Badminton

Beoordeling 6.9
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 4e klas vwo | 4420 woorden
  • 22 februari 2007
  • 71 keer beoordeeld
Cijfer 6.9
71 keer beoordeeld

Inhoudsopgave

Inleiding
De geschiedenis
Het ontstaan
Bonden
Toernooien
Aspecten
Het speelveld
De opslag
De rally
Aantal spelers en man/vrouw
Puntentelling
Veel gemaakte fouten
Materialen
Het racket
Shuttles
Het net
Kleding
Nawoord
Bronnen

Inleiding De rackets staan klaar, het shuttletje valt en het spel is begonnen. Het shuttletje vliegt eerst met enkele harde slagen over het veld, maar al snel worden ze steeds strakker. Het ding vliegt als een gek op en neer, dan in een keer gaat het shuttletje wat langzamer, net over het net. Mijn tegenstander stopt al met bewegen. Ik duik naar voren, mijn racket raakt de grond, daarna raak ik ook met mijn knieën en daarna mijn ellebogen de grond, vervolgens wordt het shuttletje net voor het op de grond komt over het net getild. Het gaat kort meteen terug naar het vak van de tegenstander. Hij doet al geen moeite meer, want hij denkt al gewonnen te hebben. Dan zegt hij verbaasd: “had hij hem?”. Net alsof het onmogelijk was herhaalde hij het zinnetje nog eens. Alle leerlingen klappen; ik heb mijn gymleraar verslagen.

Badminton is bij de meeste mensen wel bekend. Meestal als een spelletje op de vakantie met twee rackets en een shuttletje dat men zo vaak mogelijk naar elkaar moet proberen over te slaan. Maar badminton wordt al zeer lang beoefend, het is ook een olympische sport. Het lijkt op het vakantiespelletje maar is net ietsje anders. Er zit namelijk een net tussen de spelers in en de spelers proberen niet zo vaak mogelijk over te slaan, want dat zouden de beoefende spelers wel eeuwig kunnen doen. Nee, het is de bedoeling om het shuttletje, net als bij tennis, op de grond te krijgen in het vak van de tegenstander.

De Geschiedenis

Het ontstaan

Afkomst
Men denkt dat badminton oorspronkelijk afstamt van het spel Poona dat in India werd beoefend. Engelse officieren introduceerden het spel in Engeland (India was een kolonie van Engeland). In 1873 werd er veel gebadmintond op het landgoed van de Hertog van Beaufort in Gloucestershire. Omdat dat landgoed Badminton heette is de sport ernaar vernoemd. Maar in Europa werd ook veel gebadmintond, er zijn zelfs enkele schilderijen van badmintonnende mensen. Volgens badmintonexpert Ken Davidson speelde men in de 12e eeuw al badminton in Engeland en in Frankrijk werd het in de middeleeuwen al beoefend.

Spelregels
In 1877 verscheen het eerste boek met spelregels geschreven door Kolonel H.O. Selby. Ondanks dit werd het spel nog op zeer veel verschillende manieren beoefend. Zo werd het spel soms door twee personen gespeeld, maar soms door wel 6 personen of meer. Ook kwam het voor dat men de shuttle niet op de grond moest krijgen, maar zo vaak moest overslaan als men maar kon (campingbadminton). Door de jaren heen zijn de spelregels ook nog vaak veranderd. Het speelveld heeft ooit de vorm van een zandloper gehad, omdat men toen (al) binnenspeelde, maar er stonden dan bijvoorbeeld kasten in de ruimte waarin men speelde.

Bonden

B.A.E. De eerste badmintonbond werd opgericht in Engeland in 1893 door kolonel Dolby: the Badminton Association of England. Deze is tot op heden nog steeds de grootste nationale bond en tevens het meest invloedrijk. Wat later kregen ook andere landen nationale badmintonbonden. Zo ook Nederland.

N.B.B. Op 15 november 1931 werd in Noordwijk de Nederlandse Badminton Bond opgericht onder meer door Mr. D.U. Stikker, Mr. Punt, de heer Den Hoed en enkele anderen. Tot 1938 ging het wel goed met de N.B.B., maar vervolgens nam het aantal leden door de oorlog enorm af. In 1951 probeerde wat badmintonliefhebbers de club nieuw leven in te blazen en met succes, het aantal leden steeg. In 1953 komen er goedkope badmintonspullen op de speelgoedmarkt. Daardoor gingen zeer veel mensen straatbadminton spelen. Al snel kregen meer mensen interesse voor het echte spel en zo steeg het aantal leden nog verder. En zelfs nu nog stijgt het aantal leden van de N.B.B.

I.B.F. In 1934 werd de Internationale Badminton Federatie opgericht door 9 landen: Canada, Denemarken, Engeland, Frankrijk, Ierland, Nederland, Nieuw-Zeeland, Schotland en Wales. Deze federatie vormt het overkoepelend orgaan voor de nationale badmintonbonden. Nu is de I.B.F. uitgegroeid tot een echte wereldorganisatie. Ze regelen de volgende dingen: - Ze zorgen voor de spelregels en passen die zonodig aan. - Ze organiseren internationale kampioenschappen. - Ze bevorderen de banden tussen internationale bonden. - Ze bevorderen de groei van de sport.

E.B.U. Op 24 september 1967 werd in Duitsland de Europese Badminton Unie opgericht, waarin zich 11 bij de I.B.F. aangesloten Europese landen verenigden. Deze landen waren: België, Denemarken, (het toenmalige) West-Duitsland, Engeland, Finland, Nederland, Noorwegen, Oostenrijk, Tsjecho-Slowakije, Zweden en Zwitserland. Op dit moment zijn er 27 landen bij de E.B.U. aangesloten. De E.B.U organiseert nu de Europese kampioenschappen voor volwassenen en de junioren.

Toernooien

Thomas Cup Sir George Thomas, 7e baron van Yapton, werd in 1881 geboren in Istanbul. Hij behaalde een titel in het gemengd dubbel op 22-jarige leeftijd. 17 jaar later behaalde hij de titel in het heren enkel en dit herhaalde hij 4 achtereenvolgende jaren. Toen hij 47 was behaalde hij nog de titel in het herendubbelspel. Toen in 1948/1949 de landencompetitie van start ging, loofde hij een beker uit voor de winnaar. Deze beker is bekend geworden als de Thomas Cup. Sir George Thomas is 21 jaren president van de Internationale Badminton Federatie geweest.

Uber Cup Mrs. Uber is een top-badmintondame rond 1940, geboren in Amerika. Zij heeft diverse titels in het damesenkelspel en -dubbelspel behaald. De Thomas en de Uber Cup worden om de twee jaar gehouden. De Thomas Cup is alleen voor heren, de Uber Cup alleen voor dames.

Olympische spelen Sinds 1992 is badminton een Olympische sport. Opvallend is dat de Indonesiërs hun eerste gouden medailles daar haalden. In 1996 werd ook nog zilver behaald door een Indonesiër van 16 jaar! Bij Badminton zijn het de Aziatische landen die meestal winnen. Uit Europa komen de sterspelers uit Denemarken, Engeland en Nederland.

Aspecten

Het speelveld Badminton wordt gespeeld op een stukje grond met vaste afmetingen. De grote hangt af of er een enkel of dubbel gespeeld wordt. Enkelspel veld: 5,18 m x 13,40 m, dubbelspel veld: 6,10 m x 13,40 m. Vaak worden beide velden getekend met behulp van lijnen op hetzelfde stukje grond, zodat beide speelvormen daar gespeeld kunnen worden. Het speelveld wordt verdeeld in verschillende vakken zoals hiernaast is afgebeeld. Bij een enkel spel worden de buitenste zijlijnen niet gebruikt. Deze worden alleen bij het dubbelspel gebruikt om het veld wat groter te maken. Bij beide speelvarianten moet schuin worden opgeslagen, van het ene vak schuin in het andere. Als er een enkelspel wordt gespeeld, mag men helemaal tot aan de achterste lijn opslaan, maar bij een dubbelspel moet de shuttle met de opslag voor de op een na achterste lijn blijven. Ook mag niet bij de opslag in het voorste vak worden geslagen (het vak met de stippellijn). Als er eenmaal is opgeslagen hoeft men alleen nog maar te zorgen dat de shuttle over het net gaat (deze staat op de stippellijn) en binnen buitenste lijnen valt, behalve bij het enkelspel, want dan moet de shuttle binnen de op een na buitenste zijlijn vallen.

De opslag Voor de wedstrijd begint moet er eerst worden getost. Meestal wordt de shuttle omhoog geslagen of op het net gelegd zodat deze met het puntje omlaag valt, het lot beslist daarna welke kant het puntje dan opgaat wijzen. Op deze manier wordt er of naar de partij aan de ene kant van het net gewezen of naar de partij aan de andere kant. Deze kant mag dan beslissen of ze van kant willen wisselen, de spelers wisselen dan van speelhelft. De partij die mag kiezen kan ook kiezen om te bepalen wie de opslag krijgt, dat kunnen zij zelf zijn of de tegenstander, dit laatste kan handig zijn in het dubbelspel, omdat de partij die dan als eerste moet opslaan maar 1 service krijgt (maar 1 speler van de twee mag opslaan) en vervolgens iedere kant 2. Als er eenmaal besloten is wie mag beginnen kan het spel echt beginnen. Er zijn altijd 2 vakken aan één kant waarin de spelers kunnen staan (zie hiernaast). Als de score van een partij even is staat degene die moet opslaan in het rechtervak en slaat naar het linker vak bij de tegenpartij (dat is dus het rechtervak voor de tegenpartij)(blauwe pijl). Als de score van een partij oneven is dan is het omgekeerd (rode pijl). Het opslaan zelf kan op verschillende manieren, er moet echter aan een belangrijke regel worden voldaan: het gehele blad van het racket moet onder de gehele hand blijven. Als aan deze regel voldaan wordt mag elke mogelijke opslag. De standaard opslag is met de forehand: men houdt de shuttle vast in de linkerhand. Men brengt het racket in de rechterhand naar achter, vervolgens wordt deze met een zwaai naar voren gebracht. Als op het juiste moment de shuttle wordt losgelaten dan wordt deze geraakt door het blad van het racket waardoor de shuttle naar voren gaat(voor linkshandigen is het natuurlijk omgekeerd). De shuttle moet uiteraard wel in het juiste vak van de tegenstander terecht komen. Er kan ook met de backhand geslagen worden, deze opslag is een stuk lastiger dan de standaard opslag. Want het racket wordt nu voor het lichaam gehouden, vervolgens wordt de shuttle er vlak bij gehouden en met een korte zwaai wordt de shuttle, die men laat vallen, naar het vak van de tegenstander geslagen. Er kan ook nog gevarieerd worden op welke plek men staat in het vak, meestal is dit een plek vooraan, maar men kan ook nog kiezen of men aan de linker of rechterkant gaat staan. Bovendien kan men ook nog kiezen of waar men slaat in het vak van de tegenstander. Zo zie je dat er zeer veel mogelijke manieren zijn en daardoor is de opslag een van de belangrijkste aspecten van badminton

De rally Een rally is het moment van de opslag tot een van de partijen een fout maakt en de shuttle niet of niet goed terug slaat. Maar het moment tussen deze twee momenten is vaak zeer spannend omdat men telkens probeert om de tegenstander een fout te laten maken. Er zijn verschillende slagen die tijdens zo’n rally gemaakt worden en die ga ik nu even behandelen.

Clear of klier: Er wordt een shuttle die achter in het veld komt helemaal teruggeslagen naar achterin het veld van de tegenstander. Deze slag is een lastige slag voor beginnelingen omdat het een speciale techniek vergt om de shuttle helemaal naar de andere kant van het veld te slaan. Drop: De shuttle wordt zacht teruggeslagen en valt net over het net heen. Deze slag vergt niet zoveel kracht, maar is soms lastig om te mikken, want als de shuttle iets te hoog over het net gaat, dan wordt deze vaak zeer hard met een smash afgemaakt. Lob: Een drop kan teruggeslagen worden met een tegendrop, maar ook kan hij hoog achterin worden geslagen. Dit heet een lob. Het moeilijke aan een lob is dat je hem vaak in het net slaat omdat de shuttle dan echt net over het net valt. Smash: Als de shuttle wat hoog komt wordt deze vaak gesmasht. De shuttle wordt zeer hard omlaag geslagen, net over het net zodat deze met een behoorlijke snelheid op de grond komt in het vak van de tegenstander. Smash-return: Bij deze slag sla je een smash weer terug naar de tegenstander. Dit is een van de moeilijkste slagen bij badminton omdat je zeer snel moet reageren en ook nog eens de shuttle op een goede manier moet terugslaan omdat de shuttle anders weer teruggesmasht wordt. Steken: Een shuttle gaat behoorlijk laag over het net door een drop, maar als je dicht in de buurt bent kun je je racket er schuin onder steken. Zo valt de shuttle, zonder dat je er kracht voor hoeft te zetten terug over het net. Vaak is deze lastig te pakken voor de tegenstander omdat de shuttle zeer snel weer terug is over het net.

Er zijn nog wel meer slagen, maar dit zijn de belangrijkste en meest gebruikte.

Aantal spelers en man/vrouw

Er zijn verschillende wedstrijden en toernooien. Dit komt vooral omdat er eigenlijk 5 soorten badminton zijn. Elke speelvorm is net ietsje anders, maar door deze kleine verschillen zijn er wel grote uiteenlopende tactieken, waardoor elk spel weer anders wordt ervaren. Heren enkel: Er wordt een enkel spel gespeeld door mannen. Twee mannen ieder aan een kant van het net. Het doel is om 15 punten te scoren per set. Dames enkel: Er wordt een enkel gespeeld door vrouwen. Het spel is bijna hetzelfde als bij de heren enkel, maar het doel is om 11 punten te scoren per set in plaats van 15. Heren dubbel: De grote verschillen komen pas bij de dubbels, want dan verandert het speelveld ook. Bij de opslag staan alle mannen in ‘hun’ vak. Vervolgens kunnen er twee tactieken gehanteerd worden. De meest aanvallende tactiek is voor-achter. Een man gaat achterin staan en doet het meeste werk. Hij smasht, kliert enz. de man die voor staat probeert de kort geslagen shuttles tegen te houden, deze persoon hoeft dan wel minder shuttles terug te slaan, toch heeft hij het zwaar genoeg, omdat shuttles die net over het net gaan moeilijker terug te slaan zijn. De andere tactiek is ‘ieder zijn eigen helft’. De spelers blijven in hun eigen vak en proberen de shuttles die in hun vak komen terug te slaan. Deze tactiek wordt als verdedigend beschouwd, want op deze manier kan men het beste smashes opvangen en terugslaan. Het doel is hetzelfde als bij de heren enkel: 15 punten per set. Dames dubbel: De dames dubbel is hetzelfde als de heren dubbel, alleen zijn het dan dames in plaats van heren. Het doel is net als bij de enkels:11 punten per set. Mix: bij de mix wordt een dubbel gespeeld met in iedere partij 1 heer en 1 dame. Vaak wordt dan de voor-achter tactiek toegepast, want de man, die dan achter staat, is sterker dan de vrouw en kan dus beter de shuttle terugslaan. Bij een mix valt op dat bij de eerste opslag de vrouw altijd in het rechtervak staat. Het doel is 15 punten per set.

De puntentelling De puntentelling bij badminton is soms best ingewikkeld. Het doel dat centraal staat is om 2 sets te winnen. Door te spelen krijgt men punten. Als men 15 punten haalt, dan heeft men een set (11 voor dames). Als men een set haalt, dan wisselt men van helft vervolgens begint men weer opnieuw. Degene die de set heeft gewonnen mag dan beginnen. Punten scoren kun je alleen als je de service hebt. Degene die de service heeft slaat op en zodra zijn tegenstander een fout maakt krijgt degene die de service had er een punt bij. Als degene die de service had nou een fout maakte, dan zou hij zijn service verliezen. Zijn tegenstander zou de service dan krijgen en dan kan die dus punten scoren. Je kunt dus alleen punten scoren als je de service hebt! Dit laatste ging over een enkelspel. Bij een dubbelspel gaat het net ietsje anders. Er zijn namelijk twee mensen per partij en beide spelers krijgen de service. Als namelijk een partij de service zou verliezen is er nog een zogenaamde 2e service en dan mag de andere persoon verdergaan. Zodra een partij de service verliest mag degene die in het rechtervak staat beginnen met de 1e service. Bij de eerste service van een set is er geen 2e service. Als er een fout wordt gemaakt gaat de service naar de tegenpartij. Deze hebben dan weer wel twee services. Als beide partijen nog maar 1 punt hoeven te scoren om de set te winnen kan de set worden verlengd. De partij die de service niet heeft mag bepalen of dit ook daadwerkelijk gebeurt. Zij kunnen ervoor kiezen om gewoon voor het normale doel te gaan of om 2 punten te verlengen. Bij mannen en de mix is dat dus 17 punten en bij vrouwen is dat dus 13 punten.

Veelgemaakte fouten

Bij de service: • Beide voeten van de serveerder of ontvanger bevinden zich niet binnen het serveervak. • Het racketblad bevindt zich bij de service niet duidelijk onder de hand van de serveerder. • De shuttle valt na de service zonder dat de tegenstander hem heeft aangeraakt buiten het serveervak op de grond. • De shuttle raakt bij de service het plafond (hoogte van de hal meer dan 8 m; anders opnieuw serveren).

Overige fouten: • De shuttle komt buiten het speelveld terecht of wordt onder het net door geslagen. • Een speler raakt tijdens de wedstrijd met zijn lichaam de shuttle of het net aan. • Een speler raakt tijdens de wedstrijd met zijn racket het net aan. • De shuttle wordt tijdens de wedstrijd tegen het plafond of een ander voorwerp buiten het
speelveld geslagen. • Een speler probeert zijn tegenstander te misleiden of te hinderen. • Een speler vertraagt op reglementair ongeoorloofde wijze de wedstrijd.

Er moet opnieuw worden geserveerd wanneer: • de ontvangende partij nog niet klaarstond. • niet duidelijk is of de shuttle in of uit was. • er van buitenaf wordt gehinderd.

Er is geen sprake van een fout wanneer de shuttle tijdens een rally of bij een service het net raakt en toch reglementair in het speelveld valt. Grenslijnen horen altijd bij het desbetreffende speelveld.

Materialen

Het racket

Het frame
Het frame is maximaal 68cm lang. Het bestaat uit een steel en een blad, tussen die twee zit vaak een koppelstuk. Tegenwoordig bestaan er ook rackets die uit een stuk bestaan in plaats van de genoemde drie.

De steel
De steel of shaft kan van verschillende materialen gemaakt worden. Vroeger werden ze net als de rest van het badminton racket van hout gemaakt. Tegenwoordig zijn ze meestal van kunststof of aluminium. Bij de steel zijn drie eigenschappen van belang. Deze hangen af van het materiaal. Ten eerste het gewicht van de shaft. Als een shaft licht is kan het makkelijker bewogen worden. Als het zwaar is kan er meer slagkracht mee behaald worden. Over het algemeen moet de shaft zo licht mogelijk zijn. Flexibiliteit is ook van belang. Als een racket flexibel is, dan kan er ook een hogere slagkracht mee behaald worden. Maar dit gaat ten koste van de precisie van het racket. De derde eigenschap die van belang is, is het buigpunt. Er zijn verschillende meningen over waar het buigpunt zou moeten zitten, maar voor de minder ervaren spelers is het gunstig als het buigpunt in het midden zit, want dan zou er een hogere slagkracht mee behaald kunnen worden.

Het handvat of de grip
Het handvat zit aan de steel of shaft. Daar houd je, zoals het woord al zegt, het racket vast. Het is de bedoeling dat het racket lekker in de hand ligt, want met badminton wordt er vanuit de pols geslagen. Er zijn verschillende diktes, als je een badminton racket zou kopen moet je goed opletten of het racket dus goed in de hand ligt. Er zijn 3 maten voor de dikte van het handvat. Namelijk grip 2, 3 en 4. Waarbij grip 2 dik is en 4 dun. De standaardmaat voor rackets is grip 3.

Het blad
Er zijn 2 soorten bladen (het blad is de ovale rand rond de snaren): Wide body bladen en Long body bladen. Wide body bladen zijn zeer dun, maar hebben een breder profiel. Het effect hiervan is dat er preciezer mee gemikt kan worden, bovendien heeft het minder luchtweerstand, waardoor het sneller bewogen kan worden. De Long body bladen zijn steviger omdat ze lange snaren bevatten. Door deze lange snaren kan een soort trampoline-effect verkregen worden waardoor de slagkracht wordt vergroot.

De snaren
Er zijn twee soorten snaren die tegenwoordig nog worden gebruikt. Darmsnaren en nylonsnaren. Darmsnaren werden vroeger ook al gebruikt voor rackets en tegenwoordig geven de meeste professionals ook de voorkeur aan dit soort snaren. Darmsnaren zijn zeer elastisch, maar wel zeer kwetsbaar daardoor breken ze eerder dan nylonsnaren. Nylonsnaren zijn dan wel sterker, ze zijn een stuk minder elastisch. Nylonsnaren zijn wel veel goedkoper dan darmsnaren, daarom zitten op de meeste rackets gewoon nylonsnaren.

Kosten
De kosten van een racket variëren van €15 tot zo’n €230. Uiteraard hangt de prijs af van de kwaliteit van het racket. Hoewel er genoeg goedkope rackets zijn die juist beter zijn voor beginnelingen. Omdat deze een hogere slagkracht hebben vanwege hun flexibiliteit. Gevorderde spelers hebben dat niet meer nodig, maar vinden precisie belangrijker.

Shuttles

Veren shuttles
Er zijn twee soorten shuttles. Veren shuttles en nylon shuttles. Over het algemeen zijn de veren shuttles veruit het beste, maar ze zijn ook veel duurder dan de nylon shuttles. Dat komt omdat veren shuttles van ganzenveren worden gemaakt. In elke shuttle zitten (als het goed is) 46 ganzenveren, daarvoor zijn 4 ganzen nodig. Om de juiste draairichting te krijgen worden alleen de linker vleugelveren van zo’n gans gebruikt. De veren worden in een kurk geprikt. Veren shuttles zijn veel kwetsbaarder dan nylon shuttles. In professionele wedstrijden heeft men zo’n 10 tot 20 shuttles nodig. Dus er worden veren van zo’n 60 ganzen gebruikt voor één wedstrijd! De reden dat veren shuttles worden gebruikt zijn de volgende: ze zijn veel preciezer dan nylon shuttles, dit komt door het stevige middenstuk van een veer. Ook hebben ze een veel stabielere vlucht. Er zijn ook nog eens meer mogelijkheden voor effectslagen. Als laatste passen zich ook beter aan aan de temperatuur in de zaal.

Nylon shuttles
Nylon shuttles zijn veel goedkoper dan veren shuttles. De meeste fabrikanten proberen het effect van de veren shuttles zo goed mogelijk na te maken, maar nog steeds is de veren shuttle veel beter dan de nylon shuttle. De nylon shuttle bestaat uit “16 veren” dit lijkt niet echt op echte veren, want waar de “haartjes van de veer” zouden moeten zitten, zitten ook allerlei gaatjes, bovendien zitten deze “haartjes” aan elkaar vast.

Snelheid van de shuttle
De snelheid van shuttles word vaak aangegeven met een bandje rondom het topje. Deze zijn er in 3 kleuren: groen, blauw en rood. Deze geven de snelheid aan van de shuttle. Groen is langzaam, blauw is normaal en rood is snel. Soms wordt er met een nummertje aangegeven wat de snelheid is. Daarbij is 1 langzaam, 3 is normaal en 5 is snel. De snelheid van een shuttle wordt onder andere bepaalt door zijn gewicht, want hoe zwaarder de shuttle, des te harder hij gaat. Het gewicht van een shuttle moet tussen 4,74g en 5,50g liggen. Dit gewicht wordt ook wel uitgedrukt in de eenheid ‘grains’. 1 grain is gelijk aan 0,0648g. Een shuttle weegt dus tussen de 73 en 85 grains.

Het net Het net is natuurlijk ook belangrijk bij badminton, dit is namelijk het obstakel om punten te scoren. Het net moet altijd op dezelfde hoogte hangen, namelijk 1,55m. als dit een centimeter meer of minder is, kan dat grote gevolgen hebben voor het spel, omdat men dan bijvoorbeeld net in het net zou spelen met een drop. In het midden van het net behoort het net op 1,52 meter te hangen, dus de palen die het net op zijn plaats moeten houden, moeten behoorlijk sterk zijn. Aan de bovenkant van het net moet een witte strip van 7½cm zitten, dit is om duidelijk te maken waar de rand van het net precies zit (zie hierboven). Het geheel rust op een koord of ijzerdraad, die tussen twee palen gespannen is.

Kleding Kleding is best belangrijk bij badminton, vooral het schoeisel. Het is belangrijk dat de kleren, net als bij veel andere sporten, goed zweet opneemt en vervolgens kan laten verdampen. Als dit niet gebeurt, gaat de kleding plakken en kan men niet fijn spelen. Een trainingspak is ook handig, zeker bij de warming-up, want door een trainingspak houd je warmte vast, wat natuurlijk nodig is voor een warming-up. Het schoeisel is het belangrijkste voor een badmintonner (op zijn racket na dan). Een badmintonner moet namelijk veel en snel rennen, tevens moet hij zeer snel weer tot stilstand komen, waardoor er snel blessures kunnen ontstaan. Aan deze eisen moet een schoen voldoen: de hiel moet stevig zijn, maar de voorvoet moet daarentegen flexibel zijn. Vanwege het snelle remmen moet de schoen ook goed schokken kunnen dempen. De pasvorm van de schoen moet goed zijn, want bij het rennen mag de badmintonner natuurlijk niet telkens uit zijn schoen sloffen. Als laatste moet de schoen natuurlijk zweet goed verwerken, net als de kleding.

Nawoord

Ik vind badminton een mooie sport. Ik heb ook veel geleerd van dit werkstuk. Ik speel nu zelf zo’n 4 jaar en daarom vond ik het leuk dat ik eindelijk eens te weten kwam waar de sport nu vandaan kwam. Omdat badminton (helaas) bijna niet op televisie komt, had ik ook nog nooit een professionele wedstrijd gezien, maar het blijkt dus dat er enorm veel badminton liefhebbers zijn. Ik vond de aspecten van het badminton het leukst om te schrijven, want dit kon ik allemaal gewoon uit eigen ervaring vertellen. Hier en daar vond ik nog wat termen, maar omdat alle informatie die ik verder nodig had gewoon in mij zit, kon ik in een mooi tempo alles opschrijven. Door het schrijven van het hoofdstuk materialen heb ik nog het meest geleerd, ik zit er nu aan te denken om een nieuw racket te kopen, ik heb nu een vrij goedkoop racket van €30, maar ik denk dat het wel eens tijd wordt voor een racket van zo’n €60. Ook ga ik nu meer op mijn schoeisel letten, ik heb nu gewoon gymschoenen aan, ik heb er nooit op gelet of het wel voldeed aan de eisen die ik genoemd heb. Ook weet ik nu waarom ik op de badminton training de “blauwe shuttles” moest gebruiken in plaats van de “groene” want deze moesten de jongeren gebruiken. De blauwe gaan gewoon harder en dat speelt gewoon fijner. Wel vind ik het nu extra jammer dat ik nooit met veren shuttles mag spelen, het is begrijpelijk, want deze zijn veel duurder en gaan sneller kapot. Maar het lijkt me geweldig dat zo’n shuttle veel beter vliegt. Waardoor dus echt veel beter gespeeld kan worden. Ik ben blij dat ik mijn werkstuk over badminton heb gedaan, ik heb gewoon veel bijgeleerd, waardoor ik als het goed is nog beter kan spelen dan voorheen. Mijn mening over de sport is ook niet veranderd, want ik heb geen enkel negatief punt over de sport kunnen vinden, behalve dan dat het een slecht imago heeft, een sport voor watjes, maar dát slaat gewoon helemaal nergens op.

Bronnen

www.badminton.nl

www.scholieren.com

www.google.nl

www.badmintonwarehouse.com

www.badmintonsport.nl

nl.wikipedia.org/wiki/badminton

worldbadminton.net

Mijn kennis en ervaring

REACTIES

L.

L.

Dit is echt het beste werkstuk wat ik ooit heb gelezen super mooit ik heb het 2x gelezen
groetjes LOLA

12 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.