HET LEVEN VAN JEZUS 1
HOOFDSTUK 1: INLEIDING 3
HOOFDSTUK 2: DE GEBOORTE VAN JEZUS 3
HOOFDSTUK 3: DE JEUGD VAN JEZUS 4
HOOFDSTUK 4: HET DOPEN VAN JEZUS 4
HOOFDSTUK 5: DE WONDEREN VAN JEZUS 5
HOOFSTUK 6: DE TWAALF APOSTELEN VAN JEZUS. 5
HOOFDSTUK 7: HET LAATSTE AVONDMAAL 6
HOOFDSTUK 8: DE KRUISIGING, OPSTANDING EN HEMELVAART VAN JEZUS 6
HOOFDSTUK 9: INLEIDING OP HET ONDERZOEK 7
HOOFSTUK 10: WAAROM HAD JUDAS JEZUS VERRADEN? 7
HOOFDSTUK 11: WIE BEZOCHT JEZUS IN DE DAGEN DAT HIJ UIT DE DOOD WAS OPGESTAAN EN WAAROM? 8
HOOFDSTUK 12: WAAROM MOEST JEZUS DOOD? 8
HOOFDSTUK 13: AFRONDING 9
HOOFDSTUK 14: BRONVERMELDING 9
Hoofdstuk 1: Inleiding
Dit werkstuk gaat over het leven van Jezus en de dagen rondom hij uit de dood was opgestaan.
Ik heb mijn onderzoekje gedaan over de dagen gedaan rondom hij uit de dood was opgestaan.
Hoofdstuk 2: De geboorte van Jezus
Jezus was geboren in Bethlehem, in een kribbetje van een veestal van was Jezus geboren zodat hij de mensen zou redden van hun slechte gedrag. Maria en Jozef waren nog niet getrouwd toen Jozef hoorde dat Maria zwanger was, daarom wilde hij eerst hun verloving verbreken. Maar toen kreeg Jozef te horen in een droom waarin hem verteld werd wat er gebeurd was en waarom, en dat hij Maria bij zich in huis moest nemen. Jozef en Maria woonde eigenlijk in Nazareth, maar in die tijd werd een grote volkstelling gehouden waarbij iedere inwoner van Galilea, Judea en omstreken naar zijn eigen geboortestad moest gaan om zich te laten registreren. Alle herbergen waar Jozef en Maria bij aankwamen waren vol.
Omdat ze heel moe waren besloten ze maar om bij de laatste herberg te blijven. Alleen een veestal was nog leeg. Maria beviel in die veestal van Jezus in een kribbetje. Die nacht werden herders in die omgeving bezocht door engelen die vertelden dat in Bethlehem de Messias was geboren. Snel gingen zij naar het stadje Bethlehem om het kindje te bezoeken en na bezoek vertelde zij aan iedereen wat zij gezien en gehoord hadden. Ook kwamen er koningen of wijzen uit het oosten die wierook, mirre en goud mee hadden gebracht. Zij kwamen omdat zij een nieuwe ster hadden gezien aan de hemel, die een nieuwe koning beloofde.
Jezus zou, als je het van de christelijke kant bekijkt, in het jaar 0 geboren zijn. Maar historici denken dat 6 of 7 jaar voor Christus de meest logische jaartallen zouden zijn.
Hoofdstuk 3: De Jeugd van Jezus
Toen Jezus ongeveer 11 jaar was, kwam hij er zo ongeveer achter dat hij de Zoon van God zou zijn. Jezus was heel intelligent en goed bekend met de Geschriften. Geen enkele schriftgeleerde kon hem iets over de Geschriften vertellen dat hij nog niet wist.. Het Woord van God, de Tora, werd elke dag belangrijker voor Jezus. Ook was Jezus al heel sociaal, dat was niet zo maar gegroeid in de jaren. Hij had in zijn jeugd ook al heel veel vriendjes om zich heen. De mensen om Jezus heen waren ook erg op hem gesteld. Voor zijn ouders was hij een makkelijk kind. Hij deed wat ze zeiden zonder problemen. Jezus kon heel goed leren, dus hij ging zichzelf en anderen vragen stellen. Waarom deed God dit en waarom gebeurde er dat?
Je zou kunnen denken dat een jongen die nooit eens slechte dingen doet weinig vrienden heeft. Je zou kunnen denken dat Jezus een saaie jongen was, maar integendeel, er stonden altijd heel veel vrienden om hem heen. In die tijd werden al heel gauw uitgehuwelijkt, al als ze 12, of 13 jaar oud waren. Ging Jozef ook op zoek naar een vrouw voor Jezus?
Nee, want Maria en Jozef wisten dat Jezus de Zoon van God was en niet van hun zelf. Maria wist nog wat de engel tegen haar had gezegd: Jouw zoon zal groot zijn en zoon van God genoemd worden.
Hoofdstuk 4: Het dopen van Jezus
De eerste keer dat Jezus in het openbaar iets speciaals deed was bij Johannes de Doper.
Toen Jezus Johannes de Doper mensen zag dopen (zodat ze van hun zonden waren verlost) in de rivier de Jordaan. Ook Jezus liet zich dopen. Hier krijgt Jezus de Heilige Geest van God. Die kwam uit de hemel in de vorm van een duif.
Hoofdstuk 5: De wonderen van Jezus
Jezus was de zoon van God en kon dus dingen die normale mensen niet konden. Zo zou Jezus ooit eens toen zijn discipelen in een boot zaten ergens midden in de zee, terwijl het verschrikkelijk stormde, over het water naar zijn discipelen toe zij gelopen. Toen Petrus dit zag, wilde hij naar Jezus toe lopen. Hij waagde de sprong en liep over water. Maar omdat het zo hard stormde kon Petrus zijn evenwicht niet houden en zakte hij in het water. Maar Jezus trok hem uit het water. Opeens ging de wind liggen en konden zij rustig naar de overkant varen. Hij zou ook de broer van Maria Magdalena, Lazarus, tot leven hebben gebracht. Jezus was eigenlijk wel blij dat Lazarus dood was gegaan, een manier om te laten zien dat hij de Messias was. Het gezelschap van Jezus, de discipelen van Jezus en Maria Magdalena liep naar het graf van Lazarus en Jezus zei: haal de steen van het graf van Lazarus weg. Nee! Nee! Meester, zei Marta, Dat kan niet. Lazarus ligt er al vier dagen in. Maar Jezus zei: Haal de steen er maar af. De steen word eraf gerold en Jezus roept: 'Lazarus kom naar buiten! En opeens kwam daar Lazarus naar buiten.
Hoofstuk 6: De twaalf apostelen van Jezus.
De twaalf volgelingen van Jezus waren:
Petrus, Andreas, Jakobus of Jakobus de Meerdere, Johannes, Filippus, Bartolomeüs, T(h)omas, Mattheus of Levi, Jacobus, Judas Taddeus, Simon en Judas Iskariot.
Later werd Judas Iskariot na zijn zelfmoord vervangen door Mattias op te zorgen dat het niet op viel dat er een volgeling weg was.
Petrus was een van de eerste en bekendste discipelen Jezus. Hij was een visser op het meer van Genesareth, samen met zijn broer Andreas, ook een apostel van Jezus. Andreas was degene die Petrus aan Jezus voorstelde. Zij kwamen bij Jezus aan het begin van zijn prediking. Petrus heeft Jezus ongeveer zijn hele leven als Messias geleid. Na de dood, verrijzenis en hemelvaart van Jezus trad Petrus op als hoofd van Jezus’ leerlingen.
Als bekend is dar Jezus opgepakt zal worden,zegt Jezus dat hij drie keer verraden zal worden. Petrus is degene die drie keer zegt Jezus niet gekend te hebben maar die avond dat Jezus opgepakt werd had beloofd hem niet te verraden.
Jakobus, bijgenaamd Jakobus de Meerdere was een van de drie belangrijkste volgelingen van Jezus. Hij was de broer van Johannes. Toen Johannes en zijn broer Jacobus hun visnetten aan het spoelen waren, werden zij door Jezus geroepen om hem te volgen tijdens zijn reis om de mensen te helpen.
Volgens de Katholieke traditie zijn Johannes en Maria naar Efeze verhuisd en daar ook overleden.
T(h)omas, een van de twaalf volgelingen wilde niet geloven dat Jezus uit het graf was opgestaan, tot hij het met de eigen ogen gezien had.
Judas Iskariot had Jezus verraden aan de Romeinen waarna hij gekruisigd werd.
Hij had dertig zilverlingen gevraagd en hij had door middel van een kus laten zien wie nou Jezus was. Maar Judas wordt wel gezien als een van de volgelingen omdat Jezus hem vertrouwde en hij had wel wat gedaan onder Jezus.
Hoofdstuk 7: Het laatste avondmaal
Op de avond voor zijn dood roept Jezus zijn discipelen bijeen voor een avondmaal, dat zijn laatste zal zijn. Voor de maaltijd wast hij de voeten van alle aanwezigen. Tijdens de maaltijd laat Jezus merken dat hij weet dat hij door een van de twaalf volgelingen verraden zal worden. Hij deelt het brood en de wijn, symbolen voor zijn lichaam en zijn bloed.Hij droeg zijn volgelingen op om dit voortaan te blijven doen als een gedenkteken voor zijn dood. Bij sommige verhalen heeft Jezus bij het laatste avondmaal gedronken uit de beroemde Heilige Graal.
Jezus werd beoordeeld door de Joodse Raad het Sanhedrin.
Hoofdstuk 8: De kruisiging, opstanding en Hemelvaart van Jezus
De dag nadat Jezus verraden was door Judas en opgepakt door de Romeinen werd hij gekruisigd. De Romeinen gaven hem tijdens de kruisiging een krans gemaakt van doorntakken en bespotten hem met teksten als: hij is toch koning van Israël, laat hem dan nu van het kruis afkomen, dan zullen we in hem geloven! De dood van Jezus was en pijnlijk.
Toen Jezus bijna dood ging schreeuwde hij: het is volbracht. En stierf hij. Toen hij dood vond er een aardbeving plaats die alleen door de evangelist Matteus beschreven is. Jozef van Arimathea, die ook in het Sanhedrin zat, was het niet eens met het Sanhedrin en mogelijk zelfs nog een aanhanger van Jezus. Hij vroeg aan Pontius Pilatus, die de Romeinse praefectus was van Judea, Palestina, of hij Jezus mocht begraven in een van privé-graven.
Jezus was nog niet gebalsemd maar al wel voorzien van doeken en kruiden. Hij was in het graf gelegd en een grote steen was over hem heen gerold. Er werd ook nog een wacht bij gezet op verzoek van de Joodse Raad zodat zijn aanhangers het lichaam niet konden stelen en zeggen dat Jezus tot leven was gekomen. De derde dag na Jezus’ dood kwamen Maria, Maria Magdalena en een aantal volgelingen van Jezus kijken of ze Jezus konden en mochten balsemen. Ze kwamen er achter dat de grote steen was weggerold, de wachten verdwenen en het lichaam, met achterlating van de keurig opgerolde linnen doeken, onvindbaar. Hij zou nog met een aantal discipelen gepraat hebben en aanhangers van hem. Daarna had hij tegen zijn volgelingen gezegd dat ze de boodschap van God overal op de wereld moesten verspreiden en hij zou nog terugkeren naar de aarde. Dat wordt genoemd de ‘Wederkomst’. Daarna zei hij z’n leerlingen en zijn moeder vaarwel en terwijl hij dat deed ging hij langzaam de hemel in. Dat wordt genoemd: De ‘Hemelvaart’.
Hoofdstuk 9: Inleiding op mijn onderzoek
Mijn onderzoek gaat dus zo als ik al eerder verteld had over de dagen rondom dat Jezus gestorven was. Ik behandel daarin de volgende onderwerpen:
1.Waarom had judas Jezus verraden?
2. Waarom moest Jezus dood?
3. Wie bezocht Jezus in de dagen dat hij uit de dood was opgestaan en waarom?
Hoofstuk 10: Waarom had Judas Jezus verraden?
We weten nu allemaal wel dat Judas Jezus had verraden, maar waarom weten de meesten niet precies. Dat ga ik uitzoeken.
Ten eerste, Judas had zich niet helemaal vrijwillig aangesloten bij Jezus. Hij moest zo’n beetje mee gaan van Jezus. Dat zal niet de hoofdreden zijn waarom Judas Jezus had verraden maar misschien speelde het wel mee bij Judas.
Het geld speelt waarschijnlijk een hele grote rol.
Een andere mogelijke reden is dat Judas het vertrouwen in Jezus verloren had
Maar misschien wel de belangrijkste reden is dat Satan bezit had genomen van Judas.
Dit kan de belangrijkste reden zijn maar het valt te bezien of Satan überhaupt wel bestaat. Maar als Satan niet bestaat, bestaat God ook niet en is dit hele verhaal onzin.
Zo kan ik nog wel even doorgaan. Maar gezien het over God enzovoort gaat, is dit wel relevant.
Satan had iemand nodig die dichtbij Jezus was en werd vertrouwd door Jezus, maar wel iemand die zich kon laten omkopen. Dat was dus Judas.
Maar… in het evangelie van Judas staat dat Judas een van Jezus’ beste discipelen was!
Volgens het evangelie van Judas had Jezus een soort van plan gesmeed met Jezus dat Judas zou zorgen dat Jezus gekruisigd zou worden zodat Jezus gewoon dood kon gaan.
Judas kreeg nadat hij Jezus verraden spijt. Hij gaf de zilverlingen aan de Hogepriesters terug en hing zichzelf daarna op.
Hoofdstuk 11: Wie bezocht Jezus in de dagen dat hij uit de dood was opgestaan en waarom?
Jezus was dus nadat hij gekruisigd was, in een privegraf van Jozef van Arimathea gelegd en daarna was hij uit zijn graf gekomen. In die dagen daarna heeft hij ook nog een aantal mensen bezocht. Daar over gaat dit hoofdstuk.
Maria Magdalena was de eerste die Jezus bezocht, zij vertelde alles aan de mensen wat zij gezien en gehoord had, maar de mensen geloofde haar niet. Jezus was aan Maria verschenen zodat zij kon vertellen aan de discipelen van zijn opstaan uit de dood. Kort nadat hij het aan Maria had verteld, vertelde hij het ook aan twee discipelen die toen op weg waren naar Emmaus. De namen van deze discipelen zijn onbekend.
De volgenden die Jezus bezocht waren 5 vrouwen. Hij zei tegen deze vrouwen dat zijn discipelen naar Galilea moesten gaan zodat ze hem konden zien.
Hij zou ook de middag nadat hij uit zijn graf was verdwenen zij verschenen aan Petrus(hij wordt bij die vers Kafas genoemd) en aan een groep van 500 mensen.
Hij is ook een keer aan zijn discipelen verschenen toen Tomas er niet bij was. Zij vertelden dit aan hem maar Tomas geloofde dingen niet snel. Een week later verscheen hij weer aan de dicipelen en toen was Tomas er wel bij.
Hij verscheen ook een ker aan het meer van Galilea, aan 7 discipelen: Simon, Petrus, Tomas, de zonen van Zebedeus en nog twee andere leerlingen waarvan de naam niet genoemd wordt in de Bijbel. Jezus stond aan de oever terwijl de discipelen aan het vissen waren. De diiscipelen wisten niet meteen dat het Jezus was. Ze zeiden nee. Toen zei Jezus: gooi het net maar in het water en haal het weer omhoog. Er zat toen zoveel vis in dat ze het net niet omhoog konden krijgen. Toen wisten ze dat het Jezus was.
Hij verscheen ook aan zijn discipelen op een berg vlakbij Galilea om hun te zeggen dat ze Jezus’ boodschap overal over wereld door moesten vertellen.
Hij is ook tijdens en zelfs na zijn Hemelvaart aan zijn discipelen verschenen. Tijdens zijn Hemelvaart zei hij tegen hen dat zij de Heilige Geest van God zou ontvangen.
Stefanus, iemand die spullen verdeelden onder de armen zodat de discipelen verder konden gaan met andere dingen, zag Jezus tijdens zijn steniging.
Hij verscheen ook nog aan Paulus, in de bijbel wordt hij Saulus genoemd, omdat hij Jezus’ discipelen bedreigde. Hij was daarna blind en kon niet eten voor drie dagen.
Dat waren alle verschijningen van Jezus na zijn dood.
Hoofdstuk 12: Waarom moest Jezus dood?
Waarom moest Jezus nou eigenlijk dood? Dat vroeg ik mij nou eigenlijk wel af. Daarom wou ik dat wel onderzoeken.
Volgens een bron moest Jezus dood omdat wij niet uit onszelf van onze zonden kunnen verlossen.
REACTIES
1 seconde geleden