Opdracht: Politieke brandhaarden §1 De beschaving van Zimbabwe Tussen de rivieren de Limpopo en de Zambezi in het zuidoosten van Afrika leefden al in de prehistorie mensen, misschien zelfs de eerste mensen die op aarde leefden. Het waren jager-verzamelaars. Dit veranderde rond het begin van onze jaartelling. Vanuit het noordwesten van Afrika trokken Bantu volken het gebied binnen die naar landbouw- en veeteeltgebieden op zoek waren. Het gebied was hier geschikt voor. Zo ontstonden er vele kleine dorpjes tussen de Zambezi en de Limpopo. Er werd goud in Zimbabwe gevonden en daarna ontstond er een grote goudhandel. Zo ontstond er een beschaving in Zimbabwe. Het ging steeds beter met Zimbabwe. Er werd rond 800 veel handel gedreven met de Arabieren. De beschaving van Zimbabwe eindigde in 1628 toen de Portugezen, die naar goud op zoek waren van het land een kolonie maakten. §2 Rhodesië In 1837 verjoegen de Engelsen onder leiding van Cecil John Rhodes de Portugezen. Het land werd naar hun leider genoemd: Rhodesië. De Afrikaanse volken in Rhodesië kwamen in opstand tegen de Engelsen, maar de opstanden werden in 1896 door de Engelsen neergeslagen.
In 1899 en 1900 werd er een groot gebied ten noorden van Rhodesië bij Rhodesië toegevoegd. Daarna werd Rhodesië in een noordelijk en een zuidelijk deel verdeeld. Veel blanke mensen uit Zuid-Afrika en Groot-Brittannië immigreerden naar Zuid-Rhodesië. Zij eisten meer onafhankelijkheid en zelfbestuur. Daarom kreeg Zuid-Rhodesië binnenlandse autonomie. Dit betekent dat Zuid-Rhodesië voor het binnenlandse bestuur voor een groot deel zelfbestuur kreeg.
In 1953 werden Noord en Zuid-Rhodesië weer verenigd, samen met Nysasaland (Malawi). De blanken waren sterk in de minderheid, maar bezaten toch het grootste gedeelte van het land. Ook werd het land bestuurd door de blanke meerderheid. Dit zorgde voor grote spanningen tussen de Afrikaanse zwarte meerderheid en de blanke minderheid. Uiteindelijk kregen de Afrikanen 15 van de 65 zetels in het parlement §3 Dekolonisatie en nationalisme In de 20e eeuw was een groot deel van de wereld door Europese landen veroverd. De inheemse onderworpen volken zagen erg op tegen de Europese bezetters. Opstanden kwamen voord de 20e eeuw weinig voor, omdat de Europese bezetters als superieur aan de niet-Europese volken werden beschouwd. Ze waren beter uitgerust en waren technologisch en militair veel verder ontwikkeld.
In de 20e eeuw kwam hier een einde aan. In 1905 viel Rusland Japan aan. Japan dreef de Russen echter terug. Niemand verwachtte dit. Het was nog nooit gebeurd dat een Europees volk werd verslagen door een niet-Europees volk. De inheemse bevolking van de koloniën begreep toen dat de Europese bezetters niet onoverwinnelijk waren en dat ze wel degelijk een kans hadden als tegen hen in opstand zouden komen. In 1914 brak de Eerste Wereldoorlog uit. In Europa vielen 10 miljoen doden in de loopgravenoorlog. De inheemse bevolking van de koloniën vond dit afschuwelijk en zo groeide de afkeer voor de Europeanen. Nationalistische bewegingen kwamen op en de Europese landen dreigden hun macht in de koloniën kwijt te raken. Indonesië kreeg meer
In 1939 begon ook de Tweede Wereldoorlog. Een groot deel van Europa werd bezet door Duitsland. In deze oorlog vielen ook miljoenen doden. Op 8 mei 1945 eindigde de Tweede Wereldoorlog in Europa.
Engeland, Frankrijk en Nederland hadden in grote delen van Afrika en Zuidoost Azië koloniën. Na het einde van de Tweede Wereldoorlog in 1945 waren deze landen ernstig verzwakt door de oorlog. Er was in eigen land veel schade die hersteld moest worden. Zo konden ze weinig weerstand meer bieden tegen het nationalisme in hun koloniën. Veel gebieden in Afrika en Zuidoost-Azië verklaarden zichzelf onafhankelijk. Het onafhankelijk worden van voormalige koloniën wordt dekolonisatie genoemd. §4 Zuid-Rhodesië onafhankelijk Op 31 december 1963 werden Noord-Rhodesië (Zambia) en Nysasaland (Malawi) onafhankelijk van Groot-Brittannië. Hier kreeg de inheemse bevolking de macht. Er kwam daar een Afrikaanse meerderheidsregering.
De leider Ian Smith van het ‘Rhodesian Front’ had 35 blanke zetels in het parlement van Zuid-Rhodesië. Ian Smith was bang dat de blanken hun macht zouden verliezen als er net als in Zambia en Malawi een Afrikaanse regering zou komen. De blanke minderheid zou hun land dan waarschijnlijk kwijtraken aan de zwarte bevolking.
Groot-Brittannië weigerde Zuid-Rhodesië onafhankelijkheid, omdat het parlement weigerde de zwarte bevolking politieke rechten te geven. Groot-Brittannië en Zuid-Rhodesië gingen hierover onderhandelen, maar dit mislukte. Op 11 november 1965 riep Ian Smith de onafhankelijkheid uit, zonder dat Groot-Brittannië daarmee akkoord ging. De nieuwe staat werd internationaal niet erkend, maar Ian Smith trok zich daar weinig van aan. §5 Afrikanen in opstand De nationale bewegingen ZANU (Zimbabwe African National Union) en ZAPU (Zimbabwe African People’s Union) werden in 1964 verboden en hun leiders Nkomo en N’dabaningi werden gevangengezet. Deze bewegingen heften zich niet op, maar verenigden zich en kwamen in opstand. In 1967 begon er zo een burgeroorlog die 14 jaar zou duren. In deze oorlog vielen 300.000 doden. Toen duidelijk werd dat Smith niet zou kunnen winnen van ZANU en ZAPU ging hij in 1979 onderhandelen. In 1979 kwamen er verkiezingen en Muzorewa vormde een overgangsregering. Deze regering werd internationaal ook niet erkend en er kwamen nieuwe verkiezingen in 1980. §6 Mugabe aan de macht De verkiezingen werden gewonnen door de ZANU onder leiding van Mugabe. ZANU en ZAPU vormden een coalitie. Deze regering werd wel erkend en Groot-Brittannië verklaarde Zuid-Rhodesië onafhankelijk. De naam van de nieuwe staat werd veranderd in Zimbabwe. Mugabe wilde de blanken en de zwarten eerst verzoenen, maar de ZAPU onder leiding van Nkomo wilde de blanken verjagen. Nkomo werd uit de regering gezet en vele van zijn aanhangers werden vermoord. In 1987 sloten Mugabe en Nkomo vrede en ZAPU en ZANU vormden weer een regering.
Intussen hadden de blanken nog veel macht. Ze vormden slecht 1% van de bevolking, maar ze bezaten 50% van de grond. In 1992 maakte Mugabe een wet waarin stond dat de blanken een deel van hun grond aan de regering moesten verkopen. In 1994 bleek dat de boerderijen vooral waren verkocht aan ministers, leden van het parlement en hoge militairen. Mugabe kwam onder hoge druk te staan en hij moest de boerderijen opnieuw verdelen.
Economisch ging het in 1994 slecht met Zimbabwe. Door bezuinigingen raakten 25000 mensen hun baan kwijt en de mensen die hun baan gingen er erg op achteruit. Dit leidde tot onrust. Het hele jaar waren er vele stakingen zodat het economisch nog slechter ging. Mugabe kreeg ook internationaal veel kritiek. In april 1995 ontnam hij homoseksuelen hun rechten, omdat hij vond dat ze zich ‘minder dan dieren gedroegen’. Dit zorgde voor grote internationale kritiek.
In 1996 waren er verkiezingen in Zimbabwe. Onder leiding van Mugabe haalde zijn partij ZANU 118 (!) van de 120 zetels. De verkiezingen waren natuurlijk niet eerlijk verlopen. De opkomst was heel laag (32 %). Mugabe had de oppositieleider Sithole ervan beschuldigd een moordaanslag op hem voor te bereiden en hij liet hem arresteren. Als gevolg daarvan oppositie trok zich terug en kon Mugabe de verkiezingen makkelijk winnen.
In 1997 werd Mugabe bekend dat Mugabe veel geld had gestolen uit het Compensatiefonds voor Oorlogsslachtoffers. Zo hadden veel invalide en werkloze veteranen geen inkomen meer. De veteranen dreigden in opstand te komen, een burgeroorlog dreigde. Mugabe probeerde ze te sussen door bekend te maken door veel van de blanke boerderijen te onteigenen en te geven aan de zwarte boeren. Later werd bekend dat net als in 1994 alleen de hoge partijleden en hoge militairen de onteigende grond kregen.
In 1998 begonnen de zwarte boeren en veteranen massaal de grond van de blanke boeren te bezetten en hen verjoegen of vermoorden. Mugabe greep niet in en ook weigerde hij de blanke boeren een schadevergoeding te geven. Hij haatte de blanke boeren die heel lang als minderheidsgroep een groot deel van de grond in bezit had, terwijl de grote zwarte meerderheid in verhouding bijna geen grond had.
In 1999 woedde er in Congo een burgeroorlog. Rebellen hielden grote delen van Congo bezet. Zimbabwe onder leiding van Mugabe en Angola stuurden de Congolese president Kabila versterkingen van 13.000 troepen om tegen de rebellen te vechten. Het Congolese en het Zimbabweaanse leger roofden veel bodemschatten in Congo en verkochten deze. De oorlog kostte Zimbabwe echter veel meer geld dan de opbrengst van de geroofde bodemschatten. De oorlog kostte Zimbabwe 1 miljoen dollar per dag!
De economie was door de oorlog in Congo, economisch wanbeleid, de vele stakingen en de onrust onder de veteranen en de zwarte boeren een chaos. Het BNP daalde ruim 5%! Door de landonteigeningen werd er op veel van de vroegere boerderijen niet meer verbouwd. Een hongersnood dreigde. §7 Verkiezingen 2000, 2002 Op 11 september 1999 werd de oppositiepartij MDC (Movement for Democratic Change) opgericht. De leider van deze partij was de vakbondsleider Morgan Tvsangirai. De MDC was de eerste oppositiepartij die tegen de ZANU op kon. De MDC verweet de ZANU economisch wanbeleid en de oorlog in Congo die de economie verwoeste.
Bij de verkiezingen van juni 2000 won de MDC 57 en de ZANU 62 zetels. Toen had de ZANU niet meer tweederde van de zetels in het parlement en kon Mugabe niet langer de grondwet wijzigen om zichzelf te verrijken en zijn positie te versterken.
Regelmatig werden er blanke boerderijen ingenomen door veteranen en zwarte boeren. De onrust werd 13 augustus 2001 zo groot dat honderden blanke boeren hun land verlieten. Mugabe greep niet in. Mugabe financiëerde de landonteigeningen zelfs. Op 26 augustus 2001 maakte hij bekend dat hij alle blanke boeren het land uit zou jagen. Onder druk van Groot-Brittannië beloofde Mugabe de landonteigeningen te voorkomen.
Er zouden weer verkiezingen worden gehouden 9 en 10 maart 2002. De MDC onder leiding van Tvsangirai zou weer op veel steun kunnen rekenen. Er was internationaal grote druk op Mugabe van wie werd verwacht dat hij de verkiezingen zou vervalsen. De EU eiste dat ze waarnemers mochten sturen om te kijken of de verkiezingen eerlijk verliepen. Mugabe gaf onder grote druk toe, maar hij liet de Zweedse van de waarnemers niet toe, omdat hij uit een van de landen kwamen die, te kritisch waren over Mugabe’s bewind. Onder grote druk liet Zimbabwe De waarnemers die wel Zimbabwe in mochten werden geïntimideerd door de politie. Twee Zuid-Afrikaanse waarnemers werden op 22 februari 2002 vermoord door leden van de ZANU.
Toen de verkiezingen begonnen meldden burgerbewegingen dat Mugabe de verkiezingen vervalsde. Zijn volgelingen zouden stembiljetten stelen, kiezers te bedreigen en verjagen en Mugabe’s naam al op stembiljetten te schrijven en inleveren voordat de verkiezingen begonnen waren. Mugabe zorgde ook dat er maar weinig mensen konden stemmen door stembureaupersoneel te intimideren en te weinig stembureau’s te laten bouwen. Dit zorgde voor enorme wachtrijen. Tvsagirai eiste daarom dat de verkiezingen werden verlengd maar dit werd geweigerd.
Mugabe won de verkiezingen. De VS, de EU en ook Tvsagirai verklaarden de uitslag niet te accepteren. Mugabe liet Tvsagirai arresteren op beschuldiging van hoogverraad, maar hij liet hem later weer vrij.
Intussen bleven de landonteigeningen doorgaan. De veteranen die de boerderijen overnamen van de blanken hadden geen ervaring als boer. Ook waren veel boeren er vanwege de onrust niet aan toe gekomen om te zaaien. Een hongersnood dreigt. Ondanks de internationale kritiek op Zimbabwe, geeft de EU toch weer ontwikkelingshulp om een hongersnood te voorkomen.
REACTIES
1 seconde geleden
L.
L.
Duidelijk geschreven, en niet te moeilijke woorden. Ik heb dit gebruikt voor mijn werkstuk :D
13 jaar geleden
Antwoorden