Het onderwijs

Project hoofdstuk 1

Er zijn niet altijd scholen geweest in nederland.Vanaf de 7e eeuw werden de franken de baas in Nederland. Onder leiding van Karel de grote verspreide ze het christelijk geloof. Iedereen moest bidden en naar de bisschop luisteren.In de kloosters vinden we dan de eerste scholen.

Vanaf de twaalfde eeuw zaten alleen jongens die later in de kerk gingen naar school. De lessen werden in het Latijn gegeven in de taal van de kerk.. Een paar honderd jaar later werd het onderwijs beter verspreid.er kwamen grotere scholen waar steeds meer kinderen heen gingen. In één klas zaten ze soms met z’n 150e dat kon de meester niet aan en daarom hielpen de grotere de kleinere kinderen

In de achttiende eeuw schreef dirck adriaanszoon valcoog een gebruiksaanwijzing voor leraren.er waren natuurlijk ook strafen de plak een bordje met domoor en de roe. In de negentiende eeuw werd Nederland een echt land.toen had je in den haag een soort agent van opvoeding. De tweede agent had allemaal ideeën uit boeken dat alles beter moet.bijvoorbeeld: de klaslokalen moesten groter,en minder strenge strafen.

Na 1850
Er komen vakken bij en er wordt nagedacht over de school door iedereen.de basisschool van nu is dus een mix allerlei iedeeën.

Hoofdstuk2

Freinet. De kinderen in een freinetschool schrijven veel ze e-mailen naar andere

freinetscholen, ze verzinnen werkplannen en houden elke dag een klassenvergadering.

Dalton. De belangrijkste woorden van een daltonschool zijn vrijheid zelfstandigheid en samenwerking. De kinderen op een daltonschool krijgen gewoon werk voor een hele week en dat moet af aan het eind van de week.

Montessori. In de montessorischolen is er een overvloed aan leermiddelen. Die dingen hebben ook prachtige namen.de deelbak de trinoom het planetenwerkje het gouden matriaal.

Hoofdstuk 3

Regels Die regels staan in de schoolgids. Elke school in Nederland geeft jaarlijks zo’n boekje uit. In dat boekje wordt de doelstelling van de school verteld.dat de school regels maakt is heel begrijpelijk.Ook in de klas zijn allerlei zaken geregeld. In veel klassen is ook het zelfstandig werken geregeld. Je weet waar de nakijkboekjes zijn en de meester of juf zegt niks.

Orde\\ Luisteren naar de uitleg. Problemen oplossen met woorden niet met vuisten. Je kent die zinnen wel. In sommige klassen hoor je die zinnen heel vaak. Daar heerst een ‘slechte orde’, Er is ruzie en lawaai. Het kan ook aan de leerkracht liggen. Hier een lijstje met leerkracht fouten: Slechte voorbereiding, Schreeuwen, Klassikaal terechtwijzen, Onduidelijke regels, Straf. Er wordt ook wel eens gepest daar kun je veel aan doen: Het goede voorbeeld geven, Duidelijk maken wat pesten is, Hard optreden, En een goede sfeer.