Donald Duck
In landen als Duitsland, Engeland, Noorwegen en Frankrijk heet Donald net zoals in Nederland, maar in veel landen heeft Donald een heel andere naam.
Bulgarije: Patoka Donald
China: Tang Lao Ya
Denemarken: Anders And
Estland: Piilupart Donald
Faeroër: Dunnaldur Dunna
Finland: Aku Ankka
Griekenland: Ntonalt Ntak
Hongarije: Donald Kacsa
Ijsland: Andrés Önd
Indonesië: Donal Bebek
Italië: (Paolino) Paperino
Polen: Kaczor Donald
Portugal: Pato Donald
Rusland: Donald Dak
Saoedi-Arabië: Battouta
Servië/Kroatië: Paja Patak
Slowakije/Tsjechië: Kačer Donald
Spanje: El Pato Donald
Turkije: Vakvak
Zweden: Kalle Anka
In Nederland hebben we al meer dan een halve eeuw Donald Duck Weekblad, maar bijna elk land heeft wel een Disney tijdschrift. Een aantal tijdschriften wordt hier besproken.
Verenigde Staten
In de Verenigde Staten verscheen het eerste nummer van \'Walt Disney Comics & Stories\' in oktober 1940, daar was het geen weekblad, maar een maandblad. Verder hadden ook populaire helden als Donald, Mickey en Oom Dagobert er ook een eigen blad met hun naam erop. Rond de eeuwwisseling hielden de stripbladen opeens op te bestaan, maar sinds juni 2003 worden er weer nieuwe Disney stripboeken uitgegeven, waaronder ook \'Walt Disney Comics & Stories\'.
België
In 1950 (2 jaar eerder dan in Nederland) was er al een Vlaamstalig Disneyblad verkrijgbaar. Het heette \'Mickey Magazine\'. De meeste Duckstadbewoners hadden in dit blad echter een heel andere naam. Kwik, Kwek en Kwak heetten bijvoorbeeld Loekie, Joost en Viktor. Oom Dagobert werd oom Jeremias genoemd en Midas Wolf heette Seke Wolf. In 1959 werd \'Mickey Magazine\' opgeheven. Sinds 2003 verschijnt er in België elke week een speciale Disney bijlage bij de zaterdag editie van de krant \"Het Laatste Nieuws\". Deze \"Disneykrant\" is 16 pagina\'s dik en bevat behalve Donald Duck strips ook puzzelmateriaal van Winnie de Poeh. De Disneykrant is een gratis bijlage en de eerste exemplaren zijn nu al schaars en daarom zeer gezocht! Duitsland
Duitsland kreeg in 1951 een eigen Disneyblad: \'Micky Maus\'. Het verscheen de eerste tijd als maandblad. \'Micky Maus\' bestaat nog steeds en verschijnt iedere week in Duitsland, Oostenrijk en Zwitserland. Scandinavië
In de Scandinavische landen verschenen de Disneybladen ook eerder dan in Nederland. In 1948 verschenen de Noorse \'Donald Duck & Co\' en het Zweedse \'Kalle Anka\'. Het Deense \'Anders And\' volgde in 1949 en in 1951 kreeg Finland het blad \'Aku Ankka\'. Waar worden al die verhalen gemaakt en wat betekent die code toch in het eerste plaatje van elke strip?
Er worden in vijf landen Duckverhalen gemaakt: In Denemarken, Italië, Nederland, Frankrijk en Brazilië. De Nederlandse Donald Duck bestaat voor 45 procent uit Nederlandse stripverhalen. De rest wordt vooral gevuld door Deense strips en oud materiaal uit de Verenigde Staten. Je kunt ook zien uit welk land een verhaal komt. In het eerste plaatje van elke strip staat een code. Als deze code bijvoorbeeld begint met een \'D\' dan komt het verhaal uit Denemarken. Begint de code met een \'H\' dan is het een Nederlands verhaal. De codes van de stripverhalen uit de Verenigde Staten beginnen vaak met \'U.S.\' of \'WDC\'. Geschiedenis 313 auto
Voor het eerst...
In de korte tekenfilm \"Don Donald\" uit 1937 reist Donald door Mexico. Hij ruilt zijn ezeltje voor een oud rood autootje. Deze auto is in 1938 voor het eerst te zien in de, door Al Taliaferro getekende, stripverhalen. Taliaferro voorzag de auto van het kenteken \"313\". Het getal \"313\" staat voor 3 x 13, dus voor 3 keer ongeluk. Een perfect kentekennummer voor een auto waarvan de toestand het best omschreven kan worden als \"rijp voor de sloop\".
Een bijzondere auto
Donalds \'\"Duckatti\" is zo bijzonder omdat hij bestaat uit allemaal onderdelen van oude automodellen die niet meer beschikbaar zijn. Bijna geen enkel onderdeel is nog vervangbaar. De motor is er een van het merk Mixwell uit 1920, het onderstel komt van een Ford en de wielen komen oorspronkelijk van een grasmaaier.
Het origineel
Donald\'s auto is geïnspireerd op een American Bantam uit 1938 (zie de foto, als twee druppels water toch?). The American Bantam Car Company was het bedrijf achter deze auto. Van 1938 tot 1941 werden er verschillende Bantam-modellen geproduceerd.
Nagemaakt
De \"313\" is in 1991 in Noorwegen ter gelegenheid van een auto-show in Trondheim nagemaakt. Ze hebben er in totaal slechts 8 weken over gedaan om de auto te maken. De motor is afkomstig uit een Opel Kadett. Het voertuig heeft een lengte van 2,8 meter. Het is bijna een exacte kopie van de stripversie geworden, zoals je op de foto hiernaast kunt zien.
Geschiedenis Donald Duck
Driftige ouders
Donald is de zoon van Woerd \"Snater\" Duck (de zoon van Oma Duck) en Hortensia Duck (de zus van Dagobert Duck). Het driftige karakter heeft Donald niet van vreemden. Zijn ouders konden er ook wat van. Het was dan ook absoluut geen liefde op het eerste gezicht toen Woerd en Hortensia elkaar ontmoetten. Donald\'s eerste verschijning
In juni 1934 ging het filmpje \"The Wise Little Hen\" in première. In deze tekenfilm probeert een kip hulp te krijgen bij het oogsten van haar maïs. Haar buren zien al dat werk echter niet zo zitten en doen net of ze enorme buikpijn hebben. Eén van deze buren is een kwakende eend in een matrozenpakje: Donald Duck. Hij speelde in \"The Wise Little Hen\" nog maar een bescheiden bijrol. Zijn enige tekst luidde: \"Who? Me? Oh, no, I\'ve got a bellyache!\" (Wie? Ik? Oh, nee, ik heb buikpijn!).
Orphan\'s Benefit
Al binnen een jaar verscheen de tekenfilm \"Orphan\'s Benefit\". In deze film geven Donald Duck en Mickey Mouse een liefdadigheidsvoorstelling voor weeskinderen. Die vinden het optreden niet veel voorstellen en ze proberen het dan ook op allerlei manieren te laten mislukken. Dat lukt ze goed, want Donald windt zich voortdurend op en gaat vreselijk tekeer. Zijn driftig optreden viel zeer in de smaak bij het publiek. Donalds tekenfilmcarrière telt dan ook al meer dan 170 films. Strips
Na een aantal optredens in de weekendbijlages van Amerikaanse kranten kreeg Donald in 1938 zijn dagelijkse krantenstrip. Deze werd geschreven door Bob Karp en getekend door Al Taliaferro. Zij hielden dit meer dan 30 jaar vol. Na een tijdje werden de zogenaamde comics (kleine stripboekjes op goedkoop papier) populair. In deze uitgaven verschenen langere avonturen van Donald. De verhalen werden (en worden natuurlijk nog steeds) door verschillende tekenaars gemaakt. De beste daarvan was Carl Barks. Hij bedacht Duckstad, Willie Wortel, Guus Geluk en nog vele andere Duckstad-bewoners. Hij maakte van Donald Duck een werelberoemde eend. Daarom werd hij wel de \'Duckman\' genoemd. Tussen 1942 en 1966 maakte hij ruim 6000 strippagina\'s van uitzonderlijk hoge kwaliteit. Barks is in 2000 op 99-jarige leeftijd overleden.
Donald door de jaren heen...
Donald is in de loop der jaren behoorlijk van uiterlijk veranderd. Van de versie uit The Wise Little Hen, met lange snavel en handen die nog op veren lijken, tot de versie die je nu in zijn strips tegenkomt. Geschiedenis Duckstad
De geschiedenis van Duckstad begint op 17 juni 1579 als Sir Francis Drake met zijn schip de westkust van Amerika bereikt. Hij neemt daar in naam van de koningin van Groot Britannië, Elisabeth I, het land in bezit en bouwt een fort, genaamd Drakeburg. In 1818 bezoekt de jonge jager Cornelis Prul het fort om handel te drijven. Spaanse aanval
Binnen korte tijd wordt het fort aangevallen door Spaanse troepen. De Britten beseffen dat ze verloren zijn en willen vertrekken. Ze moeten echter nog wel de eigendomsakte overgeven aan de Spanjaarden. Dat mislukt echter en ze geven daarom de akte maar aan Cornelis Prul. De Britten verlaten het fort door middel van een geheime ondergrondse gang. De sluwe vos Cornelis
Als de Spanjaarden het fort binnen zijn haalt Cornelis ze over om eerst een overwinningsmaaltijd te eten voordat hij de eigendomsakte aan hen geeft. Hij geeft ze maïs om op het kampvuur te roosteren. De maïs verandert door de hitte echter in popcorn en omdat de Spanjaarden geen popcorn kennen, denken ze dat ze aangevallen worden. Ze vluchten onmiddellijk om nooit meer terug te keren (vandaar dus steeds de maïskolven in de handen van Cornelis Prul). Cornelis Prul, stichter van Duckstad
Cornelis is nu eigenaar van het fort en besluit het een andere naam te geven: Fort Duckburg. Hij ontdekt een verborgen kamer met een bibliotheek. Alle boeken zijn aangevreten door ratten, behalve één dat in een stevige kist bewaard ligt. Het Fort wordt in de beginjaren herhaaldelijk aangevallen door vijandige Indianenstammen. Ter verdediging richt Cornelis daarom de Woudloper Militie op. Het fort in andere handen
Eind 19e eeuw vertrekt de zoon van Theodoor Prul, Koenraad, naar Yukon om goud te zoeken. Dat wordt een grote mislukking en omdat hij terug naar Duckburg wil, maar geen geld heeft, verkoopt hij zijn eigendomsakte voor 200 dollar aan een andere goudzoeker, genaamd Dagobert Duck.
De Jonge Woudlopers
In 1901 richt Theodoor Prul een organisatie op om \"...jonge burgers van Fort Duckburg de idealen van goede daden, bescherming van het land en het behoud van kennis te leren\". De organisatie wordt vernoemd naar de Woudlopers Militie en heet \"De Jonge Woudlopers\". Hij geeft de Woudlopers ook het boek dat zijn vader Cornelis in de verborgen bibliotheek gevonden heeft: het Handboek van De Jonge Woudlopers. De Woudlopers gebruiken het oude fort als hun hoofdkwartier.
Dagobert\'s Fort
In 1902 komt de nieuwe eigenaar van het fort, Dagobert Duck, met zijn twee zussen Hortensia en Doortje aan in Duckburg. Ze ontmoeten Doortje \"oma\" Duck en haar zoon Woerd \"Snater\" Duck. Hortensia en Woerd worden verliefd (hieruit zal Donald geboren worden). Als Dagobert de Jonge Woudlopers in zijn fort aantreft, eist hij dat zij weggaan. De naam Duckburg wordt veranderd in Duckstad, het fort wordt gesloopt en Dagobert begint aan de bouw van zijn beroemde geldpakhuis. Geschiedenis weekblad
Donald Duck in Nederland
Op 25 oktober 1952 verscheen het eerste nummer van Donald Duck, een vrolijk weekblad. De Geïllustreerde Pers gaf het tijdschrift naast de uitgave van \'Margriet\' uit. Het eerste nummer werd gratis verspreid om de kinderen kennis te laten maken met Donald Duck. Het blad telde 24 bladzijden, deels in kleur en deels in zwart-wit en de abonneeprijs bedroeg 15 cent per nummer. Het blad was meteen opmerkelijk populair, dit tot grote ongerustheid van ouders en onderwijzers. Strips werden toen vaak gezien als iets slechts en iets zonder enige waarde. Maar meer dan 150.000 gezinnen namen meteen een abonnement. Twee maanden daarna kwamen daar nog eens 20.000 lezers bij en eind 1953 was de oplage al meer dan 200.000. Tegenwoordig bestaat de oplage van Donald Duck uit ongeveer 330.000 exemplaren.
De 10 nummers uit 1952
In het eerste nummer maakte men kennis met Donald die zijn veelbelovende loopbaan bij de Duckstadse brandweer door veel pech, maar ook eigen schuld zag mislukken. In het tweede nummer verschenen Katrien en Guus Geluk. Guus is geen eend, maar een gans (zijn Engelse naam is Gladstone Gander; gander betekent gans). Zijn uiterlijk komt echter weinig overeen met Gijs Gans, die pas in 1953 in de Donald Duck verscheen. In nummer 9 van 1952 dook uiteindelijk ook Dagobert Duck op. Hij werd aangekondigd als Donalds \'rijke oom uit Amerika\'. In totaal werden er 10 nummers uitgebracht in 1952. Deze nummers zijn nu weer te koop. Precies zoals ze er toen uitzagen. Klik hier voor deze uitgave…
De verhalen
De eerste jaren werden de meeste strips nog vertaald uit de Amerikaanse Walt Disney Comics & Stories, maar na een tijdje werden steeds meer verhalen door Nederlandse tekenaars gemaakt. Steeds vaker werden de strips van Nederlandse tekenaars ook in buitenlandse Disney-uitgaven gepubliceerd. Dit is nu ook nog het geval. Een van de bekendste Nederlandse Ducktekenaars van vroeger is Endre Lukács, die meer dan 25 jaar voorplaten tekende. Voorschriften
De Nederlandse Donald Duck probeert een vrolijk weekblad te zijn voor het hele gezin. Dit in tegenstelling tot veel buitenlandse versies waar men van mening is dat Disney tijdschriften alleen voor kinderen zijn. Het weekblad moet wel aan bepaalde voorwaarden voldoen. Zo mogen de eenden geen alcohol drinken en niet roken. En het liefst moeten de \'goeden\' het altijd van de \'slechteriken\' winnen! Voor 1952 Voordat het weekblad in Nederland verscheen, waren er in 1949 al drie Donald Duck boekjes uitgegeven. Donald was ook al te zien in de krantenstrips van Mickey Mouse die in een aantal Nederlandse dagbladen verschenen. Hij werd daarin echter lange tijd \"Woerd Snater\" genoemd, omdat men Donald Duck te Amerikaans vond klinken. De tekenaars
De stripverhalen werden (en worden) door verschillende tekenaars uit diverse landen gemaakt. Een paar van de bekendste tekenaars stellen we graag aan je voor:
Al Taliaferro (1905 - 1969, Verenigde Staten) In 1936, debuteerde Al Taliaferro met de wekelijkse \"Silly Symphonies\" strips met Donald Duck. Hoewel Taliaferro niet de bedenker was van Donald Duck, gaf hij hem wel zijn karakter. Hij was het die Donalds neefjes voor het eerst in een strip tekende, nadat ze al eerder in een tekenfilm te zien waren geweest. De \'Silly Symphonies\' werden uiteindelijk zo succesvol, dat Donald in 1938 een dagelijkse krantenstrip kreeg. Uiteraard getekend door Taliaferro. Carl Barks (1901 - 2000, Verenigde Staten) De beste tekenaar van Duck-verhalen was Carl Barks. Hij bedacht Duckstad, Willie Wortel, de Zware Jongens, Guus Geluk en nog vele andere Duckstad-bewoners. Hij was het die van de bijfiguur Donald Duck, die debuteerde in een Disney- tekenfilm uit 1934 (The Wise Little Hen), een ster maakte, een wereldberoemde stripheld. Hij werd daarom wel de \'Duckman\' genoemd. Tussen 1942 en 1966 maakte hij ruim 6000 strippagina\'s van uitzonderlijk hoge kwaliteit. Tony Strobl (1915 - 1991, Verenigde Staten) Tony Strobl is waarschijnlijk degene die de meeste strippagina\'s voor Disney getekend heeft. Hij begon zijn carrière bij Disney in 1938 en werkte mee aan de tekenfilm Fantasia. Na de Tweede Wereldoorlog besloot hij de tekenfilmafdeling te verlaten en zich te richten op het striptekenen. Midden jaren \'60 ging Strobl strips tekenen voor Disney-uitgaven buiten de Verenigde Staten. Het werk van Strobl is zeer kenmerkend vanwege de simpele, heldere tekenstijl. Keno Don Rosa (1951, Verenigde Staten) Veel tekenaars hebben geprobeerd om in de voetsporen van Barks te treden, maar slechts enkelen is het gelukt om in de buurt te komen. Keno Don Rosa is één van de opvallendste en productiefste tekenaars. De verhaallijnen komen overeen met die van Barks, de tekenstijl echter niet. Don Rosa\'s drukke manier van tekenen wordt door sommigen als zeer vernieuwend beschouwd, terwijl anderen het te veel vinden afwijken van de oude (Barks-) stijl. Marco Rota (1942, Italië) Marco Rota begon zijn carrière in 1958 als tekenaar van avonturenstrips. Vier jaar later werd hij aangenomen door Topolino, de Italiaanse versie van het weekblad Donald Duck. Rota blinkt in zijn tekenstijl uit vanwege zijn schitterende achtergronden en stadsgezichten. Van 1974 tot 1988 was hij artdirector van de Italiaanse Disney tijdschriften. William Van Horn (1939, Canada) William Van Horn nam in 1985 contact op met de Amerikaanse Disney uitgever Gladstone. Van Horn had gehoord dat de uitgever nieuwe Duck verhalen wilde uitgeven en hij was daarin geïnteresseerd. Van Horn ging later voor de Deense uitgever Egmont tekenen en heeft sindsdien meer dan 800 pagina\'s met Duck verhalen gemaakt. Van Horn heeft een zeer herkenbare, slapstickachtige, tekenstijl. Ook in ons eigen land worden Duckverhalen getekend. Daarom vind je hier de namen van een aantal Nederlandse tekenaars van vroeger en van nu. Daan Jippes (1945) In 1975 werd Jippes art-director van de Nederlandse Donald Duck en ging hij de productie van de in Nederland getekende Disney-strips begeleiden. Zelf maakte hij een aantal inmiddels legendarische Donald Duck-strips. In 1980 ging Daan Jippes naar de Verenigde Staten, waar hij bij Disney op de tekenfilmafdeling ging werken. De strips die hij getekend heeft hebben dezelfde sfeer en dynamiek als de klassieke Duck-verhalen, maar laten toch duidelijk de hand van Daan Jippes zien. Endre Lukács (1906 - 2001) Endre Lukács, geboren in Hongarije, werd in 1953 gevraagd om voor het zojuist gelanceerde weekblad Donald Duck te gaan tekenen. Lukács werd de hofleverancier van voorplaten voor Donald Duck. Van de 52 nummers in een jaargang waren er zeker 40 tot 45 door hem getekend. 30 jaar lang maakte hij voorplaten, maar hij tekende ook zelf verhalen. Hij was één van de eersten die Nederlandse elementen in de Duck-verhalen binnensmokkelde, zoals molens en typisch Amsterdamse geveltjes. Ben Verhagen (1949) Ben Verhagen is één van de meest succesvolle Nederlandse Disney tekenaars en is sterk geïnspireerd door het werk van Carl Barks. Verhagen heeft gedurende de jaren ongeveer 60 Disney verhalen getekend. In 2002 verscheen het eerste album van de serie \'De Spannende Reisavonturen van Donald Duck\', waarin een aantal reisverhalen opgenomen is die alle door Verhagen getekend zijn. Michel Nadorp (1960) Michel Nadorp werkt sinds 1980 voor de Nederlandse Disney redactie. Hij begon zijn loopbaan met het tekenen van de covers voor Mickey Maandblad (dat nu niet meer bestaat). Nadorp tekent voornamelijk voorplaten en afbeeldingen voor Disney tijdschriften en boeken in Nederland (bijna alle covers voor de pockets worden door Michel gemaakt), hoewel hij af en toe ook wel een strip tekent met Donald, Goofy of Mickey in de hoofdrollen. Mau Heymans (1961) en Bas Heymans (1960) Mau Heymans is één van de populairste tekenaars van nu. Hij begon zijn carrière in 1987 bij Oberon, dat toen de uitgever was van Disney-uitgaven. Mau heeft een herkenbare stijl waarmee hij Duckfiguren tekent: lange nekken en snavels. Deze stijl zorgt voor een komisch effect. De jongere broer van Mau, Bas Heymans, tekent ook voor het weekblad. Hij begon met het inkten van de verhalen van zijn broer, maar maakt ze nu ook zelf. Sander Gulien (1974) Sander Gulien is één van de meest verrassende tekenaars van nu. Hij tekende zijn eerste strip toen hij dertien was en liet deze zien aan Ed van Schuijlenburg, de artdirector van Donald Duck. Van Schuijlenburg leerde hem de fijne kneepjes van het vak. Na beëindiging van zijn schoolopleiding werd Gulien fulltime tekenaar van Disney strips. Een verzameling van zijn strips verscheen in 2003 in het derde deel van de albumserie \'De Grappigste Avonturen van Donald Duck\'.
REACTIES
1 seconde geleden
B.
B.
Het is een beetje lang en snap er niets van
8 jaar geleden
AntwoordenC.
C.
nou ik precies ook
6 jaar geleden
L.
L.
hoi
bedankt voor de ideeen
ik vind het leuk alleen een beetje lang
6 jaar geleden
Antwoorden