1. Wat bepaald het gedrag van de mensen en waar komen de gewoonten in de samenleving vandaan?
1.1. Wat bepaald het gedrag van de mensen Het gedrag van de mens wordt door een aantal dingen bepaald. Het is deels genetisch, oftewel aangeboren gedrag. Maar het grootste gedeelte wordt door invloeden van buitenaf bepaald. Dit gedrag komt voort uit je sociale omgeving. Je neemt bijvoorbeeld het gedrag van je ouders over en van je vrienden en vriendinnen. Ook neem je dingen over die je bijvoorbeeld op tv ziet of in de krant leest. Op tv wordt daar tegenwoordig goed over geadviseerd. Je kunt op teletekst opzoeken welk programma bij welke leeftijd past. Het gedrag van beroemde mensen word ook vaak overgenomen omdat de fans meestal zoveel mogelijk op hun idool willen lijken. Dit kan best gevaarlijk zijn af en toe. Want soms word hier in door geslagen. Zo is het in Amerika al een paar gebeurd. Het is veelal op het nieuws geweest hoe een Marilyn Manson fan een halve school overhoop geschoten heeft.
1.1.1. Aangeleerd gedrag
Aangeleerd gedrag is gedrag dat ontstaan is door invloeden van buitenaf. Hoe is bijvoorbeeld mode ontstaan. Puur doordat mensen elkaars gedrag volgen. Hoe ontstaan pesterijen. Ook doordat dit gedrag over word genomen door elkaar. Een andere vorm is bijvoorbeeld weer religie. Dit is gedrag dat meestal door de ouders word aangeleerd. Soms kan aangeleerd gedrag ook voor problemen zorgen. Mensen leven dan niet meer in overeenstemming met hun levensweg. Ze zijn dan vaak in conflict met hun eigen persoonlijkheid. Hierdoor komt tegenslag, stress, geestelijke en vaak ook lichamelijke klachten voor. De oorzaak hiervan is dat mensen al eeuwen lang beïnvloed worden door mens en media of het gedrag van andere mensen overnemen. Hoe je gevormd word is allemaal aangeleerd gedrag. Je word gevormd door invloeden van buitenaf wat dus zeggen wil door de mensen en dingen om je heen. Zodra je geboren bent begint het al: ouders. Je ouders hebben dan wel de grootste invloed op je. Dan komt school. Dit is ook een belangrijk stuk in aangeleerd gedrag. Hier kom je veel andere mensen tegen met een andere denkwijze dan jou. Dan heb je de media. Dit is ook een belangrijk gedeelte. Mensen willen graag op beroemde mensen lijken en leren zichzelf hun gedrag aan. Een belangrijk onderdeel hiervan is bijvoorbeeld de mode. Maar ook criminaliteit word door een deel via de media aangeleerd.
1.1.2. Aangeboren gedrag
Dit is een heel ander soort gedrag dan aangeleerd. Aangeleerd word gevormd door de omgeving maar aangeboren komt niet door invloeden van buitenaf. Zoals het woord al zegt is het aangeboren. Dit houdt in dat er niets aan veranderd kan worden en dat het is zoals het is. Het zijn bijvoorbeeld je reflexen. Als je bijvoorbeeld je vinger brand dan trek je die terug. Het is het eten,drinken, slapen, sex, enzovoort. Dit zijn allemaal dingen die aangeboren zijn. Ook is aangeboren gedrag een klein beetje genetisch bepaald. Dit is wetenschappelijk bewezen.
1.1.3. Sociale omgeving
Sociale omgeving is alle mensen om je heen en je leefruimte. Dit wil zeggen de omgeving waar je leeft zoals school, je huis, de buurt waar je in woont en daar horen natuurlijk mensen bij. Wat de mensen betreft, het zijn niet alleen degene zijn die je kent, maar ook mensen die je niet kent. Door sociale omgeving komt aangeleerd gedrag. De mensen om je heen vormen je. Criminaliteit wordt vaak veroorzaakt door de sociale omgeving. Vaak is het gekopieerd gedrag. Maar ook komt dit vaak door de omgeving waar ze wonen. Of je in een goede, wat rijkere/rustigere, buurt woont of dat je in een wat armere buurt woont, scheelt een hoop. Ook in de onderwijsresultaten is het terug te vinden. Kinderen volgen elkaar als voorbeeld. Niet alleen is dit met pesten zo maar ook met hun leergedrag. Hieruit valt ook gelijk in positie uit op te maken.
1.1.4. Media
De media speelt een heel belangrijke rol in de samenleving. Media kom je veel tegen in aangeleerd gedrag en in de sociale omgeving. De media bestaat uit een belangrijk gedeelte uit beroemdheden. Iedereen is altijd wel een beetje benieuwd. De een wat meer dan de ander. Vaak bij de mensen die wat meer geïnteresseerd zijn gaan kopiëren. De mens lijkt graag op zijn idool en zal zijn idool dan ook vaak na gaan doen. In heel veel gevallen maakt dit verder niet uit. Ook criminaliteit komt veel in de media voor. Zaken worden besproken. Dit heeft zo zijn voordeel maar ook zijn nadeel. Mensen kunnen zien wat er allemaal voor rare dingen gebeuren op deze wereld. Maar ook op het idee gebracht worden. Het gebeurd veel dat het gedrag wat op tv is gezien of gelezen is in de krant, overgenomen wordt.
1.2. Waar komen de gewoonte in de samenleving vandaan?
Gewoontes zijn al jaren geleden bepaald. Of meer door de jaren heen vanzelf ontstaan. Gewoontes neem je over van iedereen. Zodra je geboren bent volg je eerst de gewoontes van je ouders en zussen en/of broers. Oftewel je naaste. Zodra je wat ouder word neem je gewoontes over uit je omgeving zoals je klas genoten, vrienden, enzovoort.
1.2.1. Cultuur
Cultuur wordt gevormd door de mensen. Cultuur bestaat dus vanaf het moment dat er mensen op deze aardbol leven. Doordat de mens verschillende werkwijze en gedragingen had ontstonden er dus al snel verschillende culturen op verschillende plaatsen. Kijk maar naar de Nederlandse cultuur of die van een land als Iran. De cultuur wordt van generatie op generatie doorgegeven. Cultuur verandert ook wel naar mate de tijd verstrijkt. Vroeger mochten vrouwen bijna niks. Zij waren er om kinderen te baren, het huishouden te doen, enzovoort. Naar mate de tijd verstreek en er steeds meer vrouwen in opstand kwamen hiertegen, veranderde dit langzaam aan. Hoewel de cultuur langzaam verandert, zullen er altijd bepaalde dingen hetzelfde blijven.
1.2.2. Sociale Positie
Sociale positie is een soort van rangorde. Zoals er tussen de dieren wordt bepaald wie welke plaats heeft in de rangorde, word dat in Nederland ook gedaan maar dan heet die sociale positie. Het is niet zo dat ieder persoon op zich een plaats heeft, maar je word meer in groepen geplaatst. Je wordt in een groep geplaatst naar aanleiding van inkomen en omgeving. Zo staat bijvoorbeeld de koningin zo´n beetje bovenaan en komt je uit een achterstands buurt met weinig inkomen, dan sta je zo´n beetje onderaan de lijst.
1.2.3. Rituelen
In onze cultuur hebben we bepaalde rituelen. We hebben bijvoorbeeld de begrafenis, het huwelijk, kerstmis, sinterklaas enzovoort. Waar komen deze rituelen vandaan? Ik ga het ritueel Sinterklaas toe lichten om een indicatie te geven.
Sinterklaas stamt uit de eeuw 300. De heilige Nicolaas was afkomstig uit de landstreek Lycie in klein Azië. Nicolaas volgde zijn oom op als bisschop nadat deze overleden was. De populariteit komt voort uit verschillende legendes. Zo zou hij nadat drie zuster besloten hadden onkuis te leven omdat zij geen bruidschat bezaten 3 nachten achtereen 3 zakken met goudstukken bij hen naar binnen heeft gegooid. Hier stamt waarschijnlijk het strooien vanaf en het zetten van de schoen. Deze Nicolaas overleed op 6 december 342. Zijn populariteit verspreidde zich naar Oost en West Europa. In 1050 werd er een kapel in Nijmegen aan Nicolaas gewijd als de eerste waarvan er veel zouden volgen. Nicolaas werd aanbeden voornamelijk door het gewone volk die hem als wonderdoener en beschermer van zeelui, kooplieden en voerlieden. Sinterklaas werd bekend als kindervriend toen 2 middeleeuwse feesten samen smolten. Het feest van de onnozele kinderen dat op 28 december werd gevierd en het feest van de gekozen bisschop dat op 6 december werd gevierd waarbij de kinderen eveneens de straten op gingen. Langzaam smolten deze feesten samen en werd het gevierd op 6 december. Hier komt mede door de overlijdens datum van de eerst Nicolaas, de datum van de verjaardag van sinterklaas vandaan.
Met de komst van de protestanten in de 16e eeuw verdween het Sinterklaas feest uit de kerken. Wel werd het feest gewoon door gevierd binnenshuis. In 1618 verbood het stadsbestuur het zetten van de schoen omdat dit toch maar tot nutteloze uitgaven leidde. Pas in de 19e eeuw kreeg het feest weer 2 gezichten. Het huwelijksfeest waar sinterklaas in het echt mocht ‘’verschijnen’’ en de verjaardag van sinterklaas. Bij de huwelijks feesten zijn de verschillende liedjes zoals ‘’zie sinds komt de stoomboot’’ of ‘’hoor wie klopt daar kinderen’’ ontstaan. Ook werd Sinterklaas op straat gevierd. De potsierlijke duivelse begeleiders vinden we terug in Zwarte Piet. Voor de bakkers was het tijdens het sinterklaas feest een drukke tijd. En dat is het nog steeds. Het marsepein stamt af uit de 17e eeuw. Dit komt voort uit de huwelijks kant. Rond 5 december konden de jongens een stuk marsepein halen en dit aan hun meisje geven om zo hun liefde te verklaren. Dit is bij ons vergelijkbaar met de valentijnskaart. Soms werd er geen marsepein gebruikt maar speculaas. Ook werd er wel eens een taaitaai pop gegeven, maar dit was dan bedoeld als belediging.
Het idee dat Sinterklaas uit Spanje komt en niet uit Turkije, komt door feit dat de handelsschepen in de 16e eeuw uit Spanje naar Nederland kwamen. Deze bezaten dan allerlei kostbare geschenken.
Zo zie je dat een ritueel vaak uit veel vroegere tijden stamt en dat er zo langzaam aan steeds iets bij komt en een ander gedeelte langzaam vervaagt. De sinterklaas die wij kennen, is bij ons alleen een kindervriend. Dus het gedeelte van de huwelijks rituelen is zo langzaam naar mate de tijd verstreek verdwenen.
1.2.4. Het onderscheiden van anderen
Wanneer word er onderscheid gemaakt tussen de mens? Meestal word er onderscheid gemaakt tussen de mens onderling. Voorbeelden van onderscheid zijn: tussen 2 culturen, mensen met een handicap, tussen oud en jong, bij het IQ en ga zo maar door. Dit heeft een grote invloed op de samenleving. Het discrimineren komt hier uit voort. Dit is ten slotte onderscheid maken tussen 2 culturen. En word er niet altijd gezegd dat je moet opstaan voor ouderen (Ik ben het hier wel mee eens) Dit is het onderscheid dat bijvoorbeeld word gemaakt tussen jong en oud. Een deel word ook door de overheid bepaald. Maar het meeste toch wel door de mens onderling. Maar zoals ik als zei, zijn bepaalde regels op gelegd. Kijk maar naar het IQ van iemand. Is er niet bepaald dat wanneer je VMBO doet je niet gelijk door mag naar het HBO. Maar dat je minimaal op MBO niveau 4 moet hebben gehaald wil je dan door mogen naar het HBO. En dat terwijl iemand die HAVO heeft gedaan wel gelijk door mag naar het HBO. Een voorbeeld van zelf bepaalde onderscheiding is pesten. De pester vindt vaak dat de gepeste niet het zelfde is als de pester. Vaak vind de pester de gepeste te min doordat deze bijvoorbeeld slimmer is, of niet mooi genoeg in zijn ogen is, of heel verlegen is enzovoort. De pester heeft op dit moment het onderscheid gemaakt.
1.2.5. Dominante Cultuur
De dominante cultuur is de overheersende cultuur in een Land. Kenmerken die Typisch Nederlands zijn, zijn bijvoorbeeld kaas, Koninginnedag, Sinterklaas, schaatsen, klompen (the wooden shoes), tulpen, molens, enzovoort. Deze cultuur heeft de grootste invloed op Nederland. Het is de overheersende cultuur. Dit wil zeggen dat het grootste gedeelte van Nederland deze cultuur naleeft. De dominante cultuur heeft dus de grootste invloed op de Nederlandse samenleving. Het wordt vooral gevormd door mensen met een invloedrijke politieke en economische positie.
1.2.6. Subcultuur
Subcultuur komt na dominante cultuur. Subcultuur zijn kleinere groepen. Je word niet ingedeeld in groepen maar je hoort ergens automatisch bij. Maar er zijn ook subculturen waar je voor kiest om bij te horen. Subculturen waar je automatisch bij hoort zijn bijvoorbeeld Brabanders en moslims. Subculturen waar je voor kiest zijn bijvoorbeeld gothic en skaters. Iedere subcultuur heeft zijn eigen normen en waarden. Dit is waarom een subcultuur anders is dan de dominante cultuur, omdat de normen waarden ervan afwijken.
2. Hoe maken mensen zich de cultuur van een samenleving eigen?
2.1. Socialisatie processen Een socialisatieproces is een proces wat je hele leven doorloopt. Het is bijvoorbeeld je opvoeding. Maar ook als je als allochtoon hier in Nederland komt onderga je een socialisatieproces. Je moet je namelijk gaan aanpassen aan de omgeving.
2.1.1. Leren door herhaling
Vanaf het moment dat je naar school gaat leer je nieuwe dingen. Maar al deze nieuwe dingen worden constant herhaald. Het is namelijk zo dat je deze dingen dan veel beter in je op neemt. Maar niet alleen dat, meestal lukken en snap je bepaalde dingen pas de tweede of derde keer. Dit is niet alleen zo op school maar ook thuis. Neem bijvoorbeeld je hobby. Ik leg even het voorbeeld bij mij zelf. Ik rij paard. Hier word altijd heel gemakkelijk altijd over gedacht. Maar als het echt zo gemakkelijk was, waarom zijn er dan maar zo weinig top ruiters? Om je paard goed te laten lopen moet je bepaalde handelingen herhalen iedere keer weer dat je op je paard zit. Maar meestal kun je deze handelingen niet in een keer. Deze moet je instructeur of instructrice dus constant herhalen voordat je ze goed begrijpt en goed over kunt brengen op je paard. Dit werkt bij heel veel dingen zo. Bijna niemand weet en snapt alles in een keer.
2.1.2. Conditionering
Je hebt 2 termen: Ongeconditioneerd en geconditioneerd. Om het tweede woord uit leggen moet je weten wat het eerste woord betekend. Ongeconditioneerd zijn responses (een response is een automatische reactie) die niet aangeleerd zijn. Voorbeeld: als een hongerige hond eten ziet gaat deze kwijlen. Dit was bij de geboorte van de hond al bepaald en dus niet aangeleerd. Geconditioneerd zijn responses die aangeleerd zijn. Een voorbeeld hiervan. Je werkt bij een bedrijf als telefoniste en je moet de telefoon aannemen met: Goedemorgen/middag/avond, ‘’naam van het bedrijf’’ u spreekt met ‘’eigen naam’’. Zodra de telefoon thuis gaat wil je vaak opnemen met dat zelfde zinnetje. Dit is geconditioneerd. Het is aangeleerd en dus niet bepaald. Veel verslavingen komen ook hierdoor. Zoals gokverslavingen, roken, e.d.
(Op de foto is typisch geconditioneerd gedrag te zien. De hond ziet de bijtmouw, zodra hij het commando hoort bijt hij automatisch in de mouw)
2.1.3. Complimenten
Een compliment is een stimulans voor de mens. Een compliment geef je op het moment dat je vindt dat iemand dat heeft verdiend. Bijvoorbeeld als dat persoon een goede prestatie heeft geleverd. Maar ook wanneer iemand er bijvoorbeeld mooi uit ziet. Wanneer je een compliment geeft, geef je een persoon bijvoorbeeld wat meer zelfvertrouwen. Ik vind persoonlijk complimenten heel belangrijk omdat het je het gevoel geeft dat je er ook bent. Wanneer iemand mij een compliment geeft omdat mij haar bijvoorbeeld mooi zit, ongeacht van wie, voel ik mijzelf prettig. Daar in tegen vind ik het ook leuk andere mensen een compliment te geven. Ik vind het een fijn gevoel als ik er een krijg, en ik wil graag dat andere mensen dat gevoel ook krijgen. Ik vind ook dat mensen wat meer stil moeten staan bij het geven van een compliment want het is gewoon een enorme stimulans voor de meeste mensen!
2.1.4. Straffen
Straffen zijn een belangrijk onderwerp in onze samenleving. Je komt het dagelijks voor. Niet alleen geven rechters straffen aan misdadigers. Iedereen geeft wel eens aan iemand straf. Denk maar aan vroeger toen je klein was. Als je stout was kreeg je straf. Straf is een belangrijk deel van de opvoeding. Wanneer je straf krijgt weet je dat je iets gedaan hebt wat niet mag. En straf is meestal niet leuk, dus laat je het wel uit je hoofd om het weer te doen. (Dit geldt natuurlijk niet voor iedereen want sommige kinderen zijn nou eenmaal hardleers) Vaak wanneer een misdadiger een straf krijgt opgelegd, kijk hij wel een 2e keer uit voordat hij het weer doet. Een celstraf is en blijft gewoon geen pretje. Een straf wordt gegeven zodat het, hopelijk, geen 2e keer zal gebeuren. Door straffen word je wijzer. Je weet wat je wel en niet kan doen. Maar toch help een straf niet altijd. Als ik bijvoorbeeld zelf een bekeuring krijg voor te hard rijden, zou ik de volgende keer iets beter opletten of er geen politie in de buurt rijd, of dat er een flitspaal staat. En zo proberen kinderen het vaak toch nog een keertje of je kijken of het niet toevallig deze keer wel mag. Straf is ook wel als een fout maken. Je maakt een fout, je word er voor gestraft en de volgende keer doe je het anders. Dit soort van straf is niet in de vorm van een corrigerende tik maar meer een straf door je zelf. Als je wat fout doet moet je bijvoorbeeld veel extra werk verrichten om het weer goed te krijgen. Extra werk is hier je straf.
2.1.5. Sociaal leren
Sociaal leren betekent groepsgericht en omgevingsgericht leren. Dit gebeurt tijdens onverwachte, onzekere en moeilijk te voorspellen momenten. Het gaat erom dat je leert te handelen in onverwachte situaties. Je moet kunnen leren snel te reageren en in te springen als dat nodig is. Dit is erg belangrijk want er doen zich dagelijks situaties voor wat je niet verwacht had. Deze situaties kom je overal tegen. Deze situaties kunnen ook spoed eisende gevallen zijn daarom is het goed om te leren hoe je met onverwachte momenten om moet gaan.
2.1.6. Model leren
Model leren is heel simpel het nadoen van anderen. De een doet iets, de ander ziet het gebeuren en doet de een na. Het is een soort kopiëren van gedrag. Kinderen volgen vaak het gedrag van hun ouders na. Wanneer bijvoorbeeld een zoon ziet dat zijn vader zijn moeder slaat, dan gebeurd dit zelfde vaak ook wanneer de zoon getrouwd is. Het is zeg maar aangeleerd gedrag dat veroorzaakt word door kopiëren. Alleen nemen vaak dit gedrag over alleen wanneer het ons zint. Dit is een belangrijk aspect in onze samenleving. Veel jonge criminelen ontstaan ook op deze manier. Ze vinden het leuk want het is een makkelijke manier om aan geld te komen en het geeft vaak ook een kik. Als ze hier nooit mee in aanraking waren gekomen, hadden ze er waarschijnlijk ook nooit aan begonnen. Model leren kan natuurlijk ook goede dingen met zich mee brengen. Ook goede eigenschappen worden overgenomen op deze manier. Model leren heeft een hoop nadelen maar ook een hoop voordelen.
2.1.7. Identificeren
Identificeren kom je overal tegen. Je moet je tegenwoordig overal voor identificeren. Als je sigaretten wilt kopen, als je gebruik wil maken van je computer, als je een discotheek binnen wilt. Nu moet je je tegenwoordig ook kunnen identificeren als je gewoon zomaar zonder reden aangehouden word op straat. Iedereen die vanaf 14 jaar moet een geldig identificatie bewijs bij zich dragen. Ik persoonlijk vind dit een heel goed punt. Zodra je een ongeluk hebt gehad bijvoorbeeld weten ze gelijk wie je bent. Je familie kan gelijk op de hoogte gebracht worden, waardoor ze ook gelijk erachter kunnen komen of je bijvoorbeeld allergisch bent voor een bepaalde medicijn. Maar ook maakt het de samenleving gewoon een stuk veiliger. Zodra de politie iemand aanhoud kunnen ze gelijk zien met wie ze te maken hebben.
Identificeren staat voor de persoon wie je bent. Ieder persoon op zich heeft een eigen identiteit. Wanneer er bijvoorbeeld een half vergaan lijk wordt gevonden, kunnen ze vaak door bepaalde kleine details die uniek zijn per persoon, uitzoeken wie die persoon was. Dit is ook je identiteit.
Je identiteit is ook de persoon die je bent van binnen. Niet letterlijk maar figuurlijk. Geen enkele persoon heeft het zelfde karakter. Je bent allemaal een beetje anders. Dit is ook wat je identiteit bepaald.
2.1.8. Internalisatie
Internalisatie is het je gaan gedragen zoals de groep dat van je verwacht. Meestal is dit dat je automatisch je zo gaat gedragen. Denk maar aan je ouders. Nu is dit vaak niet in alles meer zo maar je volgt het gedrag van je ouders op. Zindelijkheid is een internalisatie. Maar soms kun je ook nieuw zijn in zo´n groep en om er dan bij te willen horen zul je het zelfde moeten gaan gedragen als de rest. Een cultuur staat bekend om de bepaalde gewoontes en dingen. Op het moment dat je dit doet vind er ook internalisatie plaats.
2.1.9. Referentiekader
Je referentiekader is eigenlijk je geheugen of wel een soort van harde schijf. In je referentiekader sla je alles op wat je geleerd, gedaan en gezien hebt. Het zijn stukken die je hebt opgedaan uit eigen ervaring, gezien, gehoord of gelezen. Hieruit redeneer je. Het zijn de dingen die je weet en wat waar is volgens jou. Dit werkstuk is eigenlijk een mooi voorbeeld. Ik maak dit werkstuk naar eigen inzicht. Ik geef de feiten en mijn mening. Ik redeneer op de dingen die ik zelf en heb meegemaakt en hoe ik dingen zie. Een hoop feiten weet ik al wel, maar veel ook niet. Dit geheugen is alleen niet altijd betrouwbaar, vooral niet bij de dagelijkse beslissingen. Daarom is het in het geval van mijn werkstuk altijd belangrijk dat ik de feiten nog even naloop voordat ik verkeerd redeneer.
3. Vooroordelen en discriminatie
3.1. Hoe kijken we aan tegen andere groepen? Er zijn hier in Nederland heel veel subculturen. Er is in ieder geval geen mens hetzelfde, maar zoals we in het vorige hoofdsstuk hebben gezien, zijn er wel veel groepen waarbij mensen op elkaar lijken en zich het zelfde gedragen. Iedereen vindt zij in de beste cultuur hebben. Ze hebben zich meestal uit eigen wil hierbij aangesloten of zijn uit eigen wil bij deze subcultuur gebleven. De meeste discriminatie komt voort uit dit feit. Ook de vooroordelen komen voort uit dit feit. Als bijvoorbeeld een paar groepjes skaters de boel vernielen, verwacht je bij het volgende groepje ook dat ze dat doen. Iedereen heeft eigenlijk zijn vooroordelen. Als je bijvoorbeeld een bepaald type persoon ziet, dan heb je daar gelijk een gedachte bij. Als je dit persoon nog niet kent is dat een vooroordeel. Maar ook als je iemand kent kun je vooroordelen. Voorbeeld: Nou haal ik bij uw lessen alleen maar goede cijfers, (ik heb gelukkig ook alleen nog maar goede cijfers gehaald bij u is het er nog maar 1) wanneer ik dan dit werkstuk inlever verwacht u eigenlijk al dat het goed is. Dit is alleen dan een vooroordeel op een positieve manier.
3.1.1. Sociale categorieën
Een sociale categorie is waar mensen worden ingedeeld of waar ze zelf hun eigen identiteit aan ontlenen. In een categorie geplaatst worden bepaal je niet zelf. Dit komt bijvoorbeeld voor bij de overheid. Wanneer je in de ziektewet loopt, hoor je bij de WAO‘ers. In deze groep heeft de overheid je geplaatst. Maar je kunt bijvoorbeeld ook door leeftijd in een groep geplaatst worden. Als je bijvoorbeeld je scooter verzekerd en je bent 16, betaal je bij de meeste verzekeraars meer dan iemand van 40. Want als je 16 bent zit je in de risicogroep. Dat is dan de categorie waarin je geplaatst bent.
3.1.2. Generaliseren
Generaliseren betekend heel simpel alles onder een stempel drukken, samenvatten. Het is een mening die iemand geeft. En ook al kunnen mensen het er mee eens zijn, het is een mening geen feit. Als een Marokkaan wat steelt, stelen ze allemaal. Als een buitenlander niet goed is, zijn ze het allemaal niet. Het wordt heel veel gebruikt in de vorm van discrimineren zoals hierboven. Maar het zijn ook allemaal eigenlijk vooroordelen. Doordat een persoon iets doet word de rest van zijn groep bevooroordeeld dat zij dat ook doen. Vaak wordt doordat een persoon de fout in gaat, een hele hoop mensen gelijk mee gestraft. Je zou dat bijvoorbeeld kunnen zien gebeuren in een klas. Wanneer er een paar kinderen zijn die vervelend zijn, komt het voor dat dan de gehele klas moet nablijven. Maar het is toch niet altijd discrimineren. Het kan ook kenmerken van een volk weergeven. Zoals alle Spanjaarden houden een siësta rond het middag uur. Of alle Nederlanders houden van tulpen. Als je iets generaliseert hoeft dat dus niet altijd iets negatiefs te zijn. Een ander voorbeeld is als een bepaald honden ras een kind bijt, dan zijn gelijk alle honden van dat ras vals. Het enige wat goed onthouden moet worden is dat het een mening is en geen feit. Een in Nederland is meningsuiting vrij. Het is zonde dat mensen elkaar er niet in vrijlaten. Het is namelijk een stukje van jezelf een mening. Al vind ik wel weer dat elkaar onnodig kwetsen ook weer een beetje overbodig is.
3.1.3. Stereotypen
Een stereotype is een overdreven beeld van een groep die niet kloppen met de werkelijkheid. Dit wordt ook wel een onjuiste beeldvorming genoemd. Je komt ze veelal tegen in bijvoorbeeld boeken, films, stripboeken en reclame. Een leuk voorbeeld wat ik tegen kwam zijn dat alle afrikanen in rieten rokjes lopen met botten door hun neus en dikke lippen hebben. Stereotypen kunnen zowel negatief als positief zijn. Een ander leuk voorbeeld hiervan is dat alle zwarte mensen goed kunnen dansen. Natuurlijk hebben ze een goed gevoel voor ritme maar ze kunnen echt niet allemaal goed dansen. Een stereotype ben je niet maar word je tot gemaakt door andere mensen. De mensen die als een stereotype worden gezien vinden vaak zelf helemaal niet dat het zo is. Het gaat dus altijd over andere, want zelf plaats jezelf niet in zo´n groep. Dit wordt allemaal weer gebaseerd op vooroordelen. Wanneer je dan bijvoorbeeld een zwarte tegenkomt die niet kan dansen dan zeggen ze dat het een uitzondering is. Een stereotype is dus helemaal niet gebaseerd op feiten.
3.1.4. Self fulfilling prohecy
Self fulfilling prohecy is een soort van zelfbeeld tussen de man en vrouw. Het zelfbeeld van een man is heel anders dan die van een vrouw. Vroeger was het zo dat de man ging werken en de vrouw thuis bleef bij de kinderen en het huishouden regelt. Tegenwoordig kan dit ook andersom. Vroeger was dit ondenkbaar. Al moet ik zeggen dat het nog niet helemaal geaccepteerd word de samenleving. Ook een belangrijk deel hiervan is werk. Tegenwoordig maakt het niet uit wat voor werk een man of vrouw doet, maar vroeger was dat wel anders. Je had mannen en vrouwen banen. Het was ondenkbaar dat een vrouw bijvoorbeeld een hogere functie had dan de man. Nu kan een vrouw ook gerust directeur of wat dan ook van een bedrijf worden met mannen die onder haar werken. Een vrouw staat nu gelijk aan een man.
3.1.5. De wij groep
De wij groep is dat groep waar je bij hoort. Zeg maar de cultuur waar je bij hoort. Ik hoor gewoon bij de Nederlandse cultuur. Ik hoor voor zover ik weet niet bij een bepaalde groep. Ik ben geen gothic of skater. Ik ben geen aanhanger ergens van. Ik heb geen accent. Ik praat gewoon ABN (algemeen beschaafd Nederlands). De meningen van wie er nu ABN spreekt zijn verdeeld. Maar zoals ik al zei ik heb geen accent en ken ook geen dialecten. Ik ben wel van huis uit katholiek dus waarschijnlijk hoor ik dan bij de groep katholieken ook al doe ik weinig met dit geloof. Ik vind dat geloof meer kapot maakt in deze wereld dan dat het echt goed doet.
3.1.6. De zij groep
De zij groep zijn de alle andere groepen waar je niet bij hoort. Ik heb tijdens het stukje subculturen al over de verschillende culturen gepraat en eigenlijk komt dit stukje een beetje op het zelfde neer. Er zijn heel veel verschillende culturen. Je kunt er in principe maar bij eentje bij horen en dat is dan de wij groep.
3.2. Waarom hebben mensen zo’n negatief beeld van andere groepen? Veel mensen hebben een heel negatief van een andere groep. Dit komt doordat iedere groep andere normen en waarden heeft. En waarom hoor je bij een bepaalde groep; je bent het eens met de normen en waarden van deze groep. Ik persoonlijk vind dat je iedereen in zijn waarden moet laten ook al leven ze met andere normen en waarden. Maar alleen zolang ze dat ook bij jou doen. Ik heb respect voor andere zolang deze respect voor mij hebben. En dat is een stukje wat de mens nu mist. Het accepteren en respecteren van elkaar. Daardoor krijgen mensen een negatief beeld van andere groepen. Maar dit wordt vaak dan ook door zo’n groep zelf veroorzaakt. Ik neem even en voorbeeld uit eigen ervaring. In de moslim religie kennen ze geen respect voor vrouwen. Prima dat je daar in gelooft en dit allemaal opvolgt en dat je thuis geen respect hebt voor je vrouw. Maar iemand die dit geloof niet volgt behoor je gewoon met respect te behandelen. En dat begrijpen ze niet helemaal. Dit soort dingen veroorzaakt wrijvingen. Voor dit hele gebeuren had ik verder helemaal geen problemen met hun en aan discrimineren deed ik al helemaal niet. Maar nu heb ik wel zo’n beetje mijn respect voor deze mensen verloren. En dan wel voor de gehele groep terwijl het door 2 mensen is veroorzaakt. Dit zijn vaak de redenen waardoor mensen een negatief beeld hebben van andere groepen.
3.2.1. Xenofobie
Xenofobie is een angst voor vreemdelingen. Dit wordt ook wel gezien als racisme en rassen discriminatie. Normaal gesproken leid een fobie meestal tot vermijding en vlucht gedrag. Xenofobie leid tot afwerende en agressieve reacties. Het wordt ook wel als vreemdelingen haat gezien in plaats van vreemdelingen angst. Wie de vreemdeling is wordt bepaald op het culturele gebied. Xenofobische reacties tegen groepen zijn vaak niet blijvend. Een groep wordt een doelwit, maar langzaam zwakt dat af en word er een andere groep weer het doelwit. Doordat er nu een brede toegang is tot het internet, worden daar geregeld agressieve uitspraken gedaan. Zo is vaak niet te achterhalen hoe groot deze groep is, maar ook niet of het door het internet is ontstaan of dat het daar pas zichtbaar werd gemaakt. Xenofobie is de algemene afkeer van de mens tegen alles wat vreemd, ongewoon of zeldzaam is.
3.2.2. Bekrompenheid
Bekrompen wil zeggen niet ruim denkend. Als je bekrompen bent, keur je weinig goed en moet alles volgens de regels gaan. Veel mensen met een streng geloof zijn vaak bekrompen. Ze laten niets nieuws binnen en alles moet gaan zoals hun geloof hun verteld. Iedereen die discrimineert is dus bekrompen. Deze mensen accepteren nog steeds geen mensen die anders zijn dan zij. Allemaal omdat om ze niet ruimer willen denken en het volgens hun niet kan. Vroeger kon het niet dus nu ook niet. Zo waren de regels en dat zijn nog steeds de regels voor hen.
3.2.3. Etnocentrisme
Etnocentrisme is het beoordelen van andere culturen met de normen en waarden van je eigen samenleving. Je eigen cultuur zie je als de beste en daarom zijn andere culturen automatisch minderwaardige imitaties van je eigen cultuur. Er wordt zo ook een waarde oordeel gegeven over andere culturen. Etnocentrisme wordt ook een vorm van racisme. Dit komt door de houding waarbij de houding van het eigen volk, de eigen cultuur centraal gesteld wordt. Etnocentrisme is voor groepen wat voor egocentrisme voor individuen is. Het verschil met racisme is dat er hier niet gekeken word naar aangeboren eigenschappen maar naar de culturele kenmerken van een groep. Een voorbeeld van een verschil is dit; wanneer iemand zegt dat alle Nederlanders domme kaasvreters zijn, is dit racisme. Maar wanneer er gezegd word dat het katholieke geloof een te fanatiek geloof is dat onze normen en waarden bedreigt is dat etnocentrisme.
3.2.4. Discriminatie
Discriminatie betekent letterlijk het onterecht onderscheid maken tussen mensen. Mensen worden ongelijk behandeld op zaken die helemaal nergens tot toe doen. Zoals iemand die bijvoorbeeld homo of lesbisch is. Verandert er in de omgang of überhaupt iets aan zo’n persoon? Het antwoord is nee. Alleen omdat het iets van de standaard normen of waarden af doet is het volgens mensen niet normaal. Vaak wordt er gediscrimineerd tegen mensen aan iets waar ze helemaal niets aan kunnen doen. Neem bijvoorbeeld een handicap. Hier word je vaak mee geboren of het ontstaat later door bijvoorbeeld een ongeluk. Het is iets waar je zelf niet voor kiest. Discriminatie is dan ook verboden maar toch gebeurd het. Je bereikt er niets mee, je kwetst alleen je medemens ermee. En wat is dat nou waard? Gelukkig word er de laatste tijd steeds meer aan gedaan. Er mag bijvoorbeeld tegenwoordig ook geen onderscheid meer gemaakt worden op het gebied van leeftijd. Als er een vacature geplaatst word bijvoorbeeld mag er geen minimum of maximum leeftijd meer bij staan. Iedereen moet een eerlijke sollicitatie kans krijgen. Leeftijd mag geen rede zijn om iemand af te wijzen. Discriminatie kom je dus overal tegen. Discriminatie is ook iets wat altijd zal blijven bestaan. Er zal altijd raar gekeken en gefluisterd worden als iemand openbaar met blauw geverfd haar rond loopt. Er zullen altijd mensen zijn die hun mening over bepaalde mensen en dingen rond spuien. En natuurlijk moet je gewoon je mening kunnen geven zolang je de medemens er maar niet te erg mee kwetst. Ongeacht ons uiterlijk, of je nou blank of zwart bent, paars haar hebt, we zien er van binnen allemaal het zelfde uit. Dat is iets wat te vaak vergeten wordt.
3.2.5. Racisme
Het Racisme komt nauw overeen met Discriminatie. Er zit alleen een klein verschil in. Eigenlijk zegt de naam het al. Het is een soort van Discriminatie alleen dan tussen rassen. Racisme bestaat al heel wat jaren. Racisme is ontstaan toen de mens andere wereld delen zoals Afrika ontdekten. Hier werd de zwarte mens gevonden en ze werden bestempeld als onbeschaafde wilde. Deze mensen werden als mindere gezien. Ze werden verkocht als slaven en dus werden ze iemands bezit. Dit was natuurlijk belachelijk. Gelukkig is dit nu niet meer zo, maar toch is er hier altijd een stukje van blijven hangen. Niemand heeft het recht uit te maken of het ene mens beter of minder is dan een andere. Dit is wat bijvoorbeeld Hitler tijdens de 2e wereld oorlog deed. Hij bepaalde dat het joodse volk minder was en bepaalde ook nog eens dat dit volk niet mocht leven. Doordat hij veel aanhangers had heeft het een eind kunnen komen. Maar dan vraag ik me persoonlijk af; wat was er nou zo anders aan hen dan aan hem zelf. Nu krijgen we het verhaal dat de normen en waarden van joden anders waren. Maar hij was toch zeker veel slechter. Bedoel een heel volk uitmoorden zijn niet de normen en waarden die ik volg. Ook niet die van de joden, maar blijkbaar wel die van Hitler. Laten we hopen dat het nooit meer zover komt. Het is raar dat mensen elkaar zoiets aan kan doen. Maar het is iets wat van 2 kanten af komt. Het zijn niet alleen de Nederlanders tegen de Turken bijvoorbeeld, maar de Turken doen het net zo hard tegen de Nederlanders. Racisme is ook het stukje geloof tegen geloof. God staat voor de vrede en liefde, maar voorlopig heeft hij meer dood en verderf door oorlogen en dergelijke veroorzaakt dan dat er vrede en liefde uit is voorgekomen.
4. Waarom hebben mensen zo’n negatief beeld van andere groepen?
4.1. Wat wordt bedoeld met een multiculturele samenleving Een multiculturele samenleving wil zeggen dat er veel soorten culturen samenleven. Nederland is daar een goed voorbeeld van. Wij hebben heel veel verschillende culturen in Nederland. Natuurlijk hebben wij een dominante cultuur, maar we hebben veel subculturen. Dit zijn niet alleen culturen die uit het buitenland komen. Maar bijvoorbeeld de Brabanders en de Friezen hebben een geheel eigen cultuur. In ieder land heb je een multiculturele samenleving alleen word het in veel landen niet geaccepteerd. Dit gebeurt veel in landen die een streng geloof volgen. De dominante cultuur is vaak een streng geloof. De meeste subculturen hebben dan een ander geloof. Hierdoor ontstaan dan weer vaak burgeroorlogen en dergelijke. Gelukkig is dat in Nederland niet zo. In Nederland leven de meeste culturen in harmonie samen. Al blijft racisme en discriminatie een feit. Maar hier ontkom je in geen enkel land aan.
4.2. Waarom verlaten mensen hun en gaan ze naar Nederland De grootste reden dat mensen hun eigen land verlaten is omdat het in hun eigen land vaak niet meer uit te houden is. Dit komt voornamelijk door oorlog maar word ook wel veroorzaakt door armoede. Nederland heeft een goed migratie beleid en het is vrij gemakkelijk een Nederlander te worden. Veel andere landen doen heel moeilijk met het binnen laten van buitenlanders. Australië bijvoorbeeld kom je bijna niet in. Je mag daar een jaar werken en daarna moet je het land verlaten en mag je nooit meer terug komen. In Amerika is dat 3 maanden zonder werk. En als je al een werkvergunning daar krijgt is dat vaak voor niet langer dan 3 maanden. Daarbij is Nederland een land met heel veel mogelijk heden. Je kunt hier flink doorgroeien, maar als je niet meer kan werken dan krijg je een uitkering. Je pensioen wordt goed geregeld en softdrugs mag. De economie van ons land is goed, zeker in tegenoverstelling tot sommige andere landen. Toch is het niet altijd even gemakkelijk om in Nederland te komen. Wij Nederlanders zitten altijd vol met vooroordelen en je wordt niet altijd zomaar toegelaten. Zeker als je uit een streng gelovig land komt, weet je niet wat je meemaakt. In Nederland kan en mag veel.
4.2.1. Immigratie
Immigratie is jezelf in een ander land of gebied vestigen. Al ik bijvoorbeeld oorspronkelijk uit Amerika kom en nu in Nederland woon ben ik geïmmigreerd. Je zou het zo moeten zien; als je in een ander land woont dan waar je geboren bent, dan ben je geïmmigreerd. Immigratie komt vrij veel voor in Nederland. Zoals we in 4.2. al hadden besproken is Nederland een land met een goed migratie beleid waardoor het makkelijk is om Nederland binnen te komen en hier te blijven. Immigreren is best moeilijk. Wanneer je in een vreemd land komt met een andere taal, andere gewoontes, waar je niemand kent, is dat best heel moeilijk. Mensen immigreren om veel verschillende redenen; Politiek, je werk, sentimenteel, economisch, vervolging of familie hereniging. Dat laatste komt ook vrij veel voor. Dit komt veel voor onder de vluchtelingen. Wanneer ze gevlucht zijn, zijn ze vaak bij hun familie weggegaan. Wanneer je dan later niet meer terug het land in kan, komt zo’n familie vaak dan weer in een ander land bij elkaar. Ook voor beroep immigreren mensen vaak. Denk maar aan mensen die bijvoorbeeld bij de douane werken. Of hun bedrijf uitbreiden en een vestiging in een ander land vestigen.
4.2.2. Emigratie
Emigratie is wanneer je het land waar je vandaan komt verlaat en in een ander land gaat wonen. In Nederland kom je het toch regelmatig tegen dat iemand naar een ander land verhuist. In Nederland heeft het vrij vaak te maken met een beroep. Maar ook zie je veel dat mensen naar een ander land trekken voor de warmte of de rust. Voor bijvoorbeeld reuma patiënten is Nederland nou niet bepaald een ideaal land. Wij hebben een heel vochtig klimaat. Mensen trekken dus ook wel naar andere landen uit gezondheids redenen. Veel emigranten komen uiteindelijk weer terug naar hun land van herkomst. Vaak blijven ze zich in het nieuwe land te gast voelen. Of ze hebben genoeg geld verdiend en komen terug. Vroeger kwam het niet heel veel voor maar de laatste jaren steeds vaker. Het leren van een nieuwe taal gaat ook steeds wat makkelijker. Maar ook het reizen naar een ander land gaat een stuk gemakkelijker.
4.2.3. Remigratie
Remigratie is wanneer een geëmigreerde terug komt naar zijn land van herkomst. Zoals in 4.2.2. besproken is gaan veel geëmigreerde uit eindelijk weer terug naar hun land van herkomst. Wanneer iemand verhuisd naar een ander land blijft de familie vaak achter. Ook da is een rede dat veel mensen uiteindelijk toch weer terug komen.
4.2.4. Gastarbeiders
Een gastarbeider is iemand die tijdelijk voor werk overkomt uit een ander land. Vaak omdat er in eigen land geen werk is, maar ook wel omdat er bijvoorbeeld in Nederland arbeiders te kort zijn en het meestal ook meer verdient. Het is wel de bedoeling dat ze terug keren naar eigen land. Wanneer dit niet gebeurd worden ze immigranten. Iedereen die in een ander land dan hun land van herkomst gaat werken is een gast arbeider. Ik ben dit zelf ook geweest. Ik heb in 2005 drie maanden in Amerika gewerkt. De rede dat ik dit gedaan heb was puur voor de ervaring. Ik ben hier ook helemaal alleen heen gegaan. Het is mij heel goed bevallen, ik ben een stuk zelfstandiger en een heel mooie ervaring rijker. Dit kan bijvoorbeeld dus ook een rede zijn waarom iemand een gast arbeider wordt. Waar ik zat hadden we ook een meisje uit Litouwen. Zij was daar omdat de economie van haar land slecht was en ze het daar nooit zo kunnen gaan maken. Dit is grote reden waarom mensen doen gast arbeiden. Vaak hopen ze, als ze met zo’n reden gaan, dat ze er uiteindelijk mogen blijven. Gastarbeid is een internationaal begrip. Al veel vroeger werden er mensen uit andere landen gehaald, al dan niet altijd vrijwillig. Denk maar aan de slavernij van vroeger.
4.2.5. Etnische groep
Een etnische groep is een groep met dezelfde culturele achtergrond door bijvoorbeeld het land van herkomst, religie, taal of gewoontes. Dat wil zeggen dat dus alle Nederlands sprekende mensen een etnische groep vormen, alle katholieke mensen een etnische groep vormen. Maar bijvoorbeeld ook alle vegetariërs. Een etnische groep is eigenlijk ieder stukje cultuur. De dominante cultuur is een etnische groep maar een subcultuur is ook een etnische groep. Je kunt het zo zien dat bijna iedere vorm van een groep een etnische groep is als ze maar wat met elkaar gemeen hebben.
4.3. Welke nieuwkomers worden in Nederland toegelaten en wat zijn de eisen die aan deze mensen gesteld worden? Om in Nederland te willen wonen ben je verplicht de aan de volgende eisen te voldoen: Je bent verplicht in het land van herkomst de Nederlandse taal te leren en enige kennis van de Nederlandse maatschappij op te doen. Beiden worden getoetst. In Nederland zelf. Na aankomst moeten zij verder leren aan het Nederlandse inburgeringsproject, zodat ze daarna het inburgeringsexamen af kunnen leggen. Aan dit examen wordt een verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd gekoppeld. Je moet dus het examen halen voor een verblijfsvergunning.
4.3.1. Economische factoren
Wanneer buitenlanders ons land in willen komen moeten ze een test af leggen, daar hebben we het hierboven over gehad. Maar het heeft ook een stukje met onze economie te maken. Het klinkt stom maar Nederlanders gaan voor. Als er meer mensen in ons land komen wonen dan dat er werk is gaat de economie er onder lijden. En van daaruit gaan Nederlanders voor als het werk betreft. Daarom word ook niet zomaar iedereen binnen gelaten. Wanneer de economie van een land slecht gaat zullen ze niet snel buitenlanders binnen laten. Als er al bijna niet genoeg geld is voor de rechtmatige bewoners van een land, gaan ze natuurlijk niet nog meer mensen binnen laten. Dit heeft dus ook weer te maken met de werkgelegenheid van een land. Als er te weinig werk is (en dus het niet zo goed gaat met de economie) zul je ook niet gemakkelijk binnen komen in een land. Het binnen komen van een land heeft dus ook te maken met een goede timing. Momenteel gaat het allemaal weer aardig. Het immigratie beleid komt stukje bij beetje weer een beetje op de rails en er is weer een redelijk goede doorstroming.
4.3.2. Vluchtelingen
Er zijn heel veel vluchtelingen op deze wereld. Wereld wijd zo´n 15 miljoen. Dit is gigantisch. Waar komen ze vandaan en waarom vluchten ze? De mensen vluchten omdat het in hun land niet meer uit te houden is. Vaak is er bijvoorbeeld oorlog. Maar het kan ook met bijvoorbeeld een natuurramp te maken hebben. Mensen raken hun woonvoorziening kwijt en vaak ook hun werk. Ze kunnen nergens meer terecht en verhongeren en drogen uit. Deze mensen vluchten dus naar een ander land in de hoop in leven te blijven. Maar nog is het niet gemakkelijk in een ander land binnen te komen. Hier kunnen ze ook niet te gemakkelijk in worden want dan komt iedereen naar dat land toe. Je hebt ook vluchtelingen kampen, maar ook dit is eigenlijk helemaal niks. Ze moeten met hun hele gezin in een klein tentje slapen en er komen maar eens in de 2 maanden voedsel pakketten. Het enige is dat ze in ieder geval droog kunnen slapen en iets aan eten en drinken hebben. Een vluchteling zijn is niet makkelijk, we mogen god wel op onze blootje knietjes danken dat wij in dit heerlijke land vol mogelijk heden geboren zijn.
5. Wat zijn de kansen van autochtonen en allochtonen in het onderwijs en in hun werksituatie.
5.1. Wat is de positie van etnische groepen op de arbeidsmarkt? Etnische groepen hebben op het moment nog geen hoge positie op de arbeidsmarkt. Met namen zijn dit vrouwen. Dit komt omdat de meeste vrouwen van huis uit niet gewend zijn om te werken. Hun taak was altijd het huishouden en voor de kinderen zorgen. Vaak doen ze dat nu ze geëmigreerd zijn nog steeds en werkt de man. Bij ons was dit vroeger ook zo, dus het is helemaal niet erg. Alleen hierdoor blijft de positie op de arbeidsmarkt een stuk lager. Wat ook een reden is, is dat werknemers toch nog steeds eerder een Nederlander dan een buitenlander aannemen. Hierdoor krijgen ze ook niet de kans om zich te bewijzen. En dit is eigenlijk zonde. Oké er zitten rotte appels tussen maar dit geld niet voor iedereen. En het is zonde dat ze nu niet de kans krijgen die ze verdienen. Mensen beschouwen buitenlanders als profiteurs die lekker thuis zitten met een uitkering, maar als ze de kans niet krijgen zich te bewijzen bij een werknemer blijven ze zonder werk zitten. En ja deze mensen hebben toch ook een dak boven hun hoofd en eten nodig om te overleven. En dat betekend geld. In de afgelopen jaren hadden de allochtone zich een aardige weggebaand op de arbeidsmarkt ten opzichte van de autochtone. Maar in 2002 toen de economie weer wat slechter ging is er weer te veel discriminatie waardoor ze inmiddels weer een heel stuk gezakt zijn. Dit gaat niet alleen om de buitenlanders maar ook om alle andere groepen. Ook bijvoorbeeld gothic’s en homo’s/lesbiennes hebben er last van. Ook is er leeftijd en sekse discriminatie. Wanneer je een chronische ziekte of een handicap hebt zul je ook veel meer moeite mee hebben een baan te hebben. Alleen zij kunnen zich tegenwoordig op de wet gelijke behandeling beroepen.
5.1.1. Opleidingsniveau
Er heeft altijd een verschil bestaan tussen het opleidingsniveau tussen allochtone en autochtone inwoners van Nederland. Dit is natuurlijk niet zo heel vreemd. Wanneer je immigreert beheers je nog niet volledig de Nederlandse taal. Wanneer zo iemand begint met school, bestaat er gelijk al een achterstand omdat ze de taal nog moeten gaan leren. Vaak gaan ze na de lagere school door naar het VMBO terwijl ze eigenlijk beter zouden kunnen. Maar omdat ze een achterstand hebben opgelopen kunnen ze het nog niet bijbenen. Ook wanneer een volwassene immigreert met een hoog opleidingsniveau, zal deze niet op gelijke voet verder kunnen. Eerst zullen ze de taal volledig moeten beheersen. Wanneer er helemaal geen opleiding is gevolgd zullen ze meestal nooit verder dan onderaan komen. Er zitten momenteel wel stijgende lijnen in. De etnische generatie van nu doet het al een heel stuk beter dan 2 etnische generaties terug. Er wordt steeds meer interesse getoond in opleiding en het hogerop komen van de etnische groepen.
5.1.2. Arbeidsmarkt
De arbeidsmarkt van de allochtonen tegenover de autochtonen is relatief klein. Al gaat het nu wel in een stijgende lijn omhoog. Voornamelijk in de horeca en schoonmaakbranche zijn de allochtonen in de meerderheid. Dit heeft er ook weer mee te maken dat je al snel in deze branche terecht kunt zonder opleiding. Of in ieder geval met weinig opleiding. Het is momenteel vrij moeilijk een baan te vinden zonder opleiding. Veel allochtone mensen hebben geen opleiding. Voor deze mensen is het dus al een heel stuk moeilijker om op de arbeidsmarkt terecht te komen.
5.1.3. Taalachterstand
Er is nog steeds een grote taalachterstand bij etnische groepen. Dit veroorzaakt ook dat er een grote leerachterstand is. Tegenwoordig moet je een test aflegen wil je Nederland binnen komen. Om te slagen voor deze test moet je al een beetje Nederlands beheersen. Dit scheelt alweer een stuk. De allochtonen die nu in ons land zijn en geen Nederlands spreken zijn vaak te lui om dit te leren. Deze mensen hebben meestal geen baan en daarom vinden het dus niet nodig om de taal te kunnen spreken. De mensen waar ze mee omgaan, spreken vaak hun eigen eerste taal. Dus waarom zouden ze het leren. Dit zijn meestal de vrouwen die toch alleen maar het huishouden doen en voor de kinderen zorgen. Wat ook een hele hoop scheelt, is dat de kinderen van huis uit met de eerste taal van hun ouders worden opgevoed. Hierdoor hebben de nakomelingen ook meer moeite met het goed beheersen van Nederlands. Taal achterstand is ook een grote reden waarom er zo weinig op de arbeidsmarkt is voor allochtonen. Wanneer je geen correct Nederlands kunt spreken, word je vaak niet aangenomen. Dit vind ik eerlijk gezegd helemaal niet raar. Zeker niet als je mensen te woord moet kunnen staan. Maar ook als je dingen uitgelegd krijgt die moeten gebeuren, moet je dit kunnen begrijpen. Als je dan de taal niet goed beheerst gaat dit niet.
5.1.4. Doet de overheid iets aan verbetering voor deze situatie? De overheid probeert op verschillende manieren verbetering aan te brengen. Er zijn 2 soorten organisaties opgericht: Breed Initiatief Maatschappelijke Binding (BIMB) en het Landelijk Netwerk Diversiteitsmanagment (Div). Deze organisaties willen de arbeidsmarkt verbeteren voor allochtonen. En ze willen meer stimuleren dat er gewerkt moet worden. De BIMB wil bijvoorbeeld de positie van etnische groepen verbeteren. Het Div stimuleert werkgevers om te streven naar een diverse samenstelling van het personeel of te wel een diversiteitsmanagment. Zo probeert de overheid dat er meer gemengd word en laat de werkgevers inzien dat het zo ook kan.
5.2. Wat is de positie van etnische groepen in het onderwijs? We hebben het net al een klein beetje hier over gehad. De positie van etnische groepen is een stuk lager dan die van de autochtonen. Dit heeft meestal te maken met de taal achterstand. Dit kan ook komen door het onderwijs vanuit hun eigen land. Vaak hebben ze helemaal geen onderwijs gevolgd. Denk aan vluchtelingen uit de oorlog. Meestal was er geen geld voor en was de school helemaal niet meer toegankelijk. Dit zijn allemaal redenen waardoor er een achterstand word opgelopen. Het verschilt vaak ook van welke afkomst ze zijn, hoe groot het verschil dan is. Over het algemeen hebben bijvoorbeeld Antilliaanse een kleinere achterstand dan Turkse. Dit is onderzocht. In groep 8 bestaat er meestal nog een achterstand van 1 a 2 jaar. Ook verlaten een op tien allochtonen de middelbare school voordat ze eindexamen hebben gedaan. Ze gaan dus van school zonder diploma. Daardoor zullen ze later weer problemen krijgen op de arbeidsmarkt.
5.2.1. Welk opleidingsniveau? Het opleidingsniveau wordt bepaald aan de hand van wat hun denkniveau is net als bij iedereen. De slimmere halen vaak snel genoeg hun achterstand in en kunnen door naar de havo of vwo. Dit relatief moeilijk waardoor de meeste toch op het vmbo belanden. De meeste redden dit net en een vervolgopleiding word gewoon te moeilijk waardoor ze meestal niet doorstromen. Zeker na het vmbo gaan de meeste niet door tot het hoger onderwijs.
5.2.2. Taalachterstand
Het aan leren van een nieuwe vreemde taal is heel moeilijk. Het neemt intensief veel tijd op om dit te leren. Vooral wanneer je een taal moet leren die volkomen vreemd is van je. Engels leren gaat vaak tien keer zo makkelijk. Puur omdat dit een wereld taal is. Meestal is dit een tweede taal. Maar wanneer je uit een ander land komt staat vaak Nederlands als bijvoorbeeld vierde of vijfde taal. Als je dus al drie talen geleerd hebt en je moet er nog een vierde taal bijleren kan dat best heel verwarrend zijn. Zeker als je al niet heel goed kunt leren. Het duurt een tot twee jaar om een aardig woordje Nederlands te kunnen spreken. Bijvoorbeeld dat je een gesprek over koetjes en kalfjes kan volgen en je in het gesprek kan mengen. Maar het duurt vijf tot zeven jaar wil je de taal op school niveau kunnen volgen. Dit wil zeggen dat je de lesstof net zo optimaal in je opneemt als iemand waarvan de eerste taal Nederlands is. Het is dus natuurlijk niet heel vreemd dat deze mensen dus een taal en opleidingsachterstand oplopen.
5.2.3. Doet de overheid iets aan verbetering van deze situatie? De overheid spant zich goed in om hier verbetering in te krijgen. Zo word er geprobeerd Nederlands als tweede taal te krijgen. Ook komen er steeds meer meertalige scholen en niet alleen in grotere steden. Het komt nu ook steeds meer voor in kleinere woonstreken. Ook word er extra nascholing aangeboden door de overheid voor docenten maar ook peuter en kleuter leidsters en begeleiders van de naschoolse opvang. Zo kunnen ze daar al een veel betere begeleiding geven. Waar ook steeds meer aandacht aan word gegeven is bijles. Tijdens deze bijles word er veel aandacht aan de beheersing van de taal besteed, maar ook aan andere vakken. Het is vaak moeilijk om bepaalde termen, bijvoorbeeld bij natuurkunde in het Nederlands te begrijpen. Tijdens deze bijlessen kunnen ze dus wat meer bijbenen bij de rest van de leerlingen. Het verkleint de achterstand.
5.3. Wat is de culturele achtergrond van migranten Iedere migrant heeft zijn eigen culturele achtergrond. Ze kunnen uit een moslimse cultuur komen, een hindoestaanse cultuur. Het ligt er maar net aan waar ze bijvoorbeeld vandaan komen. Het is ook wel eens zo dat een migrant zich langzaam aan de Nederlandse cultuur gaat aanpassen. Hieronder ga ik uitgebreid een cultuur beschrijven.
5.3.1. De beschrijving van mijn eigen cultuur en die van de Gothics. Ik ben zelf 100% Nederlands. Ik ben van huis uit Rooms katholiek. Al heb ik weinig met het geloof plaats ik mij in deze cultuur. Die van de rooms-katholieken. Ik geloof in god en dat er wat is na de dood. De reden dat ik verder weinig met het geloof doe, is omdat ik vind dat het meer ellende veroorzaakt dan dat het goed doet. Als ik kijk naar mijn omgeving en familie komen deze allemaal een beetje overheen met mijn cultuur. Iedereen heeft natuurlijk zijn eigen levenswijze. Dit kan ook niet anders want niemand is het zelfde. Wij gaan met respect voor elkaar om. Een vrouw staat gelijk aan een man. We behandelen elkaar als gelijke ook al heeft de een meer geld dan de ander. Als er iets is kunnen we bij elkaar terecht en wij kunnen allemaal vergeven als er iets gebeurd. Dit geld wel alleen voor bekenden. We worden vaak liefde vol opgevoed door onze ouders en leren door de jaren heen zelfstandig te worden. Al zijn er natuurlijk altijd moeders bij die hun kinderen tot in het oneindige blijven beschermen. Wij zijn van huis uit niet gastvrij. Bij mij zelf zou de deur voor bijna iedereen altijd openstaan. Maar zo ben ik niet opgevoed. Ik zou openstaan voor vreemdelingen en helpen als er problemen zijn. Zo zijn de meeste in mijn omgeving niet. Dit is een stukje van mijn omgeving en hoe ik mijn cultuur beleef (de kerk op de vorige pagina is mijn eigen kerk de Heilige Bartholomeus kerk te Nootdorp). Nu ga ik een andere cultuur toe lichten. Ik heb gekozen voor een subcultuur. Namelijk die van de Gothic. Dit is een subcultuur maar komt ook in andere landen voor. Denk bijvoorbeeld aan Amerika. De meest bekende goth rocker komt namelijk uit dat land: Marylin Manson. Ik kies voor deze cultuur omdat ik bewondering heb voor deze mensen. Ze doen en gedragen zich zoals zij dat fijn vinden en negeren de meningen van andere mensen. Een gothic is een gewoon normaal mens zoals jij en ik. Alleen houden ze van een andere mode dan wij. Bijna iedereen heeft een andere mode smaak. Zij houden van zwart kleding en zware, donkere make-up. Al wil het niet zeggen dat iedere gothic er zo bij loopt. Het is een kleding stijl en het kan ook zijn dat je gewoon van de muziek en levenstijl houd. Ze houden van het leven en de natuur. Ook het satanisme en de duivel hebben niets met het gothic te maken. Dit wordt door de meeste zelfs afgekeurd. Er wordt veel over de dood en zelfmoord en dat soort rituelen gezongen. Maar dat wil nog niet zeggen dat ze zich daar constant mee bezig houden. Het zijn meestal heel vriendelijke mensen die bereid zijn je te helpen. Ze willen helemaal niet opvallen. Maar ze willen wel hun eigen stijl kunnen dragen zonder daar op afgevallen te w orden. Wij dragen toch ook wat we leuk vinden en we ons prettig in voelen? Ze zijn eigenlijk net als ik, jij en wij. Alleen met een andere smaak. Maar hierdoor vallen ze wel onder een subcultuur.
6. Hoe ziet de toekomst van de Nederlandse samenleving eruit?
Niemand kan in de toekomst kijken, dus hoe kunnen we zeggen hoe het eruit gaat zien? Misschien breekt er wel een burgeroorlog uit als het zo door gaat met de zelfmoord aanslagen, maar ook de aanslagen op andere. We leven in een land van vrije mening uiting. Maar als dat zo is waarom zijn Theo van Gogh en Pim Fortuyn dan vermoord. Hierdoor is al heel veel ophef over ontstaan. Als dat gaat escaleren hebben we een probleem. Momenteel zijn onze ministers hun leven al niet meer zeker. Waar gaat dat naar toe in deze samenleving? Of omdat de overheid de hypotheek rente afschaft. Veel mensen raken daardoor dan in de problemen en dat gaan ze zeker niet nemen. Er is al veel ophef geweest over de ziekenkosten premie. Laat staan als ze zoiets doen. Maar misschien verandert het wel positief. Misschien gaan mensen inzien dat discrimineren geen zin heeft. En misschien snappen de autochtonen dat ze geluk hebben dat ze in zo’n geweldig land terecht zijn gekomen. En gaan ze zich naar behoren gedragen. Wie zal het zeggen?
Nawoord
Het is me alles mee gevallen. Ik moet eerlijk zeggen toen ik begon had ik er de balen van in. Ik kon niks vinden op het Internet. Maar hoe langer ik bezig was eraan, hoe meer plezier ik er in kreeg. Zeker als je een beetje handig word in het vinden van de juiste informatie. Ik heb bij veel onderwerpen meerdere sites gebruikt. Ook ben ik woordenboeken gaan raadplegen en de mensen om me heen. Dat alles om het zo goed mogelijk onder woorden te brengen. Waar ik ook veel plezier in had was het invoegen van jezelf in het werkstuk. Je eigen inzicht erin geven en creatief zijn. Er zijn onderdelen bij waarvan ik zelf al wist wat het was en hoe te verwoorden, ik heb hier geen informatie verder over opgezocht en dus geen bron van. Er waren ook onderwerpen bij die bijna hetzelfde waren als onderwerpen ervoor. Daar breng je het stukje creativiteit in om er toch een heel ander stukje van te maken. Het hele werkstuk heeft me veel tijd gekost, maar ik ben er zeker een stuk wijzer van geworden!
Bronnenlijst
http://www.schooltv.nl
http://nl.wikipedia.org/wiki/Cultuur
http://www.kennisnet.nl/
http://www.leren.nl
http://nl.wikipedia.org/wiki/Ethologie
http://www.nwo.nl/nwohome.nsf/pages/NWOP_6HCG3P
http://www.meertens.knaw.nl/meertensnet/wdb.php?sel=80030
http://www.thesauruszorgenwelzijn.nl/sociaalleren.htm
http://www.leren.nl/cursus/sociale-vaardigheden/overtuigen-beinvloeden/model-leren.html
http://www2.fmg.uva.nl/encyclopedie_antropologie/index.cfm?doc=referentiekader
http://nl.wikipedia.org/wiki/Referentiekader
http://www.thesauruszorgenwelzijn.nl/socialecategorieen.htm
http://forum.fok.nl/topic/902646
http://nl.wikipedia.org/wiki/Stereotype
http://www.vormen.org/Kompas/PDFfiles/DiscriminatieXenofobie.pdf
http://www.discriminatiegestript.be/begrippen02.htm
http://nl.wikipedia.org/wiki/Gastarbeider
http://www.parel.nl/kieskl.htm
http://www.scp.nl/publicaties/persberichten/9037702376.shtml
http://www.kinderenwebhotel.be/vluchtelingen/
http://www.lbr.nl/?node=4405
http://www.lbr.nl/?node=1678
http://home.szw.nl/navigatie/dossier/dsp_dossier.cfm?set_id=135&link_id=82002
http://gothic.startpagina.nl/
Veel informatie heb ik van een dezelfde site gehaald. Ik hierom niet alle links bewaard. Ik wist veel informatie zelf al en ook heb ik in mijn omgeving informatie gevraagd. Sommige dingen zoals Bekrompenheid is gewoon niet te vinden op Internet.
REACTIES
1 seconde geleden
E.
E.
Wat zijn voegwoorden?
4 jaar geleden
Antwoorden