watersnoodramp 1953

Beoordeling 6.3
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • groep 8 | 788 woorden
  • 31 oktober 2007
  • 239 keer beoordeeld
Cijfer 6.3
239 keer beoordeeld

Inleiding.

Ik heb dit onderwerp gekozen omdat, het me interessant leek en omdat mijn opa en oma er al veel over hebben vertelt. Zij hebben het namelijk van dichtbij meegemaakt. Mijn oma woonden in Kruiningen en mijn opa in Yerseke. Kruiningen is helemaal volgelopen met water daarom moesten de mensen in Kruiningen geëvacueerd worden. Verder lezen jullie meer in mijn werkstuk.

Hoofdstuk 1: hoe het allemaal begon.

s\' Middags op 30 januari waarschuwde het K.N.M.I ( Koninklijke Nederlandse Meteorologische Instituut ) voor westerstorm. Maar het stormde zo vaak, dus er was geen reden voor paniek. En die avond werd het ook nog eens springvloed, maar dat was ook geen probleem. Dus de mensen gingen die avond gewoon naar bed. Een paar mensen waren op de hoogte van een noodsituatie. Maar de storm werd sterker en nog sterker.
Om 3 uur \'s morgens braken de eerste dijken door. Tegen half vijf \'s morgens kwamen de eerste berichten bij andere mensen in het land.
Van de zwaar getroffen gebieden was zondag nog weinig bekend
Alle verbindingen zoals telefoonlijnen waren verbroken en ook was er geen elektriciteit meer. In het hele land was de spanning hoog. Pas rond maandag en dinsdag, toen ze verkenningsvluchten gingen maken over de zwaar getroffen gebieden wisten ze pas hoe groot de ramp was.

Hoofdstuk 2: waar was de overstroming.

deze plaatsen zijn onder gelopen:
De Zeeuwse eilanden Schouwen Duiveland, Goeree Overflakkee, Tholen en St. Philipsland werden bijna helemaal overstroomd. Voorne Putten en de Hoekse Waard liepen voor een groot deel onder, en van noord en zuid Beveland en Walcheren kleinere delen. En de Biesbosch werd helemaal overstroomd.

Hoofdstuk 3: hulpverlening.

Door het hele land kwamen mensen helpen. Ze leenden kleren en kregen eten ze moesten natuurlijk opgevangen worden en dat kon in scholen of boerderijen.
Er werd een rampenfonds opgezet.  In sommige plaatsen werd er door mensen meer dan een weekloon gegeven. Ook kwamen er schepen van Amerika helpen, ze hadden 300.000 zandzakken 20.000 schoppen en 6,5 ton dekens meegenomen.
Zelfs best wel arme landen hielpen. Israël bijvoorbeeld verzenden 6000 kisten sinaasappelen voor het rampgebied. Colombia gaf 10.000 dollar voor koffie en India gaf 5 ton jutezakken.

Hoofdstuk 4: het voorkomen van een tweede watersnoodramp.


Toen de ramp nog bezig was hadden de mensen zandzakken neergelegd, maar dat hielp weinig want de ramp was te erg. Tijdens de tweede wereldoorlog hadden ze er weinig aan gedaan dus de dijken braken sneller door.
Later toen de ramp voorbij was hebben ze de dijken verhoogd en versterkt. Maar de kans is klein dat het nu nog een keer zal gebeuren want wij zijn er in deze tijd goed op voorbereid.

Hoofdstuk 5: verhalen van de overlevende.

1.Weet u nog iets over de nacht van 31 januari op 1 februari?
Ja zaterdag was ik naar de meisjes club geweest op de terug weg stormde het heel hard.
Maar we gingen gewoon naar bed. Rond een uur of 2 \'s nachts luiden de klokken.
Heel onze familie ging naar beneden om te kijken wat er aan de hand was.
mijn oudste broer ging naar de zeedijk om te kijken wat er nou precies aan de hand was.
Hij kwam rennend terug en zij dat het water op ons af kwam en dat we zo snel mogelijk wat brood moesten pakken en naar zolder moesten gaan.
We waren maar net op tijd want het water kwam al binnen.
We zaten allemaal op zolder tot het eb werd toen konden we weer naar beneden.
Maar als het weer vloed werd moest iedereen weer terug naar zolder.
De derde keer kwam het water nog hoger dan eerst en het was al veel te hoog dus ze gingen niet meer naar zolder maar naar het hoogste punt van de markt.
En we zijn later naar Goes gegaan daar was het droog.

2. had u al een waarschuwing gehad?
Nee we hadden geen waarschuwing gehad maar ze hadden die dag wel gezegd dat het water hoger dan normaal zou worden.

3. hadden jullie veel spullen mee naar zolder?
Nee we hadden er geen tijd voor we hadden allen wat brood mee naar zolder.

4.kwam het water snel?
Ja alles ging heel snel dus ik weet het niet zo goed meer.

5.hebben jullie lang op zolder gezeten?
Ja een hele nacht en een dag.

6.moesten jullie je vastbinden op het dak?
Nee gelukkig niet we zaten alleen op zolder.

7. hoe lang werd u geëvacueerd?
Een heel jaar lang

8. wat denkt u nu als het stormt?
Ik denk er dan wel soms aan maar ik ben niet meer bang.

Literatuurlijst.

Alle boeken:
De ramp.
geschreven door HM de koningin

De ramp 1 feb. 1953.
geschreven door: Ad Zuiderent

50 jaar geleden 50 jaar verder.
Geschreven door: Rinus Antonisse

Een halve eeuw na de watersnoodramp.
Geschreven door: Frederik Wiedijk

Alle sites:
www.scholieren.com
www.spreekbeurten.nl

REACTIES

M.

M.

mooi werkstuk

marnix

13 jaar geleden

C.

C.

cool werk stuk !

12 jaar geleden

O.

O.

marnix is dit jouw werkstuk ?

12 jaar geleden

M.

M.

Cool, van dat interview

12 jaar geleden

A.

A.

beetje kort en let op de fouten .
maar er was veel informatie

11 jaar geleden

A.

A.

veel informatie mag wel wat langer

10 jaar geleden

L.

L.

Helemaal hartstikke mooi

8 jaar geleden

E.

E.

mooi werkstuk

6 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.