De Griekse Cultuur

Beoordeling 4.8
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 3e klas vwo | 2838 woorden
  • 13 mei 2012
  • 5 keer beoordeeld
Cijfer 4.8
5 keer beoordeeld

De Griekse cultuur

De invloed van de Griekse cultuur is ook nu nog te herkennen in ons land. Denk maar aan het onderwijs, en het rechtssysteem. En de mythologische verhalen zijn een inspiratiebron voor moderne toneelstukken. Ook Plato, Socrates, Aristoteles en vele anderen zijn zelfs nu nog beroemdheden in onze cultuur. De Olympische Spelen hadden ook niet bestaan zonder de Grieken. De naam Griekenland komt van het Latijnse woord Graecia, dat zelf weer komt van het Griekse woord Graikoi, de oorspronkelijke naam van alle omwonenden van de Dodona.

De Griekse overheid
De overheid die wij nu hebben, kenden de Grieken helemaal niet. Dat kwam vooral door de kleine omvang van de staten. Wel was er in Athene een soort politie (die bestond uit Scythische slaven) en een soort pensioen voor invaliden, maar de overheid bemoeide zich totaal niet met de gezondheidszorg, het onderwijs en de inrichting van de steden. De duurste zaak van de staat was de vloot, de tempelbouw en de openbare feesten zoals theateropvoeringen. De kosten werden niet zoals nu betaald door middel van belastingen, maar door vreemdelingenbelasting, bestemmingsheffingen bij rijke burgers en belasting van bondgenoten. Van een staatskas was nog geen sprake.
Het Griekse rechtssysteem
Griekenland was een democratie, wat betekende dat het gehele volk een vrije mening had of in ieder geval deel mocht nemen aan het Stadsbestuur.

Het Stadsbestuur bestond uit:
- de Volksvergadering, deze keurde plannen en voorstellen
- de Raad, deze bestond uit 500 burgers die wetten voorstelden
- generaals en strategen, dit waren soortement ambtenaren die er voor zorgden dat wetten en regels niet geschonden werden, te vergelijken met onze politie

Alleen een man was toegestaan aan het Stadsbestuur deel te nemen, vrouwen en slaven hadden geen democratische rechten.
Het belangrijkste in de stad was de Volksvergadering, deze kwam elke 10 dagen bij elkaar, en dan werden de belangrijkste zaken en vorderingen besproken.
Wanneer je in het gerechtshof zat wegens misdaad of iets dergelijks, was het niet mogelijk een advocaat te krijgen. Wel kon je iemand inhuren die een verzet voor je schreef, meestal was dit een filosoof. In een rechtspraak staken de juryleden zogenaamde ballotagebordjes op waarop stond of zij de verdachte schuldig of
onschuldig achtten.

Leefwijze
Het Griekse gezamelijke leven speelde zich voornamelijk buitenshuis af; het openbare en ook het gezelligheid-leven. Aan de inrichting van de huizen werd dan ook weinig aandacht besteed, de bouw van luxueuzere huizen door de rijken kwam pas veel later. Ook het geld werd op een totaal andere manier gebruikt. Het was niet bedoeld voor extra luxe, onnodige dingen, enkel voor de nodige behoeften. Alles was dus best eenvoudig in de Griekse tijd.

Het voedsel
De Grieken waren heel gemakkelijk als het om eten ging, zo gauw je bevriend raakte met een Griek, kon je verwachten uitgenodigd worden voor een maaltijd bij hem thuis. Vlees was een luxe, het werd meestal alleen gegeten door de rijken. Wel aten de Grieken veel groenten, fruit en vis. Eten hoorde sterk gekruid te zijn, liefst met knoflook en uien. Het was een gewoonte om heel veel te praten tijdens het eten. Ook het voedsel was vrij makkelijk. Vlees was een luxe, vlees was voor de rijken.

De Grieken aten 3 maaltijden per dag.
- Het eerste ontbijt (acratisma), dat bestond uit brood dat in ongemengde wijn werd gedompeld
met vijgen
- De lunch (ariston), gegeten rond de middag, bestond uit warme gerechten
- De hoofdmaaltijd (deipnon), die voor zonsondergang genuttigd werd

Kleding van de man
De Griekse kleding werd niet op maat gemaakt, maar bestond uit rechte lappen stof die verschillende maten hadden. Deze stoffen werden als het ware om het lichaam gedrapeerd, en met enkel een speldje vastgezet. De mannen droegen binnenshuis een chiton, een dun linnen of wollen hemd, en buitenshuis werd een mantel omgeslagen.

Men dacht altijd dat de gewaden van de Grieken wit waren, maar dit was lang niet altijd zo. Alleen de armere mensen droegen kleurloze gewaden, de meeste mensen droegen gekleurde. Naast de chiton was er nog de exomis, die gedragen werd door slaven of handelswerklieden. Ook droegen de mannen wanneer de op reis waren een petasos, een soort bolle hoed die bescherming bood tegen de zon.
Hun haar lieten ze meestal lang groeien, immers, vroegere slaven moesten hun haar altijd kortgeknipt dragen, en ze wilden natuurlijk niet op een slaaf lijken.

De Griekse vrouw
Vrouwen in Griekenland hadden geen politieke rechten en werden op alles gecontroleerd door hun man. Ze leefden vooral binnenshuis in de vrouwenvertrekken en waren geïsoleerd van de buitenwereld. In Athene was dit het ergst, maar rond 300 tot 30 voor Christus verbeterde de positie van de vrouw.

De vrouw was er om te trouwen met de man, kinderen voort te brengen en de man te verzorgen.
Ze was de manager in huis. Ze regelde het volledige huishouden, en gaf taken aan de slaven. Het koken en wassen werd meestal door de slaven gedaan, alleen in een arm huishouden deed de vrouw dit zelf. Wel mochten ze naar godsdienstige feesten gaan. Er was zelfs een speciaal feest voor vrouwen: het feest van Adonis. Hierbij herdachten zij de vroege dood van de mooie godin Adonis. Ze vierden dit door vazen op het dak van het huis te zetten, wat de tuin van Adonis voor moest stellen. Een vrouw was dus over het algemeen niet vaak buitenshuis te vinden.

Er was één functie die de vrouw wel mocht doen: ze kon priesteres worden. Priesteressen hadden dezelfde rechten als priesters, en werden aangewezen door mannelijke burgers. Al heel jong kon een meisje priesteres worden. Een voorbeeld hiervan zijn de parthenoi. Dat waren jonge meisjes die priesteres van een god waren, en de enigen waren die op de Akropolis mochten weven.

Het uiterlijk
Voor vrouwen was een heel blanke huid een teken van schoonheid. Ze deden dan ook alles om dit voor elkaar te krijgen. Zo hadden ze speciale middeltjes die hun huid bleker zou laten lijken, en droegen ze heel lichte poeder op hun gezicht. Ook de vrouwen droegen een chiton. Hun haar droegen ze meestal opgestoken met een nekwrong, en soms met een paar stijve vlechtjes bij de oren. De vrouwen droegen sandalen: leren zolen die met riempjes om de enkels werden vastgebonden.

In de tijd van Homerus en Hesodius was het toegestaan aan de man er een of twee ‘bijvrouwen’ op na te houden, die hij had gekocht. Hij had slechts één echte vrouw, met wie hij was getrouwd. De man was de heer van de gekochte vrouw, hij kon haar straffen en zelfs doden in geval van overspel. De echtgenote had wel rechten. Ze kon bijvoorbeeld onder bescherming van haar familie blijven staan, zodat haar niks zou overkomen.

Huwelijk en geboorte
Het was een gewoonte dat een man omstreeks zijn 30e trouwde met een meisje van ongeveer 16. Als een vader had besloten zijn dochter uit te huwelijken kondigde hij dit publiekelijk aan door alle mogelijke kandidaten uit te nodigen om deze aan hem voor te laten stellen.
Voor deze gastvrije ontvangst namen zij levensmiddelen mee voor de heer des huizes, en geschenken voor hun toekomstige geloofde: sieraden, sluiers en gewaden. De grootte van deze geschenken hing af van de maatschappelijke positie van de persoon.

Tussen de mannen ontstonden vaak kleine wedstrijden: ze zongen, dansten en daagden elkaar uit, allemaal voor hun toekomstige echtgenote. Als de vader van het meisje een jongeman had uitgekozen, bood deze zijn toekomstige schoonvader geschenken aan (hedna). Als tegenprestatie gaf de vader zijn dochter bij het huwelijk een bruidsschat mee, de meilia, bij als het meisje zou worden verstoten moest worden teruggegeven. Door deze uitwisseling van geschenken leek het nog het meest alsof de vrouw verkocht werd aan de man. Hierna werd de bruid plechtig naar het huis van haar man gebracht, waar haar de belangrijkste taak van de vrouw stond te wachten: kinderen ter wereld brengen, en bij voorkeur zonen.

Griekse vrouwen bevielen thuis van hun kind. Het was een gewoonte dat daar drie buurvrouwen en één vroedvrouw bij waren. Tijdens de bevalling riep de vroedvrouw de hulp van de geboorte godin in, maar als de bevalling zwaar was kon zij niet heel veel meer doen. Als het kind maar niet geboren werd, wikkelde de vroedvrouw het meisje in lakens en schudde haar op en neer. Achteraf blijkt dit niet heel erg effectief te zijn geweest, één op de vijf vrouwen stierf bij de bevalling.

Nadat de geboorte van de baby, werd hij onmiddellijk aan de vader getoond. De vader kon weigeren het kind te aanvaarden, als het bijvoorbeeld niet mooi genoeg naar zijn was. Ook meisjesbaby’s werden vaak in de steek gelaten. Er schreef eens een soldaat naar zijn vrouw:
‘Als je een kind baart, dan moet je het houden als het een jongen is. Als het een meisje is, doe het dan weg.’ Het verstoten kind werd op een verlaten plek gelegd, oftewel ‘gewijd aan de goden’.
Maar als het kind aanvaard werd, werd het door middel van ceremoniën opgenomen in de familie. Op de tiende dag na de geboorte van het kind was er een feest en kreeg het kind zijn naam.

Opvoeding, sport en spel
Hoewel de overheid niet voor het onderwijs zorgde, gaf deze wel voorschriften aan de burgers wat betreft de opvoeding. De opvoeding bestond voornamelijk uit muziek, dans en voordrachtskunst.

Toneel
Ook toneel had te maken met de opvoeding. Alleen mannen mochten in toneelstukken spelen, dus daarom droegen zij, als ze een vrouwenrol moesten spelen, maskers.
Er waren twee soorten toneelstukken. De serieuze soort, waarin er altijd mensen ongelukkig stierven – de tragedies. Maar er waren ook humoristische toneelstukken, met grappen en vieze moppen- zij werden komedies genoemd.

Soms duurden de toneelstukken wel een hele dag. Het publiek nam dan eigen kussens en dekens mee, of een picknickmand. De Grieken bouwden op hellingen van heuvels grote theaters voor hun toneelstukken, waar veel toeschouwers konden komen. De zitplaatsen lagen in een halve boog tegenover het orchestra, de ronde cirkel in het midden van het theater. Het theater bij Epidaurus was een van de grootste theaters in Griekenland, waar 14.000 mensen konden zitten. Het was zo gebouwd, dat zelfs de mensen die op de bovenste rij zaten, precies konden zeggen wat beneden in het orchestra gezegd werd.
Alle mannen waren verplicht om naar theatervoorstellingen te gaan. Armen, die niet in staat waren een kaartje te betalen, kregen geld, zodat ze er toch nog heen konden. De toneelstukken werden oorspronkelijk opgevoerd om de god van de inspiratie en het enthousiasme,
Dionysus, te eren.

Sport
De Olympische Spelen zijn ontstaan in Olympia op het Griekse eiland Peloponnesos, waar de Grieken bij elkaar kwamen om offers te brengen en te sporten. Sport was zeer belangrijk voor de Grieken, ze wilden allemaal het ideaal ‘schoon en goed’ (kalos kai agathos) bereiken. Alleen mannen mochten meedoen aan de Spelen. Vrouwen mochten niet meedoen, ze mochten zelfs niet in Olympia komen. Ze hadden wel hun eigen spelen, die ze hielden ter ere van Hera.

Een maand voor de Olympische Spelen kwamen alle atleten in Olympia aan. In die maand trainden ze onder het oog van de strenge jury voor de wedstrijden. Zwakke deelnemers werden uitgeselecteerd en afgevoerd. Anderen zagen in dat ze geen kans zouden hebben en trokken zich terug. Want het deelnemen aan een wedstrijd was geen eer: je moest winnen!

Aan het begin van de spelen werd de Olympische Wapenstilstand uitgesproken. Dat betekent dat steden tot aan het einde niet met elkaar mochten vechten. De belangrijkste sporten voormannen waren discuswerpen, speerwerpen, paardenrennen, wagenrennen, boksen, pentathlon, hardlopen, verspringen en worstelen. Ook was er één wedstrijd die de mannen in volledige wapenuitrusting moesten lopen. Op deze manier werden de mensen er aan herinnerd dat de spelen een belangrijke training voor soldaten waren. . De winnaar van de Olympische Spelen kreeg een lauwerkrans om het hoofd, kruik met olijfolie en hele dure kleren. Ook werd er soms een standbeeld van de winnaar gemaakt. Deze kreeg een ereplaats op de heilige grond van Olympia, als geschenk aan de goden.
Buiten de Olympische Spelen waren er ook nog andere sportevenementen, zoals de Pythische, Isthmiaanse en Nemeaaanse Spelen. Deze vier spelen stonden samen bekend als de ‘Panhelleense Spelen’.

School
Tussen de rijke en de arme kinderen was een groot verschil. De rijke kinderen gingen vanaf hun zevende levensjaar naar school. Ze werden altijd gebracht en gehaald door hun slaaf. Op school leerden ze rekenen, schrijven en lezen, en in de middag kregen ze gymnastiek.
De arme kinderen mochten niet naar school, zij moesten mee helpen op het land. Soms werden ze verkocht als slaaf, omdat hun ouders te arm waren om voor hun kind te kunnen zorgen. Veel kinderen stierven al op jonge leeftijd.

Spartaanse opvoeding
Misschien is de uitdrukking: ‘’Hij krijgt een Spartaanse opvoeding’’ je wel bekend. In Lakonië, een plaats in het zuiden van Griekenland, ligt Sparta. Van Lakonië komt ook de uitdrukking: ‘’Hij doet er nogal laconiek over’’.
Dat betekent dat het je niet zo veel kan schelen. Maar wat betreft de opvoeding van de kinderen waren de Spartanen niet zo laconiek.

Sparta had veel weg van een legerkamp. Rond 900 v. Chr. leefde er een man die Lycurgus heette. Hij wilde Sparta, zijn stadstaat, tot de grootste en sterkste stadstaat van de wereld maakte. Dus hij maakte een aantal wetten, die ervoor zouden zorgen dat dat gebeurde. Die regels werden de ‘’Code van Wetten’’ genoemd.

Een aantal regels uit de Code van Wetten:

-Een pasgeboren baby moest gekeurd worden of het gezond was.
Was dit niet zo, dan moest de pasgeboren baby van de rotsen gegooid worden.
-Wanneer jongens 7 jaar waren, werden ze van huis weggehaald en moesten ze naar school. Op die school (lees: soldatenkamp) moesten ze tot hun 60e blijven. Daar kregen ze geen leervakken, maar wel alles wat nodig was om een goede soldaat te worden.
-Op vaste tijden kregen Spartaanse jongens zweepslagen, ook al hadden ze niks verkeerd gedaan. Het was de bedoeling dat de jongens op die manier pijn leerden verdragen. Ze mochten niet huilen en moesten leren om pijn te hebben.
-De Spartaanse jongens mochten geen lekkere dingen eten, op zachte bedden slapen of mooie kleren dragen.
-De Spartanen leerden kort en stug te spreken. Ze moesten alles zeggen met zo min mogelijk woorden. Deze manier van spreken noemt men ‘laconiek’.

Godsdienst
De Grieken kenden ongelooflijk veel goden: voor elke gebeurtenis die zij niet konden verklaren werd wel een god verzonnen, met ieder een naam en karakter. Hoe komt het dat vandaag de zon schijnt, terwijl het gisteren regende? Wat gebeurt er eigenlijk, als het onweer losbarst? Hoe kunnen mensen verliefd op elkaar worden? Dit soort vragen zijn voor ons makkelijk te beantwoorden dankzij de wetenschappelijke ontwikkelingen van de afgelopen velen jaren. Maar voor de Grieken waren dergelijke vragen één groot raadsel. De enige ‘’verklaring’’ die zij er aan konden geven, was te geloven dat er goddelijke machten achter zaten. De goden zorgen ervoor dat je verliefd wordt, het begint te onweren, en nog veel meer. Oftewel de Grieken hadden het Polytheïsme: polus = veel, theos = god.

Het begon allemaal met de alleroudste godin Moeder Aarde, Gaia, omdat uit de aarde het leven voortkomt, en daaruit zijn alle levende wezens ontstaan.
Het tegenover gestelde van het polytheïsme is het monotheïsme. Dit treffen we aan bij bijvoorbeeld het Christendom of de Islam. De aanhangers van deze godsdiensten richten zich op één god, terwijl de Grieken zich op tientallen hogere en lagere godheden te maken hadden.

Houd de goden te vriend
Het was heel belangrijk dat je met zo veel mogelijk goden een goede relatie had, anders kon het nog wel eens slecht met je aflopen. Je zou bijvoorbeeld een ziekte of een ongeluk kunnen krijgen, of een mislukte oogst, een nederlaag op het slachtveld. De Grieken deelden de goden als het ware op, ze wisten precies met welke god ze rekening moesten houden als ze iets wilden bereiken. Zeelui moesten bijvoorbeeld een goede relatie behouden met Poseidon, de god van de zee.

Offers
Om de gezindheid van de goden te beïnvloeden, brachten de Grieken offers. Een offer was een of ander geschenk, dat de meeste mensen de goden regelmatig aanboden. Niet iedereen bracht om dezelfde reden het offer. De één probeerde op die manier hulp van een god te krijgen, de ander om een god te bedanken, of om hem van zijn boze bui af te helpen.
De meeste offers bestonden uit landbouwproducten. Groenten, fruit, koeken en graan legde men op het altaar. Ook wijn, melk en olijfolie deden als offer dienst. Deze goot men op het altaar, of zo maar ergens op de grond. Men ging er van uit dat de god hen nu bij stond. Maar ook werden er vaak dieren geofferd. Hierbij kon men op twee manieren te werk gaan. Of het dier werd eerst in zijn geheel verbrand, en daarna geofferd, of er werd maar een deel geofferd, terwijl de rest door de deelnemers werd opgegeten.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.