Inleiding
Hoe is de Partij van de Arbeid tot stand gekomen? Wat zijn de doelstellingen en hoe ziet de organisatie van de partij eruit? In dit werkstuk probeer ik een algemeen beeld van de PvdA, haar achtergrond en haar beleid naar voren te brengen.
Een stap terug in de tijd
Aan het eind van de achttiende eeuw leidde de industrialisatie in West-Europa tot grote sociale misstanden. Er ontstond in de West-Europese samenleving een groep mensen die tot honger en armoede gedoemd leek. De werkplaatsen van ambachtslieden werden vervangen door fabriekshallen, waar de arbeiders overgeleverd waren aan de willekeur van de fabriekseigenaar. Sociale wetten waren er niet en lage lonen, lange werkdagen en slechte werk- en woonomstandigheden waren het gevolg.
Om deze misstanden tegen te gaan, kwam er een groep mensen in actie. Zij wilden armoede en ellende uitbannen op een democratische manier, dus via het parlement.Zij noemden zich democratisch socialisten, ook wel sociaal- democraten genoemd. In 1894 richtte deze groep, onder aanvoering van Ferdinand Domela Nieuwenhuis, de Sociaal-Democratische Arbeiders Partij (SDAP) op. De eerste leider van de SDAP was Pieter Jelles Troelstra. Na de Tweede-Wereldoorlog wilden de sociaal-democraten hun maatschappelijke basis verbreden en richtten de Partij van de Arbeid (PvdA) op. Er werd niet alleen gestreden voor “verheffing van de arbeidersklasse”, een nieuwe doelstelling werd het creeren van een samenleving, waarin de individuele mens zich zou kunnen ontplooien maar zich toch verbonden zou voelen met de gemeenschap. De PvdA, een partij met het karakter van een brede vooruitstrevende volkspartij met een sociale gezindheid, ging van start.
De Partij van de Arbeid en haar standpunten
De Partij van de Arbeid is een sociaal-democratische partij en telt ongeveer 63.00 leden. De partij staat voor vrijheid, gelijkheid en solidariteit, zodat iedere Nederlander gelijke kansen op persoonlijke ontplooiing heeft. Het ideaal van de PvdA is een betere verdeling van kennis, macht en geld. Als één van de grootste problemen ziet de partij de werkloosheid. Er staan nog steeds te veel mensen aan de kant. Dit betekent dat er ook de komende jaren hard gewerkt moet worden aan de werkgelegenheid. Het gaat momenteel goed met de economie in Nederland en de voouitzichten zijn niet slecht. De PvdA vindt het belangrijk ervoor te zorgen dat grote sociale tegenstellingen voorkomen worden. Daarom streeft zij naar een versterking van het beleid de inkomens voor de lagere inkomensgroepen te verhogen en hun toegang tot de voorzieningen te vergroten. Een sterker Nederland moet immers ook socialer zijn.
Ondanks het feit dat de gezondheidszorg in Nederland vergeleken met andere Europese kabdeb goedkoop en kwalitatief goed us, vindt de PvdA dat de gezondheidszorg veel aandacht verdient. De wachtlijsten zijn nog te lang, er moet meer geïnvesteerd worden in personeel en de zorg moet beter toegankelijk worden voor alle Nederlanders.
Verder staat onderwijs hoog op het prioriteitenlijstje van de PvdA. Iedereen heeft recht op goed onderwijs, zodat de kansen op de arbeidsmarkt zo eerlijk mogelijk verdeeld worden. De PvdA wil de komende jaren vooral investeren in de ‘kleinere klassen’. Dus minder leerlingen per klas, zodat er meer aandacht is voor de leerlingen die dat nodig hebben. Tevens zal er de komende tijd geïnvesteerd moeten worden in de kinderopvang, waardoor mannen en vrouwen gemakkelijiker werk en zorgtaken kunnen combineren.
Daarnaast zijn ook veiligheid en criminaliteit belangrijke thema’s voor de PvdA. De aanpak van de criminaliteit
is hard nodig. Mensen moeten zich veilig voelen in de eigen buurt. De PvdA vindt het daarom noodzakelijk dat er meer politie op straat is waar dat nodig is.
Internationaal gezien zet de PvdA zich in voor vrede en veiligheid, bestrijding van de schending van de mensenrechten en een eerlijke verdeling van de welvaart in de wereld.
Meer dan 50 jaar PvdA
De eerste periode na de oprichting van de PvdA in 1946 werd besteed aan de naoorlogse wederopbouw van Nederland. Tussen 1946 en 1958 nam de PvdA onafgebroken deel aan de regering. In die periode leidde PvdA’er Willem Drees de drie kabinetten en het was in deze tijd dat de basis van het sociale verzekeringsstelsel, waaronder de AOW, werd gelegd. In de jaren zestig werd de PvdA beïnvloed door Nieuw Links. Dit was een beweging binnen de partij die radicale democratisering op alle niveaus nastreefde. Ook splitsten een aantal groepen mensen zich af van de partij, zo ontstonden onder andere de Pacifistische Socialistische Partij (SPS) in 1957, en Democratische Socialisten 1970 (DS’70).
De PvdA was sinds haar oprichting een regeringspartij geweest, maar in de periode 1958 tot 1973, met onderbreking van 1965 tot 1968, raakte de partij in de oppositie. In 1973 keerde de PvdA met Joop den Uyl, die sinds 1967 fractieleider in de Tweede Kamer was, als minister-president terug in de regering om in 1977 door het CDA en de VVD in de oppositie gedwongen te worden. In 1981 bleek deze combinatie weinig succesvol en kwam de PvdA weer in het kabinet, met als regeringspartners D66 en CDA. Dit kabinet hield niet lang stand. Bij de verkiezingen van 1982 bleek de PvdA de grootste partij, maar CDA en VVD wisten een meerderheidscoalitie te vormen, Het Kabinet Lubbers-II en de PvdA bleef vanuit de oppositie, onder leiding van den Uyl, al het mogelijke doen aan de bestrijding van werkloosheid, die in die periode schrikbarend steeg.
Na een lange oppositieperiode trad de PvdA in 1989 toe tot het derde Kabinet-Lubbers, samen met de CDA. De PvdA verkeerde in een moeilijke positie omdat de partij bij de voorgaande verkiezingen van de 52 zetels er drie had verloren, terwijl het aantal zetels van het CDA 54 bleef. Toch zat dit Kebinet de gehele regeerperiode uit. De verkiezingen van 1994 veranderden alle verhoudingen. De PvdA en het CDA verloreb beiden zwaar. De PvdA moest 12 en het CDA 20 zetels inleveren. Hierdoor verspeelden ze de meerderheid in de kamer. Onder Leiding van Wim Kok vormde de PvdA met de twee winnaars van de verkiezingen, VVD en D66, een ‘paars’ kabinet, waardoor het CDA in de oppositie belande.
De PvdA in Paars
Het eerste ‘Paarse Kabinet’ ging in augustus 1994 onder leiding van de minister-president Wim Kok (PvdA), van start. De combinatie van PvdA, VVD en D66 was uniek in de Nederlandse geschiedenis en hoewel de opvattingen van deze drie partijen op een aantal gebieden uiteenlopen, verliep deze nieuwe samenwerking positief. Het voornaamste programmapunt van het Paarse Kabinet was het scheppen van banen. De werkloosheid daalde in deze periode dan ook tot het niveau van voor 1990. Daarnaast streefde dit kabinet naar lastenverlichting voor burgers en het bedrijfsleven, aanpassing van de sociale zekerheid, verbetering van de infrastructuur en meer veiligheid op straat. Bij de verkiezingen op 6 mei 1998 bleek dat de kiezers tevreden waren over het beleid van Paars I. De PvdA en de VVD wonnen respectievelijk 8 en 7 zetels. Na een langedurige formatie, kon op 3 augustus 1998 het tweede kabinet-kok worden beëdigd. Het kabinet bestaat uit 15 ministers, zes van de PvdA, zes van de VVD en drie van D66. Werkgelegenheid staat ook bij dit kabinet voorop. Daarnaast zal de komende jaren flink geïnvesteerd worden in onder meer onderwijs, zorg, politie en kinderopvang, onder het motto “Werk, inkomen en kwaliteit.
De PvdA in de Tweede Kamer
De Tweede Kamer telt 150 leden, volksvertegenwoordigers, die eens in de vier jaar rechtstreeks door de kiezers gekozen worden. De Tweede-Kamerleden controleren de regering en maken samen met de regering wetten. De huidige fractie van de PvdA bestaat uit 45 leden, 21 vrouwen en 24 mannen. Het hoogste aantal vrouwen tot nu toe. Ook telt de fractie steeds meer jongeren. Zo probeert de PvdA zoveel mogelijk verschillende groepen in de samenleving in de Tweede Kamer te vertegenwoordigen.
De organisatie en de structuur van de Partij van de Arbeid
De Partij van de Arbeid is een democratische vereniging en is opgebouwd uit verschillende lagen, die alle direct betrokken zijn bij de besluitvorming binnen de partij. De basis van de partij bestaat uit de afdelingen, die lokaal de PvdA vertegenwoordigen en die in principe samenvallen met de gemeenten. Een afdeling bestaat uit alle PvdA-leden in een gebied en in totaal zijn er zo’n 600 afdelingen. De dagelijkse leiding van de partij is in handen van het partijbestuur, dat onder leiding staat van Marijke van Hees. In totaal bestaat het partijbestuur uit 25 leden, die zich richten op de landelijke politiek en haar beleid. In 1999 heeft het partijbestuur zes Kenniscentra ingesteld: Buitenland, Binnenland & Justitie, Onderwijs & Cultuur, Ruimte & Milieu, Zorg & Welzijn en Sociaal-Economisch-Financieel. In deze kenniscentra wordt gediscussieerd door leden en niet-leden, vooral over politieke thema’s die middellange en lange termijn gaan spelen. Het hoogste orgaan van de partij is het congres. Dit congrews wordt eens per jaae gehouden om over bestuurlijke en politieke kwesties besluiten te nemen. Elke twee jaar wordt er op het congres een nieuw partijbestuur gekozen, de afdelingen kunnen dan hun stem uitbrengen. Ook het verkiezingsprogramma wordt eens in de vier jaar op het congres vastgesteld.
Stichtingen binnen de Partij van de Arbeid
Binnen de PvdA zijn verschillende stichtingen actief, die de partij ondersteunen.De Wiarda Beckman stichting (WBS) is het wetenschappelijke instituut van de PvdA, dat de partij adviseert op verschillende beleidsterreinen. Deze denktank zorgt voor de noodzakelijke ideeënvernieuwing binnen de partij en verricht op verschillende terreinen langetermijnstudies.
Op Internationaal niveau komt de Evert Vermeer Stcihting (EVS) op voor de allerarmsten in de wereld. Deze stichting werft fondsen om projecten en dus mensen in de ontwikkelingslanden daadwerkelijk te steunen. Ook
zorgt de stichting ervoor dat de internationale armoedeproblematiek op de politieke agenda blijft.
De Alfred Mozes Stcihting (AMS) ondersteunt de sociaal-democratische partijenen groeperingen in Oost-Europa. De stichting brengt de politieke partijen daar in contact met afdelingen van de PvdA, zodat er uitwisselingsprogramma’s tot stand kunnen komen.
Conclusie
De Partij van de Arbeid is een sociaal democratische partij. De partij staat voor vrijheid, gelijkheid en solidariteit, zodat iedere Nederlander gelijke kansen op persoonlijke ontplooing heeft. Als één van de grootste problemen ziet de PvdA de Werkloosheid, ook vindt de PvdA dat de gezondheidszorg meer aandacht verdient, eveneens als goed onderwijs, meer veiligheid en een betere aanpak van de criminaliteit. Internationaal gezien zet de partij zich in voor de schending van de mensenrechten en een eerlijke verdeling van de welvaart. Ik persoonlijk sta achter de standpunten van de PvdA, als ik later zou gaan stemmen, dan zou ik stemmen op de PvdA!
Bronvermelding
Om dit werkstuk te kunnen maken heb ik de volgende bronnen gebruikt:
REACTIES
1 seconde geleden
P.
P.
Erg slecht man toch gekopieerd en geplakt thanks doei
8 jaar geleden
Antwoorden