Hoe goed is jouw kennis over wachtwoorden? 🔐
Test jezelf met deze quiz!

Doe de quiz!

Socrates en Plato

Beoordeling 6.2
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 3e klas vwo | 2606 woorden
  • 26 juni 2005
  • 173 keer beoordeeld
Cijfer 6.2
173 keer beoordeeld

Persoon
Taal
Nederlands
Vak
ADVERTENTIE
Welke studie past bij jou? Doe de studiekeuzetest!

Twijfel je over je studiekeuze? Ontdek in drie minuten welke bacheloropleiding aan de Universiteit Twente het beste bij jouw persoonlijkheid past met de gratis studiekeuzetest.

Start de test
Wie is Socrates?

Om een goed beeld van de nogal raadselachtige Sokrates te kunnen schetsen, vertel ik eerst wat over zijn leven.
In het jaar 470 voor Christus werd Sokrates geboren, in een dorpje op de berg Lykabettos, wat zeer dicht bij Athene lag.
Hij ging in het begin van zijn jeugd bij zijn vader, die beelhouwer was, in de leer. Hierna werd hij de leerling van Anaxagoras. Anaxagoras was een Atheense filosoof. Nadat hij bij Anaxagoras in de leer was geweest studeerde hij bij Archelaos, ook een filosoof. Sokrates studeerde wiskunde, astronomie en de leer van vroegere filosofen. De filosofie speelde in die tijd een zeer belangrijke rol. Sokrates zette zijn filosofie uit op de Agora, het marktplein van Athene. Op dertigjarige leeftijd werd hij als wijste man aangewezen door het Orakel van Delphi. Sokrates kon dit moeilijk geloven, en beweerde dat hij juist niets wist. Hij ging op onderzoek uit, om te kijken of het Orakel gelijk had. Hierbij ondervroeg hij alle wijze mannen van Athene. Al snel kwam hij erachter dat zij helemaal niet zo wijs waren. Dit leverde hem veel vijanden op. Hij kwam uiteindelijk toch tot de conclusie dat het Orakel gelijk had. Socrates had zo zijn uitspattingen waar menigeen hem om bewonderde, maar vooral de manier waarop Socrates nadacht vond men bijzonder. Hij bleef soms uren op dezelfde plek staan om na te denken, om bij het aanbreken van de dag plotseling weer uit zijn trance te komen.
Sokrates gaf een tijd lang les aan jongen mannen in het ‘Gnothi Seauton’; Ken Jezelf. Zijn onderzoek met de wijze mannen van Athene had namelijk uitgewezen dat veel mensen niet wisten wat ze wisten, en vaak onzin uitkraamden. Hij geloofde ook dat de ware persoon de ziel is, terwijl de vorige filosofen hadden beweerd dat de ware persoon een soort onbewuste is, iets dat slaapt als je wakker bent en wakker wordt als jij slaapt. De ziel moest men volgens Sokrates zoveel mogelijk verbeteren naar een goddelijk niveau. Alleen een goede ziel kon namelijk gelukkig worden.
Op de leeftijd van 50 trouwde Sokrates met Xantippe. Haar leven moet moeilijk geweest zijn, met een man die de hele dag over straat zwerft en altijd discussieert. Er wordt beweerd dat Xantippe de enige is die Sokrates ooit in een woordenwisseling verslagen heeft. Xantippe en Sokrates kregen drie zonen.
In het jaar 399 voor Christus werd Sokrates aangeklaagd door de democraat Anytos omdat hij niet geloofde in de goden en dit vertelde aan iedereen die het maar horen wilde. Anytos vond ook dat hij hierdoor de jeugd bedierf.
Sokrates moest voor het hoogste gerechtshof van de staat verschijnen, dat bestond uit 500 mannen. De woordvoerder van de aanklagers was Meletos. Hij verzocht om de doodsstraf. Sokrates mocht zich verdedigen en dat deed hij. Dit pakte positief uit, want er stemde 280 mensen voor de doodstaf en moch daarom zijn eigen straf bedenken. Maar de straffen die hij bedacht waren volgens de jury zo belachelijk dat hij de jury alleen maar tegen hem in het harnas joeg. Er werd weer gestemd en er stemden 380 mensen voor de doodsstraf. Ondanks dat hij de kans had om te ontsnappen, legde hij zich neer bij zijn toegewezen straf, het drinken van de gifbeker. De dag brak aan dat Sokrates de gifbeker moest drinken. Dat deed hij en hij stier. Zijn laatste woorden waren: “Crito, ik ben Asclepius een haan verschuldigd, betaal jij de schuld?” Een haan was het traditonele offer aan Asclepius voor een zachte dood.

Socrates heeft Europese manier van denken flink veranderd en dat komt mede door de dramatische dood van Socrates. Toen hij dood was, werd hij namelijk al snel gezien als de grondlegger van een aantal filosische stromen. Juist omdat hij zo raadselachtig en dubbelzinnig was, konden heel verschillende richtingen hem voor hun denkbeelden gebruiken. En daar begon het, de filosofie.
Wat is de manier van Denken van Socrates?

Socrates was anders dan andere filosofen, hij zette zich tegen hen af. Hij had zijn eigen blik op het leven en liet mensen ook kennismaken met deze blik. Hij ondervroeg de mensen die hij op straat tegenkwam met diep gaande vragen en hij
kwam zo aan de kennis uit de mens. Socrates was ervan
overtuigd dat de mens over alle kennis beschikt maar deze moet terugroepen door middel van de herinnering. Hij vergeleek zijn eigen werkzaamheid met de verloskunde van de vroedvrouw.
Dit zou ik even uitleggen: Een vroedvrouw baart het kind niet. Ze is alleen aanwezig om bij de bevalling te helpen. Socrates zag het als zijn opdracht om de mensen te helpen het juiste inzicht te ‘baren’: Alle mensen kunnen hun verstand gebruiken, mensen die hun verstand gebruiken haalt iets uit zichzelf. Doordat Socrates zich voor de domme hield, dwong Socrates de mensen hun verstand te laten gebruiken. Socrates kon dus doen alsof hij niets wist, of doen alsof hij dommer was dan hij was. Dit noem je socratische ironie. Door vragen te stellen bracht hij de ondervraagde naar een verkeerd uitgangspunt waardoor deze ondervraagde met een ingewikkelde conclusie kwam. Dit kwam uit de herinneringen van de mens, van binnenuit.

Wat is de manier van Onderwijzen van Socrates?

Zijn les bestaat geheel uit gesprekken; dialogen. Het is een spel van vraag en antwoord. Hij spreekt niet alleen zijn leerlingen aan, maar ook elke willekeurige voorbijganger zoals al eerder is verteld. Het uitgangspunt van Socrates bij het begin van een gesprek is eenvoudig: hij beweert dat hij maar een ding weet, namelijk dat hij niet weet. Met die stelling keert hij zich tegen alle leraren die beweren heel veel te weten en heel goed te kunnen onderwijzen.
Stel je nu eens voor dat hij jou vragen gaat stellen. Eerst stelt hij je een onschuldige vraag en daarna vraagt hij steeds verder. Want elk antwoord dat hij krijgt, is voor hem een aanleiding om nieuwe vragen te stellen. Net zo lang tot hij een filosofische vraag kan stellen, zoals ‘wat is deugd?, ‘waar is de waarheid?’, ‘wat is de beste staatsvorm?’ Eerst wekt hij bij je de indruk dat jij de meerdere van hem bent en Socrates zelf de onwetende. Maar hoe meer vragen op je afvuurt, hoe kleiner je je gaat voelen. Op den duur voel je je door al die vragen in het nauw gedreven. Dat is juist het gevoel dat Socrates met zijn vragen wil opwekken. Dat gevoel van jezelf tegenkomen is zoiets als de waarheid van jezelf bij jezelf ontdekken.
Op het moment dat je niets meer weet te zeggen houdt de kennis op die je van buitenaf hebt ontvangen en begint het inzicht van binnenuit. Helaas is het zo dat de meeste mensen – zeg maar bijna allemaal – kennis van iets hebben zonder over inzicht te beschikken.
Socrates zegt dat inzicht de enige juiste vorm van kennis is. Een voordeel van weten dat je (nog) niet weet is, dat je altijd blijft speuren, onderzoeken en vooral: discussiëren. Want discussiëren wil zeggen: meewerken aan het zoeken naar waarheid. Als je beweert het allemaal wel te weten, dan hoef je immers niet meer te speuren. Maar in feite doe je jezelf tekort. Of ben je gewoon denklui? Dat mag ook, hoor!

Offert Asklepius een haan
want hij is tot den dood genezen
die door zijn volk is uitgewezen
en ongeweten heengegaan
Socrates en het Goddelijke Stemmetje

Socrates was een raadselige man, niet alleen omdat hij zijn filosofische gedachten niet vastlegde op papier of door ze rare uitspattingen, maar ook omdat hij beweerde dat hij een goddelijk stemmetje in zich had, zijn geweten. Dit stemmetje vertelde hem van juist was. Hij zei dan ook: “Hij die doet wat goed is, zal ook het goede doen!” Volgens Socrates leidde het juiste inzicht tot handelen. “Alleen als je het juiste doet, dan wordt je pas een Ă©cht mens” aldus Socrates. Maar wanneer weet je wat goed is? En waarom doen we dan dingen fout? Socrates zei dat mensen die verkeerd handelen, niet beter weten. “Door je kennis te vergroten kom je erachter wat goed en wat fout is” aldus Socrates.

“Alleen als je het juiste doet,
wordt je pas een echt Mens”
Wie was Plato?

Plato en Socrates staan nauw met elkaar verbonden. Waarom? Dat lees je hieronder.
Plato (ook wel Aristocles genoemd) was een Griekse ethische filosoof. Hij hield zich dus vooral met de mens bezig en niet meer met het ontstaan van de aarde, zoals de natuurfilosofen deden. Hij werd in 427 voor Christus geboren en in 347 voor Christus in Athene gestorven is.
Hij heeft het filosofisch denken van zijn leermeester Socrates geleerd. En dat is de reden waarom Plato en Socrates zo nauw met elkaar zijn verbonden. In 399 voor Christus is Socrates ter dood veroordeeld. Plato was zo boos om dit vonnis, dat hij zich volledig ging verzetten tegen de democratie. De democratie had er voor gezorgd dat Socrates uiteindelijk ter dood veroordeeld werd.
Socrates was zijn grote voorbeeld en Plato hield hem in leven door Socrates als gespreksleider in zijn werken te gebruiken. Zo zijn Socrates’ gedachten ook bewaard gebleven, anders hadden wij vrijwel niets over deze grote filosoof geweten. Plato was een erg diepzinnige persoon en een groot literaire kunstenaar. Zijn schriften zijn bewaard gebleven door overlevering.

De Ideeën van Plato

Plato hield zich vooral bezig met de relatie tussen het eeuwige en het onveranderlijke aan de ene kant en dat wat ‘stroomt’ aan de andere kant. Dit noemde hij de ideeĂ«nleer. Maar even in normaal Nederlands, wat is die ideeĂ«nleer nou precies
?

De Ideeënleer van Plato

De ideeënleer van Plato kan je als volgt uitleggen: Je hebt allemaal paarden en toch zijn ze niet allemaal gelijk, maar je herkent ze wel allemaal apart als paard. Dat komt omdat ze naar hetzelfde idee zouden zijn gemaakt. Dat idee zou dan het perfecte paard zijn en aan alle 'kopieën' mankeert dan wel wat. Het idee is dus onvergankelijk en blijft altijd bestaan en alle kopieën die 'stromen' en vergaan dus.
Met mensen is dit ook zo, alleen blijft de ziel van een mens ook bestaan. Die ziel is dus ook onvergankelijk en kan daarom naar de 'ideeënwereld' waar alle ideeën zoals het idee-paard en het idee-kip 'wonen' Als een ziel dan die wereld verlaat en in een lichaam komt, is hij weer vergeten wat er in de ideeënwereld was. Maar als hij dan weer een paard ziet, herinnert hij zich weer dat dat een paard is en daarom herken je een paard als paard. Maar omdat dus aan al die kopie-paarden iets mankeert gaat de ziel terug verlangen naar het perfecte-idee-paard en dus naar de ideeënwereld. Dit verstaat Plato onder zijn ideeënleer.

Er was nog een theorie: Plato vond namelijk dat alle verschijnselen in de natuur slechts schaduwen van eeuwige vormen of ideeën zijn. Deze theorie wordt in de mythe van de grot nader uitgelegd, deze mythe is door Plato zelf geschreven. Deze mythe legt het verschil uit tussen de wereld en de Ideeënwereld

De mythe van de Grot

Deze mythe gaat over een paar mensen die in een grot gevangen zitten, ze zitten vastgeketend aan de vloer en kunnen geen kant op. Zo zitten ze daar al hun hele leven lang. De hele dag kijken ze naar schaduwen op de muur, die veroorzaakt worden door een vuur. Ze weten niet waar die schaduwen vandaan komen en kennen alleen de schaduwen,verder hebben ze nooit wat gezien. Achter hen, dat kunnen ze dus niet zien, zijn 'dingen', mensachtige wezens, die met vormen en een vuur die schaduwen op die muur maken. Als een van de mensen die in die grot zit zich los weet te maken en op zoek gaat naar wat er achter hem is, wordt hij in eerste instantie verblind door het licht, de kleuren en de vormen. Voor hem blijkt nu ineens dat de schaduwen slechts vage, donkere kopien zijn van de orginelen. Als je die orginele poppen vergelijkt met de ideeenwereld, dan zijn de poppen de ideeen en de schaduwen de kopieen ervan. De kopieen die de mensen kunnen zien, maar die dus niet zo mooi zijn als het idee erachter. Toen de mens die ontsnapt was terugging naar zijn vrienden en zei dat ze ook moesten komen kijken, zeiden ze dat hij gek was en dat de schaduwen die zij zagen alles was wat er bestond. Ze krijgen ruzie en de mensen in de grot vermoorden hem.

Het moraal van dit verhaal
 Socrates van de losgebroken mens! Hij wilde laten zien hoe alles echt in elkaar zat en daarvoor werd hij vermoord.
Plato had ook een theorie over de zekerheid van wat we zagen, voelden, roken, hoorden en proefden in onze zintuiglijke wereld. Ik noem deze theorie voor het gemak Absolute Zekerheid.
Absolute Zekerheid

Plato vergeleek alles wat we in de natuur om ons heen zien, wat we met onze handen kunnen aanraken en voelen, met een zeepbel. Waarom? Omdat de zintuiglijke wereld uit niets bestaat wat onveranderlijk is. Niet alleen mensen en dieren sterven vroeg of laat en vergaan. Ook marmer zal bijvoorbeeld op den duur veranderen en afbrokkelen. We kunnen nooit iets zeker weten over iets wat voortdurend aan verandering onderhevig is. “Absolute Zekerheid kun je alleen krijgen over dingen die we met ons verstand herkennen. Het gezichtsvermogen verschilt van mens to mens. Wat we wel kunnen vertrouwen is wat ons verstand ons verteld, want dat is voor alle mensen hetzelfde!” aldus Plato.
Kort gezegd: Over wat we waarnemen kunnen we slechts vage afspiegelingen van ideeën hebben. Maar over dingen die we met ons verstand herkennen, kunnen we absoluut zeker zijn!

Als laatste: De Politieke Ideeën van Plato

Lichaam Ziel Deugd Staat
Hoofd Verstand Wijsheid Regenten
Borst Wil Moed Wachters
Onderlijf Begeerte Matigheid Neringdoenden

Volgens Plato was de opbouw van een ideale staat hetzelfde als de opbouw van een mens. Hoe dan? Omdat uit te leggen moet ik je eerst vertellen hoe volgens Plato het menselijk lichaam was opgebouwd.
Volgens Plato kon je het menselijk lichaam in drieën verdelen, namelijk hoofd, borst en onderlijf. De drie dele corresponderen met drie afzonderlijke zielsvermogens. Het hoofd correspondeert met het vertand, de borst met de wil en het onderlijf met de lust of begeerte. Bij alle drie de mogelijkheden hoort een ideaal of ook wel een deugd genoemd. Het verstand moet leiden tot wijsheid, de wil moet moed tonen en de begeerte moet in controle worden gehouden en dus matigheid tonen. Pas wanneer de drie delen van de mens als een geheel fungeren, is er sprake van een harmonieus of rechtschapen mens.
Maar wat heeft de opbouw van de mens te maken met de opbouw van een ideale staat? Volgens Plato moet een staat opgebouwd zijn met dezelfde driedeligheid als een mens. Zoals het lichaam een hoofd, borst en onderlijf heeft, zo heeft de staat regenten, wachters en neringdoenden. Hieronder zie je een schema waarbij de relatie tussen de drie delen van de mens en de staat worden getoond.

Plato had voor de ideale staat een paar belangrijke uitgangspunten. Hij vond bijvoorbeeld mensen niet gelijkwaardig en maakte dus onderscheid tussen hen. Er waren volgen Plato drie soorten mensen. 1) zij die de begeerte als leidraad hebben en daarnaar handelen. 2) zij die streven naar kennis (wijsbegeerte). 3) zij die de kennis bezitten.
Verder moest de staat aristocratisch opgebouwd zijn, waarbij bovenaan de heersers staan. Dit zijn natuurlijk alleen maar de filosofen, of beter gezegd intellectuelen. Hierna komt de stand wachters, hieronder verstaan we ambtenaren en militairen en tenslotte de Neringdoenden, hieronder verstaan we de handwerkers zoals de boeren. Een bekend citaat van Plato is: “Wie rijk wil zijn moet niet zijn vermogen vermeerderen, maar zijn hebzucht verminderen” aldus Plato.

REACTIES

S.

S.

beste anoniem,

wat een goed verhaal. Het komt erg duidelijk en compleet over als het gaat om een introductie van socrates. zelf ben ik ook een groot fan van hem . Ik was zes, bijna zeven, toen ik die beroemde zin van 'het enige dat ik weet, is dat ik niks weet' tegenkwam. Het was een schok, zo mooi.

Je stijl is open en verhalend wat ik als prettig ervaar. veel feiten met persoonlijke toevoegingen.


Socrates loopt op Agora
Speelt elenchus apriora
Predikt vragen als geloof
Definieert een filosoof

Helden zijn als gekken
Wijzend door bestaande hekken
Idolaat in avontuur
Borst beklemd op dode keur

Gewoon is de duivel van de logica
Woordelijke vorm van esthetica
Ieder zingt zijn goed geweten
Het is moeilijk niet te weten

Ik schop Nietzsche door naar Kant
Ze zijn zelf arrogant.

14 jaar geleden

Y.

Y.

Goed verhaal! Jammer dat er niets over de dood van Socrates in staat......

12 jaar geleden

M.

M.

Goed, ik had alleen een stuk nodig over Socrates dood nodig. Dat stond er niet in , maar is wel belangrijk!! Jammer!

11 jaar geleden

A.

A.

jammer dat er niks in staat over de relatie tussen Socrates en plato wat de naam van dit verslag duidelijk wel doet denken

8 jaar geleden

M.

M.

echt goed stond alles in wat is nodig had

8 jaar geleden

T.

T.

Dankjewel! Ik heb heel lang gezocht naar waarom Socrates en zijn dood belangrijk waren. Precies wat ik erg nodig had. Goed verslag!

8 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.