HET LEVEN VAN DE PROFEET MOHAMMED
Op zondag 28 oktober 2001 werden leden van vijf godsdiensten uitgenodigd in het nieuwe huis van de Ahmadiyya-gemeenschap te Hasselt. Een vertegenwoordiger van iedere godsdienst stelde de leer en het leven van zijn stichter en godsdienst voor. Volgende tekst namens de moslims. De toespraak die ik samen met drie andere medewerkers heb voorbereid. - Karim Ahmad Sani.
Het leven van de Heilige Profeet Mohammed (saw) - Zijn vredelievendheid en vergevensgezindheid
1. Arabië in de tijd van de Profeet
· De Arabieren waren polytheïsten. Ze voerden hun geschiedenis wel terug tot bij Abraham, waarvan ze wisten dat hij maar één God aanbad. Ze hadden ongeveer 360 afgoden, die werden aanbeden in de Heilige Moskee te Mekka; de Kaba.
· Hun maatschappij was opgebouwd uit verschillende stammen waardoor er ook veel bloedvetes en oorlogen voorkwamen.
· Op moreel gebied waren de Arabieren een onethisch volk. Het waren dronkaards, gokkers, slavenhandelaars en vrouwenmishandelaars.
· Vrouwen hadden geen rechten, ze hadden een heel slechte status. Soms werden pasgeboren meisjes levend bergraven, omdat ze liever zonen hadden.
2. Zijn leven voor het Profeetschap
· Het is hier dat Mohammed werd geboren, als zoon van Abdullah en Amina. Maar de profeet was een wees en werd verzorgd door zijn grootvader Abd al-Mutalib. Na diens dood werd Mohammed opgevoed door zijn oom Abu Talib.
· Hij deed nooit mee aan de ruzies en vetes van de Arabieren, behalve als het was om ze te beëindigen.
· Hij werd lid van een organisatie die verdrukten en armen zou helpen.
· Mohammed was gekend als een heel waarheidlievend man, die altijd eerlijk en oprecht was. Men noemde hem As-Sadiq, de eerlijke, en Al-Amien, degene die je kan vertrouwen.
· Toen hij 25 was, hoorde de rijke weduwe Khadieja van zijn oprechtheid. Ze vroeg hem om voor haar een handelsmissie naar Syrië te leiden, die een succes werd. Khadieja was onder de indruk van zijn eerlijkheid en efficiënt leiderschap.
· Mohammed (25) en Khadieja (40) trouwen kort daarop. Een ongeletterde wees trouwt met een rijke weduwe.
· Toen bevrijdde hij alle slaven. Maar Ziad wou niet weg. Ook niet toen zijn familie hem kwam zoeken. Ze wilden Zaid vrijkopen van Mohammed. Die antwoordde dat Zaid al vrij was om te doen zoals hijzelf verkoos. Zaid zei tot zijn vader: “Vader, wie houdt niet van zijn ouders? Mijn hart is vol van liefde voor u en moeder, maar ik hou zoveel van Mohammed dat ik het me niet kan inbeelden om ergens anders te wonen dan bij hem.”
3. De eerste openbaringen
· Mohammed hield ervan om te bidden en te mediteren. Rond zijn dertigste hield hij ervan om te gaan bidden in de grot Hira, buiten de stad. Ver weg van alle onrecht om zich heen.
· Toen hij 40 was kreeg Mohammed zijn eerste openbaring in deze grot: “Verkondig de naam van uw Heer, de Schepper. Die de mens uit geronnen bloed schiep. Verkondig, want uw Heer is de meest Eerbiedwaardige, Die de mens door middel van de pen onderwees. Hij leerde aan de mens datgene wat deze niet kende.” (96, 2-6).
· De Profeet vond zichzelf te nietig voor zo’n taak. Maar zijn vrouw overtuigde hem toch. Ze gingen naar Khadieja’s neef; Waraqa bin Naufal. Dat was een christen en verklaarde aan Mohammed dat de Engel die hij gezien had, dezelfde is als die tot Mozes heeft gesproken.
· Toen Zaid en Mohammeds neefje Ali hoorden van de openbaringen, geloofden zij onmiddellijk in hem. Ook Abu Bakr was één van de vroege Moslims.
· De eerste Moslims waren dus een oude vrouw, een bevrijde slaaf, een twaalfjarig jongetje en een vriend van Heilige Profeet zelf.
4. De vervolgingen van de vroege Moslims
· Toen de Mekkaanse leiders hiervan hoorden verklaarden ze hen voor gek, en dat er niks te vrezen was. Maar beetje bij beetje groeide het groepje gelovigen, heel gestaag en heel traag.
· De mensen die op zoek waren naar waarheid kwamen onder de indruk van die Boodschap. Er verzamelden zich slaven, jonge mannen en vrouwen rond de Profeet.
· De verbazing maakte plaats voor goedkeuring en bewondering.
· De Mekkaanse leiders begonnen zich zorgen te maken en kwamen samen om wrede plannen te smeden tegen Mohammed en zijn volgelingen. Er werd besloten tot een boycot. De Moslims zouden economisch, politiek en sociaal volledig geïsoleerd worden, waarna de Moslims gingen samenwonen in een soort van getto.
· De Mekkaanse leiders vreesden dat Mohammed de traditionele Arabische maatschappij volledig zou ontmantelen en ze zouden zo hun machtige en vooraanstaande posities verliezen. Ze besloten om de Moslims met alle mogelijke middelen te lijf te gaan. Ook met het zwaard. Maar de Moslims bleven kalm en geweldloos.
· Mannen en vrouwen werden meedogenloos afgeslacht. De bekeerde slaven werden over het vuurheet zand en stenen getrokken. Ze werden er slechts door gehard en gestrekt, ondanks alles bleven ze geweldloos.
· Vele bekeerde slaven werden door Moslims vrijgekocht van hun ongelovige meesters.
5. Vlucht naar Abessinië
· Toen de vervolgingen ondraaglijk werden, wilde Mohammed dat een deel van de Moslims zou vluchten naar Abessinië. Dat lag aan de andere kant van de zee, maar er regeerde een christelijke koning, die rechtvaardig was, en waar ze in alle vrijheid moslims konden zijn.
· Weggaan uit hun geboortestad, Mekka, en de Profeet verlaten lag heel moeilijk voor de Moslims, maar ze konden beter vluchtten om een confrontatie te vermijden.
· Toen de Mekkanen ervan hoorden, gingen ze hen achterna. Ze vroegen ook aan de Abessijnse Koning om de vluchtelingen uit te leveren. Maar de christelijke koning verleende asiel aan de vluchtelingen. Hij kreeg tranen in de ogen na het horen van het verhaal van Jezus, zoals verteld door de Heilige Koran.
6. De Hijra; de migratie naar Medina
· Ondertussen verergerden de vervolgingen van de overgebleven Moslims in Mekka.
· Toen de jaarlijkse bedevaart naar de Kaba naderde, verzamelden zich pelgrims van over heel Arabië. Ook hier ging de Profeet preken en de boodschap van de Islam verspreiden. Een groepje pelgrims uit Medina was erg onder de indruk. Ze accepteerden de Islam en beloofden uit Medina terug te komen met een boodschap of de Moslims naar Medina mochten verhuizen of niet.
· In die tijd woonden er in Medina twee Arabische stammen en drie Joodse. De onderlinge vetes verscheurden de stad.
· Enkele Joodse stammen voorspelden de komst van een Profeet zoals Mozes. De Arabieren vroegen zich af of ze Mohammed bedoelden en ze aanvaardden de Islam.
· Bij de volgende bedevaart zonden ze twaalf mensen terug naar Mekka, ze beloofden de Profeet in alle goede dingen te volgen. Bij de derde bedevaart kwam een groot aantal bekeerlingen vanuit Medina naar Mekka. De stad Medina leek de Islam te aanvaardden.
· Ondertussen verergerden de vervolgingen in Mekka, het was een echte hel. Mekka was niet langer leefbaar voor de Moslims. Vooral de zwakkeren hadden een veiligere woonplaats nodig.
· De Profeet besloot om te migreren naar Medina. In de vallei van Aqaba ontmoette de Profeet 73 mensen uit Medina, die hij onderwees.
· Stilaan begonnen de Moslims voorbereidingen te treffen voor de verhuis naar Medina. Familie na familie trok weg uit Mekka. De Profeet bleef tot de laatsten weg waren. Daarna vertrok hij zelf ook, hij werd achtervolgd maar bereikte Medina gezond en wel.
· Alvorens Mekka te verlaten, keek de Profeet nog éénmaal om, Mekka was zijn geboortestad. Hij zei: “Mekka, gij zijt mij dierbaarder dan enige andere plaats in de wereld, maar uw inwoners laten mij hier niet leven.”
7. Vredesverdragen met Joden en niet-gelovigen
· Er werden verdragen afgesloten tussen de Joodse stammen, de heidense stammen en de geïmmigreerde moslims. De Profeet werd de leider van de stad. Hij leidde de stad zeer open en eerlijk. De verschillende groepen konden kiezen te worden berecht volgens de wetten van de Islam, van de Bijbel, of volgens algemeen erkende seculiere principes.
· Onrechtvaardigheid en geweld werden beëindigd. De vrouwen kregen rechten. Er werden stappen ondernomen om de slavernij af te schaffen. Hygiëne kreeg meer aandacht. De primitieve Arabieren werden , voor het eerst in hun geschiedenis, ingeleid in de regels van beleefdheid en beschaafdheid.
· De Joden verwonderden zich erover dat één man in enkele jaren bereikte, wat zij al eeuwen probeerden; de Arabieren beschaafdheid, beleefdheid en hygiëne leren, maar vooral ook respect voor anderen en respect voor de ene God.
8. De Slag bij Badr
· Maar de Mekkanen hadden een leger op de been gebracht waarmee ze de Moslims definitief wilden uitroeien. Ze trokken meer dan 300 km richting Medina.
· Tot nog toe hadden de Moslims de wapens nooit opgenomen. Nog steeds hoopte Mohammed op een vredige oplossing, hij bad tot God om advies. Mohammed kreeg de instructies zich te verdedigen.
· God zegt in de Heilige Koran: “Toestemming om te vechten is gegeven aan diegenen tegen wie gevochten wordt, omdat hun onrecht is aangedaan, voorzeker Allah heeft de macht hen bij te staan. Degenen die ten onrechte uit hun huizen werden verdreven alleen omdat zij zeiden: ‘Onze Heer is Allah.’ –En indien Allah sommige mensen niet met behulp van anderen tegenhield, zouden ongetwijfeld kloosters, kerken, synagogen en moskeeën, waarin dikwijls de naam van Allah wordt herdacht, afgebroken zijn. Allah zal ongetwijfeld degene ondersteunen die Hem helpt – Allah is inderdaad Sterk, Almachtig.” (22, 40-41)
· Mohammed gaf opdracht aan de Moslims om buiten de stad te gaan. Zodat de slag de stad zelf ongemoeid zou laten.
· Het Mekkaanse leger bestond uit 1000 zwaar bewapende soldaten met paarden of kamelen. De Moslims waren maar met driehonderd, praktisch zonder wapens en te voet.
· Dit was geen gewone oorlog. Dit was een gevecht voor het fundamenteel recht van godsdienstvrijheid. De Moslims wonnen de slag.
· Na afloop van de strijd zei de Profeet: “Wij gaan van een minderwaardige Djihad (met het zwaard) naar een veel moeilijkere: de Djihad van de zelfverbetering.”
· Oorlog en dwang mogen nooit gebruikt worden voor het verspreiden van de godsdienst.
· De H.- Koran zegt: “Er is geen dwang in de godsdienst.” (2, 257a)
· Er kwamen trouwens meer Moslims tot de Islam tussen de veldslagen in, dan tijdens de veldslagen. Die slagen werden dus niet gebruikt als bekeringsoorlogen. De Moslims getroostten zich grote opofferingen voor de zaak van Allah. Ook dit is een bewijs dat de heidenen niet gedwongen werden om zich te bekeren.
· De toekomstige Djihad is de Djihad met de pen. In de eerste plaats moeten Moslims zichzelf verbeteren, dan moeten ze de boodschap van de Islam uitdragen. In de tijd van de Imam-Mahdi zal de Islam verspreidt worden met de pen.
· In de daaropvolgende jaren werden er nog enkele veldslagen uitgevochten. Die waren altijd verdedigend, telkens opnieuw moest het mensenrecht van godsdienstvrijheid opnieuw afgedwongen worden.
9. Boodschap aan de toenmalige wereldleiders
· Aan de koningen van Iran, Egypte, Abessinië en aan de Byzantijnse Keizer.
· Uit de brief aan de Koning van Egypte: “In de naam van Allah, the Barmhartige, de Genadevolle. Deze brief komt van Mohammed, de Boodschapper van Allah, aan Maqauqis, de leider van de Kopten. Vrede zij met hem die het rechte pad volgt. Ik nodig u uit om te boodschap van de Islam te aanvaarden.” Uit het antwoord van de Koning: “In de naam van God, de Barmhartige, de Genadevolle. Van Maqauqis, Koning der Kopten, aan Mohammed, zoon van Abdullah. Vrede zij met u. Ik zeg u, ik heb uw brief gelezen en gepeinsd over de inhoud en over het geloof waartoe u me uitnodigt. Ik ben me ervan bewust dat de Hebreeuwse Profeten de komst van een Profeet voor deze tijd hebben voorspeld. Maar ik dacht dat hij in Syrië zou verschijnen.” (+ geschenken)
10. Val van Mekka
· De Moslims hadden een verdrag getekend met een Arabische stam, om elkaar altijd te helpen in geval van nood. Toen deze stam werd aangevallen door de Mekkanen moesten de Moslims dus ten strijde trekken tegen Mekka.
· Het was geen veldslag, er werd geen bloed vergoten.
· Een enorm leger marcheerde richting Mekka. De Profeet verklaarde dat iedereen die geen wapens zou dragen in Mekka, veilig zou zijn.
· Alle Mekkanen zouden worden vergeven.
· Het leger trok de stad binnen, en hoewel ze de overwinnaars waren, bleven ze rustig. De Profeet was geen triomferende generaal, hij zat zeer nederig op zijn kameel, zijn hoofd diep gebogen in dankzegging aan God. Na alle folteringen en moorden, na uit hun huizen te zijn verjaagd en nadat al hun bezittingen werden verbeurd verklaard, kwamen de Moslims thuis, en ze vergaven hun vijanden. Zonder bloedvergieten, zonder geweld.
· Eén van de vurigste tegenstanders van de Profeet, Ikrima, probeerde nog weg te vluchten, maar zijn vrouw overreedde hem om amnestie te vragen bij de Profeet. Toen Ikrima van de Profeet te horen kreeg dat ook hij vergeven werd, verklaarde hij: “Alleen een Profeet kan zijn aartsvijanden vergeven.” Toen bekeerde Ikrima zich tot de Islam.
11. Sociale leven van de Profeet
· Zijn leven was van het begin tot het einde gewijd aan de dienst van God en de mensheid. Ook al werd hij de heerser van heel Arabië, hij bleef nederig, en woonde nog steeds in een lemen hut met niets anders dan een harde matras van palmbladeren en een kom water.
· Hij heeft altijd een heel eenvoudig leven geleid. Hij molk zijn geiten zelf, herstelde zijn kleren en schoenen, en hij hielp zijn vrouwen in hun huishoudelijk werk. Geen werk was te nederig voor hem.
· Het wereldse was voor hem van weinig waarde.
· Hij bleef altijd onpartijdig wanneer hij moest oordelen tussen moslims en niet-moslims.
· Telkens hij in het bezit kwam van een slaaf, schonk hij hem meteen de vrijheid. Hij ging ook in op uitnodigingen van slaven. Voor hem was ieder mens gelijk.
12. Het leven is Heilig
· Uit de laatste toespraak van de Profeet:
“O mensen, wat ik zeg moet gij goed onthouden. Alle Moslims zijn broeders van elkaar. Jullie zijn allemaal gelijk. Alle mensen, van gelijk welke stam of natie, en van gelijk welke leeftijd, zijn gelijk.”
“Weet je welke maand dit is? En op welke plaats we zijn? En welke dag van het jaar het is vandaag?” De gelovigen antwoordden: “Het is de heilige maand, we zijn op heilig land (Mekka) en het is de dag voor de bedevaart.” De Profeet antwoordde: “Zoals deze maand heilig is, dit land en deze dag, zo heeft God het leven, het bezit en de eer van elke mens heilig gemaakt. Een mens beroven van zijn leven, van zijn bezit en van zijn eer is onrechtvaardig en net zo fout als het overtreden van de heiligheid van deze dag, deze maand en deze plaats. Wat ik vandaag beveel, is niet bedoeld voor deze dag alleen. Het is bedoeld voor altijd. Jullie worden verwacht het te onthouden en ernaar te leven totdat jullie dit leven verlaten en naar het volgende gaan om uw schepper te ontmoeten.”
Tot slot zei hij: “Wat ik net tot u heb gezegd, moet je doorvertellen tot aan de einden van de wereld. Misschien zijn diegenen die mij niet hoorden er beter mee dan diegenen die mij wel hoorden.”
Mohammed
- Werkstuk door een scholier
- 4e klas havo | 2446 woorden
- 31 mei 2004
- 34 keer beoordeeld
34
keer beoordeeld
ADVERTENTIE
Hulp nodig bij je toetsweek?
Met ToetsMij oefen je per hoofdstuk voor al je vakken, precies op het niveau van je toets. Zo weet je precies wat je kunt verwachten en met de uitleg bij de antwoorden kun je lastige dingen beter begrijpen. Zo zijn er geen verrassingen meer op de toets en haal je hogere cijfers!
Probeer nu 7 dagen gratis!

Bewaar of download dit verslag!
Om dit verslag toe te voegen aan je persoonlijke leeslijsten of te downloaden moet je geregisteerd zijn bij Scholieren.com.
30.983 scholieren gingen je al voor!
Geef een cijfer:
7
Probleem melden
Ook lezen of kijken

Eindexamenkandidaten gezocht!

Doe een Dienjaar bij Defensie: een jaar vol avontuur en ontwikkeling!

Jeffrey werd op zijn zestiende misbruikt en schreef er een boek over
Stel je bent leraar en twee leerlingen leveren exact hetzelfde werkstuk in. Hoe ga je hiermee om?
1864 stemmen
REACTIES
1 seconde geleden