• Inleiding
In de winkel ziet het er allemaal zo mooi uit. Keurig verpakte stukjes vlees in alle soorten en maten zijn netjes gesneden en keurig op een rij voor je neergelegd. Maar hoe dat vlees daar komt is minder leuk, alles wat daar in de rekken ligt was vroeger een levend wezen. En de manier waarop er met die die dieren om gegaan wordt, is werkelijk verschrikkelijk. Dit komt door de bio industrie. Ik wil dat iedereen weet wat er zich in de bio-industrie afspeelt.
• Wat is de bio-industrie?
Bio betekent leven en industrieën zijn fabrieken. In de bio-industrie worden vooral kippen, koeien en varkens gehouden. Maar natuurlijk ook andere dieren. Het is een nieuwe vorm van veeteelt. De dieren worden zo snel mogelijk klaargemaakt voor de slacht en dat betekent dat ze dus vetgemest worden. Dit gebeurt niet bepaald op een diervriendelijke manier. In deze vorm van veeteelt worden veel computers gebruikt. Heel anders dan vroeger dus.
• Historie
Na de WOII kwam er meer welvaart. Mensen werden rijker en gingen dus meer vlees eten. Ook spraken de Europese landen af om de voedselprijzen zo laag mogelijk te houden. Dit had tot gevolg dat boeren meer en goedkoper moesten gaan produceren. Boeren moesten ook specialiseren. Dus niet meer een leuk boerenbedrijfje met veel verschillende vee. Maar een bedrijf met veel computers en machines voor 1 soort vee! De machines gebruikten ze omdat dat goedkoper was. Al deze veranderingen gingen ten koste van het vee.
De dieren•
In Nederland zie je niet zo veel kippen buiten maar in NL zijn er wel 100 miljoen.
Legkip
1 Bij de geboorte worden de kuikens gescheiden in hanen en hennen. De hanen worden vrijwel meteen gedood. Deze groeien niet hard genoeg. om deze reden sterven per jaar 30 miljoen mannelijke kuikens! Deze worden vergast of VERMAALD.
2 De hennetjes gaan eerst naar een opfokbedrijf. Hier blijven ze tot een leeftijd van ongeveer 16 weken. Ze zijn dan bijna aan de leg en gaan naar het legbedrijf waar ze tot een leeftijd van 14 maanden verblijven. De meesten (75%) legkippen komen nog steeds terecht in de legbatterij.
Zo\'n batterij bestaat uit lange rijen kooien van draadgaas, in 3 tot zelfs 12 etages boven elkaar. Zo’n kooi is meestal iets kleiner als een A4. Dat moet volgens de wet wel. De dieren hebben zo weinig ruimte dat ze hun vleugels niet kunnen uitspreiden.
3 kippen willen graag hun ei ergens stil in een hoekje leggen maar dat kan nu dus niet!
Ze gaan elkaar ook verminken en om dat te beperken kapt men bij de meeste kippen de gevoelige snavelpunt af Dit gebeurt zonder verdoving en is te vergelijken met het afknippen van tanden, inclusief het zenuwkanaal bij mensen. bedenk maar eens hoe pijn dat doet!
4 Na een jaar zijn de kippen zo uitgeput dat hun eier productie afneemt. Dit is meestal 250 tot 300 eieren verder en 14 maanden later. Dan worden ze verkocht aan een soepfabriek. Ze worden gevangen en vervoerd. 1000 den kippen overleven deze reis niet. Ze worden zo slecht behandeld dat ze vele botten breken. Daar worden ze op een bruute wijze geslacht.
Slacht kuikens
In de winkel koop je eigenlijk geen kip maar kuiken. Deze worden nog geen 6 weken oud. Dus het vlees dat je eet bestond 6 weken geleden nog niet. In Nederland worden jaarlijks zo\'n 400 miljoen kuikens gemest.
Vanuit de boerderij gaan de kuikentje meteen naar een mestbedrijf. Dit is een grote schuur zonder ramen. Die hebben er meestal wel 10.000 of meer. Er is geen ruimte om je vleugels te spreiden ofzo. Deze kuikentjes zullen ook nooit de buitenlucht zien.
Slachtkuikens krijgen speciaal eten zodat ze extreem hard groeien en veel borstvlees krijgen.
(film die ik had gezien!) In de jaren 50 duurde het 13 weken om een kip van 2 kilo te produceren. Nu gaat dat 2 keer zo snel. Ze kunnen ook zo hard groeien dat ze letterlijk doodgroeien. Hun hartjes kunnen het niet aan om zoveel kilo’s te dragen. En hun poten kunnen het gewicht ook niet aan. Ze zakken dan door en kunnen niet meer lopen. Dit heeft ook weer gevolgen want nu kunnen ze geen eten en drinken meer halen. Meestal is dat ook te ver lopen in die drukte.
Als de dieren op slachtgewicht zijn, komt de vangploeg. In enkele uren tijd worden de duizenden kuikens in kratten gepropt. Dat gebeurt met de hand, of met speciale vangmachines. Foto! Het slachten van slachtkuikens is letterlijk lopende band werk. De dieren worden uit de kratten getrokken en aan de poten aan de slachthaken gehangen. Met een snelheid van meer dan honderd dieren per minuut worden ze eerst elektrisch verdoofd in een waterbad. Vervolgens wordt automatisch de halsslagader doorgesneden en worden de dieren gebroeid in kokend water om de veren los te weken. Als het goed is tenminste…
In menig slachthuis wordt namelijk met te zwakke stroom bedwelmd. Dat is beter voor de kwaliteit van het vlees; er komen in het vlees dan minder bloeduitstortingen voor. Als gevolg van de zwakke bedwelming worden jaarlijks miljoenen dieren onverdoofd geslacht
Varkens:
Fokzeugen:
Zijn er om zoveel mogelijk biggen te produceren. Ze gaan naar vermeerderingsbedrijven. Daar worden ze vastgezet in een metalen hok. Ze kunnen er alleen maar instaan en niks anders. Dus niet omdraaien ofzo. Hier door gaan ze allerlei onnatuurlijke bewegingen maken. Zoals stangbijten, tandenknarsen en schuimbekken. Na verloop van tijd krijgen veel fokzeugen bovendien last van pootgebreken en vruchtbaarheidsstoornissen. Ze krijgen ook heel slecht voedsel, industrieelvoedsel en geen hooi.
Vanaf 2002 moeten de zeugen in groepstallen. Ze hebben dan al meer ruimte. Maar ze kunnen nog steeds geen ‘nestje’ maken voor hun jongen. En ze liggen in hun eigen uitwerpselen. Als de moeder biggetje heeft gekregen worden ze na enkele weken gescheiden en worden ze weer opnieuw gedekt.
Na 2 tot 3 jaar worden ze geslacht want dan zijn ze niet meer goed vruchtbaar en hun poten zijn kapot.
Mestvarkens:
Na 4 weken worden de biggetjes dus gescheiden van hun moeder. Ze gaan van een warme omgeving naar een koud betonnen hok.
Hun staarten worden eraf gehaald zonder verdoving en de jongetjes worden zonder verdoving gecastreerd. En ze krijgen ook nog een merk duur hun oren geschoten. Het castreren is om de ‘berengeur’ van het vlees af te houden. Deze berengeur ontstaat bij een zeer klein deel van de mannelijke biggen als ze een hoog gewicht hebben bereikt. Het is dus eigenlijk onnodig.
De biggen worden in 6 weken vetgemest. Ze worden dan 100 kilo. In het hok zitten ze alleen met soortgenoten. Ze gaan zich vervelen en willen graag vwroeten. Maar dat valt niet mee. Om die behoefte te voorzien gaan ze elkaar bijten en aan elkaar knagen. Om dit tegen te gaan worden de hoektanden eraf geknipt!!!
Het transport van de dieren is ook totaal onvriendelijk. door de reis sterven al veel dieren. Ze zien dan voor het eerst in een half jaar dag licht!
Veel varkens worden door heel Europa gesleept. Dit duurt lang en is uitputtend. per jaar sterven zon 70.000 dieren hieraan. En 3,2 miljoen biggen worden vervoerd. Er zijn wel regels over pauzes en eten en drinken, maar Nederlandse veebedrijven overtreden deze uiter matend vaak!
In Nederland worden jaarlijks 4 miljoen varkens gesclaht. En per minuut 29!
Koeien:
Bij de koeien heb je Melkkoeien, Kistkalveren, mestkalveren, en dikkbilkoeien.
De melkkoeien hebben het nog heel goed. Ze kunnen in de zomer nog buiten in de wei, Maar steeds vaker word dat niet gedaan. Moet je nagaan dat je misschien over een paar jaar in de zomer allemaal lege weiden ziet zonder koeiien.
Melkkoeien.
Ze staan in boxen, ook met velen tegelijk. Ze moeten alleen maar melk produceren. Tegenwoordig mogen ze niet meer naar buiten. Het is zelf zo erg dat de koeien niet meer naar buiten kunnen om dat niet gewend zijn om buiten te zijn en gras te eten. Hun verteringsstelsel kan dat niet meer aan!!
Een koe nu geeft tussen de 8.00 en 12000 liter per jaar. In 1950 was dat nog 4.000 liter. Veel koeien kunnen het niet bijhouden om zoveel melk te produceren, ze zijn dan zo uitgeput. Dit zijn slijters. Ze worden geslacht.
Een koe moet elk jaar een kalf krijgen om nog melk te maken. Deze kalf word meteen weggehaald en krijg kunstmatige melk. Stieren worden geslacht en koeien moeten ook melk produceren.
maar door de vele productie krijgen ze verschillende ziekten. Zoals uierontsteking. Hier krijgen ze speciaal voedsel voor omdat tegen te gaan.
Kistkalveren
Ze worden de eerste 8 weken in een metalen hok gestopt. Dit is wel sinds 2004 verboden maar word nog gedaan. Ze krijgen dan twee keer melk per dag. Geen echte melk natuurlijk maar kunstmelk met veel hormonen. Alleen dan zien ze licht verder rest is het de hele dag donker. Omdat ze zich vervelen gaan ze zich aan hun vacht likken. Als een kalf dan wordt geslacht dan zie je vaak gigantisch haarballen in de maag van dat dier.In Italie en Frankrijk willen ze wit vlees en Nederland is een van de grootste kalfsvleesproducenten.. Dus daarom geven ze de kalveren geen ijzer. Maar als het geen ijzer binnenkrijgt krijgt het bloedarmoede. Behalve bloedarmoede hebben veel kalveren ook last van allerlei andere ziekten zoals maag- en darmaandoeningen en longziekten. De kalveren gaan op een leeftijd van 6 maanden naar het slachthuis. Het kalf weegt dan gemiddeld 230 kilo.
Vleesstieren
Vleesstieren groeien als kool. Op een dieet van krachtvoer en maïs zijn ze na een maand of achttien zo\'n 500 tot 650 kilo zwaar. De dieren gaan letterlijk gebukt onder hun enorme gewicht. Uit onderzoek is gebleken dat ze abnormaal veel liggen. De oorzaak ligt in de zware belasting en beschadiging van bepaalde gewrichten, waardoor de dieren voortdurend pijn lijden.
Bovendien hebben de stieren weinig bewegingsruimte. Meestal staan ze het grootste deel van hun leven in betonrooster hokken van 3 bij 4,5 meter met vijf of zes van die kolossen bijelkaar. Door de ruwe betonnen roostervloer - stro is nergens te bekennen - hebben de dieren bovendien vaak last van pootbeschadigingen.
Dikbillen
Dikbillen zijn runderen met een erfelijke afwijking. Deze afwijking heeft tot gevolg dat de spieren van deze dieren snel groeien maar ook dat deze koeien hart- en orgaanafwijkingen hebben. Vanwege de snelle spiergroei worden dikbillen gefokt. Veel spierweefsel betekent immers veel vlees, terwijl voor spiervlees ook nog eens een hoge prijs betaald wordt. De lichamelijke afwijkingen nemen de fokkers daarbij op de koop toe.
De verborgen bio-industrie.
Varkens, kippen en runderen zijn erg bekend in de bio-industrie. Veel mensen weten niet dat er ook nog andere dieren in de bio-industrie worden gefokt. Vissen, konijnen, struisvogels, kalkoenen en eenden worden ook in de bio-industrie gefokt. Omdat veel mensen dat niet weten, worden die dieren ook wel de dieren uit de verborgen bio-industrie genoemd.
Vissen
Veel vegetariërs eten vis omdat ze denken dat die eerst een fijn leven in de zee heeft gehad, maar dat is dus niet altijd zo. De vissen in de bio-industrie worden op elkaar gepropt in een klein aquarium. Het licht wordt automatisch geregeld. Veel vissen sterven door de slechte waterkwaliteit, ruimtegebrek en de wisselende temperatuur. Vissen zijn gevoelig voor stress, dus ze hebben daar zeker last van. De vissen die worden gefokt zijn palingen, zalm en forellen. Het doden van de paling gaat op een erg onvriendelijke manier er zijn zelfs protesten tegen geweest. De palingen worden levend in zout gelegd. Het duurt dan nog uren voordat de paling dood is. De palingen moeten echt lijden.
Konijnen
Konijnen zijn actieve dieren: ze spelen, rennen, en huppelen in het rond. Een konijn in de bio-industrie kan dat niet meer. Ze leiden een heel ander leven. De konijnen zitten met zes in een hok. Het hok is gemaakt van draadgaas. Dat kan je goed zien op het plaatje onder dit hoofdstuk. In de kooi kunnen de konijnen niet goed bewegen. Door de verveling en de stress gaan ze aan het gaas likken. Bevallen doen ze ook op het gaas. Een konijn hoort een hol te maken waar ze bevalt en dan twee keer per dag naar toe gaat om haar jongen te zogen. De konijnen in de bio-industrie zijn dag en nacht bij hun kroost daar kan het moeder konijn zo gestresst van raken dat ze haar jongen dood bijt. Direct na dat haar kroost is weggehaald wordt ze weer opnieuw gedekt. Als ze niet wil wordt ze bij het mannetje vastgebonden tot ze gaan paren.
Struisvogels
Struisvogels waren in Nederland nog niet zo lang geleden alleen nog maar in de dierentuin te zien. De laatste vijf jaar worden er ook struisvogels gefokt om het vlees en de veren. De struisvogels die buiten gehouden worden krijgen vaak longontsteking omdat ze niet tegen het Nederlandse klimaat kunnen. De struisvogels die binnen gehouden worden hebben last van te helder licht, te veel geluid en ruimtegebrek. Hierdoor pikken ze zichzelf kaal. In de natuur haalt een struisvogel een snelheid van 60 km per uur. In Nederland hebben ze dus veel te weinig ruimte. De struisvogelhouders verwachten 50.000 struisvogels te kunnen slachten. Maar daar denkt de dierenbescherming wel anders over
• Rechten van dieren
Dieren hebben vrijheden. Maar die worden helaas haast nooit nageleefd. In de bio-industrie in ieder geval niet.
In 1979 zijn de vrijheden vastgesteld. Ze zijn vrijheid van honger en dorst, vrijheid van ongemak, vrijheid van pijn, verwonding of ziekte, vrijheid om normaal gedrag te vertonen, vrijheid van angst en spanning
Je kunt dus nagaan dat in de bio-industrie de dieren deze vrijheiden niet hebben. Ze leven constant in de stress angst en spanning. Ze hebben vele verwondingen. En meestal zitten ze met vele in een heel grote ruimte en dan kan je niet bij je eten. De kippen meestal moeten zover lopen voordat ze bij een etensbak zijn en dat kunnen ze gewoon niet.
Er is ook een GEZONDHEIDS- EN WELZIJNSWET voor dieren. Daarin staan alle regels die voor dieren gelden. Het is verboden om:
- bij een dier onnodig pijn of letsel te veroorzaken, of zijn gezondheid of welzijn aan te tasten
- een dier de nodige verzorging te onthouden
- ingrepen te plegen bij dieren (tenzij anders in de wet staat)
- dieren als prijs, beloning of gift uit te reiken.
- Ook is iedereen verplicht een hulpbehoevend dier zorg te verlenen
- het verboden is dieren van het ouderdier te scheiden voordat zij een bij wet vastgestelde leeftijd hebben bereikt;
Bij het laden en lossen van de veewagens worden de dieren vaak ruw behandeld. Eenmaal onderweg, worden de regels regelmatig overtreden. Dieren die al 29 uur onderweg zijn, worden vaak niet uitgeladen, gevoerd en gedrenkt, zoals de huidige Europese wet voorschrijft. In veel landen laat de controle op de naleving van de regels te wensen over. En in sommige bestemmingslanden worden de dieren slecht verdoofd, of zelfs onverdoofd geslacht.
• Alternatieven
Kip
Hoewel het grootste deel van de Nederlanders bereid is om een hogere prijsvoor scharrel- of biologische eieren te betalen, zit toch nog 75% van de kippen in legbatterijen. Dit komt doordat de verwerkende industrie in producten als koekjes en mayonaise nog voornamelijk batterij-eieren gebruikt. Ook worden veel in Nederland geproduceerde batterij-eieren geëxporteerd. Het gevolg is dat in Nederland 3 op de 4 kippen in de legbatterij zit, terwijl de Nederlandse consument ervoor kiest dat kippen moeten kunnen scharrelen.
Voor kippen is er de \'welzijnskooi\' . Een mooie naam voor een systeem dat niets anders is dan een legbatterijkooi waarin de dieren wat meer ruimte hebben en waarin een (zit)stokje en bakje met een handje zand zijn aangebracht.
Maar er is vooruitgang. Sinds 2003 mogen er geen nieuwe legbatterijen worden gebouwd en in 2012 moeten alle legbatterijen verdwenen zijn!
Varkens:
Varkens op biologische en scharrelbedrijven zijn in groepen gehuisvest. In de stal beschikken ze over voldoende ruimte en stro. Bovendien kunnen ze vrijwel altijd naar buiten. De zeugen worden behalve tijdens de bevalling en als de jongen gezoogd worden (drinken bij de moeder) ook in groepen gehuisvest. Het gebruik van hormonen om zeugen drachtig (zwanger) te krijgen, is verboden.
De mestvarkens staan eveneens in groepen. In het hok is voldoende lig- en loopruimte aanwezig en stro om in te wroeten. Hierdoor hebben de varkens meer afleiding waardoor het staartbijten niet voorkomt. Dat is maar goed ook want het knippen van staarten en hoektanden is verboden op biologische en scharrelbedrijven
Er zijn nu meer als 40 biologische varkens bedrijven in NL. De grote supermarktketens contracten met varkenshouders voor vaste afnames van biologisch vlees hebben afgesloten, schakelen steeds meer varkensboeren om van bio-industrie naar biologische varkenshouderij.
koeien:
Runderen in de biologische houderij hebben een heel wat aangenamer leven. Alle melkkoeien kunnen naar buiten, de wei in. Ze krijgen ook meer ruwvoer als hooi en gras te eten in plaats van krachtvoer. De biologische melkkoeien zijn ook niet zo doorgefokt op hoge melkproductie.
Biologische vleesstieren kunnen het eerste jaar de wei in. Ze worden ongeveer 2 jaar oud.
Bij de voedering wordt uitgegaan van de aard en de behoefte van het dier. De dieren krijgen in de biologische houderij voldoende goed onbespoten voer. Ze groeien daardoor wel wat minder snel, maar kunnen op een normale manier groot groeien. In de stal moet altijd een dichte vloer met stro of zaagsel aanwezig zijn.
Scharrelrunderen
In Nederland kun je nog geen scharrelkalfsvlees kopen. Wel is er bij een aantal scharrelslagers scharrelrundvlees verkrijgbaar. Volgens deze regeling mogen de jonge dieren minimaal zes maanden bij de moeder blijven. \'s Zomers gaan de moeder en het kalf de wei in, terwijl de dieren \'s winters in een stal verblijven waarvan één zijde open is. Deze koeien en kalveren hebben het dus heel wat beter dan het vleesvee in de gangbare veehouderij.
Albert Hein biedt scharrelrundvlees aan onder het merk Greenfields. Dit zijn runderen uit Schotland die buiten in de wei lopen en alle ruimte krijgen. Dit is dus ook een goed alternatief.
Biologische dierhouderij
Biologische landbouw is een goed alternatief voor de bio-industrie. In de bio-industrie = intensieve veehouderij heb je schaalvergroting en specialisatie binnen één bedrijf plaats. Zo zijn er bijvoorbeeld bedrijven die alleen maar dieren vetmesten. In de biologische landbouw = extensieve veehouderij zijn de bedrijven juist meestal gemengd en veelzijdig. Bv dat een boer koeien heeft, zoveel mogelijk zelf het voer voor die koeien verbouwt. De mest van de dieren komt dan weer op het land waar het voer groeit. Je hebt dan geen mestoverschot. Maar ook voor het dier is biologische landbouw een stuk beter. De dieren kunnen naar buiten en in de stallen beschikken ze over voldoende ruimte en stro. Heel belangrijk is dat de dieren hun natuurlijk gedrag kunnen vertonen: scharrelen en stofbaden bij kippen, wroeten bij varkens, grazen bij koeien. Het dier krijg veel onbespoten biologisch groen voer. Er wordt ook gewoon uitgegaan van hoeveel het dier op kan en niet vetmesten. Het hoofddoel van de biologische landbouw is het verkrijgen van een voor de consument zo gezond en verantwoord mogelijk product. Biologische boerderijen zijn over het algemeen kleinschalig en men maakt geen gebruik van kunstmest, chemische bestrijdingsmiddelen, hormonen, preventieve antibiotica en andere groeibevorderaars.
Biologische producten hebben het keurmerk EKO. Er is dan een strenge controle uitgevoerd door een speciaal door de overheid aangewezen controle-organisatie voor biologische productiemethoden, SKAL. Deze organisatie controleert de regels die in heel Europa voor de biologische landbouw zijn afgesproken.
Scharrel dierhouderij
Dieren die mogen \'scharrelen\' hebben een vrijer en gezonder leven dan hun soortgenoten in de bio-industrie, maar ze hebben minder ruimte dan hun collega\'s op biologische bedrijven. Ze kunnen in stro liggen en hebben een (soms overkapte) uitloop naar buiten. Het voer dat de dieren krijgen bevat geen antibiotica of groeibevorderende stoffen. In Nederland is scharrelvlees te koop dat afkomstig is van varkens, runderen en kippen. Het scharrelvlees wordt gecontroleerd door het Productschap voor Vee, Vlees en Eieren ( PVE) die een speciaal keurmerk hebben voor het scharrelvlees dat overigens erg veel lijkt op het bio-industrie merk pve/ikb. Het is te onderscheiden doordat er het woord \'scharrel\' bijstaat. Scharrelvlees is wel wat duurder dan vlees uit de bio-industrie. De dieren hebben meer ruimte dan in de bio-industrie er ligt stro in de stallen en meestal kunnen ze naar buiten. Het voer is nog wel grotendeels hetzelfde als in de bio-industrie.
Bio-industrie
5.2- Werkstuk door een scholier
- 4e klas vwo | 3295 woorden
- 3 maart 2008
- 28 keer beoordeeld
5.2
28
keer beoordeeld
ADVERTENTIE
Bewaar of download dit verslag!
Om dit verslag toe te voegen aan je persoonlijke leeslijsten of te downloaden moet je geregisteerd zijn bij Scholieren.com.
26.400 scholieren gingen je al voor!
Ook lezen of kijken
Ver reizen? Zo gaan wij naar school!
Student Hanne en scholier Naomi over studiekeuzes: 'Het is jouw toekomst'
Amarins (26) studeert Scheikunde in Amsterdam: 'Ik wil graag weten hoe de wereld werkt'
REACTIES
1 seconde geleden
J.
J.
Veel dingen uit het werkstuk over de bio-industrie zijn achterhaald. Ik vind dat je ook naar de positieve dingen van de bio-industrie had moeten kijken, die er genoeg zijn.
15 jaar geleden
AntwoordenM.
M.
Waarom hebben jullie niet de goede dingen van bio industrie gedaan want ik denk nu at ze die niet hebben maar die heeft iedereen en als ik nu me werkstuk wil maken dan weet ik niet of het zo is.
snap je want als jij het zal gaan maken dan wil je toch ook weten wat het is of niet soms best wel slecht sorry dat ik dit doe hoor maar jullie moeten jullie site echt beter gaan maken als ik jullie was zal ik alles er op zetten snap je
11 jaar geleden
Antwoorden