voegden ook de meercelligen zich bij het leven op aarde. Dit gaf aanleiding voor het in gang zetten van een (geologisch gezien) snelle toename in de diversiteit aan levensvormen: de zogenaamde Cambrische explosie vanaf 542 miljoen jaar geleden waarin de basis werd gelegd voor het ontstaan van de meeste moderne diergroepen. In de perioden daarna koloniseerden de eerste planten, schimmels en dieren het land. Op de komst van de zoogdieren moeten we wachten tot ongeveer 145 miljoen jaar geleden. De moderne mens is pas ontstaan ten tijde van de glacialen (tussen 1,8 en 0,01 miljoen jaar geleden).
De dieren op land evolueerden verder en verder, totdat de aap ontstond.
De evolutietheorie zegt dat de mens uit de aap is ontstaan, een bewijs is bijvoorbeeld is “Lucy in the sky with diamonds”. Een mens-aap die in 1974 ontdekt was in Ethiopië.
1.5 Zijtakken van de evolutietheorie
1.5.1 Theïstisch evolutionisme
Theïstisch evolutionisme, of evolutionair creationisme, is de gedachte dat sommige of alle klassieke religieuze leringen over God en de schepping verenigbaar zijn met een deel van, of de gehele wetenschappelijke theorie van de evolutie.
Het theïstische evolutionisme beweert dat het aannemen van de evolutionaire biologie in wezen niet verschilt van het aannemen van andere wetenschappen, als astronomie of meteorologie, die zich ook baseren op de methodologische aanname van het filosofisch naturalisme om de natuurlijke wereld te bestuderen, zonder het bestaan of niet-bestaan van het bovennatuurlijke aan te nemen. Volgens dit gezichtspunt is het zowel godsdienstig als wetenschappelijk gezien juist om oude religieuze geschriften te herinterpreteren op een manier die overeenstemt met hedendaagse wetenschappelijke resultaten over evolutie. Deze synthese van de onderliggende teleologie van geloof en religieuze leer met wetenschap kan nog steeds omschreven worden als creationisme, omdat goddelijke tussenkomst het ontstaan van het leven veroorzaakte, of dat door God gegeven wetten de vorming van soorten beheersen, maar in het debat tussen creationisten en evolutionisten staan haar voorstanders meestal aan de kant van de 'evolutionisten'. Daarom geven mensen aan beide zijden de voorkeur aan de term 'theïstisch evolutionisme' om dit geloof te omschrijven.
De term 'evolutionair creationisme' wordt in het bijzonder gebruikt voor standpunten waarin God de gewone tijd en ruimte overstijgt, waarbij de natuur geen bestaan heeft onafhankelijk van zijn wil. Dit staat uitleggingen toe die consistent zijn met zowel een letterlijke uitleg van Genesis als met de objectieve wetenschap, bijvoorbeeld omdat de scheppingsgebeurtenissen plaatsvonden buiten de tijd zoals wij die kennen. (www.wikipedia.org, 2011)
De mensen die deze stroming aanhangen proberen dus eigenlijk het scheppingsverhaal met de evolutietheorie te verbinden. De vraag is nu of dit wel kan, of dat je dan maar gewoon een middenweg kiest.
1.5.2 Gaptheorie
De kern van deze visie is: waar in mijn theorie nog lacunes (gaps) zitten, daar heb ik God nodig. De werkelijkheid kun je met wetenschap wel verklaren, de aarde is ontstaan door evolutie. Waar echter de wetenschap (nog) geen verklaring voor heeft, daarvoor heb je God nodig. God is in deze theorie het sluitstuk van wetenschappelijk denken. Deze theorie is een valkuil voor christelijke wetenschappers.
Zelfs de paus heeft een gap-theoretisch standpunt beschreven toen hij op een audiëntie het volgende sprak:” Het is aanvaardbaar om de evolutie van de kosmos te bestuderen vanaf de Big Bang, maar u behoort niet zelf de Big Bang te onderzoeken, omdat dit het moment van de Schepping was: een werk van God”. Het zal duidelijk zijn dat deze visie ver verwijderd is van het bijbelse spreken. Het is een onbijbelse manier van spreken, want op zeer veel plaatsen openbaart de bijbel dat God de schepper is van hemel en aarde. Wanneer je deze theorie eerlijk bekijkt, dan moet je zeggen dat ze God niet serieus neemt. In deze theorie wordt de rol van God steeds kleiner, want een toename van wetenschappelijke kennis, betekent een afname van Gods rol.
De Gaptheorie is dus eigenlijk een beetje makkelijk. Waar de wetenschap geen antwoord op heeft, komt God om de hoek kijken. Dit is niet netjes naar God toe, omdat je dan hem meer als een middel gebruikt dan dat je hem als God aanbidt.
1.6 Bewijzen en bezwaren
1.6.1 Bewijzen
1.De menselijke staart
Veel creationisten pakken dit veel te oppervlakkig en komen met argumenten dat het staartbeen wel degelijk een functie heeft. Maar het daadwerkelijk onomstotelijke bewijs negeren ze voor het gemak. Neem nu de mensen die geboren worden met een staart, dit kan je niet weg verklaren door te zeggen, dit is een foutje en geen staart. We praten over een volledig functionerende staart, inclusief bot, weefsel, huid en zenuwen, deze mensen kunnen de staart notabene bewegen. Er zit namelijk een geïnactiveerd gen in ons DNA, of in makkelijke verwoording: er zit een instructieset in je DNA om een staart te maken, alleen deze is gedeactiveerd en door een mutatie wil deze weleens aangezet worden per ongeluk. Deze genen zijn geïdentificeerd in muizen en deze vergeleken met het menselijke genoom en inderdaad, deze genen zitten ook in de mens.
2. Chromosome 2
De mens heeft 46 chromosomen, alle andere primaten hebben er 48. Hieruit kon dus jaren geleden al voorspeld worden dat er iets met deze chromosomen gebeurd moest zijn waardoor wij 46 chromosomen kregen. Als er niets te vinden viel was gemeenschappelijke afstamming per definitie uitgesloten aangezien een volledig verliezen van een chromosoom dodelijk is. 1 van de voorspellingen was een fusie tussen bepaalde chromosome. Hoe kan je dit beter uittesten dan te kijken naar de chromosomen van mensen en chimpansee’s, aangezien deze het dichtst bij elkaar staan op de evolutionaire boom. En wat blijkt, chromosome 12 en 13 zijn gefuseerd tot chromosome 2 van de mens.
Dit zijn 2 bewijzen voor de evolutietheorie. De eerste is het feit dat de mens een staartbot heeft, en de tweede is dat de mens één gefuseerd chromosoom heeft, waardoor mensen verschillen van dieren. Dit zijn bewijzen die vaak worden aangevoerd in de discussie tussen creationisten en aanhangers van de evolutietheorie. Dit zijn overigens niet de enige twee bewijzen die er genoemd kunnen worden, er zijn er (volgens de aanhangers van de evolutietheorie) nog veel meer.
Maar er zijn niet alleen maar bewijzen voor de evolutietheorie, er zijn ook een hoop bezwaren te noemen. Deze zijn hieronder uitgewerkt.
1.6.2 Bezwaren
De ontwikkeling van organen
Wat is het voordeel van een half orgaan? Als organen na verloop van lange tijd en door kleine mutaties zijn ontstaan, dan moeten er tussen de eerste mutatie die het begin maakte aan een orgaan en de laatste mutatie die het orgaan compleet operationeel maakte, vele generaties hebben gezeten die het hebben moeten stellen met een niet-af orgaan. Die organismen zouden dan nadeel hebben gehad aan het niet-af orgaan in plaats van voordeel. De survival of the fittest zou ervoor zorgen dat die organismen met dat halve orgaan uitsterven. Darwin dacht dat survival of the fittest een bewijs vóór de evolutie was, maar het is juist een bewijs tégen evolutie.
Het vogelbekdier.
Het ontstaan van het vogelbekdier is een groot probleem voor de evolutietheorie. Het heeft een eendensnavel en zwemvliezen, maakt een nest van gras en legt eieren. Het heeft echter een behaarde huid, een staart van een bever en geeft haar jongen melk. Waaruit kan zoiets ontstaan zijn? Het teveel zoogdier om van de vogels af te stammen en teveel vogel om van de zoogdieren af te stammen. Of is het een tussenvorm van die twee? Dat kan ook niet, want volgens de evolutietheorie stammen vogels af van de reptielen.
Te weinig tussenvormen.
Nog een probleem voor de mensen die geloven dat het leven op aarde zich langzaam heeft ontwikkeld door toevallige mutaties: als we werkelijk van ééncelligen afstammen, dan moeten er miljoenen, nee miljarden tussenvormen te vinden zijn in de aardlagen. Darwin realiseerde zich dat ook, maar dacht dat die nog wel gevonden zouden worden in de daaropvolgende decennia. We zijn nu 150 jaar verder en nog steeds zijn er alleen maar complete organismen gevonden. Bovendien zouden er, als er evolutie heeft plaatsgevonden, ook tegenwoordig nog vele organismen zijn met halve organen.
Dit zijn een drietal argumenten tegen de evolutietheorie. Zoals we kunnen zien zijn er nog een paar “missing links”. Cruciale bewijzen als fossielen of tussenvormen zijn nog niet gevonden. Dit blijft nog steeds een moeilijk punt voor de evolutietheorie.
1.7 Slot
In dit hoofdstuk is de evolutietheorie beschreven. Ook de oerknal en Charles Darwin zijn naar voren gekomen. Dit hoofdstuk zullen we nodig hebben voor hoofdstuk 3 waar we de evolutietheorie gaan vergelijken met het scheppingsverhaal. Het is dus handig als u de informatie goed opslaat, zodat er geen verwarring ontstaat bij het vergelijken. In het volgende hoofdstuk zal het scheppingsverhaal worden geanalyseerd. Ook zal er gekeken worden naar verschillende geloven en hun scheppingsverhaal.
2. Schepping
2.1 Doel
In dit hoofdstuk gaan we het scheppingsverhaal onderzoeken. Eerst zal het scheppingsverhaal van de christenen onder de loep gelegd. Binnen het Christendom zijn verschillende stromingen aan te wijzen voor wat betreft het ontstaan van het leven. Het hoofdstuk word afgesloten met enkele bewijzen en bezwaren.
2.2 Het scheppingsverhaal
1 In het begin schiep God de hemel en de aarde. 2 De aarde was nog woest en doods, en duisternis lag over de oervloed, maar Gods geest zweefde over het water.
3 God zei: ‘Er moet licht komen,’ en er was licht. 4 God zag dat het licht goed was, en hij scheidde het licht van de duisternis;5 het licht noemde hij dag, de duisternis noemde hij nacht. Het werd avond en het werd morgen. De eerste dag.6 God zei: ‘Er moet midden in het water een gewelf komen dat de watermassa’s van elkaar scheidt.’ 7 En zo gebeurde het. God maakte het gewelf en scheidde het water onder het gewelf van het water erboven. 8 Hij noemde het gewelf hemel. Het werd avond en het werd morgen. De tweede dag.9 God zei: ‘Het water onder de hemel moet naar één plaats stromen, zodat er droog land verschijnt.’ En zo gebeurde het.10 Het droge noemde hij aarde, het samengestroomde water noemde hij zee. En God zag dat het goed was.11 God zei: ‘Overal op aarde moet jong groen ontkiemen: zaadvormende planten en allerlei bomen die vruchten dragen met zaad erin.’ En zo gebeurde het. 12 De aarde bracht jong groen voort: allerlei zaadvormende planten en allerlei bomen die vruchten droegen met zaad erin. En God zag dat het goed was. 13 Het werd avond en het werd morgen. De derde dag.14 God zei: ‘Er moeten lichten aan het hemelgewelf komen om de dag te scheiden van de nacht. Ze moeten de seizoenen aangeven en de dagen en de jaren, 15 en ze moeten dienen als lampen aan het hemelgewelf, om licht te geven op de aarde.’ En zo gebeurde het. 16 God maakte de twee grote lichten, het grootste om over de dag te heersen, het kleinere om over de nacht te heersen, en ook de sterren. 17 Hij plaatste ze aan het hemelgewelf om licht te geven op de aarde, 18 om te heersen over de dag en de nacht en om het licht te scheiden van de duisternis. En God zag dat het goed was. 19 Het werd avond en het werd morgen. De vierde dag. 20 God zei: ‘Het water moet wemelen van levende wezens, en boven de aarde, langs het hemelgewelf, moeten vogels vliegen.’ 21 En hij schiep de grote zeemonsters en alle soorten levende wezens waarvan het water wemelt en krioelt, en ook alles wat vleugels heeft. En God zag dat het goed was. 22 God zegende ze met de woorden: ‘Wees vruchtbaar en word talrijk en het werd morgen. De vijfde dag.24 God zei: ‘De aarde moet allerlei levende wezens voortbrengen: vee, kruipende dieren en wilde dieren.’ En zo gebeurde het. 25 God maakte alle soorten in het wild levende dieren, al het vee en alles wat op de aardbodem rondkruipt. En God zag dat het goed was.26 God zei: ‘Laten wij mensen maken die ons evenbeeld zijn, die op ons lijken; zij moeten heerschappij voeren over de vissen van de zee en de vogels van de hemel, over het vee, over de hele aarde en over alles wat daarop rondkruipt.’ 27 God schiep de mens als zijn evenbeeld, als evenbeeld van God schiep hij hem, mannelijk en vrouwelijk schiep hij de mensen. 28 Hij zegende hen en zei tegen hen: ‘Wees vruchtbaar en word talrijk, bevolk de aarde en breng haar onder je gezag: heers over de vissen van de zee, over de vogels van de hemel en over alle dieren die op de aarde rondkruipen.’ 29 Ook zei God: ‘Hierbij geef ik jullie alle zaaddragende planten en alle vruchtbomen op de aarde; dat zal jullie voedsel zijn. 30 Aan de dieren die in het wild leven, aan de vogels van de hemel en aan de levende wezens die op de aarde rondkruipen, geef ik de groene planten tot voedsel.’ En zo gebeurde het. 31 God keek naar alles wat hij had gemaakt en zag dat het zeer goed was. Het werd avond en het werd morgen. De zesde dag.
1 Zo werden de hemel en de aarde in al hun rijkdom voltooid. 2 Op de zevende dag had God zijn werk voltooid, op die dag rustte hij van het werk dat hij gedaan had. 3 God zegende de zevende dag en verklaarde die heilig, want op die dag rustte hij van heel zijn scheppingswerk. (www.biblija.net, nieuwe bijbelvertaling, 2007)
Dit is direct geciteerd uit de bijbel, het scheppingsverhaal dus. Mensen die hierin geloven worden de creationisten genoemd. Deze mensen verklaren alles vanuit de bijbel en hun geloof. Het creationisme staat direct tegen over de evolutietheorie.
2.3 Stromingen
2.3.1 Creationisme
Deze theorie wil bijbelgetrouw en wetenschappelijk verantwoord nadenken over het ontstaan van alle dingen. Een paar uitgangspunten van het creationisme:
- Zij nemen de bijbel van harte aan als het woord van God.
- Zij willen wetenschappelijk verantwoord nadenken over het begin van alle dingen.
- Zij willen met behulp van geologie, sterrenkunde, biologie, enzovoort, de historiciteit van de bijbel, met name Genesis 1-11, onderbouwen.
- Zij geloven dat God alles heeft gemaakt en dat de soorten onveranderlijk zijn.
- In hun theorie is de aarde nog jong (ongeveer 6000 – 10.000 jaar oud) en zij verklaren bijvoorbeeld aardlagen door natuurrampen, ‘catastrofes’ (zondvloed).
Voorbeeld:
Een bekend gegeven in de evolutietheorie is de ijstijd. Creationisten zeggen ook dat er echt een oorzaak van deze ijstijd wordt een inslagramp (catastrofe) genoemd. Dat is ook in de bijbel terug te vinden, zeggen creationisten, waarschijnlijk in de tijd van de aartsvaders. Job leefde waarschijnlijk in die tijd en in job 37 en 38 wordt geschreven over indrukwekkende weersveranderingen waarbij zelfs de zee bevriest. Genesis 41 bevat daarvoor mogelijk ook een aanwijzing. (God creëert en regeert, 2011)
Een ander voorbeeld van verklaren via de bijbel, is de oudheid van de aarde. In de bijbel valt het geslachtsregister te vinden, hierin staan wie er geboren werden vanaf het begin van de aarde. Hieruit kunnen de creationisten hun schatting halen dat de aarde zo’n 10.000 jaar oud is. Je hebt ook creationisten die dit niet geloven en zeggen dat de aarde net zo oud is als de evolutietheorie beweert. Omdat het creationisme haaks op de evolutie staat, zijn hier nog een paar risico’s om in het creationisme te geloven.
Risico’s
Toch zal niet iedere christen die zich op wetenschappelijk niveau bezighoudt met het ontstaan van de aarde creationist genoemd willen worden. Waarom niet? Ze vinden dat het creationisme een paar valkuilen kent:
De bijbel is geschreven met een speciaal doel: het openbaart ons wie God is en het vertelt hoe de in zonde gevallen wereld gered wordt. Daarvoor is de bijbel geschreven. Met het oog daarop moet je dus ook de eerste hoofdstukken van Genesis lezen. Het is Godsopenbaring en heilsgeschiedenis. Een creationist leest echter met nog veel meer vragen die eerste hoofdstukken van de bijbel. Hij wil erg graag weten hoe het heel precies ging met de wordingsgeschiedenis van deze planeet. Een paar voorbeelden:
- Hoe oud is de aarde exact? Met het geslachtsregister van Genesis 5 en 11 bijvoorbeeld is de periode van Adam tot Abram exact te berekenen. Tenminste, zo lijkt het op het eerste gezicht.
- Wat is precies het uitspansel dat op de tweede dag geschapen werd? Werden op de 6e dag soorten hoofdsoorten of ook al ondersoorten geschapen? Wordt er in Genesis 10:25 misschien geduid op continentendrift?
- Worden er dinosaurussen in de bijbel beschreven?
Interessante vragen, maar geen vragen die met de bijbel met stelligheid beantwoord kunnen worden. Immers, de bijbel is niet met het oog op die vragen geschreven. Je moet daarom voorzichtig zijn als je deze vragen stelt. Al te snel laat je de bijbel buikspreken. Ook is creationisme een risico omdat het te veel wil gaan bewijzen wat toch vooral geloofd moet gaan worden.
(God creëert en regeert, 2011)
Er zijn dus ook verschillen onder de christenen zelf, niet iedereen neemt alles maar aan. Er zijn bijvoorbeeld ook christenen die de bijbel eigenlijk niet geloven zoals we in de volgende sub-paragraaf gaan zien.
2.3.2 Vrijzinnige theologie
Er zijn vandaag mensen die zich christen noemen, maar die niet geloven dat de bijbel een historisch betrouwbaar boek is. De bijbel vertelt gewoon prachtige verhalen om mensen te troosten. In Babel was het de joden opgevallen dat de Babyloniërs een mooi verhaal hadden over het begin van de wereld. Dat was voor de joden een goed moment om ook een scheppingsverhaal te verzinnen. Een priester gaat er voor zitten en hij begint te vertellen. Zo is Genesis 1 ontstaan.
De mening van de vrijzinnige theologie over Genesis 1
1. ze gaan ervan uit dat de aarde door evolutie is ontstaan en niet door de schepping
2. ze vinden het een waardevol verhaal. Het is een prachtig en ontroerend verhaal en daarom laten ze het verhaal gewoon in de bijbel staan.
3. het is volgens hen een geloofslied. In een lied gaat het niet om wat echt gebeurd is. Je kunt volgens hun ook wel zien dat het een lied is:
- Genesis 1 heeft 6 coupletten en refreinen.
- Het heeft een opvallende structuur en die past goed bij een gedicht
- Bovendien zitten er onwerkelijke elementen in (bijvoorbeeld: 1e dag licht en pas op de 4e dag de zon. Het vee was er op de zesde dag al voor de mens werd geschapen.
4. het is ontstaan in Babel en duidelijk afgekeken van de Gilgamesj-epos. Dat is een Babylonisch scheppings- en zondvloedverhaal.
5. het doel van Genesis 1 is de joden in de ballingschap moet in te spreken.(God creëert en regeert, 2011)
De mensen die hierin geloven zeggen dus dat de bijbel niet echt en betrouwbaar is, maar God zei zelf dat de bijbel het woord van het is. Je zou dus kunnen stellen dat deze mensen ook niet echt in God geloven, want ze geloven ook niet in zijn woord.
2.3.3 Gereformeerde theologie
De gereformeerde visie ligt dicht bij het creationisme.
- Beide benadrukken dat de bijbel het gezaghebbende Woord van God is; de HERE heeft het Mozes laten opschrijven.
- Beide gaan er dus van uit dat de eerste hoofdstukken van de bijbel geschiedenis beschrijven.
- Beide gaan uit van het geloven in een almachtig en soeverein God, die hemel en aarde uit niet geschapen heeft.
In de gereformeerde theologie probeert men echter zo dicht mogelijk bij de bedoeling van de bijbel te blijven. voor Genesis 1 betekent dit concentratie op God, de almachtige Schepper en Onthouder van deze wereld. Hij schiep de wereld overeenkomstig zijn subliem plan. Het scheppingsverhaal laat ons Gods macht zien. Genesis 1 biedt een zekerheid: de wereld dat haar ontstaan aan Gods scheppend woord. God is daarom aanbidding en lofprijzing waard. Paulus wijst daarop wanneer hij zegt: “Want alles wat God geschapen heeft is goed. Niet hoeft te worden verworpen als het onder dank aangenomen word.” Gereformeerde theologie concentreert zich op de opvallende positie van de mens in de schepping. Hij is beeld van god en kreeg de taak om voor de wereld te zorgen. Genesis 1 vers 28 zegt: “Hij zegende hen en zei tegenhen: wees vruchtbaar en wordt talrijk, bevolk de aarde en breng haar onder je gezag: heers over de vissen in de zee, over de vogels van de hemel en over alle dieren die op de aarde rondkruipen.” Genesis 1 is niet bedoeld om allerlei westerse, 21e-eeuwse vragen van een nauwkeurig wetenschappelijk antwoord te voorzien. Als je die antwoorden er wel met stelligheid in gaat lezen, doe je de bedoeling van de tekst geen recht.(God creëert en regeert, 2011)
De gereformeerde theologie gaat dus uit van de taak die God ons heeft gegeven. En net zoals het creationisme geloven ze wat er in de bijbel staat. De theologie vind ook dat als je deze tekst met vragen uit de 21e eeuw gaat bestoken, je het verkeerd opvat.
2.3.4 Intelligent Design
Naast het creationisme is er nog een theorie ontwikkeld: intelligent design. Hier wordt op basis van puur (natuur)wetenschappelijke gegevens de stelling verdedigt dat de wereld en het heelal veel te bijzonder in elkaar zitten om helemaal door toeval te zijn ontstaan. Deze theorie wordt ook wel “intelligent design beweging” genoemd. Volgens hen wijzen allerlei (natuur)wetenschappelijke bewijzen er op dat er sprake moet zijn van een ontwerper, van een bijzonder ingenieus plan dat bedacht is. De I.D.-beweging kent zowel christelijke als niet-christelijke wetenschappers. Deze wetenschappers krijgen overigens te maken met heftige (emotionele) tegenstand van wetenschappers die de evolutietheorie door dik en dun blijven steunen. (God creëert en regeert, 2011)
Intelligent design staat een beetje haaks op de evolutietheorie, maar tegelijkertijd is het ook niet hetzelfde als het creationisme. Eigenlijk is het vergelijkbaar met het ‘iets-isme’, waarin mensen niet in God geloven, maar wel geloven dat er ‘iets’ meer is tussen Hemel en aarde. Creationisten gaan net een stapje verder: zij geloven niet alleen dat er een ‘iemand’ is, maar ook dat die ‘iemand’ de aarde gemaakt heeft. Het is dus nog maar de vraag of mensen die Intelligent Design aanhagen niet gewoon in God geloven. Zoals het citaat zegt, zijn er dan ook zowel christelijke als niet-christelijke wetenschappers die Intelligent Design aanhangen. Eigenlijk is de I.D.-beweging een vrij vage theorie, waar geen vaste vorm aan zit.
2.4 Bewijzen en bezwaren
2.4.1 Bewijzen
Op dit moment kunnen we volstaan met de volgende constatering: om de atheïstische theorie van macro-evolutie te laten plaatsvinden, moet men geloven dat het leven spontaan geëvolueerd is uit levenloze materie. Aan deze onjuiste filosofische aanname houdt men vast, maar niet omdat er legitieme wetenschappelijke waarnemingen zijn die het spontaan ontstaan van leven bevestigen. Werken met onjuiste filosofische aannames is slechte wetenschapbeoefening en het zijn de darwinisten die zich hieraan schuldig maken. Hun geloof in het spontaan ontstaan van leven komt voor uit een blind vertrouwen in naturalisme. Er is een enorm geloof nodig om te aanvaarden dat de eerste levende cel tot stand kwam door de werking van natuurwetten, want dat is te vergelijk met het geloof dat 1.000 encyclopedieën kunnen ontstaan door een explosie in een drukkerij! De atheïsten kunnen om te beginnen niet uitleggen waar die drukkerij vandaan is gekomen, laat staan dat ze een goede verklaring hebben voor die 1.000 encyclopedieën.(ik heb te weinig geloof om een atheïst te zijn, 2004)
Hierin wordt onder andere de onwaarschijnlijkheid van de evolutietheorie beschreven. Ook wordt er beschreven dat er wel degelijk een vorm van geloven is betrokken bij de evolutietheorie , hoewel veel evolutionisten dit ontkennen. En dat is ook precies het geval bij het scheppingsverhaal of het christendom, als het bewezen zou zijn, zou het geen geloof meer zijn.
2.4.2 Bezwaren
In 1953 bootste de Amerikaanse scheikunde Stanley Miller in het laboratorium naar eigen inzicht de oeratmosfeer van de aarde na. Hij bestookte het gasmengsel, dat geen zuurstof bevatte, met elektrische vonken, wat aminozuren opleverde – de bouwstenen van het leven op aarde.(heelal, 2007)
In dit experiment werd dus aangetoond dat de evolutietheorie dus wel degelijk waarheid bevat. Je ziet namelijk dat er een nieuwe stof word gemaakt, enkel dankzij een reactie van wat gassen en een vonk. Cruciale punten als deze kan het geloof niet weerleggen. Veel evolutionisten vinden dat de creationisten, die alles vanuit de bijbel willen verklaren, dit soort punten altijd halverwege laten en er vervolgens niet meer op in gaan. De evolutionisten echter, lijken dit precies zo te doen. We zien dus spanningen groeien tussen creationisten en evolutionisten. Deze spanningen zijn de laatste tijd erg uitgegroeid en soms kan dit tot lastige situaties in beide kampen leiden. Heel soms bekeert een evolutionist zich naar het geloof of andersom, meestal worden die mensen bij de ene groep als held ontvangen en bij de andere groep als vijand gezien. Je zou kunnen zeggen dat de twee groepen elkaars tegenpolen zijn.
2.5 Slot
In dit hoofdstuk hebben we gezien wat het scheppingsverhaal en haar meerdere stromingen zijn. We hebben ook geconstateerd dat er spanningen zitten tussen creationisten en evolutionisten. Ook hebben we gezien dat er ook stromingen zijn die de twee met elkaar combineren. In het volgende hoofdstuk zullen we de twee met elkaar vergelijken. Onthoud deze informatie dus ook goed.
3. Evolutietheorie versus Scheppingsverhaal
3.1 doel
In dit hoofdstuk wordt bezien of schepping en evolutie werkelijk met elkaar in tegenspraak zijn, of dat ze elkaar kunnen aanvullen. Er zal daarbij met name worden geput uit het boek “Gevormd uit Sterrenstof”.
3.2 feiten
Schepping |
Evolutie |
Gelooft in een God |
Puur toeval, natuurlijke selectie |
Alles ontstond uit niets |
Het één ontstond uit het ander |
Alles is geschapen in 6 dagen |
Alles is geevolueerd in miljarden jaren |
Een zeer goed begin, daarna devolutie |
Ontwikkeling van simpel naar complex, evolutie |
Catastrofes |
Uniforme ontwikkeling |
(God creëert en regeert, 2011)
Een overzicht van de feiten van de twee. Hierin kunnen we goed zien wat de verschillen zijn, en hoe groot ze eigenlijk zijn. Is het dan niet vreemd om de ze samen te voegen? Sommige christenen vinden van niet.
3.3 Domino-effect
Waarom is het belangrijk te spreken over de werkelijkheid van de schepping? We praten over slechts één hooofdstuk uit de bijbel. Kunnen christenen hun energie niet beter stoppen in belangrijkere onderdelen van de bijbel? Met deze vragen zit je ernaast. Sterker, je kunt wel spreken over een domino-effect, wanneer je de eerste dominosteen omgooit valt er veel meer om. Wanneer Genesis 1 om gaat, gaat er meer om.
1. het is een slechte start wanneer je bij de eerste bladzijden van de bijbel al niet wilt accepteren wat er staat. Immers, wat zal dat betekenen voor de andere bijbelgedeelten met ongelofelijke dingen?
2. bovendien moet je goed bedenken dat als Genesis 1 geen geschiedenis is er geen paradijs is geweest en dus ook geen zondeval. Genesis 1, 2 en 3 zijn min of meer een eenheid.
3. wanneer je Genesis 1-3 niet als geschiedenis ziet, maar er vanuit gaat dat de wereld door evolutie is ontstaan, ga je ook anders tegen God, tegen de mens en zelfs tegen de noodzaak van de verlossing door Christus aankijken. (God creëert en regeert, 2011)
Wanneer je gaat twijfelen over de grondbeginselen, stoot je dus al veel meer om van de bijbel. Tenminste dat word ons aangeleerd, totdat we zelf eens goed nadenken over hoe de zaak ervoor ligt. In de volgende citaten kunnen we zien dat we wel degelijk kunnen nadenken over Genesis 1, 2 en 3 en dat we niet persee alles voor zoete koek hoeven te slikken.
3.4 schepping en evolutie samengevoegd
In de voorgaande hoofdstukken heb ik betoogd dat de bevindingen van de wetenschap over de leeftijd van het universum en over de ontwikkeling van het leven op aarde betrouwbaar lijken. Bovendien is het naar mijn idee niet zo dat de beschrijving van de schepping in de Bijbel per se moet worden gelezen als een feitelijk, historisch verslag. Al sinds de vroege dagen van het christendom is Genesis gezien als meer dan aleeen maar geschiedschrijving. Daarmee ligt wat mij betreft de weg open om te bezien hoe de twee scheppingsverhalen, dat van de wetenschap en de beschrijving uit de Bijbel, met elkaar in overeenstemming te brengen zjin. Ik zoek die overeenstemming overigens niet in de vorm van een directie relatie. Gensesis zegt niet over het proces van de corming van sterren of over evolutie.en de bevindingen van de wetenschap kunnen in overeenstemming zijn met het Bijbelse beeld van God en de schepping, maar zullen daar nooit een definitief bewijs voor leveren. Het doel van dit hoofdstuk is nadrukkelijk niet om vanuit de evolutietheorie of vanuit de kosmologie een bewijs voor het bestaan van God te leveren. Mijn doel is om te laten zien dat het heel goed mogelijk is om te geloven in God als schepper van hemel en aarde, en tegelijkertijd volop betrokken te zijn bij de ontwikkelingen van de wetenschap. (Gevormd uit sterrenstof, 2009)
Het is dus wel mogelijk om te kijken naar de evolutietheorie en ze misschien ook samen te stoppen als christen zijnde. In de bijbel staat echter niets over iets van evolutie of een oerknal.
3.5 God en evolutie
De psalmist noemt God als degene die het kind in de moederschoot vormt. Toch weten we tegenwoordig uit de ontwikkelingsbiologie hoe dit proces vanaf de samensmelting van eicel en zaadcel op een volkomen natuurlijke manier te verklaren is. Maar die verklaring sluit de betrokkenheid van God niet uit. De psalm benadrukt hoe ieder kind een schepsel is waar God persoonlijk bij betrokken is, waarvan Hij de levensdagen heeft opgeschreven nog voor er een van bestond. Dat lijkt te suggereren dat God al van tevoren weet hoe ieder kind eruit zal zien en wat ieder mens gaat doen. Die letterlijke lezing van deze tekst levert allerei ongerijmdheden op. Want hoe kunnen mensen een vrije wil hebben als onze levensdagen al bij voorbaat in Gods boeken staan beschreven? Zo’n vorm van onafwenbaar determinisme is duidelijk niet de boodschap van de psalm, want die eindigt met de verzuchting: “zie of ik geen verkeerd weg ga, en leid mij over de weg die eeuwig is”. Als al onze wegen en dagen al vooraf vastliggen, zou zo’n verzoek om goddelijke bijstand overbodig zijn. Deze psalm heeft voor mij de boodschap dat God een proces of gebeurtenis volkomen in zijn hand heeft, en tegelijkertijd aan de mens de ruimte geeft om keuzes maken. Kijkend naar het proces van evolutie zou dat volgens eenzelfde principe kunnen werken: God heeft alles in zijn hand, maar laat de natuur haar gang gaan. Hoe stuurt God het proces van evolutie dan in de juiste richting? Dat zou ik niet kunnen zeggen. Net zomin als ik kan zeggen hoe Hij alle dagen van mijn leven kon optekenen, ver voordat die ene zaadcel met die ene eicel versmolt om de unieke genetische combinatie te geven die een belangrijk deel van mijn uiterlijk en mijn innerlijk definieert. Een andere genetische combinatie had een andere persoon opgeleverd. Maar ik denk dat het niet nodig is om de op basis van Psalm 139 te concluderen dat God tevoren wist welk eitje en wel zaadje bij elkaar zouden komen. Want dan zouden we ook moeten concluderen dat alles al vooraf vastligt, tot het intiemste samenzijn van man en vrouw zijn toe. (Gevormd uit sterrenstof, 2009)
God geeft de mens dus ruimte om dingen te doen. Anders zou de mens een soort van marionette zijn in plaats van zijn eigen wil te hebben. Dit kun je ook toepassen op de evolutietheorie.
Binnen het christendom is lang gedebatteerd over vrije wil en predestinatie of voorbeschikking. Hoewel daar zeer verschillend over gedacht wordt, heeft een grote meerderheid van de christenen er geen moeite mee om te accepteren dat God alles in zijn hand heeft en ruimte overlaat voor vrijwe wil en zelfs toevel. Die combinatie maakt het naar mijn idee acceptabel om te zeggen dat God werkt in een proces als evolutie. Zoals ik eerder schreef, geloof ik van harte dat God de mogelijkheid heeft om alles om ons heen in korte tijd (of in een ondeelbaar ogenblik) te scheppen uit het niets. Maar de feiten die ik zie in het licht van de sterren, de rotsen van de aarde en in ons eigen DNA suggereren heel sterk dat Hij dat niet gedaan heeft. Ik geloof dat al die fieten laten zien dat God ervoor koos om te scheppen via het proces van evolutie. (Gevormd uit sterrenstof, 2009)
Bewijzen van de evolutietheorie zijn soms gewoon feiten. Het is dus lastig om de theorie zomaar weg te gooien als je christen bent. Het citaat hierboven legt uit dat het helemaal niet gek is om evolutie met God te combineren. Sommige christenen vinden dit godslastering, anderen vinden dat er wat in zit.
3.6 Mens naar Gods evenbeeld
Als de mens dus wel door evolutie is ontstaan, hoe kan een mens dan naar gods evenbeeld zijn geschapen? Het antwoord legt de schrijver van het boek: Gevormd uit sterrenstof, uit.
Maar dit proces geeft geen zekerheid over de exacte uitkomst, dus kan de mens dan wel via evolutie ‘als evenbeeld van God’ geschapen zijn? Ik denk het wel. Dat de mens evenbeeld van God genoemd wordt, heeft naar mijn idee weinig met ons uiterlijk te maken. Mensen zijn bijna goddelijk gemaakt, maar dat lijkt mij toch vooral te slaan op de mogelijkheden van de mens, diens vrije wil en het vermogen met God in contact komen. Niet op de vorm van onze neuzen, oren of ledematen. Een andere interpretatie van het ‘evenbeeld van God’ geeft Ernest Lucas in het boek: Can We Believe Genesis Today? In het oude Midden-Oosten was het niet ongebruikelijk dat een verovereaar in een veroverde stad een standbeeld van zichzelf achterliet. Voor de bevolking van die stad vertegenwoordigde het beeld de autoriteit van de veroveraar. Op deze manier vertegenwooridgen wij de autoriteit van God op aarde. (Gevormd uit sterrenstof, 2009)
God heeft de natuur haar gang laten gaan, maar is er wel altijd bij geweest. Waarschijnlijk wordt er bedoeld met “naar Gods beeld geschapen” dat wij mensen een bewustzijn hebben, en dieren niet.
Ook zijn wij bijna goddelijk geschapen.
3.7 Adam
Als we de eerste hoofdstukken van Genesis niet letterlijk nemen, wie was Adam dan? Ook over deze vraag wordt al eeuwen gedebatteerd en dus is een definitief antwoord blijkbaar niet makkelijk te geven. Allereerst: Adam betekent ‘mens’. In Genesis 1:27 en 2:5 wordt het begruikt voor men en vrouw. In Genesis 2:7 wordt het alleen gebruikt in de betekenins ‘man’ en vervolgens wordt het vanaf vers 19 gebruikt als eigennaam voor die eerste man. In het Hebreeuws is er bovendien sprake van een woordspel tussen de woorden adam en adama ( wat ‘aarde’ of ‘grond’ betekent), een verwijzing naar de aarde waaruit Adam werd gevormd (Genesis 2:7). Adam is dus niet overal een eigennaam. De tekst laat hier ruimte om Adam in Genesis 1 en Genesis 2 te lezen als een verwijzing naar mensen in het algemeen en niet per se naar één specifieke mens. Adam wordt ook wel gezien als een verwijzing naar de hele mensheid. In dat geval is de zondeval iets wat verwijst naar de zondige natuur van alle mensen, het onvermogen om volledig naar de wil van God te leven. Deze symbolische lezing doet echter geen recht aan de uitspraken van Paulus in de Romeinenbrief dat de zonde door Adam, de eerste mens in de wereld is gekomen. Het is niet nodig om adam te zien als alleen maar een symbolisch persoon. In Genesis 2:15 staat dat God de mens nam en in de hof van Eden plaatste. Daar kreeg de mens de hulp die bij hem paste, de vrouw. Daar ontstond de relatie met God en daar ook werd die relatie verstoord. De levenstijl van Adam en Eva komt overeen met wat wij weten van de jonge steentijd. Archeologen stellen dat in deze periode, waarvan ze het begin plaatsen rond 10.000 voor Christus, de mensen overstapten van een leefwijze als jager-verzamelaar naar landbouw en veeteelt. Oook de eerste steden ontstonden in deze periode, in het gebied van het huidige Turkije. Deze datering en locatie komen overeen me wat de Bijbel ons vertelt over Adam en Eva. Een probleem is wel dat er in die periode een groot aantal mensen in de regio leefden. Is het mogelijk dat Adam en Eva twee van die mensen waren en door God uitgekozen zijn? De Bijbel spreek met grote regelmaat over de uitverkiezing van een enkeling of een heel volk, die in de wereld apart worden gezet door God. Het zou kunnen dat ook Adam en Eva apart zijn gezet uit de vroege steentijdcultuur, om een ontmoeting te hebben met God. Op die manier zou de homo sapiens, de denkende mens, veranderen in de homo divinus, de goddelijke mens. Niet doordat de mens via een speciale scheppingsdaad een ziel kreeg, maar door de ontmoeting met zijn schepper. De tuin waarin zij leefden, de hof van Eden, zou inderdaad een bijzondere plaats zijn wanneer daar een regelmatige ontmoeting met God plaatsvond. Het is mogelijk dat daar geen verdriet was, dat er harmonie was, niet alleen tussen God en de mensen, maar ook tussen de mens en de schepping. Was de door er in die tuin? Wel in de natuur, en Adam en Eva waren ook gewone mensen. Sterker nog, de reden om hen uit de tuin te verbannen was volgens Genesis 3:22 dat God niet wilde dat ze zouden eten van de levensboom en in eeuwigheid zouden leven. De aanwezigheid van de levensboom in de tuin suggereert dat de dood al voor de zondeval bestond en dat Adam en Eva blijkbaar niet het eeuwige leven hadden. Adam en Eva zouden in deze benadering de eersten zijn geweest van een nieuwe klasse mensen. De zondeval kan hebben plaatsgevonden als een concrete gebeurtenis die inderdaag niet meer dan deze twee mensen betrof. Na de zondeval werden ze uit de tuin verjaagd. De vrouw van Kaïn zal dan een bewoner zijn geweest van de streek waar Adam en Eva kwamen te wonen en die andere bewoners zijn de mense voor wie hij zo bang was. Dit waren de mensen die geen directe ontmoeting met God hadden gehad, maar die over zijn bestaan zullen moeten horen van Adam en Eva. (Gevormd uit sterrenstof, 2009)
Het bovenstaande is een interessante poging van de schrijver om de bijbelse gegevens te verzoenen met de evolutietheorie. Het verklaart ook een aantal raadselachtige teksten uit Genesis 1 – 3. De schrijver combineert zijn kennis van de bijbel met de kennis die hij heeft van de evolutietheorie. Hij komt tot goede conclusies, over hoe alles in elkaar kan steken volgens zijn visie. Men kan nu denken dat dit tegen God in gaat, maar anderen vinden het een een goed stuk over God en evolutie.
3.7 Slot
In dit hoofdstuk is geprobeerd evolutie samen te voegen met het geloof. Dit hoofdstuk is erg belangrijk om de hoofdvraag te beantwoorden. In principe is alle informatie die in de vorige 2 hoofdstukken zijn benoemd samengestopt. Dit was ook het laatste hoofdstuk met informatie, het volgende hoofdstuk bevat namelijk de eindconclusie.
4. Conclusie
4.1 Doel
Het doel van dit hoofdstuk is om alles wat in de vorige hoofdstukken naar boven is gekomen, naar boven te halen en aan de hand van die informatie een antwoord te geven op de hoofdvraag.
4.2 Antwoord
Wat is nou het antwoord op de hoofdvraag? In deze documentatiemap zijn wel meerdere gegevens naar boven gekomen en zijn wel meerdere conclusies getrokken, maar op een vraag is nog geen antwoord gegeven namelijk de hoofdvraag:
Kan het geloof iets met de evolutietheorie te maken hebben.
Om deze vraag te kunnen beantwoorden hebben we in deze documentatiemap eerst de benodigde informatie verzameld over de evolutietheorie en over het scheppingsverhaal. De evolutietheorie is verzonnen door Charles Darwin. Hij onderzocht dieren, en kwam erachter dat ze wel moesten evolueren. Hij kwam op met het idee: survival of the fittest. Het best aangepaste dier overleefde in zijn omgeving en de andere soorten stierven uit. Het scheppingsverhaal staat er precies tegenover, hierin wordt beweert dat de aarde door God is gemaakt. Hij schiep de aarde en het hele universum in 6 dagen tijd. Precies om de reden dat de 2 zo anders zijn, is het interresant om ze te vergelijken. In het laatste hoofdstuk werd uitgelegd dat het wel mogelijk is en dat je via de bijbel ook dingen kunt tegen komen die instemmen met het evolutie verhaal. We hebben gezien dat bijde verhalen zijn sterke en mindere punten hebben
Al deze feiten en meningen bij elkaar komen tot een antwoord op de hoofdvraag:
Het geloof kan zeker iets met de evolutietheorie te maken hebben. De evolutietheorie is op sommige punten bewezen, daar kan een mens niet om heen. Als we kijken in de bijbel is het ook niet gek om te denken dat er wel een vorm van evolutie geweest kan zijn. Er is soms veel strijd tussen de gelovigen en de evolutionisten. Mensen die er dus een tussenweg in zien, kunnen soms onder heet vuur komen te staan.
4.3 Slot
Dit was het definitieve einde van het informatieve deel van deze documentatiemap. In dit hoofdstuk heeft U een zo kort mogelijke samenvatting gekregen van het hele werkstuk, en een antwoord op de hoofdvraag waarmee we begonnen. Verder kunt U nog een bronnenlijst en een nawoord vinden in deze map.
Slotwoord
Dit was mijn documentatiemap. Ik heb er erg veel tijd ingestoken, en een paar lange nachten moeten maken, dus ik hoop dat U het wat vind, en dat U wat meer inzicht heeft op de evolutietheorie.
Het was wel lastig om te maken, het is een vrij lastig onderwerp om zoveel pagina’s mee vol te typen. Ik kwam erachter dat sommige dingen zoals bewijzen en bezwaren niet echt in boeken te vinden waren en het was daarom een tegenslag dat ik zoveel site’s heb moeten gebruiken. Soms heb ik een kwartier naar mijn beeldscherm lopen staren zonder een woord op te typen. Het is me uitendelijk toch gelukt.
Het was me een werk van jewelste, en ik heb het ook niet met erg veel plezier gedaan. Maar het is schoolwerk en het zal toch moeten gebeuren. De komende tijd heb ik niet zoveel zin meer om er veel over na te denken. Het vergt ook enige inzet, want als je na een kwartier staren met niks kunt verzinnen.
Ik hoop dat U, ondanks mijn tegenzin en de misschien wat veel site’s die ik gebruikte, toch vind dat dit een mooie documap is die een goed cijfer verdient. Je steekt zoveel tijd en energie in 1 zo’n map en het zit altijd nog ergens in je hoofd dat je hem nog moet gaan maken. Eigenlijk zou men alleen voor de tijd en moeite al een 6 krijgen. En dan nog de hele inhoud en het werk. Wel ben ik een hele hoop beter geworden in typen!
Natuurlijk is niet de hele documentatiemap een brok ergernis. Het was best interresant om te lezen over mijn onderwerp. Ik kwam er ook achter dat er best een grote haat zit tussen gelovigen en atheïsten. Het is ook een goede voorbereiding op eventuele studies.
Qua tijd had ik het wat beter kunnen plannen. Ik heb de hele map in 3 avonden gemaakt, en dat is niet zo slim. Ik zei altijd wel tegen mezelf dat ik er mee bezig moest, maar er kwamen steeds weer leukere dingen op mijn pad (het is waarschijnlijk niet de eerste keer dat U dit hoort!). als ik ooit nog een groot werkstuk moet maken, zoals de PWS, ga ik zeker beter plannen, want dit kostte me toch teveel energie. De map zelf maken is nog niet eens zo lastig, het is alleen zoveel werk. Je moet zoveel boeken doorspitten en citaten maken!
Nou, ik heb wel ongeveer gezegd wat ik zeggen wou. Ik hoop dat U deze map een goed staaltje werk vond! Ook hoop ik dat U er wat van heeft opgestoken. Ik zie mijn voldoende met een blij hart tegemoet!
REACTIES
1 seconde geleden