De EU

Hoofdstuk 1

§1.Het ontstaan van de Europese Unie Op 18 april 1951 werd de eerste stap gezet richting een samenwerking tussen verschillende landen in Europa. Na de 2e WO wilden de Europese landen samen gaan werken en zich verenigen, omdat er grote kloven waren ontstaan op het gebied van de politiek en economie tussen verschillende Europese landen.. In 1952 werd de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS) opgericht door Nederland, België, Luxemburg, Frankrijk, Italië en de Duitse Bondsrepubliek. De EGKS hield zich bezig met de samenwerking tussen de kolen en staal industrie. Hiermee is er een begin gekomen aan de Europese vereniging. De rede voor de vereniging was vooral om welvaart en vrede te brengen in Europa. De samenwerking tussen de landen in de huidige Europese Unie wordt vastgelegd door middel van verdragen. Al deze verdragen vormen een soort grondwet. Als er iets in deze grondwet verandert moet worden, wordt er een nieuw verdrag opgesteld die de staatshoofden dan moeten ratificeren. Op basis van deze verdragen worden er dan soms concrete wetten gemaakt, waaraan elk lidland zich dan moet houden. Sinds de oprichting van de Europese Unie door de 6 lidstaten van de EGKS zijn er in de loop der jaren nog een aantal landen gaan deelnemen. Het aantal lidstaten dat nu vertegenwoordigt is in de EU is al uitgelopen tot een totaal van 15 lidstaten. De 15 lidlanden zijn : Nederland, België, Luxemburg, Frankrijk, Italië, de Duitse Bondrepubliek, Denemarken, Ierland, het Verenigd Koninkrijk, Griekenland, Spanje, Portugal, Oostenrijk, Finland en Zweden.

§2.Geschiedenis van de EU: - 25 maart 1957 : De zes grondleggers ondertekenen het Verdrag van Rome, waaruit de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) ontstaat. Het Europees Parlement telt dan 142 leden, die door de nationale parlementen worden afgevaardigd. - Januari 1973 : De toetreding van Denemarken , Ierland en het Verenigd Koninkrijk.Het aantal Europese parlementsleden stijgt tot 198 - Januari 1981 :Griekenland wordt de tiende lidstaat van de Gemeenschap. Met de komst van de Griekse leden wordt het Europees Parlement uitgebreid tot 434 leden. - Januari 1986 : Spanje en Portugal treden toe tot de Europese Gemeenschap. Het Europees Parlement telt nu 518 leden. Op aandringen van het Parlement ondertekenen de regeringen de Europese Akte, die vervolgens door de parlementen van de 12 lidlanden werd bekrachtigd. De Europese Akte brengt een verbetering van de werkwijze van de instellingen en een uitbreiding van hun bevoegdheden. In dit nieuwe verdrag spreken de 12 landen onder meer af dat zij uiterlijk op 31 december 1992 een interne markt tot stand zullen brengen waarin het vrij verkeer van personen, kapitaal, goederen en diensten verzekerd is. - Februari 1992 : Het Verdrag van Maastricht wordt ondertekend. In dit verdrag werd besloten dat de Europese Gemeenschap, de Europese Unie gaat heten. Ook werd er een Economische en Monetaire Unie opgericht, dit houdt in dat er met één wettig betaalmiddel in alle lidlanden betaald kan worden. - Januari 1995 : Oostenrijk , Finland en Zweden treden toe tot de Europese Unie. Het Parlement telt nu 626 leden. In de geschiedenis zij er een aantal verdragen die van groot belang zijn geweest en die werden aangemerkt als mijlpalen : - 25 Maart 1957 (Verdrag van Rome) De 6 oprichters van de EGKS proberen op het gebied van defensie en politiek, verdere samenwerking te realiseren. Maar dat werkt niet omdat elk land zijn eigen emoties heeft die de samenwerking belemmeren. Er wordt wel een verdrag gesloten op het gebied van vreedzaam gebruik van kernenergie ( Euratom-verdrag). Ook wordt economische samenwerking bevorderd door het opstellen van het verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap (EEG). Vanaf 1967 wordt het het de Europese Gemeenschap genoemd . Het doel hiervan is vrij verkeer van goederen, diensten en kapitaal tussen de deelnemende landen. - 17 Februari 1986 (Europese Akte, Luxemburg) In dit verdrag wordt bepaald dat de interne markt zoals die in het Verdrag van Rome wordt genoemd, op 1 Januari 1993 voltooid moet zijn. - 17 Februari 1992 (Verdrag van Maastricht) De Europese Gemeenschap wordt omgevormd tot de Europese Unie die zich bezighoudt op 3 gebieden : - samenwerking lanbouwbeleid, Economische en Monetaire Unie - Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid; gezamenlijk beleid en standpunten formuleren over bijvoorbeeld conflicten elders in de wereld. - Binnenlandse zaken en Justitie : nauwere samenwerking asielbeleid, voorschriften met betrekking tot overschrijding van de buitengrenzen van de lidstaten, immigratiebeleid, strijd tegen drugs, strijd tegen internationale fraude, en poltieke en justitiële samenwerking

- 17 Juni 1997 (Verdrag van Amsterdam) In het Verdrag van Amsterdam zijn onder andere de volgende afspraken gemaakt : - Het Europees Parlement krijgt meer inspraak in de besluitvorming - De EU gaat meer gezamenlijk beleid voeren (milieu, justitie,etc) - Met het afsluiten van het Verdag van Amsterdam is het startsein gegeven voor uitbreiding van de EU

Hoofdstuk 2

§1. Instellingen van de Europese Unie

- Het Europees Parlement
Het Europees Parlement is de enige internationale instelling waarvan de leden democratisch, bij rechtstreekse algemene verkiezingen gekozen zijn. Het Parlement wordt om de 5 jaren gekozen en zetelt in Straatsburg. De 626 leden oefenen de democratische controle uit. Het Parlement vervult een essentiële rol bij de formulering, wijziging en goedkeuring van de Europese wetgeving en doet politieke voorstellen voor een verdere eenwording. Het zet zich in voor de bescherming van de menserechten en onderhoudt contacten met alle democratisch gekozen parlementen ter wereld.

- De Europese Commissie
De Europese Commissie is het dagelijks bestuur van de EU en zetelt in Brussel. Het bestaat uit 20 commissarissen. Zij zijn volkomen onafhankelijk van de nationale regeringen die hen hebben benoemd. Zij dragen een collectieve verantwoordeljikheid. De Commissie doet voorstellen voor de wetgeving en maatregelen. Zij zien toe op de toepassing daarvan en coördineren de uitvoering van het beleid op de verschillende gemeenschappeljike beleidsterreinen. De benoeming van de Commissie moet worden goedgekeurd door het Europees Parlement, dat ook de bevoegdheid heeft de Commissie naar huis te sturen.

- Raad van de Europese Unie
De van de Europese Unie is de belangrijkste instelling als het gaat om besluitvorming. De Raad is ontstaan uit de EGKS, Euratom en de EG. Sinds 1993 zijn de 3 gemeenschappen samengevoegd en is de Raad ontstaan. De Raad bestaat uit 15 leden en zetelt in Luxemburg. De Raad en het Parlement stellen de wetgeving op voorstel van de Europese Commissie.

- De Europese Raad
De Europese Raad of Top bestaat uit de staatshoofden en de voorzitter van de Europese Commissie. De Europese Raad komt minstens tweemaal per jaar bijeen om het beleid in grote lijnen uit te zetten en om in het kader van de Europese politieke samenwerking actuele internationale vraagstukken te bespreken.

- Het Hof van Justitie
Het Hof van Justitie is het hoogste rechtscollege van de Europese Unie en doet de rechtspraak binnen de Unie. Het Hof van Justitie bestaat uit 15 rechters die door de lidstaten worden benoemd. Het Hof van Justitie ziet toe op de naleving van het recht bij de interpretatie en toepassing van de Verdragen.

- De Rekenkamer
De Rekenkamer oefent controle uit op het financiële beheer van de EU en bestaat uit 15 leden. De Rekenkamer zetelt in Luxemburg.

- De Europese Centrale Bank
De Europese Centrale Bank heeft als belangrijkste taak het geld beleid in de eurozone te regelen en bankbiljetten uit te geven. De Bank heeft werknemers uit alle lidstaten in dienst en zetelt in Frankfurt a/d Main.

§2. De invoering van de Euro

De invoering van de Euro verloopt in 3 stappen : - De eerste stap is inmiddels genomen. Begin mei 1998 hebben de Europese regeringsleiders de lidstaten aangewezen, die vanaf de aanvang meedoen aan de muntunie en bereikten zij overeenstemming over de voordracht van de directieleden van de Europese Centrale Bank. - De tweede stap is op 1 januari 1999 gezet toen de nationale munteenheden van de deelnemende lidstaten werden vervangen door een nieuwe munteenheid, de Euro (€). - De derde stap werd op 1 Januari 2002 gezet toen de Eurobankbiljetten en munten in omloop werden gebracht. De oude nationale biljetten en munten werden uit de omloop gehaald na een korte periode van dubbele omloop. Eén maand na de invoering van de nieuwe munt werd al meer dan 95 % van de contante transacties in euro’s verricht. De eurozone bestaat momenteel uit 12 lidstaten van de EU : Nederland, België, Duitsland, Frankrijk, Italië ,Luxemburg, Ierland,Griekenland, Spanje, Portugal, Oostenrijk en Finland.

Hoofdstuk 3

§1. De toekomst van de Europse Unie In de toekomst zullen er waarschijnlijk nog veel meer landen gaan toetreden in de EU. De Europese landen die willen toetreden tot de EU,moeten een verzoek indienen. Die verzoeken belanden bij de Europese Commissie, en die bekijkt deze verzoeken en geeft advies over het wel of niet accepteren van een verzoek. Als een land wil toetreden tot de EU moet het na zijn verzoek een aantal stappen doorlopen: - Uitbreidingsproces - Toetredingsproces - Toetredingsonderhandelingen

Een land wordt ingedeeld in een van deze fases. In welke fase een land wordt ingedeeld, wordt bepaald door de afdeling buitenlandse betrekkingen van de Europese Commissie. In welke fase een land wordt ingedeeld hangt af van een aantal zaken zoals de economische- en politieke toestand in dat land. Het process van de uitbreiding van de EU is gestart op 30 maart 1998. Met de landen die zijn ingedeeld in de fase “toetrdeingshandelingen” worden onderhandelingen gevoerd over het toetreden tot de Europese Unie. Een land dat wil toetreden tot de EU moet aan een aantal voorwaarden voldoen :

- Politieke voorwaarde : Het kandidaatland moet een goedwerkende democratie in huis hebben. - Economische voorwaarde : In het kandidaatland moet een functionerende markteconomie bestaan en het land moet het vermogen hebben om de concurrentiedruk en de marktkrachten binnen de Unie het hoofd te bieden. - Andere voorwaarden : Het kandidaatland moet in staat zijn de
verplichtingen van het lidmaatschap op zich te nemen en de
doelstellingen van politieke , economische en monetaire unie
onderschrijven. Het land moet in staat zijn de gehele Europese
wetgeving over te nemen en toe te passen.

Onderhandelingen vinden momenteel plaats met de volgende 12 kandidaten: Bulgarije, Hongarije, Slovakije, Cyprus, Estland, Letland, Litouwen, Malta, Polen, Roemenië, Slovenië, en de Tsjechische Republiek.

Het is vaak moeilijk voor een land om toe te treden tot de EU omdat de hervormingen die er op economisch en politiek gebied moeten worden doorgevoerd vaak heel moeizaam verlopen. De kandidaatlanden met dit probleem krijgen van de EU hulp in de vorm van geld en kennis. Sommige landen die al lid zijn van de EU, krijgen ook nog de nodige hulp van de Unie, maar zijn bang dat al het geld en hulp nu naar de kandidaatlanden zal gaan in plaats van hun. Hierdoor hebben deze landen niet zo een haast met het uitbreiden van het aantal landen in de EU.

§2. De invloed van de EU in de regio De EU wil de strategische samenwerking met Latijns-Amerika en het Caraibisch Gebied vernieuwen. Behalve de politieke relaties te versterken, wil de EU de economische activiteiten helpen vergroten. De EU beweert dat dit ongetwijfeld zal leiden tot de ontwikkeling van Latijns Amerika en het Caraibisch Gebied. Verder zal een nauwe samenwerking leiden tot economische en politieke voordelen voor zowel de EU als Latijns Amerika en het Caraibisch Gebied. De EU heeft ook een kantoor in Suriname, en wel aan de Dr. Sophie Redmondstraat #239. De EU financiert micro projecten in ons land. In 1995 kreeg Surland een financiële ondersteuning van 10 miljoen euro voor de herstructurering van het bedrijf. Op dit moment stelt de EU een rapport op om dit bedrijf weer te helpen.