China

Beoordeling 6.3
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • Klas onbekend | 2074 woorden
  • 9 april 2004
  • 756 keer beoordeeld
Cijfer 6.3
756 keer beoordeeld

Hoofdstukindeling

1. De geschiedenis van China
2. De topografie en de hoofdstad 3. De Chinese Muur
4. De natuur
5. De cultuur
6. De godsdienst en het toerisme
7. Eten en drinken en het dagelijkse leven
8. Sporten en feesten
9. De kleding en sieraden
10. De huizen en tuinen
11. En nog wat dingen

Hoofdstuk 1. De geschiedenis van China

In Noord-China woonden ze 5000 jaar geleden in dorpjes en niet in huizen maar in hutjes met rieten daken. China werd in 221 voor Christus voor het eerst verenigd onder een keizer. Het bleef een keizerrijk tot in 1912. De tot keizer gekroonde Puyi was de laatste keizer. De eerste keizer was Tj’in Hwang-ti. Keizer Tj’in Hwang-ti was een machtige en goede heerser, maar was ook doodsbang dat hij vermoord zou worden. Hij sliep elke nacht in een andere kamer en besteedde een fortuin aan het zoeken van een magische drank die hem een eeuwig leven zou geven. Ondanks zijn angst stierf hij op 49 jarige leeftijd met een natuurlijk dood. Vanaf 202 vóór Christus tot 220 ná Christus werd China geregeerd door de Han-dynastie. Het ging heel goed met de Chinese cultuur. De bevolking groeide zo hard dat veel pachtboeren zonder land kwamen te zitten en in opstand begonnen te komen. Daardoor en door aanvallen van de Mongoolse nomaden in Noorden,verzwakte de regering en stortte het rijk in. Na de Han-dynastie werd China in 3 koninkrijken gesplitst.

Hoofdstuk 2. De topografie en de hoofdstad

1. Topografie Er leven in China meer mensen dan in een ander land. De bevolking bestaat uit meer dan 1,3 miljard inwoners. Vooral het zuiden en het oosten van het land zijn zeer dicht bevolkt. Maar in het noorden en westen van het land bevind zich uitgestrekte woestijn en berggebieden waar maar weinig mensen kunnen leven. China is een heel groot land en grenst aan 14 andere landen. In het noorden liggen de besneeuwde bossen van Siberië in Rusland en in het zuiden liggen de tropische landen zoals India en Zuidoost Azië. De gele zee,de Oost-Chinese zee en de Zuid-Chinese zee maken deel uit van de Stille Oceaan.

2. De hoofdstad Beijing De hoofdstad van China is Beijing en word ook wel Peking genoemd of de verborgen stad en ligt in het noorden van het land. Er wonen hier bijna 11 miljoen mensen. Duizend wielrijders verdringen zich op de drukke kruispunten. Er zijn ook taxi’s, minibusjes, privé-auto’s, volgepakte bussen, wagens met paarden ervoor en een moderne metro. De oude stad was vroeger een doolhof van smalle steegjes. Tegenwoordig zijn veel van deze steegjes afgebroken om plaats te maken voor brede straten,hoge flats en luxe hotels. Het keizerlijke paleis ligt in het centrum van de stad.

Hoofdstuk 3. De Chinese Muur

Tegenwoordig ziet de Chinese muur er nog net zo uit als in 1783, toen lord Macartney , de eerste Britse (en westerse ambassadeur in China, er een bezoek aan bracht. Hij omschreef hem als versterkte muren ‘die over de toppen van de hoogste bergen lopen, dan weer afdalen door de diepste valleien en gebouwd zijn op bogen over rivieren’. De Muur loopt grotendeels door bergachtig gebied en de bouwers hebben zo goed mogelijk gebruik gemaakt van elke rotspunt en afgrond om de verdediging te versterken. Het meest westelijke deel loopt uit tot in de Gobi-woestijn, een gebied dat eruitziet als een zandstralend maanlandschap en dat door de soldaten meer wordt gevreesd om de bitterkoude winters en bloedhete zomers dan om afschuwelijke tegenstanders. In het oosten komt een eind aan de muur in het midden van de fabrieken en boerderijen van het dichtbevolkte moeraslanden langs de Gele Zee. De verhalen zeggen dat de muur al meer dan 2000 jaar oud is. Duizenden jaren geleden bedachten de Chinese heersers van alles om van de roofzuchtige nomaden uit het noorden af te komen. Onder andere handel, trouwen, aanvallen en veroveren. Ten einde raad besloten ze om een muur te bouwen, maar in het begin werkte dat ook niet. In de 13de eeuw trokken de nomaden langs de muur en kregen het toch voor elkaar om binnen te komen. De nieuwe muur werd in het tweede deel van de 15de eeuw gebouwd. En nu is het een van de mooiste plekken te wereld.

Hoofdstuk 4. De natuur

In het noordoosten leeft onder andere de bruine beer, het edelhert en de lynx. Een van de zeldzaamste dieren is de Chinese tijger, het grootste dier van de katachtige. Een groot deel van China is dicht bevolkt met veel mensen. Dus er zijn maar weinig dieren waar niet op wordt gejaagd. Maar in de afgelegen gebieden van China vind je nog schitterende natuur met een grote hoeveelheid planten en dieren. Maar er zijn ook problemen, omdat er veel bossen worden gekapt en daar nieuwe huizen worden aangelegd. Daardoor worden veel zeldzame dieren en planten met uitsterven bedreigd.

Hoofdstuk 5. De cultuur

1. De draak Volgens de Chinese verhalen word de draak stokoud. Het duurt 1000 jaar voordat hij op lengte is. Een draak staat als symbool voor wijsheid en macht. Daarom werd een keizer vroeger draak genoemd. De keizer zat op een drakentroon, sliep in een drakenbed en voer met een drakenboot. Om de 11 jaar is het “het jaar van de draak”, zo ook het jaar 2000. Veel Chinese ouders hopen dat hun kind word geboren in het jaar van de draak. Altijd met nieuwjaar doen de mensen iets met een draak en houden dan een optocht waar veel mensen naar komen kijken.

2. De kracht van de kruiden Kruiden kunnen mensen helpen met gezondheidsklachten. Er worden steeds meer Chinese kruiden in voedingsmiddelen gestopt. Ginseng is bijvoorbeeld zo’n kruid. Je komt het tegen in thee en energie drankjes. In de wortel van een ginseng plant zitten kruiden die de vermoeidheid verminderd en dat merk je dus ook bij een energiedrankje. Ginseng thee zorgt eigenlijk voor hetzelfde: het verminderd de vermoeidheid, kalmeert en stimuleert de werking van je hersenen.

3. De taal In de hele wereld spreken er meer dan 1 miljard mensen Chinees. Dit is 2 keer zoveel als dat de mensen Engels spreken terwijl dat een wereldtaal is. Het Chinees is een erg oude taal,ruim 3000 jaar geleden werden in boeken al in het Chinees geschreven. Het Chinees heeft geen alfabet zoals de meeste talen. In onze taal betekend een letter een klank en een aantal letters vormen een woord. In het Chinees is dat anders daar is elk woord een teken. Eigenlijk zijn de Chinese letters tekeningen van woorden.

Hoofdstuk 6. De godsdienst en het toerisme

1. Godsdienst In het oude China gold het als ongemanierd om jezelf te bemoeien met iemand die in rang veel hoger of lager is als jijzelf. Men mocht alleen tot de eigen voorouders en familie of geesten uit dezelfde klasse bidden. De Chinezen geloofden dat de wereld in het hiernamaals sterk op de onze leek en dat ze hun voorouders daar konden helpen door papieren beeltenissen te verbranden in de echte wereld. De keizer bad tot de machtigste goden om het land te helpen tegen de overstromingen en hongersnood. Natuurrampen werden soms aangegrepen als excuus voor een opstand, de keizer kreeg er de schuld van. Net als in het tegenwoordige China was er niet één religie,maar bestonden er verschillende godsdiensten naast elkaar.

2. Toerisme De grootste steden van China liggen in het Oosten, waar ze toegang hebben tot zee. Sjanghai ligt aan de kust, ten Zuiden van Chanajiang. Met 18 miljoen inwoners is het de grootste stad van China. Schepen varen vanaf hier naar 300 havens in de hele wereld. Hongkong,eeuwenlang in handen van de Britten,werd een rijk zakencentrum met hoge kantoorgebouwen, internationale hotels en een druk vliegveld. In 1997 werd de stad weer overgedragen aan China.In Peking beginnen ze de dag met gymnastiek. Daarna gaan ze aan het werk.De meeste Chinezen werken bij staatsbedrijven. Na 8 uur werken gaan ze naar huis. Op zondag gaan ze vaak wandelen of tv kijken.

Hoofdstuk 7. Eten en drinken

De dag begint in China al heel vroeg. Het ontbijt bestaat meestal uit snelle maaltijd met rijst of noedels. Het middag-en avondeten bestaat vaak uit bami, loempia’s met bonen, uien, kool en champignons. In Zuid-China werden Kantonese gerechten snel in hete olie gekookt, terwijl men verder naar het noorden, in de Yangzi-vallei, meer tijd uittrok voor het voorbereiden van zoetzure sauzen. Bij de maaltijden worden meestal verse groentes als bladgroentes, paprika, lente-uitjes of champignons gereserveerd. Meestal wordt er in plaats van een mes en een vork, eetstokjes gebruikt omdat metaal in China te duur is. Onder snacks verstaan de chinezen: pannenkoeken, hardgekookte eieren, zoete broodjes en ijs. Bij alle maaltijden wordt er thee gedronken maar bier is ook erg populair. Bij speciale gelegenheden wordt soms ook maotai geschonken, een sterk alcoholische drank.

1. Het dagelijkse leven. Veel voorwerpen die door de oude Chinezen zijn uitgevonden voor het gebruik van het dagelijkse leven verspreiden zich door middel van handel vanuit China naar de rest van de wereld. Er was veel vraag naar Chinese goederen. Deze voorwerpen varieerde van prachtig porselein tot paraplu’s, lucifers en het eerste toiletpapier van de wereld !!

Hoofdstuk 8. De sporten en feesten

1. Sport Al vroeger in de Chinese geschiedenis gingen vorsten & edelen voor hun plezier op jacht. Te paard en vanaf wagens maakten ze de jacht op herten en op wilde zwijnen. Ze gebruikten daarbij een jachthond en zelfs jachtluipaarden. Het wild werd gedood met een speer en een pijl en boog. Boogschieten was in het keizerrijk een populaire sport. De Chinezen waren dol op gokken en vonden ruim 2000 jaar geleden het eerste kaartspel uit.

2. Feesten De bekendste Chinese feesten zij de nieuwjaarsfeesten of de lentefeesten. Tijdens een feest dragen dansers een lange draak door de straten, onder begeleiding van luid knallend vuurwerk dat de boze geesten moet verjagen. De feesten worden al meer dan 2000 jaar gevierd en is een echt familie en landfeest geworden. Kort na het nieuwe jaar worden er allemaal lampionnetjes buiten gehangen, die de eerste volle maan van het jaar moet voorstellen. Die feesten ontstonden in 818. In de 8ste maand van het jaar (augustus) maken ze speciale maandkoeken. De Chinese feesten zijn verbonden met jaargetijden en landbouw. Er zijn zaai- en oogstfeesten,dansfeesten en paardrennen, en er wordt ook vaak iets speciaals gegeten.

Hoofdstuk 9. De kleding en sieraden

1. Kleding Chinese boeren gingen eenvoudig gekleed. Meestal droegen ze een katoenen tuniek over een wijde broek,met daaronder sandalen van biezen of stro. Rijke mensen gingen met zorg gekleed. De stijl en zelfs de kleuren waren wettelijk voorgeschreven van iemands positie. Zo mochten kooplieden geen zijde dragen en alleen keizers mochten geel dragen. De hofkleding veranderde in de loop der eeuwen. Door de buitenlandse invallen ontstonden er nieuw modes en voorschiften. In de loop van de eeuwen gingen allerlei accessoires deel uitmaken van de kledij. Waaronder meer hoeden voor mannen en vrouwen, zonnekleppen, waaiers, riemen en gespen. Adellijke vrouwen droegen kleine schoentjes met zijde voering.

Hoofdstuk 10. De huizen en tuinen

Alle gebouwen in Chinese steden waren zo ontworpen dat ze goed bij de omgeving passen. De plattegrond en afmetingen waren heel belangrijk voor de godsdienst. Zelfs het aantal treden van het toegangstrap had een betekenis. De ontwerpen van de huizen verschilden in het Chinese keizerrijk per tijdvak en per gebied. In het warme en regenachtige zuiden waren de binnenplaatsen vaak overdekt voor de schaduw en beschutting. In het drogere noorden waren de meeste binnenplaatsen open. Arme plattelanders woonden in eenvoudige hutten met een rieten dak. De rijken woonden in grote goedgebouwde huizen. Er hoorden vaak prachtige tuinen bij, waar pioenrozen,bamboe en blauwe regen groeiden. In sommige tuinen waren ook boomgaarden, vijvers en prieeltjes(soort afdakje).

Hoofdstuk 11. Nog wat dingen

1. De vlag en het volkslied De Chinese vlag is rood,(rood is de kleur van het geluk). Op de vlag staan ook 1 grote ster en 4 kleine sterren. In het nationale wapen is de poort van de vrede van de verboden stad in Beijing afgebeeld. Het volkslied is de mars van de vrijwilligers, in 1935 gemaakt door Nie-er.

2. Het onderwijs Een Chinese schooljaar bestaat uit 2x een half jaar. Kinderen gaan eerst naar de kleuterschool en daarna naar het basisonderwijs. Met 13 jaar gaan ze naar de junior middenschool, met 16 jaar kunnen ze door naar de senior middenschool en de universiteit. Ze kunnen ook een bepaalde beroepsopleiding volgen of aan het werk gaan.

3. Uitvindingen Veel uitvindingen die wij nu heel gewoon vinden werden uitgevonden in China. Dit zijn onder andere: papier, zijde, magnetische kompassen, porselein, buskruit, vuurwerk, drukkunst, klokken, toiletpapier en een machine die waarschuwt voor aardbevingen. Ook hebben de Chinese een luier uitgevonden, geen gewone luier maar onderaan zit dan een gat en daardoor ging gewoon de ontlasting.

REACTIES

S.

S.

ik vond het heel leuk en ook heel leuk om te lezen zelf doe ik mijn werkstuk ook over china en dingen die ik nog niet wist weet ik nu wel door jou ( mijn cijfer was een 9.6 )

19 jaar geleden

D.

D.

je hebt wel een beetje korte zinnen

12 jaar geleden

L.

L.

ja je hebt gelijk

8 jaar geleden

J.

J.

zijn ze rijk of arm?

11 jaar geleden

K.

K.

9 jaar geleden

S.

S.

wat zijn je bronnen?

10 jaar geleden

G.

G.

jullie zijn eng

10 jaar geleden

K.

K.

Hallo ik ben kor ik ben 14 jaar oud en ik vind dit een goed werkstuk alleen heel veel informatie ik heb ook nog een vraagje wat zijn je bronnen want ik houd namelijk mijn presentatie over Chinese kleding en ik kan echt totaal geen bronnen vinden maar ik heb nu wel een bron en dat is jou werkstuk o, ja ik wilde nog een zeggen als cijfer geef ik je een 9,3

9 jaar geleden

S.

S.

te makkelijk

8 jaar geleden

R.

R.

Lizzy, je hebt een leuk werkstuk gemaakt!Ik maak ok een werkstuk over China en ik schiet nu eindelijk een beetje op!

6 jaar geleden

P.

P.

Hoe lang heb je erover gedaan Lizzy?

6 jaar geleden

R.

R.

Wel een beetje grappig:En anderen dingen ha ha ha

6 jaar geleden

K.

K.

ik vind dit te veel info

6 jaar geleden

T.

T.

top ie doppie

6 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.