Tweede kamer: Er kan geen politieke beslissing worden genomen zonder instemming van dit politieke orgaan. De belangrijkste functies van de kamer zijn: ‒ Controle van de regering & ‒ Mede-wetgeving Voor het uitoefenen van deze functies hebben ze een aantal mogelijkheden tot hun beschikking: ‒ Recht van interpellatie (vragen stellen aan de minister) ‒ Recht van enquête (onderzoek naar de handelwijze van de regering en haar ambtenaren) ‒ Recht van initiatief ( met een wetsvoorstel komen) ‒ Recht van amendement (wetsvoorstel veranderen) De eerste kamer heeft alleen de eerste 2 rechten (interpellatie en enquête) Maar, om verder te gaan waar ik gebleven was, het volk kiest dus via de verkiezingen mensen die hun mening mogen gaan vertellen in de politiek. Er zijn twee soorten kiesrecht in Nederland. Als eerste heb je het actief kiesrecht, dit houd simpelweg in dat je het recht hebt om te kiezen. Maar je kan zelf ook gekozen worden als je dat wilt, dit noemt men het passief kiesrecht. Als je zelf gekozen wil worden mag dat niet zomaar je moet wel aan een aantal voorwaarden voldoen. Deze voorwaarden zijn: Je eigen partij moet staan ingeschreven in elk kiesdistrict waar ze stemmen willen krijgen. Nederland is verdeeld in negentien kiesdistricten. (4 in Z-Holland, 3 in N-Holland, 2 in Gelderland & N-Brabant, de rest van de provincies tellen allemaal voor 1 district mee) ‒ De partij moet in elk kiesdistrict 25 handtekeningen van sympathisanten inleveren ‒ De partij moet per kiesdistrict een waarborgsom van duizend gulden betalen. Dit bedrag krijgen ze terug als ze minstens 1 zetel halen. Voor beide soorten kiesrecht geldt (vanzelfsprekend) wel dat je 18 jaar of ouder moet zijn. Naast kiezen kan een inwoner van Nederland ook op een andere manier invloed uitoefenen op de politiek. Je kan persoonlijk contact opzoeken met politici, je kan een verzoek indienen, je kan de pers benaderen, ook kan je lid worden van een actiegroep (en daar heb je er veel van in Nederland), of je kan mooi gezegd: “overgaan tot je burgerlijke ongehoorzaamheid”, wat inhoud dat je kan protesteren tegen bepaalde beslissingen van de politiek. Het kiezen zelf in Nederland is ook tot in de puntjes geregeld. Nederland heeft een evenredig kiesstelsel, d.w.z. dat als je bijv. 20% van de stemmen haalt, je ook 20% van de zetels haalt. Hier zitten voor- en nadelen aan verbonden. Een voordeel is dat iedere stem echt meetelt, een
Volkspartij voor Vrijheid en Democratie (VVD) ‒ Dit is een liberale partij, d.w.z. dat ze grote waarde hechten aan vrijheid ‒ Vanwege het liberale zijn ze voor persoonlijke en economische vrijheid van mensen en bedrijven. ‒ Verder vinden ze dat de overheid zo min mogelijk moet ingrijpen in de samenleving, omdat anders de vrijheid misschien wordt aangetast. Dit waren zo’n beetje de belangrijkste partijen, je hebt er natuurlijk nog wel meer, maar die heb ik links laten liggen omdat die vaak van minder groot belang zijn voor Nederland. Nu weet iedereen dat het eerste kabinet Balkenende uit elkaar is gevallen en dat men toen is begonnen aan een nieuwe kabinetsformatie. Hieronder heb ik geschreven hoe zo’n kabinetsformatie verloopt. Dit heb ik in 8 stappen gedaan. 1: De koningin krijgt adviezen van de voorzitter van de Raad van State, de voorzitters van de 1e en 2e kamer en de leiders van de politieke partijen. Deze gaan namelijk de dag na de verkiezingen bij de koningin op bezoek. Zij adviseren haar wie het beste kan onderzoeken welke partijen samen het beste het kabinet kunnen vormen. De persoon die dit moet onderzoeken heet de informateur. 2: De koningin benoemt vervolgens een informateur. 3: – de informateur overlegt eerst met de partijen die ongeveer dezelfde ideeën hebben. De informateur moet meningsverschillen uit de weg ruimen en de partijen zo goed als mogelijk op 1 lijn weten te brengen ‒ Als dit is gelukt wordt er een coalitie gevormd, dit is een samenwerkingsverband tussen 2 of meerdere partijen ‒ Aan de hand van de onderhandelingen tussen de coalitiepartijen stelt de informateur een regeerakkoord op waarin de coalitiepartijen de hoofdlijnen aangeven van het beleid dat zij in de komende tijd willen gaan voeren
4: Daarna gaat de informateur naar de koningin en brengt verslag uit. Als het hem niet is gelukt om partijen bij elkaar te brengen en een regeerakkoord te vromen benoemt de koningin een nieuwe informateur. 5: Vervolgens benoemt de koningin een formateur, deze moet ervoor zorgen dat hij ministers en staatssecretarissen vindt die het regeerakkoord willen uitvoeren. 6: De formateur overlegt met de coalitiepartijen over de verdeling van de verschillende ministersposten. Meestal krijgt de formateur de positie van Minister-President
7: Als alles is gelukt gaat de formateur terug naar de koningin om te vertellen dat hij een nieuw kabinet heeft samengesteld. 8: Als laatste benoemd de koningin het kabinet, het kabinet krijgt meestal de naam van de minister-president, zoals kabinet Balkenende. Als er geen kabinet gevormd kan worden spreken we van een kabinetscrisis. Dit kan gebeuren doordat de ministers het onderling niet met elkaar een worden over bepaalde zaken. Een andere reden hiervoor is dat de meerderheid van de Tweede kamer het kabinet niet meer steunt en zijn vertrouwen in de ministers opzegt. Als dit gebeurt gaat de minister-president naar de koningin om het ontslag van zijn kabinet aan te bieden. Dit is nog niet zo heel lang geleden gebeurt. Conclusie Door het mislukken van het eerste kabinet Balkenende had de kiezer grotendeels zijn vertrouwen verloren in voornamelijk de LPF. Bij de verkiezingen voor de nieuwe regering was duidelijk te merken in de uitslagen. De LPF had flink verlies geleden en er was grote winst voor de PvdA. Het CDA bleef met een (kleine) voorsprong toch de grootste partij. Het tweede kabinet Balkenende kreeg dus zijn kans. Maar om goed te kunne functioneren in de regering had het CDA sterke coalitiepartners nodig. Hier zat het probleem echter in, ze konden het niet maken om de LPF weer er bij te trekken, omdat deze het vertrouwen van de kiezer had beschaamd. Ook was het niet echt een optie om een coalitie te maken die uit allemaal kleine partijtjes bestond. Hierdoor bleef er eigenlijk maar 1 keuze over, het CDA moest samen met de PvdA een coalitie vormen. Dit was volgens verschillende mensen ook het eerlijkst voor de kiezer, want de keizer had tenslotte ook massaal voor de PvdA gestemd. Hier is de regering nu nog steeds over aan het redetwisten. Het blijkt namelijk dat het CDA en de PvdA teveel van elkaar verschillen om samen een coalitie te kunne vormen. Dit merk je nu bijvoorbeeld aan de oorlog in Irak. Het CDA steunt de oorlog politiek, maar niet militair. De PvdA is echter tegen de oorlog. En dit is nog maar 1 van de vele voorbeelden waarover ze het niet met elkaar mee eens zijn. (of tegen de tijd dat u het leest: waren)Als ze er over een aantal weken ( maanden?) nu eindelijk eens zijn met de vorming van het kabinet is het nog de vraag of het veel zal worden in de toekomst. Het is natuurlijk moeilijk om te voorspellen hoe ze samen in de toekomst zullen regeren. Dit komt, omdat er plus- en minpunten zitten aan het CDA en de PvdA samen als coalitie. Een pluspunt kan zijn dat het CDA en de PvdA elkaar in evenwicht houden, om een voorbeeld te noemen: Het CDA wil ontzettend bezuinigen om de staatsschuld af te lossen, ook als het ten koste van ons gaat. De PvdA neemt daarin een gematigder standpunt. Als ze het samen over deze kwestie eens moeten worden zullen ze een “gulden middenweg”moeten vinden, wat waarschijnlijk er op neer komt dat er wordt bezuinigd, maar niet ten koste van de economie van het eigen land. Dit, en natuurlijk meer zaken, zou positief kunnen werken. Nu ga ik er wel vanuit dat ze toegeven aan elkaar, dit hoeft natuurlijk niet te gebeuren en als dat zo zou zijn krijg je veel problemen denk ik. Dan herhaal ik weer het feit dat het CDA en de PvdA vrij ver van elkaar afstaan in hun meningen. Dit zou kunnen betekenen dat ze het vaak oneens zullen zijn, wat ten koste gaat van de spoedige besluitvorming in Nederland. Als ze beiden niet toegeven aan elkaar kan het leiden tot een 2e kabinetscrisis. Zo blijft het een beetje koffiedik kijken. Als ik de plus- en minpunten echter een beetje tegen elkaar afweeg verwacht ik dat het uiteindelijk wel vrij goed zal gaan met het bestuur van Nederland. Ik verwacht niet al te grote problemen met het CDA en de PvdA samen in het kabinet. Misschien loopt het allemaal iets minder vlot, maar je kan ook niet alles wensen van de regering. Ik denk niet dat het weer gaat leiden tot een kabinetscrisis, zoals het geval was bij het eerste kabinet Balkenende. Ik denk nu wel dat de regeerperiode wordt uitgezeten tot de volgende verkiezingen. Als ik nu een antwoord zou moeten geven op mijn probleemvraag: Moet Nederland links of rechts worden geregeerd? zou ik het volgende antwoorden: In een land wonen verschillende mensen met verschillende ideeën en met verschillende opvattingen hoe een land moet worden geregeerd. Ieder hoopt dat zijn partij het grootste wordt in het kabinet. De ene is voor de linkse partij en de ander voor de rechtse. Nu ben ik van mening dat extreem nooit goed is, dus extreemlinks of rechts moet een land nooit worden geregeerd. Ik denk dat het het beste is dat een land wordt geregeerd door een regering die een weerspiegeling is van de manier waarop de meningen zijn verdeeld in een land. In Nederland zou dat dus een regering worden die bestaat uit de helft links en de helft rechts. Dat is nu ongeveer het geval, ik vind dus dat Nederland niet links of rechts, maar centraal moet worden geregeerd. Oftewel: ik kies voor de “gulden middenweg” en ik hoop dat dit lukt en dat er niet weer een puinhoop van wordt gemaakt. Het zal in ieder geval niet leiden tot een kabinet als dit.
REACTIES
1 seconde geleden