Hindoeisme

Beoordeling 6.3
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 2e klas vwo | 3187 woorden
  • 8 mei 2003
  • 390 keer beoordeeld
Cijfer 6.3
390 keer beoordeeld

Inleiding

Dit werkstuk is gemaakt, nadat we een aantal lessen over het Hindoeisme gehad hadden en er een video van hadden gezien. Ik heb in dit werkstuk geen vragen beantwoord, maar hoofdpunten gebruikt, waarover ik zoveel mogelijk heb verteld:

- ontstaan en geschiedenis - rituelen en goden - levens en geloofsleer - heilige boeken - belangrijke Hindoes De geschiedenis van het Hindoeïsme

Het ontstaan van het Hindoeïsme heeft geen vaste plaats in de geschiedenis. Ook is er geen bepaalde stichter. Wel kunnen wij vaststellen dat er al 5000 jaar geleden mensen waren die in het Hindoeïsme geloofden. De Indiërs zelf noemde hun geloof Dharma, wat eeuwige orde of waarheid betekent.

Rond 1500 voor Christus deden de Ariërs, rondtrekkende nomaden, een inval in de Indus vallei. Zij vochten met de Indiërs en lieten hen hun gehoorzamen. Door deze inval brak er een nieuwe periode aan; de zogenaamde Vedische periode.

De Ariërs geloofden ook in meerdere goden zo hadden zij: de Heer van de Hemel, Indra, de Heer van het Vuur, Agni, en de Heer van het Water, Varuna.

Vanaf 1200 voor Christus werden de eerste Hindoe-geschriften gemaakt. Er stonden onder andere lofzangen in die ook wel de vier veda’s genoemd worden. Priesters leerden deze veda’s en leverde ze mondeling aan de bevolking over. Pas 1400 na Christus zullen deze vier veda’s opgeschreven worden.

De taal van de Ariërs was het Sanskriet. De bevolking van de Ariërs bestond uit drie standen, ingedeeld naar beroepen. De groep priesters, ook wel Brahmanen genoemd, had een grote macht.

Rond 600 werd tegen de macht van priesters geprotesteerd. Daardoor ontstonden andere godsdiensten zoals het Boeddhisme en Jaїnisme.

Het ontstaan van deze Godsdiensten had veel invloed op de vedische religie. Zo werden er gedragsregels opgelegd en werden er wetten gemaakt. Hierin stonden de plichten van de groepen in de maatschappij. Hierdoor werd de macht van de priesters minder groot. De mensen lieten de natuurgoden links liggen en gingen andere goden aanbidden zoals Vishnu en Shiva. De mensen gingen deze goden ook thuis aanbidden en hierdoor kwam het idee van liefde en toewijding aan goden op gang.

In de periode tussen 300 en 1200 na Christus groeide de vedische leer uit tot het Hindoeïsme. In deze periode ontstonden de Purana’s. Deze verhalen bevatten belangrijke hindoemythen en verhalen die het volk aanmoedigde om een persoonlijke god te gaan aanbidden. Hierdoor ging men streven naar een totale eenwording met de God. Deze eenwording verspreidde zich van India naar het noorden. Tijdens het Purana tijdperk begonnen denkers zoals Shankara en Ramanuja de Hindoefilosofie te ontwikkelen

Rituelen

De geboorte

Het Hindoeïsme kent veel rituelen, samskara’s genoemd. Hindoes dienen zich aan deze samskara’s te houden. Van de 16 samskara’s hebben er 11 met de geboorte te maken.

De ouders moeten, voor het verwekken van het kind, een priester raadplegen. Dit gaat over het tijdstip waarop de geboorte plaatsvindt. Hindoes geloven dat op deze manier het kind een zo goed mogelijk karma krijgt.

Tijdens de zwangerschap moet de aanstaande moeder verschillende heilige teksten voorlezen, zodat de baby door hun gunstige invloed wordt beschermd. Tijdens de echtste maand van de zwangerschap wordt er rijst aan Vishnu geofferd. Op deze manier worden de krachten van Vishnu op het ongeboren kind overgedragen.

De vader moet tijdens de geboorte de navelstreng afknippen en het kind aannemen.

Het kind krijgt meestal op de tiende of de twaalfde dag na de geboorte een naam. Eerst moet het tijdstip van de geboorte nauwkeurig worden vastgesteld. Zo kan de priester zeggen welke lettergrepen de naam moet krijgen. Dit gebeurt omdat de lettergrepen verbonden zijn met goden en natuurkrachten. Als de baby een naam krijgt, komt hij ook meteen voor de eerste keer buiten. Meestal wordt hij dan gewassen en krijgt nieuwe kleren. Ook wordt er vaak een bezoek gebracht aan de plaatselijke god.

Als het kind 1,3 of 5 jaar oud wordt, dan wordt het hoofd kaalgeschoren. Op deze manier wordt het negatieve karma uit een vorig leven verwijderd. Ook wordt op deze dag het oorlelletje van een meisje doorboort. Dit gebeurt om de eerste verschillen tussen jongens en meisjes aan te tonen.

Het huwelijk

In het Hindoeïsme is het een gewoonte dat ouders voor hun kinderen een geschikte partner uitzoeken. Hierbij zoeken ze ook gelijk een geschikte datum uit. De ouders van de bruid geven de bruidegom aan het begin van de ceremonie allerlei geschenken. Zo heten zij hem welkom. Als daarna de bruidegom tot godin Parvati heeft gebeden en de liederen ter inzegening zijn begonnen, staat de vader van de bruid zijn dochter officieel af. Vervolgens worden de rechterhanden aan elkaar vastgebonden en het bruidspaar wordt besprenkeld om zo de vereniging te versterken.

Nadat ze 7 passen hebben gedaan is het paar officieel in de echt verbonden. Bij elke pas wordt een gelofte uitgesproken:

De eerste stap is de stap voor voedsel. De tweede stap is de stap voor kracht. De derde stap is de stap voor voorspoed. De vierde stap is de stap voor geluk. De vijfde stap is de stap voor kinderen. De zesde stap is de stap voor het genieten van genoegens. De zevende stap is de stap voor levenslange vriendschap.

De dood

Tijdens het overlijden van een persoon moet er een druppel van de heilige rivier de Ganges in de mond van de stervende gedaan worden. Dit wordt gedaan door de zoon van de stervende, of door een andere man uit de familie. Water staat namelijk symbool voor leven, de vergankelijkheid en de oneindigheid. Als vervolgens ook de andere personen water in de mond hebben gedaan, leest de priester de stervende voor en bidt met zijn familie.

Hindoes geloven in een vergankelijk lichaam en een onsterfelijke ziel. Daarom cremeren zij doden zo snel mogelijk. Ze geloven namelijk dat de ziel zo snel mogelijk terugmoet naar de oerbron.

Voor de crematie legt de zoon van de overledene kleine stukjes brandend hout in de mond van de overledene. Tijdens het ontsteken van de brandstapel worden er gebeden uit de heilige tekst gesproken om zo de ziel vrede te schenken. Na de crematie worden de as, bloemen en botten verzameld en in de rivier de Ganges gegooid.

Goden en Godinnen

Brahma

Brahma wordt ook wel de schepper van de wereld genoemd. Volgens het hindoeïsme leeft hij in een hemels paradijs en vertoont hij zich bijna nooit op de wereld. Hij is een soort adviesgever van de andere goden.

Brahma, de verkondiger van de vier veda’s, wordt voorgesteld met vier hoofden. Die vier hoofden symboliseren de vier windrichtingen. Ook heeft hij vier armen en handen. Met zijn handen houdt hij zijn drinknap, een rozenkrans, een boog, zijn scepter en een exemplaar van de heilige boeken vast.

Shiva

Shiva is zowel de vernietiger als de schepper van de aarde. Hij verschijnt in vele gedaanten. Shiva is de god die het leven schenkt. Hij staat voor mannelijke kracht. Als hij een vrouwelijke vorm aanneemt, heet hij Shakti en kan hij tot schepping en vernietiging overgaan. Als Shiva’s vrouwelijke deel een schrikwekkende gestalte aanneemt, dat Durga of Kali heet, worden veel dierenoffers aan haar gewijd. Dit gebeurt omdat Durga niet alleen voorspoed brengt, maar ook schaarste in voedsel. Als men in deze situatie geen dierenoffer brengt zou er een vreselijke hongersnood kunnen ontstaan.

Vishnu

Vishnu is de behoeder van de wereld. Hij probeert altijd mensen te helpen als dat nodig is. Zijn taak is dan ook het beschermen van mensen en hen bevrijden van de waan van bezitten. Vishnu komt in tien gedaanten voor. De attributen van Vishnu zijn: de discus: cakra, de schelp: sankha, de knots: gada en de lotus: padma. Op zijn borst heeft hij een wonderjuweel; kaustubha, en hij zit op een lotus of hij rust in de meldzee op de slang ananta.. Vishnu, de behoeder van de wereld

Krishna

Krishna was een herdersjongen. Hij was verliefd op Radha. Zijn liefde voor Radha is het symbool voor de liefdesverhouding tussen je ziel en god.

Rama

Rama staat symbool als de volmaakte koning die van zijn volk hield. Hij had veel respect voor zijn vrouw Sita. Toen zij op een dag werd ontvoerd, redde hij haar en doodde haar ontvoerder, Ravana. Maar toch volgt er een scheiding. Deze scheiding staat symbool voor de tragedie van het leven in deze wereld. Waar de liefde van de ziel voor god voortdurend op de proef wordt gesteld. Hanuma, de dienaar van Rama, kon in dienst van Rama alles. Hanuma staat symbool voor het geloof en trouw in dienstbaarheid van god en de innerlijke kracht die daaruit voortkomt. Rama met zijn vrouw Sita.

Lakshmi

Lakshmi is de vrouw van Vishnu. Zij is de godin van het geluk, de fortuin en de schoonheid.

Ganesha

Ganesha is de zoon van Shiva. Hij is de god die weldoener is. Hindoes noemen hem de god van de wijsheid en de beschermer van de wetenschap.

Sarasvati

Sarasvati is de vrouw van Brahma. Zij is de godin van de wetenschap en de muziek. Geleerden en kunstenaars roepen haar meestal op als ze inspiratie voor hun werk nodig hebben.

Levens en geloofsleer

Dharma, karma en reïncarnatie zijn belangrijke geloofspunten van het Hindoeïsme.

Dharma

“Moge edele wijsheid van alle kanten tot ons komen, de ogen openend, onbelemmerd, overvloedig, zodat de deva’s ons aldoor verder kunnen helpen, onophoudelijk in hun zorg, onze bewaarders van elke dag.” Rig. Veda

Dharma is de plicht die iedere hindoe moet vervullen. Iedereen moet proberen goed te leven en goede daden te verrichten. Iedere hindoe moet proberen om zijn godsdienstige verplichtingen te voldoen. Deze verplichtingen moeten in overeenstemming zijn met zijn of haar leeftijd, kaste en beroep. Dan pas kun je zeggen dat je trouw bent geweest aan je Dharma.

Reïncarnatie

“Door zijn werken in het verleden zal hij wederom geboren worden in die vorm waar zijn hart vol van was. Deze machtige ongeboren ziel wordt niet oud en sterft ook niet, want de ziel is onsterfelijk en onbevreesd.” Brihadaranyaka Upanishad

Reïncarnatie is het geloof dat de ziel van mens en dier na de dood het lichaam verlaat en opnieuw geboren wordt in een ander lichaam. Als je wedergeboren wordt kom je in een bepaalde kaste terecht. Het Hindoeïsme heeft een kastensysteem. Het kastensysteem heeft vijf hoofdkasten. Deze hoofdkasten zijn ook weer te verdelen in specifieke kasten. In totaal zijn dat er ongeveer 3000.

De vijf hoofdkasten zijn de volgende:

1) De Brahmanen, ook wel de godsdienstige. Dit is de hoogste kaste. Ze bestuderen heilige teksten en verrichten religieuze handelingen. 2) De Kshatriya’s, ook wel de vorsten en ridders. Dit is de politieke macht. Ze besturen en verdedigen het land. 3) De Vaysha’s, ook wel de boeren en handelaren. Zij vormen het economische draagvlak voor de bevolking. 4) De Sudra’s, ook wel arbeiders of slaven. Deze zijn in dienst van de hogere kasten. 5) De Paria’s, of onaanraakbaren. Dit is de laagste kaste. Deze mensen hebben niet echt een taak maar moeten zorgen dat ze in een volgend leven in een hogere kaste belanden.

Aan paria’s wordt geen aandacht geschonken. Zij hebben namelijk volgens het Hindoeïsme in hun vorige leven fout geleefd en dus is het hun eigen schuld dat ze in de laagste kaste zijn wedergeboren.

Als je in een bepaalde kaste geboren bent, moet je je aan de regels houden. Zo mag je alleen trouwen met iemand uit je eigen kaste. Je blijft ook je hele leven in dezelfde kaste.

Karma

“Karma is wat de ziel op een van de twee wegen ondergaat, naar gelang haar acties deugdzaam zijn of niet. Maar beiden wegen blijven bestaan, tot het einden der genietigden in deze wereld.” Svayamu Agoma

Karma is het geloof dat alle menselijke daden een gevolg zullen hebben in de toekomst. Als je goed leeft zul je in een hogere kaste geboren worden. Leef je slecht, dan word je in een lagere kaste geboren.

Als je je in de kaste van de Brahmanen bevindt, moet je zorgen dat je rein blijft. Als je dan met een paria in aanraking komt, moet je altijd een bad nemen en verschillende gebeden uitspreken om weer rein te worden. De uiteindelijke taak van de Hindoe is het bereiken van de Moksha. Moksha is het moment waarop de ziel bevrijdt wordt uit het rad der wedergeboorten. De ziel keert dan terug naar de goddelijke levensbron, het Brahman, waaruit ze is voortgekomen.

Heilige boeken

Het Hindoeїsme heeft een heleboel heilige teksten. De Rig Veda is als eerste op papier gezet, rond 200 voor Christus. De Purana’s verschenen pas duizenden jaren later. Al deze teksten staan geschreven in het Sanskriet, een hele oude taal uit India.

De Rig Veda De oude heilige geschriften van India bestaan uit vier verzamelingen teksten die samen de Veda’s vormen. De oudste en de bekendste is de Rig Veda. Deze bestaat uit een bundeling gezangen.

Een achttiende-eeuws manuscript van de Rig veda (Wijsheid van de Venen I, de eerste van de vier Veda\'s, die het meeste goeds voorspelde. De Rig Veda gaat veel over goden en Hindoe-rituelen. De goden die in de Rig Veda vereerd worden zijn allemaal natuurgoden. De goden Vishnu en Shiva, die later tot hoofdgoden zijn uitgegroeid werden hier nauwelijks in vernoemd.

De Purana’s

Purana betekent letterlijk “oude geschiedenis”. Er zijn 18 purana’s en er wordt bijna geen aandacht geschonken aan het bereiken van Moksha. Ze leggen de nadruk op de mythologische verhalen. Er staan verhalen over de daden van Shiva en Vishnu in.

De Ramayana De Ramayana gaat over koning Rama. Het is een verhaal dat over het Ideale Hindoe-leven gaat en is dan ook een erg geliefd volksverhaal. Er worden vaak stukken uit de Ramayana verfilmd.

De Upanishads De upanishads is een jongere verzameling teksten. Deze legt meer de nadruk op het bevrijden van de ziel, het bereiken van Moksha. Hierin staat dat offers bieden aan de goden geen oplossing is voor het bereiken van Moksha. Je moet goede daden verrichten.

Mahatma Gandhi Mohandas Karamchand Gandhi werd geboren op 20 oktober 1869 in Porbandar, aan de westkust van India. De Engelsen regeerden in India toen Gandhi geboren werd en het verschil tussen rijk en arm was erg groot. Gandhi zelf behoorde tot de derde kaste.

Toen Gandhi 13 jaar was werd hij uitgehuwelijkt. Dit huwelijk duurde 62 jaar.

In 1888, toen hij 19 jaar was, vertrok Gandhi naar Engeland om daar rechten te studeren. Hij wilde bij Engeland horen en dus paste hij zich aan, aan de kledingsstijl van de Engelsen.

In 1891 werd hij advocaat, inmiddels was hij 22 jaar. Het lukte hem niet om in twee jaar een goed advocaat te worden. Er werd hem aangeboden voor een Indiase zakenman te gaan werken. Dit deed hij 21 jaar.

In Zuid-Afrika regeerden de blanken en werden Negers en Indiërs erg verwaarloosd. Ook hadden zij bijna geen rechten. De meeste Indiërs werden gebruikt als slaaf op suikerriet plantages. Rijke Indiërs werden ook erg tegengewerkt, zo mochten ze geen land bezitten, hadden ze geen stemrecht en mochten ze niet vrij reizen. Gandhi accepteerde dit niet. Hij werd leider van een Indiase bevolkingsgroep in Zuid-Afrika. Hij vertelde de Indiërs dat ze zich beter moesten verzorgen en dat ze de Engelsen moesten leren het kastenstelsel af te schaffen. Hierdoor kwam er echter alleen maar verdeeldheid.

Satyagrha

Satyagrha betekent: “Herstellen van waarheid, niet door de tegenstander pijn te doen, maar door zelf pijn te verdragen. Door geduld en sympathie moet men de tegenstanders van zijn vergissing afbrengen.” Dit was de instelling van Gandhi, waar hij ook zijn volgelingen probeerde naar te laten luisteren. “Men mag zich niet wreken voor belediging, slaag of arrestatie, maar moet dit alles rustig verdragen.”

In 1908 wordt Gandhi gevangen genomen omdat hij weigert zijn vingerafdrukken af te laten nemen. Later overtrad hij een van de onrechtvaardige regels en onderging heel rustig de straf die hij daarvoor kreeg. Hij vond het nu ook belangrijk om arm te zijn, want alleen arm ben je geestelijk rijk.

In 1915, Gandhi is nu 45 jaar, gaat hij terug naar India. De bevolking wil daar nu onafhankelijk worden van Engeland. Gandhi besloot zich tegen de engelse regering te gaan verzetten. Zijn mening werd door bijna iedereen gerespecteerd. Het begon met een oproep van Gandhi om een dag te bidden en te vasten. Zo werkte de Indiase bediening een dag niet voor hun bazen.

Veel huisnijverheid was verdwenen toen de Engelse textiel fabrieken de Indiase katoen zelf gingen spinnen. Gandhi moedigde de mensen aan zelf kleren te maken, zodat de armoede minder zou worden. Gandhi reisde heel India af om met de bevolking kennis te maken. Maar hij had niet iedereen onder controle, want er ontstond regelmatig brand bij Britse winkels.

In 1945 kreeg Engeland een labourregering. Deze regering was geneigd India onafhankelijkheid te geven. Op 15 augustus 1947 werd India onafhankelijk, maar Gandhi was hier niet blij mee, omdat India werd gesplitst in een Hindoe- en een Moslimstaat.

Op 13 januari 1948 is Gandhi overleden. Hij werd neergeschoten door een fanatieke Hindoe. Deze Hindoe was boos omdat Gandhi de Indiase regering gezegd had om een schuld aan Pakistan te betalen. De hele wereld rouwde. Gandhi is het symbool van het Indiase volk geworden. Hij leerde zijn volk oprechtheid en zelfrespect. Hij gaf het beste middel wat er maar was: “de geweldloze weerbaarheid.”

Conclusie

Mijn conclusie is dat het Hindoeïsme een erg bijzonder maar interessante godsdienst is. Het ontstaan van deze godsdienst is op zich al heel erg bijzonder. De ariërs, die een inval deden in de Indus vallei, hebben een grote invloed gehad op de ontwikkeling van het Hindoeïsme. Alle heilige boeken van het Hindoeïsme zijn in het Sanskriet geschreven, de taal van de ariërs. Het ontstaan van het Boeddhisme en het Jainisme heeft ook erg veel invloed gehad op de ontwikkelingen van het Hindoeïsme. Omdat de macht van de priesters minder groot werd ging men immers Shiva en Vishnu aanbidden.

De rituelen van het Hindoeïsme hebben allemaal te maken met het, karma, dharma en met de goden van het Hindoeïsme. Zo wordt er tijdens de achtste maand van de zwangerschap rijst aan Vishnu geofferd om zo de krachten van Vishnu op het ongeboren kind over te dragen. Ook wordt een dood lichaam zo snel mogelijk gecremeerd zodat de ziel zo snel mogelijk terg kan gaan naar de oerbron.

Dharma, karma en reïncarnatie zijn belangrijke geloofspunten in het Hindoeïsme. Zo is dharma de plicht die iedere hindoe moet vervullen, proberen om goed te leven. Zo dat je in een volgend leven in een, eventueel betere, kaste terecht komt, reïncarnatie. Karma is het geloof dat alle menselijke daden een gevolg zullen hebben in de toekomst.

Het Hindoeïsme kent heel erg veel goden. Eigenlijk heeft iedere hindoe zijn eigen god, de belangrijkste goden zijn: Brahma, Shiva en Vishnu. Alle goden hebben hun eigen taak en betekenis.

Ook heeft het Hindoeïsme veel heilige boeken, die allemaal in het Sanskriet geschreven zijn.

Mahatma Gandhi is een belangrijke hindoe. Hij probeerde geweldloos zijn vijand te verslaan. Uiteindelijk is hij vermoord, door een hindoe.

Een hoop van deze informatie wist ik nog niet. Eigenlijk was het bijna allemaal onbekend voor mij. Ik heb dan ook een hoop geleerd van dit werkstuk.

REACTIES

".

".

Zeer Geachte heer/mevrouw,

Ik zag dat er een werkstuk over het Hindoeisme was op jullie website, die ik heb gelezen. Maar helaas kwam ik tot de conclusie dat deze werkstuk niet klopt met betrekking tot de Arische Invasie theorie. Er is namelijk nooit een Arische Invasie geweest, en de datering van van de Veda's, die kloppen ook niet want dit was namelijk al veel eerder dan 1500 V.C. Ik zou zeggen Google aub zelf even, u komt heel veel tegenstrijdigheden tegen. Zelfs Wikipedia geef dit aan. Misschien moet het eens tijd worden dat jullie deze aanpassen, of gedeeltelijk verwijderen.

Hoop u hier bij voldoende geinformeerd te hebben en zie uit naar jullie reactie.


Met vriendelijke groet,
V.R.



14 jaar geleden

B.

B.

ik vond het een leuk werkstuk

groetjes bo

21 jaar geleden

J.

J.

Geweldig

8 jaar geleden

J.

J.

Echt superleuk, ik heb binnenkort een verslag dus ik kan de informatie zeker gebruiken. Dankjewel.

8 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.